1,5 kg hele kip van ongeveer 1,5 kilo in stukken of ongeveer 4 grote kippenpoten
200 gram spekjes
1 ui in ringen
150 gram winterpeen geschild en in plakjes
3 stengels bleekselderij in blokjes
2 takjes tijm
2 takjes rozemarijn
2 takjes peterselie
2 el bloem
500 ml goede rode wijn bijv pinot noir
500 ml kippenbouillon
zonnebloemolie
peper en zout
Genseden champignons en zilveruitjes toevoegen aan de stoofpot
Spoel de stukken kip af en dep goed droog. Bestrooi met peper en zout.
Verhit een grote braadpan en bak de spekjes goudbruin en knapperig. Haal uit de pan met een schuimspaan en houd apart.
Laat het spekvet in de pan zitten en verhit opnieuw. Leg de stukken kip erin met de huid naar beneden, naast elkaar. Braad de stukken aan, draai af en toe om. Haal uit de pan en leg apart.
Bak in hetzelfde vet (eventueel met wat extra zonnebloemolie) de uienringen rustig zacht. Voeg de winterpeen, bleekselderij, tijm en rozemarijn toe en laat 5 minuten meebakken. Doe bloem erbij en laat 3 minuten garen. Blus af met de rode wijn en kippenbouillon. Breng aan de kook, draai dan lager en doe de kip erbij.
Laat zo’n 1,5 uur garen, tot de kip zacht is en de saus ingedikt. Breng op smaak met peper en zout en grofgehakte peterselie en voeg de spekjes weer toe.
Serveren met zachte gegratineerde aardappelpuree