Maasmechelen (Kotem)

Maasmechelen, Boorsem-Kotem, Kotem, het verdronken Noormannen-kasteel

Bij een uitzonderlijke lage waterstand van 33,94 m+ NAP werden, begin 1971, door de Nederlandse Rijkswaterstaat, nieuwe metingen verricht op de plaats van deze zgn. Noormannenburcht. Twee belangrijke muurresten van alleszins 3 m dik, die ongeveer parallel en op een onderlinge afstand van 17 m lopen in noordelijke richting, konden worden ingetekend.

De meting legde de nieuwe grens vast tussen België en Nederland. Deze loopt dwars door het bouwwerk zodanig dat het grootste gedeelte van de ruïne nu op Belgisch grondgebied ligt. Einde september 1971 werd een nieuwe en uitzonderlijk lage waterstand genoteerd. Op zeker ogenblik kwamen op 20 plaatsen resten van het bouwwerk boven water. De Nationale Dienst voor Opgravingen van Brussel voerde, onder leiding van de heer A. Matthys, ook een reeks opmetingen uit die weer nieuwe gegevens aanbrachten.

Er zijn muurresten, met paramentstenen aan twee zijden, die respectievelijk ongeveer 1,20 m en ruim 3 m dikte vertonen. Men schijnt ook te kunnen besluiten tot een enorme toren die in de muurdikte een wenteltrap en een put borg. De blootgekomen resten wijzen op een ongewoon machtig bouwwerk. Het heeft er alle schijn van, dat het gaat om de resten van een Karolingische palts bestaande uit een vierkant hoog versterkt huis of toren, omgeven door een ringmuur en eertijds omspoeld door het water van de vroegere Geul. Keizer Lotharius zou er verbleven hebben (860), ook Karel de Dikke (882) en Arnulf van Karinthië (888), de overwinnaar van de Noormannen. Deze laatsten zouden er zich, onder leiding van de hoofdmannen Godfried en Siegfried, in 881 in genesteld hebben om van daaruit Luik, Tongeren en Maastricht gedurende meerdere maanden te teisteren. Deze plundertochten bezorgden aan de oude sterkte de naam: Noormannenburcht.

De datering van de gevonden restanten wordt echter waarschijnlijk beter verschoven naar de jaren 1100.

  • Middeleeuwse Burchten, Colloquium te Tongeren, 12.09.1970, Tongeren, Provinciaal Gallo-Romeins Museum, 1972, pag.37-38 (de hogere tekst is hieruit over genomen).
  • Van Mottoren tot kasteel, Publicatie 14, Provinciaal Gallo-Romeins museum, 1970, pag. 66-68.