Aantal T-shirts
Kernbegrip(pen): verhoudingen
Gegeven
In mijn kast liggen 64 T shirts. Hiervan zijn er 42 gekleurd en 32 bedrukt. Hoeveel T shirts zijn zowel gekleurd als bedrukt?
4 leerlingen hebben deze som uitgerekend:
Eline:
42 gekleurde en 32 bedrukte shirts. Er zijn dus 42 – 32 = 10 gekleurde shirts meer dan bedrukte.
Dus er zijn 10 shirts gekleurd en bedrukt.
Deborah:
Er zijn 64 shirts. De helft daarvan is 32. Dat zijn er 10 minder dan de 42 shirts die gekleurd zijn.
Het antwoord is dus 10.
Sarah:
Ik maak er een strookmodel van:
Er zit tien verschil tussen de gekleurde en bedrukte shirts dus het antwoord is 10.
Sanne:
Ik maak er een lijstje van:
42 + 32 = 74.
Als ik 74 shirts heb, zijn er 0 gekleurd én bedrukt.
Als ik 73 shirts heb, is er 1 gekleurd én bedrukt.
Als ik 72 shirts heb, zijn er 2 gekleurd én bedrukt.
Als ik 71 shirts heb, zijn er 3 gekleurd én bedrukt.
Enz.
Als ik 64 shirts heb, zijn er dus 10 gekleurd én bedrukt.
Gevraagd
Welke leerling heeft de juiste oplossingsmanier (redenering) gebruikt?
Hint nodig?
Antwoord en uitwerking
Lees het antwoord en de uitwerking.