Wandelen
Kernbegrip(pen): snelheid
Gegeven
Freek wandelt eerst 3 km met een snelheid van 6 km/u en vervolgens 3 km met een snelheid van 5 km/u.
We willen zijn gemiddelde snelheid over het hele traject weten.
Leerling 1 zegt: Ik tel de snelheden bij elkaar op en deel door 2.Â
Leerling 2 zegt: Ik bereken hoe veel minuten hij in totaal over de hele wandeling doet. Vervolgens deel ik 6 km door dat totaal en tot slot vermenigvuldig ik met 60.
Gevraagd
Wat is correct?
A: Alleen leerling 1 heeft gelijk
B: Alleen leerling 2 heeft gelijk
C: Leerling 1 en leerling 2 hebben allebei gelijk
D: Leerling 1 en leerling 2 hebben geen van beiden gelijk
Antwoord en uitwerking
Lees het antwoord en de uitwerking