Waaggeld-Wolaccijns
WaaggeldadministratieNa betaling wordt een door de boekhouder ondertekend bewijs verstrekt, vereist voor het passeren van de boom van het Entrepotdok [Amsterdam 1861]
belastingschuldenaarSchipper en inlader betalen elk de helft van het waaggeld. Degene die laat  wegen betaalt het volledige recht als het om niet voor Rijnvervoer bestemde goederen [Amsterdam 1861]
benamingregt van den waag [1805], waaggeld [1861]

inttrekkingIn 1805 wordt het waaggeld  ingetrokken in Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland, Stad en Lande en Brabant. Er komt een nationale regeling [Impostboekje]

invorderingNamens de gemeente-ontvanger van Amsterdam door de Commissie voor de Rijnvaart  en namens deze door de boekhouder. In beginsel contant afrekenen na weging. Amsterdamse kooplieden en expediteurs mogen een doorlopende rekening houden, die elke drie maanden moet worden aangezuiverd [Amsterdam 1861]

recht op de waagGraaf Willem IV  bepaalt  in 1340 bij een privilegie verleend aan die van Rotterdam, te behouden "binnen onzer voornoemde poorten, onze...wage [Engels, Geschiedenis, blz. 40]
strafrechtOpmaken van een proces-verbaal kan door de gewone ambtenaren der plaatselijke belastingen, de secretaris, boekhouder, klerk, dienaar der havenpolitie en wegers van de Commissie, de rijkscommiezen en de hellebaardiers en nachtwakers in dienst van het Entrepotdok

tarievenIn de nationale regeling van 1805 gelden de volgende tarieven per 100 pond:-aluin 3 st 4 p -anijs 5 st 8 p -borax 8 st 12 p -boter 4 st 6 p-buskruit 8 st 12 p -cacao 6 st 10 p-cappelletten f 1:2 -kanariezaad 5 st 8 p-kaneel 17 st 10 p

80 cent per last van 2000 Ned. ponden van goederen bestemd om in Rijnschepen te worden geladen, maar  40 cent per last gemalen krijt, pik, teer, ruwe zwavel, harst, verfhout in blokken en ijzer in staven. Goederen niet bestemd voor Rijnvervoer 80 cent per last [Amsterdam 1861] 
verantwoordingCommissie doet jaarlijks vóór maart rekening en verantwoording aan gemeente-ontvanger [Amsterdam 1861]

BRONNENarchievenkrantenliteratuurAlberts, Rekening, p. 115(1447-48)Algemeen, Friesland, p. 331 (Rep)Allan, Enkhuizen, p. 29 (1654)Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 96 (1727)Avis, Directe, p. 73 (1510)Baelde, Domeingoederen, pp. 74 (1551), 86 (id), 91 (id), 100 (id), 125 (id), 154 (id), 165 (id), 181 (id), 318, 323-324 Beernink, Nijkerk, pp. 206 (1702), 207 e.v. (17e e), 234(1746)Blécourt, Bewijsstukken, p. 444 (1340) Blécourt, Heerlijkheden, p. 99 (m.e.) Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 290 (1438) Blok, Rekeningen, pp. XLV0545), 39 (1526-1527) Caan, Schets, p. 194Coppejans-Desmedt, Koning, p. 45 (1814) David, Geschiedenis, p. 477 (1305) Diederiks, Collecteurs, pp. 487, 489, 492-493 Dillen, Rijkdom, pp. 273, 509-510, 517, 528Dillen, Stukken, p. 86 (1680) Engels, Geschiedenis, pp. 40 (1340), 109-111 (Rep),  137 (1650), 147 (1700), 169 (Rep), 190 (1806), 197 (1805), 207 (1807-08), 213 (1811), 216 (1813), 231 (19e e)Evers, Van, p. 29 (1611) Faber, Driel,p. 180 (17e e) Fruin, Informacie, blz. 7 (1514), 11 (1514)Fruin, Oudste I, p. 239 (m.e.) Greeven, Jan, Nationaal Impost-Boekje of het register op de gemeene middelen te lande..etc. G. Roos, Amsterdam 1805 [Google Books]Henne, Histoire II, pp. 183-184(1517) Hordijk, Rechtsbronnen, p. 93 (1376) Kerckhoffs-de Hey, Grote (Bio), pp. 10 (1511), 149 (16e e) Maeckl, Erkelenzer, pp. 394 e.v. (m.e.) Meyroos, Onze, pp. 10-11 (1319; 1339; 1515) Moll, Rechten, pp. 99-101 (13e-17e e), 160 e.v. (1480), 162 e.v. (1465)Muller, Middeleeuwsche (Inl.),p. 197 (1451) Navorscher XII, p. 98 (1574) Oldewelt, Faillissement, p. 429-430 Poel, Advocaat, p. 9 Pols, Westfriesche II, pp. 152 (16e e), 199 (15e e), 275 (id) Rompaey, Rechtsbronnen, p. 262 (1461) Schaap, Philips, p. 53 (1513-14)Sickenga, Omwenteling, pp. 69, 99, 104, 113, 135-136 Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 159 (1479) T.G.O. 1839, pp. 101 (1483), 205-206 (id)T.S. Stad en Lande XX, p. 536 T.S.Zeeland II, p. 31 (1406) Veen, Ambt, pp. 224 e.v. (1793-94), 232 e.v. (1719) Visvliet, Historische, p. 11 (1573) Vries, Economische (Graf.), p. 6 (1690-1805) Zuylen, Inventaris I, pp. 66,  70-71  (1503), 487 (1532); II, p. 1391
verordeningen-Verordening op de heffing van het waaggeld door de Commissie voor de Rijnvaart, vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam bij Besluit van 6 november 1861 [Google Books]-Verordening op de invordering van het waaggeld door de Commissie voor de Rijnvaart [Google Books]-Verordeningen tot heffing van kraan- en waaggeld in de gemeente Arnhem [KB 17 september 1856, nr. 45, met wijziging bij KB 30 april 1866, nr. 85] [Google Books]
Waarborgrecht               Het wetsontwerp tot vaststelling van nieuwe bepalingen ten aanzien van de waarborg en de belasting op de gouden en zilveren werken heeft een tweeledig doel: 1e verbetering van de regeling van de waarborg, die de stempeling geeft, vooral door verduidelijking van verschillende van Rijkswege aan te brengen merken, invoering van een stelsel van etikettering, volgens hetwelk werken van gewaarborgd gehalte alleen met rode, enkel belaste werken alleen met blauwe etiketten mogen worden aangeduid, en het nemen van maatregelen, waardoor de afbeeldingen der stempelteekens meer dan tot dusver onder de oogen van het publiek worden gebracht; 2e het verkrijgen van een bate van f 5 ton voor de schatkist, door verdubbeling der belasting. Het mag enige bevreemding wekken, dat in het ontwerp geen rekening is gehouden met het feit, dat sinds betrekkelijk geruime tijd een edel metaal of juister gezegd, een groep edele metalen meer en meer tot lijfsieraad wo rdt verwerkt, n.l. de platina-groep: platina, palladium, iridium, maar hoofdzakelijk het eerstgenoemde metaal. Daarvan ziet men, in de winkelkasten van handelaren in goud en zilver, armbanden, horloges, ringen enz. uitgestald [Meester, Treub, blz. 488-489]

                      

BRONNENarchievenliteratuurAnoniem, Belastingen, pp. 78-79Dejong, Zwanezang, pp. 537 (1798), 541 (id)Engels, Geschiedenis, p. 217 (1813)Gorter-Vries, Gegevens, p. 26 (1852)Navorscher VI, p. 211(1813)Nypels, Rijksfiscaal, p. 12 (19e e)Schadee, Verbeurdverklaring, pp. 43-44 (1852) Sickenga, Omwenteling, p. 97 Tagage, Rond, p. 509 (1798) W.D.B.I.U.A. 1873, 8 maart, p. 4
WaarderingarchievenliteratuurAsser, Verhandeling Engels, Geschiedenis, p. 183 (1806) Sickenga, Omwenteling, pp. 60, 116-117 Stallaert, Glossarium I, p. 534 (1554)
WaardgeldarchievenliteratuurHazewinkel, Plan, p. 247
WachtgeldarchievenliteratuurT.S. Overijssel III, pp. 184 e.v. (Rep) T.S. Stad en Lande XXI, pp. 100-101
WachtpenningenarchievenliteratuurGelder, Gegevens I, pp. 55-56












WagengeldEngels, Geschiedenis, pp. 134-136 (Rep) Meyroos, Onze, p. 11, 116
WandelcoopSmidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p.45 (1506)
WaradijnAdriaan van Blijenburg (1560 Dordrecht - 1599)  was waradijn van de Hollandse munt.De functie  wordt een aanzienlijke betrekking genoemd
WastinzigenRacer, Gedenkstukken, deel 2, p. 45 (1003)Lieden die jaarlijks was aan de kerk van Utrecht betaalden [blz. 45]
WaterbaljuwBecht, Statistische, p. 54 (1518-1807)Fruin, Rechterlijke, pp. 68-69T.S. Zeeland I, pp. 113-114 (14e-17e e)
WatergeldFruin, Informacie, blz. 87 (1514)
WaterpenningenBlécourt, Bewijsstukken, p. 158 (1618)Fruin, Rechterlijke, pp. 86-87Gallé, Beveiligd, pp. 95-96, 99,  146,  161,172-173 T.S. Zeeland II, pp. 282 (18e e), 300 e.v. (id) Verheye van Citters, Memorie (16e e) Verheye van Citters, Vroonlanden (13e-18ee)
WederassijsAblaing, Bannerheeren, p. 39 (1609) Zuylen, Inventaris I, pp. 2 (1399), 21 (1496)
WeekgeldBlok, Holl. stad Bourg.,p. 160(1517) Fruin, Informacie, pp. 247 (1508), 339 (1512), 428(1514) Meyroos, Onze, p. 12 (1515) Navorscher VII,  p.  66 (1567); XX, p. 54 (1566)
WeekleningenB.G.O.G. VII, pp. 81-140 (1576), 280; IX, pp.  107-108 (1569), 114-115 (1571), 117 (1575), 118(1576) Formsma, Ommelander, pp. 66 (1572), 74-75(1576) T.S. Stad en Lande XX, pp. 390-392, 405-406,409(1576)
WeeldebelastingAnoniem, Belastingen, pp. 29, 34 (19e e) Blok, Rekeningen, p. XVII (16e e), Engels, Geschiedenis, p. XVII (15e e), XVIII Wat toch is bepaald weelde, tegenover bepaalde behoefte, of wel, wat is als weelde, de behoefte te boven gaande, te beschouwen. Hetgeen in de verschillende standen der maatschappij voor den eenen behoefte is, is voor den anderen weelde. Welke dan is de stand in de maatschappij, dien men als het, waarvan men uitgaat, aannemen? [blz. XVIII]Maddens, Hoe, pp. 406 (1543), 407 (1554), 416(16e e) Sickenga, Omwenteling, pp. 72, 113, 130-131,133-134, 159, 162W.D.B.I.U.A. 1873, 20 december, p. 3 Woltjer, Hervorming, p. 205 (1571)

WeergeldWeergeldzal worden geheven van de Nederlanders en ingezetenen niet-Nederlanders, die onderworpen zijn aan de rijksinkomstenbelasting en van de Nederlanders en ingezetenen niet-Nederlanders, die onderworpen zijn aan de vermogensbelasting. Het weergeld wordt geheven in den vorm van opcenten op de inkomsten- en vermogensbelasting; de opbrengst wordt besteed tot bestrijding van uitgaven voor de landsverdediging. De gehuwde man is voor zijne vrouw aan weergeld verschuldigd 12 opcenten op de door hem verschuldigde bedragen aan inkomsten- en vermogensbelasting. Het weergeld van de vrouw komt in mindering van dat waarvoor de man uit eigen hoofde wordt aangeslagen. Behoudens deze bepaling zijn aan weergeld verschuldigd: door de belastingplichtigen, die geen militairen dienst verricht hebben, 24 opcenten; door de belastingplichtigen, die den bij de wet bepaalden diensttijd bij de militie of, indien zij ook tot dienst bij de landweer verplicht waren, bij militie en landweer hebben volbracht, alsmede door hen, die vijf jaren bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij de koloniale troepen als vrijwilliger hebben gediend, 9 opcenten,, etc. [Meester, Treub, blz. 483]
WeggeldB.M.Gelre VI,p. 109(1548)Baelde, Domeingoederen, pp. 78 (1551), 165(id), 170(id), 174(id) Blok, Rekeningen, pp. XVI, 34, 69 (1526-27) Boasson, Rechter, pp. 48-50, 91-95 (19e-20e e) Bort, Alle, Domeynen, p. 280 (17e e) Doorninck, Regesten, p. 30 (1546)Fruin, Informacie, pp. 522 e.v. (1515), 524 (id), 689 (id) Gelder, Gegevens I, pp. 199 e.v. Gimberg, Zutphensche, p. 189(1371-1851) Henne, Histoire III, p. 277 (1522) Korteweg, Stadrecht, pp. 71 e.v. (m.e.), 82 e.v. (14e e) Maasgouw 1879-1881, p. 174 (1740), 1899, p. 68(1379) Maeckl, Erkelenzer, p. 393 (m.e.) Meyroos, Onze, p. 11(1515) Moll, Rechten, pp. 46 (1486), 48 (1425)Nijhoff, Archief, pp. 22 (1519), 26 (1547-53)Racer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 270 (1671)Schevichaven, Organisatie, p. 1 (1340) Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 104-105 (19e e) T.G.O. 1835, p. 502 (7ee) T.S. Overijssel II, pp. 46 (1401), 94 (1445); III, pp. 57 (15e e), 177 (Rep); IV, p. 102 (1402) Taxandria XI,p.37(1378) Zuylen, Inventaris I, pp. 2 (1399), 21 (1496), 49 (1500), 75 (1504), 219 (1512), 478 (1532), 570-573 (1541), 575, 587-588, 608, 645;II, pp. 795, 1267, 1494, 2044, 2099, 2134-2135WelplegeB.G.O.G. I, pp. 216 e.v.Wereldinkomen/wereldvermogenB.G.O.G. X,p. 60Dillen, Rijkdom, pp. 277-278WerfgeldDumbar, Verhandeling, p. 31 (1677)WestgeldNavorscher XXI,p.551 (1277)West-Indische CompagnieBij de koloniale afdeling van het ministerie waren al kort na de verhuizing naar Amsterdam de nog bestaande Oost- en Westindische kassen definitief opgeheven. Het ministerie kon aanzienlijke bedragen (f 1.300.000) in de openbare schatkist storten. Bij de marine moesten nog wel oude schulden worden afgerekend [Horst, Republiek, blz. 125] 
BRONNENliteratuurBachiene, Vaderlandsche, blz. 94-119Becht, Statistische, pp. 178 e.v. (17e e) Wijnaccijnsontgaan=Het tappen van wijn of bier buiten de vrijheid van de stad was reeds bij oude keuren ongeoorloofd. Die regel is opnieuw in een octrooi van 21 april 1539 vastgelegd [Navorscher 1851, blz. 111]tappen=In Amsterdam bestond het gebruik dat op bepaalde tijden van het jaar alleen de schutterij het recht had om wijn te tappen [Navorscher 1852, blz. 6]vrij wijn=Bij de komst van Alva in de Nederlanden werd de schutterij van Amsterdam ontbonden. Het op bepaalde tijden exclusieve taprecht van de schutterij stopte daarmee ook. Wellicht is de verklaring van de borden met "vrij wijn" dat vanaf die tijd het tappen ieder vrijstond [Navorscher 1852, blz. 4-5]BRONNENliteratuurAlberts, Bijdrage (14e- 15e e) Alberts, Oudste, p. 54 (14e- 15e e) Alberts, Rekening, pp. 114-115 (1447-48) Alberts/Jansen, Welvaart, p. 198 (1399) Andreae/Downer, Plakkatenlijst, pp. 21 (1283), 77 (1635), 78 (1641), 99 (1742) Anoniem, Belastingen, pp. 49-51 (19e e)B.G.O.G.V,p.50(1583)Baelde, Domeingoederen, pp. 77 (1591), 165 (id), 168 (id), 170 (id), 174 (id), 181 (id)Beaufort, Brief, p. 462 (1750-81)Bezemer/Blécourt, Rechtsbronnen, pp. 352-353Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 51 (1431)Blink, Geschiedenis I, p. 244 (1498)Blok, Holl. stad Bourg., pp. 129 (16e e), 131Blok, Rekeningen, p. 9 (1525)Braure, Etude, p. 189 (1505)Brulez, Handelsbalans, p. 283 (1560-61)Diederiks, Collecteurs, pp. 486, 488, 492-493Dumbar, Verhandeling, p. 31 (1677) Economist II, p. 223 (1274)Engels, Geschiedenis, pp. 57 (1515), 72 (1569), 75 (1572), 95-97 (Rep), 100 (1637), 137 (1650), 147 (1700), 169 (Rep), 189 (1806), 207 (1807-08), 214 (1811), 216 (id), 229 (1821), 297-300 (1813-49)Enklaar, Wandelingen, p. 44 (16e e)Eversen, Inventaris, pp. 863 (1380), 874 (1381)Eversen, Kroniek, p. 56 (1449)Formsma, Ommelander, pp. 17 (1541), 37 (id)Fruin, Informacie, blz. 7 (1514), 18 (id), 20 (id), 73 (id), 79 (id) Fruin, Oudste I, p. 32 (1401)GA Rotterdam Notariële Akten 1599-1626 (1602) (1610) (1615)   13-07-1602 Verklaring op verzoek van de Amsterdamse grossier in wijnen Adriaen Cornelisz inzake betaling wijnimpost die van of naar andere steden gaat.01-09-1610 Cornelis Willemsz 36 jr, pachter van de impost op de wijn 04-07-1615 Jacob Jansz Nuyen, coopman ..Jan Cornelis Schot ..schipper...[met] smalcarveel..aangekomen van Amsterdam met een lading wijn in vaten...Soetendaele, collecteur van de impost van de wijnen...gang van zaken bij de inklaring van de lading wijn en problemen met lekke vatenGelder, Gegevens I, p. 576; II, p. 322Goes, Register I, p. 707 (1543); II, pp. 618 (1549), 624 (id), 626 e.v. (id), 630 e.v. (id), 636 e.v. (id), 640 e.v. (id), 644 e.v. (id), 652 e.v. (id), 656 e.v. (id); III, pp. 3 (1550), 15-16 (id), 29 (id), 39 (id), 470-473, 478-480, 483 (1554), 490 (id), 495 (id), 501 (id); IV, pp. 32 (1555), 46-47 (id), 75 (id), 138 (id), 194 e.v. (id); V, pp. 14 (1557), 24 (id), 45 (id), 70e.v.(id), 106 e.v. (id)Goor, Beschrijving, p. 249 (1541)Gouw, Ambacht, p. 29 (1635-38)Halma, Tooneel I, p. 37; II, pp. 246-247 (1544)Henne, Histoire V, pp. 268 (16e e), 308 (id), 313 e.v. (id), 315 (1539); X, pp. 215-216 (1555)Hogendorp, Bijdragen, deel 6, p. 207-215 Hordijk, Rechtsbronnen, p. 90 (1376)Houtzager, Hollands, pp. 113 (1555), 117, 185James, WineJansen, Middeleeuwse, p. 198 (m.e.) Jong, Droogmaking, p. 57 (17e e) KerckhofFs-de Hey, Grote, pp. 44 (1478), 96 (1500;1548) Maasgouw 1899,pp. 14-15(1584) Maddens, Hoe, p. 406 (1543) Meerkamp van Embden, Goudsche, p. 247 (1542) Meilink, Notulen, pp. 271, 273, 317 Meyroos, Onze, pp. 8, 14(1515), 21 (Rep) Moll, Rechten, pp. 110-119 (14e-17e e) Muller, Middeleeuwsche (Gl.), p. 110 (m.e.); (Inl.), pp. 29(1255), 128(16e e) Muller, Strijd, pp. 78-79 (1417) Navorscher 1851, pp. 60, 111-112 (16e e); VI, p. 333(1554); XIV,p.367(1751) D.R.F. meldt dat op bijna alle wijn-, eigenlijk jeneverhuizen de aanduiding "vrj wijn" voorkomt [Navorscher 1851, blz. 60]Pirenne, Politique, p. 3 (1576) Pols,WestfriescheII,p. 139(1547) RA Steenbergen nr. 906Stukken betreffende proces voor de Raad van State tussen Adriaen van Berckel, ontvanger-generaal van Admiraliteit Rotterdam, en Christoffel Holtfinger, pachter van de wijnimpost, 1664Rompaey, Rechtsbronnen, p. 201 (1454-56) Rooseboom, Antoni, p. 15(1679) Schevichaven, Organisatie, pp. 5 (1569), 16 (15e e) Sickenga, Omwenteling, pp. 69-71, 72, 99,104,113,141-143, 155 Smidt/Strubbe,   Chronologische  I,  pp. 38(1471), 148 (1478), 161 (1479), 226 (1489), 432(1490)Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 33 (1505), 229 (1520), 242 (id) Soly, Gilbert, pp. 339 e.v. (1530-43) Stallaert, Glossarium I, pp. 58 (1414),  103 (15e e),377 (1417),574 (1545) Stratingh, Vrije, p. 53 (Rep) T.S. Drenthe, p. 82 (Rep) T.S. Overijssel III, pp. 12 (Rep), 17 (1785), 168e.v.(18ee); IV,p. 148(15e e) T.S. Stad en Lande XX, pp. 340, 537 (1599) T.S. Zeeland I, p. 112 (1592); II, p. 24 (1577) Tennent, Wine Theissen, Regeering, pp. 136 (16e e), 199 (id), 208 (id) VandenBroeke, Evolutie (14e- 19e e) Verhofstad, Regering, pp.  147 (1557),  151(1558), 158(1559), 160 (id) Visvliet, Historische, p. 11 (1573) W.D.B.I.U.A.   1872,   13  juli,   p.   4;   1873, 21 juni, p. 4 Wekker, Gemeente, p. 48 (1545; 1553; 1555).Woltjer, Hervorming, p. 15 (1526) Zuylen, Inventaris I, pp. 2 (1399), 21 (1496), 47 (1500-01), 217, 223, 307-308, 311-312, 315-316,325-326, 330,335-337, 343,353-354, 359, 459, 469, 478, 488, 525, 578-579,645,647-648,664, 711, 738, 753-754; II, pp. 796-799, 869, 872, 900, 908-910, 1031, 1039, 1132, 1142, 1167, 1172, 1184, 1267, 1344, 1350, 1364-1365, 1370, 1391, 1494, 2044, 2052, 2058-2059, 2063, 2098, 2133,2135,2149WijnazijnaccijnsAnoniem, Belastingen, p. 57 (19e e) Fruin, Informacie, p. 168 (1514) Zuylen, Inventaris I, pp. 21 (1496), 223 (1512), 646 (1547), 647, 738; II, p. 1370Wijnkopersgilde AmsterdamDillen, Rijkdom, pp. 58, 351WijnroeienPoel, Sijmen, blz. 71WildernisregaalImmink, Eigendom, pp. 59 e.v. (m.e.)Linden, Recht, p. 6MontéVerloren, Hoofdlijnen, pp. 112-114WindregaalAndreae, Recht (14e-17e e)Engels, Geschiedenis, pp. 40 (1340; 1344)Zoo bepaalde Graaf Willem de IVde in 1340 bij een privilegie verleend aan die van Rotterdam, te behouden "binnen onzer voornoemde poorten, onze ... wind [blz. 40]Goede, Nederlandse II, pp. 103-105 (m.e.) Gouw, Ambacht, pp. 46-47 (Rep) MontéVerloren, Hoofdlijnen, pp. 121 e.v.WinstbelastingB.G.O.G. X, p. 60 (1674-82) Coppens, Oud, p. 600 (1686) Engels, Geschiedenis,  pp. 61 (1545), 167 (1742) Houtte, Waarden, p. 3 (13e e) Maddens, Hoe, pp. 410 (1555), 411-412 (1556-59) Nierop, Honderd, p. 33 (1805) Nijhoff, Oude, p. 108(1571-72) Rees, Geschiedenis I, p. 86 (1274) Thorbecke, Staatsinrigting, p. 83 Zuylen, Inventaris I, p. 612 (1544)WisselbankGelders Archief, Charterverzameling, nr. 0243, sub 1.1., nr. 96 (1332), nr. 146 (1332)nr. 96  Copie van de conditien, op welke graaf Reinald op 13 december 1332 aan eenige Lombardiers permitteert binnen de stad Gelre te mogen woonen en hunne wissel en negotie te exerceren (1332. die beatae Luciae virginis).nr. 146  Conditien, waarop graaf Reinald eenige Lombardiers permitteerd, binnen Zantbomel en in de Tielre- en Bommelreweerden haare wissel en coopmanschap te mogen oefenen, 1332 januari 8 (1332. woensdag na Dertiendach)WoestinpenningenGelder, Gegevens I, p. 55WolaccijnsDemey, Mislukte, p. 228 (1552)Fruin, Informacie, pp. 79 e.v. (1514), 84 (id),169 (id), 180(id),324(id) Koreman, Aspecten, p. 205 (1554) Maeckl, Erkelenzer, p. 393 (m.e.)