Hasselt (St-Quintinus)

Bij recent archeologisch onderzoek in de Sint-Quintinus-kathedraal te Hasselt zijn paalsporen aangetroffen van een bedehuis dat perfect binnen de latere stenen bouwsels ligt. Deze constructie in hout en leem moet erg bescheiden zijn geweest: 6 tot 7 meter breed, 9 meter lang. Een koolstof 14-datering situeert haar in de 9de eeuw. Vandaar de stelling dat de kerk zich heeft ontwikkeld op de voorburcht van een vroegmiddeleeuwse motte of kunstmatige burchtheuvel op de oostelijke oever van de Helbeek. Deze munitio (versterkte plaats) zal vrij vlug deel uitmaken van de groeiende prestedelijke markt en nederzetting.

De kleine prestedelijke markt en nederzetting Hasaluth groeit en de zaalkerk wordt snel te klein. Aan de noordzijde wordt een 3 meter smalle zijbeuk toegevoegd, Vrij snel gevolgd door een twee keer zo brede zuidelijke zijbeuk. De westkant krijgt tot slot een massieve toren in Diester ijzerzandsteen. Van die romaanse toren is nog enkel een stoer restant over, onder een vroeggotische bovenbouw en gedeeltelijk verborgen achter het in de l9de eeuw herdachte gevelfront. De gelijkvloerse basis, 6 bij 6 meter in grondplan en 1,87 meter dik, reikt nog tot op een hoogte van 7,70 meter.

De vrijgelegde funderingen uit dezelfde ijzeroersteen laten vermoeden dat ook de rest van de romaanse kerk daaruit was opgetrokken. Die is in 1290 vier altaren rijk: een Maria-altaar, een Heilig Kruis-altaar, een altaar gewijd aan Sint-Jan de Doper en een gewijd aan Sint-Nicolaas. De cisterciënzerzusters van Herkenrode, sedert 1218 houdsters van de parochietienden, zullen mee investeren in drie bijkomende altaren, respectievelijk gewijd aan de Heilige Geest, de heilige Maria Magdalena en de heiligen Petrus en Paulus. De aanwezigheid van een Nicolaasaltaar is mogelijk een herinnering aan de oude castrale kapel: Nicolaas was binnen het Heilig Roomse Rijk een populaire patroonheilige voor burchtkapellen.

  • uittreksels uit: De Sint-Quintinuskathedraal, bezoekersgids, Die Keure, 2016