Delft

Stad in Zuid-Holland. Ook Delf, Delfnum 
algemeen-al ten tijde van graaf Arnoud wordt van Delft reeds gewag gemaakt [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]-in 1246  en 1268 verkrijgt Delft voorrechten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]=in  de 14e eeuw moeten die van Delft hertog Aalbrecht om vergiffenis vragen, 60.000 oude schilden betalen en hun muren omhalen [Aa, Bio1, blz. 13]-Bij het in 1428 overeengekomen zgn Verdrag van Delft verplicht Jacoba van Beieren zich om Philips de Goede, haar neef, als enig erfgenaam en opvolger in haar drie graafschappen te erkennen. Philips had in 1426 in Zeeland de Engelsen teruggedrongen [Degryse, Konvooieering, blz. 4]belastingenaccijnzen=in 1616 is er een Accijnsoproer [BMHG 1879, blz. 119]ambtenaren-Mr. Frank van Bleijswijk is ontvanger van de gemene landsmiddelen [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 318]-Nicolaes Boogaert [1605-1654] is in 1641 ontvanger der gemeene landsmiddelen [NNBW 1911, blz. 405]bedeHugo van Haarlem wordt in het jaar 1326 tot drieëntwintigste abt van Egmond verkozen. Hij overlijdt in 1345. Hij betoogt dat alle die op de landen van de abdij van Egmond op Achthoeven in Papswoude wonen vrij zijn van " 's Graven bede en heervaart" mааг aangezien hij geen brieven van die vrijheid tonen kan, wijst Willem III ook Willem de Goede, graaf van Holland, bij open brieven gegeven te Geertruidenberg op vrijdag voor Allerheiligen van het jaar 1333 dat zolang de Abt van Egmond zodanig voorrecht niet kan bewijzen met verlijbrieven van de graaf of zijn voorzaten of met betere bescheiden dan de graaf tot dan toe zijn getoond,  zullen die van Papswoude die geen welgeboren lieden zijn de gravenbede en heervaart met zijn lieden van de hove van Delft nakomen even als zij dit voormaals gedaan hadden ten tijde van de voorgaande Graven. [Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek I, Gorinchem 1839, blz. 43-44 [1333]]contributieHertog Aalbrecht dwingt Delft, na tien weken belegering, 60.000 oude schilden op te brengen [Aa, Bio1, blz. 13dijkgeldOp 14 augustus 1423 belooft Delft 595 guldens te zullen bijdragen aan de herdijking van de Grote Waard [Regt, blz. 35]
familiegeld-Over de jaren 1674 en 1742 zijn kohieren van het familiegeld bewaard. Oldewelt heeft daaraan gegevens ontleend voor het beschrijven van de beroepsstructuur.BRONNENliteratuur-Kroniek, in: BGN 1950, blz. 273 [1674; 1742]-W.F.H. Oldewelt, De beroepsstructuur van de bevolking der Hollandse stemhebbende steden volgens de kohieren van de familiegelden van 1674, 1715 en 1742, in: Economisch-historisch Jaarboek 
quoteTot de grote brand in 1536 betaalde Delft onder alle Hollandse plaatsen het grootste aandeel in de belastingenBRONNENliteratuurBerendse, Verborgenheden, blz. 12 [1536] 
straatgeldEen lijst met namen van aangeslagenen in 1767 BRONNENarchievenSA Delft, 0001_00605 [1767]
tiende penning=in 1543 geheven [Bourgondiën, Genealogische, blz.  265]BRONNENliteratuurBourgondiën, Maarten van, De genealogische aantekeningen van een Delftse Jeruzalemvaarder. En zijn Amsterdamse nakomelingen, in: Gens Nostra 2023/5, blz. 260-265
verponding-Een verpondingskohier uit 1632 van de huizen, tuinen, boomgaarden, land en scheepstimmerwerven buiten de Rotterdamse, Kethel- en Waterslootse poorten Het "Quohier of Gaderboeck der Verpondingen over alle de Huysen ende andere Gebouwen, geene uytgesondert, die in poortland der stad Delft en Jurisdictie van dien zijn bevonden" uit 1733. Bij het pesthuis is geen bedrag, maar de aanduiding "memorie" opgenomen. Dat is ook het geval bij een watermolen. Ook voor een "stad huisinge", gratis bewoond, is geen bedrag opgenomen. Het gasthuis met bleek en huis komt erin voor voor f 15:10: -- en het generaliteitsmagazijn voor f 12:10:--. Het totaal bedraagt f 395:2:-- voor 56 huizen (f 348:5:--), twee korenmolens (33:7:--) en enige tuinen (f 13:10:--). De inningskosten worden gezet op 3% of f 11:17:--Dit kohier is m.b.t. nr. 8 overgelegd ten processe bij de conclusie van 22 december 1865. Het gaat om Cornelis van Dalen, gesteld op f 3:15:-- voor een huis, erf en tuintje "buyten de Koepoort".BRONNENarchievenDelft, 0001_01761_1; Delft 0001_01774 [1632; 1733; 
wachtgeld en tuchtgeldEen lijst met namen met aangeslagenen BRONNENarchievenDelft, 0001_00611_7 [lijstbestuurburgemeester-Jacob Jansz van der Meer is -met onderbrekingen- van 1461-1489 burgemeester [Berendsen31]-In 1499 wordt Frank Storm burgemeester van Delft-Van 1504-1506  is Sasbout Dircksz. Sasbout burgemeester van Delft-In 1509 wordt Hendrik Joosten van Duiveland burgemeester van Delft -in 1510 wordt Dirck van Beest burgemeester van Delft-in  1566 is Adriaan Claasz van Adrichem burgemeester  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 198]-in 1573 is Huig Janszoon van Groenewegen is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 256]-van 1574-1578 is Abraham Jansz van Almonde burgemeester van Delft [Kobus/Rivecourt1.30]-van 1591-1595 is Jan Cornets de Groot, vader van Hugo de Groot, burgemeester van Delft -mr. Jacob Cornelisz Briel [1580-1644] is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 334]-Dirck Adriaansz van Bleyswijck is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 33]-Pauwels van Beresteyn wordt in 1607 burgemeester van Delft [Chalmot318]=in 1619 is Berenstein burgemeester [Kok1, blz. 73]-Gerrit Janszoon van der Eik is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 183]-David Graswinckel. Hij bezit het buiten Doelwijk in de Hoekse Waard, gekocht van de heren van Ydegem, gezegd Wassenhoven [Aa226]-Dirk Adriaansz van Bleiswijck is burgemeester [Roelants, Gulden, blz.  91]-Pieter Adriaensz Croeser [1628-1688] is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 49]-Nicolaes Boogaert [1605-1654] is in 1652-1653 burgemeester in Delft [NNBW 1911, blz. 405]-Nicolaas Boogaert [1662-1742] wordt in 1725 burgemeester van Delft  [NNBW 1911, blz. 405]-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is van 1669-1673 en van 1677-1679 burgemeester [Leeuw1883, blz. 38]=Adriaen Boogaert [1634-1708] wordt in 1680 burgemeester van Delft [NNBW 1911, blz. 404]=in 1684 is Franco van der Goes burgemeester van Delft [NNBW 1911, blz. 265]-Franq van der Goes is in 1686 burgemeester van Delft [Chalmot2.185; Kobs/Rivecourt1.75]-Pieter Teding van Berkhout is in 1690 burgemeester [Leeuw1883, blz. 36]-Theodoor Vallensis is burgemeester van Delft [Chalmot318]-Antony Wevering is burgemeester van Delft [Chalmot318]-Frank van Bleijswijk is burgemeester van Delft [Chalmot318]-in 1747 is van Berckel burgemeester [BMHG 1879, blz. 140]-in 1753 is mr. Franco Pauw  raad, veertig en vroedschap [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-in 1753 is mr. Willem Schuilenburgh raad en burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-mr. Jan Teding van Berkhout [1713-1766] is in 1763 burgemeester [Leeuw1883, blz36]-Cornelis Overgaauw Pennis (1765-1843]-mr. Ghaspar van Kinschot is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 99]BRONNENliteratuurAa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226Berendsen, A. Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 31, 51;Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 185; 318 [Theodoor; Antony; Frank]Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 30, 75Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 73Leeuw 1883, deel 1, blz. 36gecommitteerden in de Admiraliteit in Zeeland [1584-1795]van 5 mei 1761 t/m 12 april 1768 is dr. Hendrik Georgesz d'Acquet [1692-1769] gecommitteerde namens Delft [Repertorium]gecommitteerde Raden van Holland in het Zuiderkwartier [1590-1795]-van 1732-1769 is dr. Hendrik Georgesz d'Acquet [1692-1769] van 29 januari 1755 t/m 30 april 1758 gecommitteerde namens Delft [Repertorium]hoofdofficiermr. Ghaspar van Kinschot is hoofdofficier [Roelants, Gulden, blz. 99]pensionaris=in 1643 wordt mr. Nicolaas van Kinschot pensionaris  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 370]; IN 1654-1656 was hij dat nog [Spiegel, Veen, blz 319]mr Willem Wilemszoon van der Meer is in 1518 pensionaris [Adel1925, blz. 135; Peer45]=mr. Aert van der Goes was pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 239] =mr. Anthony Heinsius is pensionaris [Kobus/Rivecourt1.75; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 292]=Adriaan Baart [1638-1698] is pensionaris [Kobus/Rivecourt1.75]=Philip Quirijn [1676-1728]  is pensionaris van Delft [NNBW 1911, blz. 266]BRONNENliteratuurKobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 75Peer, A. van, Biografie van Anna van der Wielen uit Delft, in: Haarlemse Bijdragen 1956, blz. 45raad-Dirck Adriaansz van Bleyswijck is raad [Roelants, Gulden, blz. 33]Theodoor Vallensis is raad van Delft [Chalmot318]Kornelis Vallensis is raad van Delft [Chalmot318]Antony Wevering is raad van Delft [Chalmot318]Frank van Bleijswijk is raad van Delft[Chalmot318]Jan Jacob Bruinsz van der Smaling is in 1478 raad te Delft [Adel1925, blz. 57]Willem van der Meer is in 1518 raad van Delft[Peer45]Jacob Delft [1619-1661] is raad en havenmeester van Delft [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]Anthonij Heinsius (1641-1720) is raad en schepen van Delft  Samuel van Huls is raad van Delft [Nav1870]=Philip Quirijn [1676-1728]  is raad van Delft [NNBW 1911, blz. 266Jhr mr. Gerlach Johan Herbert van der Heim [1761-1822] is raad van Delft  [Roelants, Gulden, blz. 68]mr. Ghaspar van Kinschot is raad [Roelants, Gulden, blz. 99]Jan Anthony van Heemskerck is raad [Roelants, Gulden, blz. 117]-in 1836 is C. van Kuik raadslid  [Navorscher 1851, blz. 339]BRONNENChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 318Navorscher 1870, blz. 591Peer, A.van, Biografie van Anna van der Wielen uit Delft, in: Haarlemse Bijdragen 1956, blz. 45-66(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 228, 371schepen-In 1327 is Floris van Hodenpijl schepen [Roelants, Gulden, blz. 81]-In 1395 en 1405 is Nicolaas van Hodenpijl schepen [Roelants, Gulden, blz. 81]-Nicolaas Antoniszn van Hodenpijl is veertigraad en schepen [Roelants, Gulden, blz. 92]-Theodoor Vallensis is schepen van Delft [Chalmot318]-Kornelis Vallensis is raad van Delft [Chalmot318]-Frank van Bleijswijk is raad van Delft [Chalmot318]-Pauwels van Beresteyn wordt in 1600 schepen van Delft [Chalmot 318]-Jacob Jansz van der Meer in 1459 [Berendsen31]-Jacob Jansz van der Meer in 1463 [Berendsen31] -Boudewijn Hart[....-1487]   in 1467 [NNBW  1912, deel 2, blz. 3]  -In 1511 is Klaas Frankensz van den Bergh schepen [Chalmot333]-Cornelis Arentsz van der Dussen is schepen in 1524-1530 [Berendsen51]-Dirck Adriaansz van Bleyswijck is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 33]-In 1608-1613 is Jacob van den Helm schepen [Leeuw1883, blz. 76]-In 1615-1618 is Jacob van den Helm schepen [Leeuw1883, blz. 76]-In 1620 is Jacob van den Helm [......-1626] schepen [Leeuw1883, blz. 76]-Nicolaes Boogaert [1605-1654] is in 1636-1637 schepen in Delft [NNBW 1911, blz. 405]-Anthonij Heinsius [1641-1720] is raad en schepen van Delft=Philip Quirijn [1676-1728]  is schepen van Delft [NNBW 1911, blz. 266-Pieter Teding van Berkhout [1643-1713] is schepen van Delft [Leeuw36]-Adriaan Heinsius is schepen [Roelnats, Gulden, Blz. 50]-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is in 1655 en 1656  schepen [Leeuw1883, blz. 38]-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is in 1658  schepen [Leeuw1883, blz. 38]-Pieter Adriaensz Croeser [1628-1688] is schepen [Roelants, Gulden, blz. 49]=Adriaen Boogaert [1634-1708] is van 1665-1668 schepen van Delft [NNBW 1911, blz. 404]=Andries Boogaert [1628-1699] is heer van Alblasserdam en van 1691-1698 schepen [NNBW 1911, blz. 404]-Gerrit van der Heim wordt op 10 september 1672 schepen [Adel1925, blz. 92]-Pieter Teding van Berkhout [1643-1713] is  schepen [Leeuw1883, blz. 36] =Andries Boogaert [1628-1699] is van 1691-1698 schepen van Delft [NNBW 1911, blz. 405]-Nicolaas Boogaert [1662-1742] wordt in 1718 schepen van Delft  [NNBW 1911, blz. 405]-mr. Jan Teding van Berkhout [1713-1766] is in 1750 schepen van Delft [Leeuw1883, blz. 36]-mr. Frans van Beeftingh [1713-1796] is schepen [ANF1888, blz. 22]BRONNENliteratuurBerendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 31, 51Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 318, 333De Nederlandsche Leeuw 1883, deel 1, blz. 36schout=Jan van Hodenpijl is wsch de eerste schout [Roelants, Gulden, blz. 87]=Jan van Egmond [...-1427] is heer van Zoetermeer en schout van Delft  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 180] =in 1442 is Boudewijn Hart van der Woerd schout en hoogheemraad van Delfland. Gehuwd met Katharina van Abbenbroek [Kok1, blz. 129; NNBW deel 2, 1912, blz. 3]=Jan de Heuter in 1516 (Berendsen, Verborgenheden, blz. 33; Bourgondiën, Genalogische , blz.   263]secretaris-In 1536 is Cornelis Arentsz van der Dussen [1481-1566] secretaris van Delft [Berendsen51]-In 1649 is Simon van Groenewegen van der Made secretaris van Delft [Berendsen51]-In 1707 is Arent van der Dussen secretaris [BMHG 1877, blz. 180]-In 1844 is P.J. van der Colff secretaris van Delft. Hij is eigenaar van de heerlijkheid Hoogeveen bij Nootdorp [Berendsen51]-In 1737 is Gerard de Bye secretaris [Leeuw1883, blz. 36]=in 1747 is van Kinschot secretaris [BMHG 1879, blz. 140]-in 1753 is mr. Gasp. Rudolph van Kinschot heer van Nieuwerkerk, baljuw en dijkgraaf van Stad en Lande van Oudewater, secretaris van de stad Delft , enz. [Groot Charterboek deel 1 blz. 28]=Hendrik Hendriksz Vockestaert  is in 1747 secretaris [BMHG 1879, blz. 119]
thesaurier-Cornelis Arentsz van der Dussen [1534-1556] is thesaurier van Delft-Pauwels van Beresteyn wordt in 1615 thesaurier van Delft-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is in 1665 en 1674 thesaurier [Leeuw38]BRONNENliteratuurBerendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 31, 51 [1534]Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 318 [1615]
veertigraad-Jan Graswinckel is in 1560 veertigraad [Adel 1925, blz. 79]-Nicolaas Antoniszn van Hodenpijl is veertigraad en schepen [Roelants, Gulden, blz. 92]-In 1574 is Dirk Harmansz de Haan veertigraad [Leeuw1883, blz. -Pauwels van Beresteyn is in 1596 veertigraad van Delft [Chalmot318]-In 1596 is Jacob van den Helm veertigraad [Leeuw1883, blz. 76]-Adriaan Heinsius is veertigraad [Roelants, Gulden, Blz. 50]-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is in 1643 veertigraad [Leeuw1883, blz. 38]-Pieter Adriaensz Croeser [1628-1688] is veertigraad [Roelants, Gulden, blz. 49]-Nicolaes Boogaert [1605-1654] is in 1634 veertigraad in Delft [NNBW 1911, blz. 405]-Pieter Teding van Berkhout [1643-1713] is veertigraad in Delft [Leeuw1883, blz. 36]=Adriaen Boogaert [1634-1708] wordt in 1664 en 1687 veertigraad van Delft [NNBW 1911, blz. 404]=Andries Boogaert [1628-1699] wordt in 1687 veertigraad van Delft [NNBW 1911, blz. 405]-In 1687 is mr. Anthony van der Heim veertigraad [Roelants, Gulden, blz. 50]-van 1732-1769 is dr. Hendrik Georgesz d'Acquet [1692-1769] lid van de veertigraad [Repertorium]-Nicolaas Boogaert [1662-1742] wordt in 1710 veertigraad van Delft  [NNBW 1911, blz. 405]-Jan Teding van Berkhout [1713-1766] is in 1742 veertigraad [Leeuw1883, blz. 36]BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 318 [1596]Leeuw 1883, deel 1, blz. 36
weesmeester-Dirck Adriaansz van Bleyswijck is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 33]-Pieter Abrahamsz van Hoogenhouck [1613-1679] is in 1663 weesmeester [Leeuw38]-Pieter Adriaensz Croeser [1628-1688] is weesmeester [Roelants, Gulden, blz. 49]-mr. Frans van Beeftingh [1713-1796] os weesmeester [ANF1888, blz. 22]BRONNENliteratuurLeeuw 1883, deel 1, blz. 38

economie

-in 1389 wordt, met vergunning van hertog Albrecht van Beijeren een verbinding gegraven van de Schie naar de Maas [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]-Vanaf 1672 gaat het langzaamaan slechter met de Delftse economie-In de 17e eeuw gaat de locale handel verloren aan de steden Rotterdam en Amsterdam (Berendse, Verborgenheden, blz, 17).
bierbrouwerijenIn de 13e eeuw al van grote betekenis. Weliswaar moeten graan, gruit en hop ingevoerd worden, maar redelijk helder grachtenwater is aanwezig en turf is ook dichtbij voorhanden.In 1326 wordt in Delft hopbier gebrouwen, terwijl in het zuiden nog met gruit wordt gewerkt. Hoppebier is van betere kwaliteit en is langer houdbaar. Onder Willem IV (1307-1346) wordt toegestaan dat Delftenaren niet uitsluitend van gemachtigden van de graaf hop moeten kopen, maar dat ook elders mogen doen.Als na 1450 in Brabant ook hoppebier wordt gebrouwen. Delft komt dan met goedkoop koytebier.Rond 1500 zijn er zeker 100 bierbrouwerijen en er zijn aanwijzingen dat dit er eerder wel 200 zijn geweest. De bierproductie vormde de grootste bron van welvaart. Bovendien bracht het een groot aantal economische nevenactiviteiten met zich mee: 17 graanmolens malen het graan, kuipers maken de vaten, schippers voeren de turf aan en vervoeren de vaten naar elders, kruiers doen het vervoer binnen de stad, beëdigde inslagers vullen de vaten. Het bier is klaarblijkelijk van prima kwaliteit aangezien men in Engeland bereid is om voor het Delftse bier twee keer zo veel te betalen als voorhet bier uit Brugge. De stedelijke overheid besteedde veel aandacht aan het zuiver houden van het grachtenwater. Vanaf schuiten werden ongeregeldheden uit het water gevist. De Koninklijke Bibliotheek is in het bezit van een reisboek van de rijke katholieke Delftse brouwer Hugo Hugensz van Rijck. Hij gaat op 10 mei 1561 met zijn 18-jarige zoon Cornelis op bedevaart naar het Heilige Land. Ze reizen over Koblenz, Innsbruck, Venetië, Corfu en Cyprus en keren in maart 1562 weer in Delft terug. De aantekeningen zijn uiterst summier en geven slechts hier en daar enkele bijzonderheden. Zo wilden ze in Koblenz "Meester Jan van Delft" bezoeken, maar troffen hem niet thuis. En ook in Innsbruck en elders ontmoeten ze landgenoten als Abel Willem Uitersz., "goutsmit van Delft" e.a.  Uit de bijgevoegde mededeling van mr J. Soutendam, oud archivaris van Delft, blijkt, dat de brouwerij van de familie van Rijck "In de witte Leeuw", is gelegen aan de westzijde van de Voorstraat, hoek Kolk en Voorstraat en dat de zoon Cornelis in de Oude kerk te Delft is begraven "oud 79 jaren en heeft op zijn 18e jaar met zijn vader Huyg Huygensz. van Rijck geweest tot Jerusalem, stierf den 28e Mei 1623".De brouwerijen krijgen last van keuren van Karel V en Philips II en van de keuren van andere steden die een verbod inhielden voor de inwoners 0m Delfts bier duurder te verkopen dan het eigen bier. Vanaf 1565 verdwijnt de ene na de andere brouwerij naar elders. Rond 1600 zijn 60 brouwerijen verdwenen (33).In de jaren 1654-1660 drijft schilder Jan Steen een bierbrouwerij aan de Oude Delft in het derde huis vanaf de Peperstraat. In de 17e eeuw neemt de bedrijvigheid in deze sector af. Vanaf 1650 zijn er op een bepaald moment nog maar 17 brouwerijen (1).In 1841 zijn er nog twee brouwerijen. bronnenliteratuurAa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226-227 [1307; 1565; 1600; 1650; 1654; 1841]Berendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 12-13, 18 [13e eeuw; 1500; Kroniek, in: BGN 1953, blz. 80-81 [1561; 1623]Wee, Herman van der, De handelsbetrekkingen tussen Antwerpen en de Noordelijke Nederlanden tijdens de 14e, 15e en 16e eeuw, in: BGN 1966, blz. 269 [1326; 1450]
boekdrukkersGeleidelijkaan verdringen de gedrukte boeken het vervaardigen van handschriften. Jacob Jansz van der Meer is de eerste drukker in Delft, actief o.m in 1483. Voorts in die tijd Christiaan Snellaert en Henrick van Homberg. Na 1500 moet worden genoemd Henric Pietersz ("de Lettersnyder"). Hij werkte in Delft in de periode 1508-1511. In 1517 is Hugo Jansz van Woerden in Delft actief. Zijn zoon Cornelis Henrics was tot 1534 drukker in Delft. BRONNENliteratuurBerendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 28-33Caenegem, R. van, Boekbespreking G. van Dievoet, Jehan Eoutillier en de Somme rural; Univ.Leuven, Publicaties op het gebied der geschiedenis en der philologie, 3e reeks, 41e deel; Leuven 1951, in: BGN 1950, blz. 150 [1483]
lakenindustrieIn 1317 zijn in Delft twee laken- en linnenhallen in bedrijf. De productie van laken, het Delftse "puik" maakt een opmerkelijke ontwikkeling door. In de 15e eeuw komen wevers uit Vaanderen en wolkopers uit Engeland naar de Noordelijke Nederlanden. Veel straatnamen herinneren aan die bedrijfstak (Voldersgracht, Raamgracht, Vlamingstraat, Verversdijk) (1). In 1342 verkrijgt Delft van graaf Wilem VI het privilegie van het meten en zegelen van lakens (33)Rond 1500 komt door de Vlamingen ook de handel in saai op gang. De handel vindt plaats in het Prinsenhof, eertijds het Sint Agathaklooster. Daar wordt in 1625 een lakenbeurs gehouden. De kwaliteit wordt door de gemeentelijke overheid gecontroleerd (1).In het Prinsenhof zetelen van 1621-1635 de Merchant-Adventurers. Zij hebben het monopolie van de uitvoer van Engels laken en de invoer van linnen, katoen, etc.Jaarlijks worden in Delft 30.000 lakens verhandeld. Er wordt een wisselbank ingericht en de haven wordt beter geschikt gemaakt voor schepen. De zaken gaan kennelijk niet goed genoeg want de Engelsen vertrekken naar Rotterdam (1).In 1841 is er nog één lakenfabriek met ververij, die op stoom werkt (33)bronnenliteratuurBerendse, Verborgenheden, blz. 13-14(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226
overige bedrijvenIn 1841 zijn in Delft twee houtzaagmolens, vier olieslagerijen, vier patent-oliefabrieken (raapolie voor lampen, lijnolie voor verf), negen branderijen, een mouterij, drie mout- en korenmolens, twee pelmolens, een tegelbakkerij, een aardewerkfabriek, drie boekdrukkerijen, een kopergieterij, een vijlenfabriek, twee plateelmolens, een runmolen, negen leerlooierijen, een zeemtouwerij, een koffiesiroopfabriek, drie zeepziederijen, een aardwasserij en drie droogscheerderijenbronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226-227
plateelbakkersDiverse Italiaanse plateelbakkers vestigen zich in Delft en brengen daar een nieuwe stijl. Rond 1670 zijn er 30 plateelbakkerijen. In 1794 zijn het er nog tien. In de 19e eeuw nog één (Porceleyne Fles), die naast plateel ook bakstenen verkocht. BRONNENliteratuurBerendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 44-47 [1670; 1794]
tapijtweverijenHet is tekenend dat er rond 1590 in Delft geen bedrijfsruimte te vinden was voor de in de Noordelijke Nederlanden opkomende industrie van de tapijtweverijen (24)In december 1592 richt Francois Spiering (1551-1630) een tapijtweverij in in het voormalige Sint Agnesklooster. Hij wordt in 1620 opgevolgd door zijn zoons Aert en Pieter. De onderneming heeft rond 40 werknemers (1).In 1615 begint Karel van Mander een eigen bedrijf in het voormalige Sint Annaklooster met het kapitaal van jonker Snouckaert van Schraplau. Hij concurreert met Spiering. Nog voor van Mander's  dood in 1623 leiden Aert en Pieter Spiering de liquidatie van diens onderneming (1) In 1635 gaat de leiding van het Spieringbedrijf over in handen van Maximiliaan van der Gucht (1)bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 83, 86, 88; D. Hoek, Een onbekend huwelijk van Francois Spiering, tapijtwever in Delft, in: (24) A.M. van der Woude, De Goudse magistraat en de strijd tegen de koning, in: BGN 1959, blz. 106
wolkammerijenUit stukken van 1366 blijkt dat kooplieden van Leiden en Delft met ontduiking van de stapel van Calais Engelse wol via Rotterdam Holland binnenvoeren. Vlaamse wolkammers doen in het verlengde van de Verversdijk hun verontreinigend werk. Het water kleurt bloedrood. In 1655 wordt in het voormalig klooster van de Minderbroeders een aardewerkfabriek (de Porceleyne Fles) gevestigd.BRONNENliteratuurBerendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 12 [1655], 15 [1655] Smit, H.J., Boekbespreking F. Ketner, Handel en scheeepvaart van Amsterdam in de vijftiende eeuw, Leiden 1946, in: BGN 1946, blz. 151 [1366]
zeevaartDelfshaven, de haven van Delft, herbergt haringschepen en schepen van de op walvissen jagende Groenlandse Compagnie. Eén van de zeven kamers van die Compagnie zetelt in Delft en één van de zes kamers van de Verenigde Oost Indische Compagnie. Delft deelt voor f 500.000 mee in het aandelenkapitaal van de V.O.I. In 1606 stijgt het dividend van de V.O.C. dankzij de activiteiten van de Delftse admiraal Matelieff, naar 75% (1). In de Hervroemdekerk van Hellevoetsluis is een raam met de gewezen bewindhebbers van de V.O.C. (36)bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 14;(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226(36) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek V, Gorinchem 1844, blz. 391

domein

Op 17 september 1390 krijgt Dirk van Poelgeest samen met Willem Cuser de visserij van Delft tot de Maas in eeuwige erfpacht (29).bronnenliteratuur(29) H.A. van Foreest, Traditie en werkelijkheid, in:  BGN 1966, blz. 133, 204

financiën

In 1297 wordt aan gravin Elisabeth door de grafelijke raad een lijftocht toegekend. De oorkonde is bezegeld door de steden Leiden, Delft, Haarlem, 's-Gravenzande en Alkmaar. De uit leenmannen bestaande grafelijke raad en de steden worden in 1299 omschreven als "bij ghemeenen rade onser goeder lude van onsen lande ende van onse porten, die wij wel getrouweden" (2).In 1342 krijgen de Lombardische geldschieters van graaf Willem IV een kantoor (Cameren) in de buurt van de markt (1).In 1575 zetelt de Kamer van Rekeninge in Delft (33)In 1596 verkrijgt Delft de heerlijkheid Hogendam bij Overschie bij overeenkomst met jkhr Jan van Assendelft, heer van Kralingen. Delft benoemt er een sterfheer, doorgaans dezelfde als over Overschie (36)De Staten van Holland geven in 1654 een bedrag van f 100.000 om onder de door de kruitramp benadeelde inwoners te verdelen (33). De forse winsten die de compagnieën in de 17e eeuw maken verleiden handelaren tot beleggen. Vele Delftenaren gaan rentenieren (1).In 1841 koopt de stad Delft van de Weeskamer in Amsterdam de heerlijkheid Gieltjensdorp, een polder in de gemeente Laag-Nieuwkoop in Utrecht. De polder is groot 112 bunder, 52 roeden en 59 ellen (35)Op 1 januari 1842 gaat de heerlijkheid Trip-de-Marez-geregt binnen de Utrechtse gemeente Gerverskop over naar de stad Delft (35)In 1860 verkoopt de stad kunstwerken "die op dat ogenblik niet op prijs werden gesteld" (1)bronnenliteratuur(1)    A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 12, 14, 48; (2)   D. Th.Enklaar, De opkomst van den grafelijken raad in Holland, in: BGN 1946, blz. 28(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 243(35) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek IV, Gorinchem 1843, blz. 547(36) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek V, Gorinchem 1844, blz. 662

gemeente

ontstaanDelft zou zijn ontstaan te danken hebben aan een daar gesitueerd hof van de graaf (vroonhof), bestaande uit enkele boerenhoeven (15). Ten tijde van graaf Arnoud (988-993) komt de naam al voor. Die hoeven zijn in verbinding gebracht met bestaande wateren door het graven van een vaart van de Schie tot aan -wat later is gaan heten- de Hoornbrug. Die verbinding, de "Delf", is deels in de gracht van de Oude Delft bewaard gebleven. Parallel daaraan werd in oostelijke richting een tweede vaart gegraven langs wat nu is de Voorstraat, Hippolytusbuurt, Wijnhaven, Koornmarkt en Lange Geer. Beide vaarten komen in het zuidoosten uit op de Schie. Godevaert de Bultenaar, hertog van Lotharingen, bouwt aan de Schie waar later de Rotterdamsepoort werd opgericht een kasteel. Hij overlijdt in 1075(1, 3, 33). (1)    A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 14;(3)   R. Post, Boekbespreking J.F. Niermeijer, Delft en Delfland, Leiden 1944, in: BGN 1946, blz. 147(15)  Kroniek, in : BGN 1953, blz. 89;(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 223
stadsrechtenOp 15 april 1246 geeft Richardis van Holland namens graaf Willem II in haar "Huis te Delft" stadsrechten aan de nederzetting (1), "ofschoon de plaats toen nog geen stad was in economischen zin; nog niet een goedbevolkte nederzetting met handel en bedrijf. Het verleenen van het stadsrecht was veeleer een experiment, een poging van het dorp een stad te maken, door geschikte rechtsverhoudingen kooplieden en fabrikanten aan te lokken, welke poging inderdaad in de tweede helft der dertiende eeuw met succes is bekroond"(3). Post zet vraagtekens bij deze kenschets van de nederzetting; hij meent dat Niermeyer Delft waarschijnlijk te gering voorstelt (3). Jongkees noemt Delft en zegt: daar is "door begiftiging van een agrarische gemeenschap met stadsrecht, kunstmatig stedelijk leven gewekt" (20)Er is wel getwist over de echtheid van de charters met stadsrechten (Huizinga, Brandt, Oppermann, Niermeyer en Meilink). S.J. Fockema Andreae houdt de stadsrechten van Haarlem, 's-Gravenzande, Delft en Alkmaar voor echt en meent dat de charters teruggaan op de verloren stadsboeken van Den Bosch (6). Aan het verlenen van stadsrechten is de voorwaarde verbonden dat aan graaf Willem II jaarlijks, uit erkentelijkheid, 50 Hollandse ponden worden betaald en nog twintig wanneer hij ridder werd of bij zijn huwelijk (33).In 1268 worden die rechten verder uitgebreid (1). Floris V schenktde poorters van de Nieuwe Delft dezelfde voorrechten als die van de Oude Delft (33)In 1273 dwingen Haarlem, Delft en Alkmaar door gezamenlijk optreden bij Floris V de bevestiging af van bepalingen, die zij eigenmachtig in hun stadsrechten ingevoegd hadden (2).BRONNENinternethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Delft#Geschiedenisliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 14; (2) D. Th.Enklaar, De opkomst van den grafelijken raad in Holland, in: BGN 1946, blz. 25(3) R. Post, Boekbespreking J.F. Niermeijer, Delft en Delfland, Leiden 1944, in: BGN 1946, blz. 147(6) Kroniek, in: BGN 1949, blz. 100; H.P.H. Camps, De stadsrechten van graaf Willem II van Holland en hun verhouding tot het recht van 's-Hertogenbosch, diss. G.U. Amsterdam, Utrecht 1948; T.S. Jansma, Boekbespreking Camps, in; BGN 1950, blz. 326.(20) A.G. Jongkees, Boekbespreking D.Th. Enklaar e.a., Geschiedenis van Breda, Tilburg 1952., in: BGN 1955, blz.140(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 223
buitenpoortersBuitenpoorters worden in Delft landpoorters genoemd. Delft neemt eigenmachtig buitenpoorters aan. De graaf treedt uiteindelijk hiertegen op. De buitenpoorterij wordt in Delft afgeschaft in 1356 (23).bronnenliteratuur(23) J. Verbeemen, De buitenpoorterij in de Nederlanden, in BGN 1957, blz. 81, 209-210, 216; F. van Mieris, Groot Charterboek deel II Leiden 1754, blz. 836
stadsuitlegHet stedelijk gebied omvat in de middeleeuwen slechts een langgerekt stuk stad, in het westen begrensd door de Oude Delft, ten noorden door de Kolk en Geerweg, ten oosten door de Burgwal (Verwersdijk, Vrouwjuttenland en Vrouwenrecht), via de gedempte Burgwal naar de Brabantse Turfmarkt en het Achterom. De stad is daarna voortdurend uitgebreid. Er worrdt wel gezegd dat de stad toen de vorm van een rooster had (1).De grachten vormen binnen de singels veertien eilandjes die met boogbruggen met elkaar zijn verbonden. Er zijn in 1962 nog 72 van die bruggen (1).In 1351 wordt in een brief aan Delft verboden om binnen 2,5 mijl van de muren een burcht van een bepaalde sterkte te bouwen (17)In 1436 schenkt Philips de Goede het Marktveld aan de stad (33)In 1448 staat Filips, de hertog van Bourgondië, de stad toe de mren weer op te bouwen en die met torens en andere werken te versterken (33)In de 19e eeuw worden de stadsmuren geslecht (wikipedia)Op 1 januari 1921 wordt Delft uitgebreid met Vrijenban en Hof van Delft (wikipedia)bronneninternethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Delft#Geschiedenisliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 9; (17) F.W.N. Hugenholtz, Enkele opmerkingen over Filips van Leydens "De Cura Reipublicae et sorte principantis" , in: BGN 1953, blz. 174(27)  B. van 't Hoff, De oude plattegronden van de stad Delft(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 225, 241
haven van DelftIn 1389 wordt met vergunning van de graaf van Holland, hertog Albrecht van Beijeren, de Delfshavense Schie gegraven van de Schie naar de Maas. Aan de monding wordt de zeehaven Delfshaven gebouwd (1,3, 33). Hier komen zeeschepen aan. De lading wordt naar kleinere schepen overgeladen en verscheept naar Delft. Delfshaven wordt lange tijd tot de stad Delft gerekend. In 1394 belooft hertog Albrecht dat hij of een van de zijnen zich zal onthouden van het aanmatigen van enig bewind over de stad, haven, sluis, spuibrug en vaart bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 14; (3) R. Post, Boekbespreking J.F. Niermeijer, Delft en Delfland, Leiden 1944, in: BGN 1946, blz. 147(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 219, 224-225
ambachtsheerlijkhedenIn 1580 koopt Delft het recht van de Leidschendam van gravin van Arensbergen (33)Delft beschikt in 1841 over de volgende ambachtsheerlijkheden: Poortland, Schoonderloo, Overschie, Hoogenban. Hof van Delft, Vrijenban, Hoog- en Wous-Harnasch en Biesland. Enige jaren daarvoor is de heerijkheid Voorburg aan de gemeente Voorburg verkocht (33). bronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 246stadsarchiefIn 1536 gaat bij de brand vrijwel het gehele stadsarchief verloren (1)(10)bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 14; (10) P.A. Meilink, Dagvaarten van de Staten-Generaal 1427-1477, in BGN 1950, blz. 202In 1847 komt een treinverbinding tot stand met Rotterdam en Den Haag
stadsbevolkingIn 1420 komen Delft, Alkmaar en Oudewaterovereen dat ze elkaars burgers burgerrecht zullen toekennen (33).In 1515 is Delft na Leiden de volkrijkste stad (33)Rond 1560 telt Delft ongeveer 14.000 inwoners (wikipedia)In de vijf steden Leiden, Amsterdam, Middelburg, Delft en Gouda zien wij vanaf 1575 een voortdurende stijging van het aantal nieuw ingekomen poorters. Het isopvallend dat de immigratie in Leiden, Middelburg en Delft in de periode 1590/1594 een hoogtepunt bereikt, om daarna eerst snel en vervolgens langzamer terug te lopen (24).In 1739 telt de stad 4236 huizen met 19.000 inwoners (33)In 1790 is de bevolking nog steeds rond 19.000. Er worden veel huizen afgebroken (33)Daarna is er een sterke daling naar 12.800 in 1815 (33)In de periode 1819-1839 zijn 216 huizen gebouwd (33)In 1841 heeft de stad een oppervlakte van 558 bunders, 94 roeden en 56 ellen. Er zijn 2863 huizen, bewoond door 3636 huisgezinnen met 17.000 inwoners (33). De bevolking leeft vooral van het maken van boter en kaas, landbouw, groententelen, fabrieken en rijksarsenalen (33)De stad heeft in 1841 twee voorsteden, één aan de westzijde twee rijen huizen ter weerszijde van de Buitenwatersloot en één buiten de vroegere Ketelpoort langs de Schie, het zgn. Zuideinde (33)In 1850 telt de gemeente 18642 inwoners op een oppervlakte van 5,3 km2 (wikipedia)bronneninternethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Delft#Geschiedenisliteratuur(24) A.M. van der Woude, De Goudse magistraat en de strijd tegen de koning, in BGN 1959, blz 106(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 223-224
stadhuisNadat het stadhuis in 1618 is afgebrand wordt het op 1620 herbouwden in 1662 verbeterd en vernieuwd (33)bronneninternetliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 227, 241

godsdienst

Sint AgneskloosterEén inkomst van het klooster is een jaarlijkse rente van 10 groot (5 stuivers) uit het Begijnhof in 's- Gravenzandebronneninternetliteratuur(35) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek IV, Gorinchem 1843, blz. 840
KoningsveldGraaf Willem II, Rooms-koning en graaf van Holland, geeft in 1251 zijn tante Richardis opdracht om op zijn grond in de nabijheid van Delft (Rotterdamseweg) een klooster te bouwen. Het klooster wordt Kloosterveld  genoemd en huisvest adellijke vrouwen van de orde der Norbertijnen of Premonstratensers. Ook Richardis gaat er wonen. Het is een proosdij, dochterklooster van de abdij Mariënweerd bij Beesd in de Betuwe. Een door de abdij benoemde proost heeft in de proosdij de geestelijke leiding. Het klooster beschikt over veel onroerend goed. Jacob Muis staat in 1444 aan de priorin Elisabeth van Zuilen een stuk grond in Vlaardingen af als tegenprestatie voor het opnemen in het klooster van zijn kleindochter. In 1572 wordt het klooster gesloopt om te verhinderen dat het de Spanjaarden krijgstechnisch tot voordeel kan strekken. De ruïne heeft blijkens een gravure uit die tijd tot in het begin van de 18e eeuw voortbestaan. bronneninternethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Koningsveld; http://wikidelft.nl/
ClarissenkloosterHet klooster was gevestogd op de Paardenmarktbronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 80
Nieuwe KerkIn 1381 wordt de Nieuwe Kerk gesticht (1). Hij wordt aanvankelijk van hout opgebouwd. In 1383 worden stenen gebruikt (33)bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 11(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 230
SionIn 1432 stichten Regulieren van Sint Augustinus buiten de stadsmuren tussen Delft en het latere Rijswijk het klooster van de Heilige Maria op de berg Sion (12.26). Ze komen uit het fraterhuis Sint Hieronymusdal in Delft. In 1572 wordt het klooster geslecht (26)bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 25(12) Dalmatius van Heel, Het Kapittel der Reguliere Kanunniken te Syon bij Delft(26) A.M.J. de Haan, Uit de geschiedenis van het Rijswijkse Sion, in : Jaarboek 1962  van de Vereniging "Die Haghe".  blz. 143-158
BijbelIn 1477 wordt in het huis "den Beslagen Bijbel" op de hoek van de markt de eerste bijbel in de Nederlandse taal gedrukt. De brug op die plek heet de Bijbelbrug.bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 11
Oude KerkIn 1260 wordt de Oude Kerk gesticht door Bartholomeus van der Made (1, 33) Destijds werd het pastoorsambt begeven door de graaf en de bevestiging vond plaats door de aartsbisschop van Utrecht. De pastoor heeft aan vast inkomen 8 ponden Vlaams (f 48). Dir bedrag moest komen uit enkele landerijen en huizen. Alle toevallen, waaronder de lasten, bedroegen 36 vlaamse ponden (f 216)In 1558 wordt Maarten Donk of Martinus Duncanus pastoor in de Oude Kerk. In 1572 wordt hij uit Delft verjaagd en vestigt zich in Amsterdam als pastoor van de Sint Catharinakerk aan de Boommarkt (8)Arnoldus Cornelii (Crusius) van 's Gravesande, die korte tijd de vluchtelingengemeente van Frankenthal diende, stond van 1573 tot zijn dood in 1605 te Delft. Daar heeft hij de Hervormde gemeente helpen organiseren en voor en na heeft hij zijn houding moeten bepalen tegenover allerlei stromingen en personen in het Holland van zijn dagen: Dathenus, prins Willem, Coornhert, Arminius, Leicester, de Dopers, de Lutheranen. Hij heeft deel gehad aan verschillende pogingen om tot een betere bijbelvertaling te komen, o.a. als toezichthouder op het werk (13)bronneninternethttps://nl.wikipedia.org/wiki/Martinus_Duncanusliteratuur(1)   A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 9-10(8)  P. Noordeloos, Pastoor Maarten Donk, deel I (1505-1567); deel II  (1567-1590), Het Spectrum 1948; Kroniek, in BGN 1949, blz. 98(13) H.J. Jaanus, Hervormd Delft ten tijde van Arent Cornelisz (1573-1605); Kroniek, in: BGN 1950, blz. 105(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 230
geestelijk kantoorHet kantoor betaalde bijv. tot 1688 aan de predikant in Oud-Beijerland f 100 naast het tractement. Met die vergoeding moest hij een woning aanschaffen (32)(19) A.C. Boogaard-Bosch, Staat van uitgaven -resp. predikantenlijst- en inkomsten van het geestelijk kantoor te Delft in 1586(32) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek II, Gorinchem 1840, blz. 246
beeldenstormIn 1566 is de Beeldenstorm. "Een hoop woedende wijven, gevolgd wordende door het geheele rot der beeldstormers" valt aan op het Minderbroedersklooster en vernielt er alles (33). Op de Beestenmarkt vindt heftige strijd plaats (1)In 1573 is er opnieuw een begin van beeldenstorm (1)bronnenliterat(1)    A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 15, 57(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 242
Sint AgathakloosterIn 1390 gesticht en gelegen aan de GeerwegIn 1538 wordt Cornelis Musius of Muys gekozen tot biechtvader (pater) van het klooster van vrouwelijke Tertiarissen van St. Agatha te Delft. Deze functie is hij verder blijven vervullen, tot Lumey hem in 1572 de marteldood deed ondergaan (21)In 1586 wordt in het voormalig Agathaklooster -sinds 1572 geregeld residentie van Willem van Oranje- de Waalse kerk gevestigd voor de lakenwerkers (1,33). Ook allerlei andere kloosters en conventen werden successievelijk prijsgegeven aan wereldse bestemmingen. Buiten de stad worden de kloosters verwoest (1).bronnenliteratuur(1)    A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 15(21)  P. Noordeloos, Cornelis Musius (mr. Cornelis Muys), pater van Sint Aatha in Delft; humanist, priester, martelaar, Utrecht/Antwerpen 1955;  A.J. van de Ven, Boekbespreking P. Noordeloos, (33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 232
Sint AnnakloosterNonnenklooster met kapel aan de Nobelstraat met de ingang aan de Sint Annastraat. Heeft de brand van 1536 onbeschadigd doorstaan. Later afgebroken.bronnenliteratuur(31) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek I, Gorinchem 1839, blz. 275
Sint BarbaraconventNonnenklooster van de orde der Minimen in Delft.Genoemd naar één van de nonnen van het Sint Agathaklooster. Zij verlaat het Agathaklooster en huurt een huis op het Rietveld en neemt "eenige geestelijke maagden" uit het Agathaklooster op die op het Rietveld in het gemeen van hare goederen leven en voorts den kost winnen met hare handen. Ze wonen daar anderhalf jaar en huren daarna het huis van zekere Bouwe Hart, tegenover de Nieuwstraat aan het Oude Delft, over het Heilige Geesthuisje en wonen daar een jaar. In het jaar 1405 kopen deze zusters van het St Agathaklooster voor 100 nobelcn de grond op de zuidwestzijde van het Oude Delft waar zij het Barbaraklooster bouwen. In het jaar 1419 of 1420 treden de Nonnen toe tot de orde der Minimen cn hoewel eenigen haar proberen tot den regel van St. Augustinus over te halen blijven zij nogtans daarin volharden. In de grote brand van het jaar 1536 is ook dit klooster door de vlammen vernield, maar naar het schijnt spoedig daarna weer opgebouwd. Als Pius V, die van 1559 tot 1566 op de pauselijke troon zit het zogenoemde kapittel van Utrecht afschaft waartoe ook dit klooster behoort, onderwerpen onderscheidene conventen zieh daaraan gedwee,maar anderen hebben er zich vrij dapper tegen verzet en onder deze munten vooral uit de nonnen van Sint Barbara uit Delft aangevoerd door hun kloostervoogd Christianus Crucis Adrichomius of zoals hij eigenlijk heet Christiaan Kruis van Adrichem, een hevig voorstander van dat kapittel en die er vroeger definitor van geweest was. Op het laatst der zestiende eeuw is dit gebouw tot een weeshuis ingerigt waartoe het nog dienstbaar isbronnenliteratuur(31) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek II, Gorinchem 1840, blz. 110
Sint Hippolytuskerk Nadat de Rooms Katholieke kerken binnen Delft door de Regering aan de Hervormden waren toegewezen en de laatste pastoor die de Sint Hippolytuskerk bediend had Johan Smith overleden was is door de pauselijke vicaris, de Delftenaar Sasbout Vosmeer, in zijn plaats gezonden Bernhardus van Steenwijk die op het Begijnhof woonde en zijn geloofsgenotcn als een getrouw herder onder vele gevaren, kommer en verdriet heeft bijgestaan (33) Onder zijn opvolger Suitbertus Purmerent vergaat het de katholieken beter (33).Van 1612-1630 is Jan Baptist Stalpaert van der Wiele pastoor van de Sint Hippolytuskerk en rector van het Begijnhof. Hij is tot pastoor benoemd door de aartsbisschop van Utrecht, de Delftenaar Sasbout Vosmeer. In 1613 wordt hij aartspriester (1). bronnenliteratuur(1)  A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 118-19; W.Ph. Coolhaas, Boekbespreking B.A. Mensink, Jan Baptist Stalpart van der Wiele. Advocaat, priester en zielzorger (1579-1630), Bussum 1958 in: BGN 1960, blz. 72(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 233

handel

Delft heeft in 1325 een geschil met Dordrecht over het stapelrecht (33)Twee korenmeters komen op 20 januari 1572 op verzoek van Matheus Corneliszoon, koopman uit Delft, ,,van de solder in den Hollantschcn thuyn" - een herberg in Dordrecht - meten 20 hoet, drie vaeten ende een stert (9).In 1840 wordt in Delft 484.520 pond boter op de markt gebracht tegen een gemiddelde prijs van f 0,943 cent per pond en aan kaas 18.801 pond tegen 16 cent per pond (33)bronnenarchievenG.A. Dordrecht, Oude Recht, arch.nr. 736, folio 119 (16 februari 1581)literatuur(9)   S. Jansma, Waarden en makelaars teDordrecht in de zestiende eeuw, in: BGN 1949, blz. 220(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226, 579

immigratie

In 1605 wordt op het terrein van het in 1596 afgebroken Ursula-convent een wijk ingericht voor in Delft toegelaten uitgeweken Vlamingen. Het stadsbestuur gaat er van uit dat deze capabele mensen welvaart aan de stad zullen brengen, o.m. in de tapijtweverij. De straten krijgen namen van Vlaamse steden.bronnenliteratuurBerendse, Verborgenheden, blz. 15

maatschappelijke hulpverlening

In 1252 wordt een gasthuis opgericht. Het wordt door de graven van diverse privileges voorzien (33).In 1440 wordt een Oudemannenhuis gesticht op de Voldersgracht (33)In 1625 wordt het Gasthuis met het Pesthuis verenigd (33)In 1707 wordt een hofje gesticht door Elizabeth Pauw, weduwe van mr. Dirk van der Dussen (33)De stedelijke inrichting voor armen verschaft in 1840 werk aan 542 behoeftigen, waarvan 80 in de tapijtfabriek en de haardoekfabriek en 462 vervaardigen hemden en andere linnen produkten.Het totale arbeidsloon bedroeg f 22.000 (33)bronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 234-235

media

Sedert 1623 zijn periodieke nieuwsblaadjes bekend (7)(7) Kroniek, in: BGN 1949, blz. 112

onderwijs

Van een Latijnse school is al sprake in 1342, gevestigd in de Schoolstraat (33). In 1608 wordt de predikant Daniel Plancius rector van de school (33)In 1620 wordt een poort gebouwd waarop in gouden letters: "Gymnasium publicum Juventuti pietate, artibus et linguis imbuendae dicatum". Er wordt lesgegeven door een rector, een conrector en drie preceptoren (33).Daarmee verbonden is een fraterhuis dat twaalf arme jongelieden onderhoudt. Na de Reformatie stijgt het aantal. Ze krijgen onderwijs in Latijn en Grieks met het oog op een latere studie in de godgeleerdheid (33)Het Fundatiehuis van Renswoude dat men zowel onder de liefdadige als onder de wetenschappelijke inriglingen moet rekenen werd gesticht uit de nalatenschap van Maria Duyst van Voorhout, douairière van Frederik Adriaan Baron van Rhede, Vrijheer van Renswoude en Emminkhuizen die op 26 april 1784 is overleden. Het was bestemd om er een getal van 12 jongelingen in op te nemen om in wiskunde, tekenen,  schilderen en beeldhouwen te worden onderwezen en groot gebracht, waarbij men naderhand nog het molenmaken, scheepstimmeren, de heelkunde en de stuurmanskunst voegde. Het eerste gebouw waarin deze fundatie gevestigd was stond op het Oude Delft en werd op 11 december 1759 ingewijd was. Het werd in het jaar 1800 aan de toenmalige Hoog Baljuw van Rijnland verkocht voor welke penningen echter het gewezen lokaal van het Departementaal bestuur van Delft op het Oude Delft staande werd aangekocht en daarin de jongelingen ondergebracht. Het kapitaal van dit gesticht raakte achterop door het verminderen van de rente tot op een derde en door enigc andere omstandigheden. In 1814 was dit slechts toereikend om een paar jongelieden op te leiden die in een bijzonder huis woonden. In latere jaren is dit echter verbeterd en worden uit dat fonds reeds sinds 1826 weer 5 jongelingen verzorgd en in een of andere van de genoemde wetenschappen of kunsten onderwezen (33). Bij besluit van de raad van 24 november 1838 is in de Choorstraat in 1839 een stedelijk gymnasium gesticht (33).bronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 235-236, 313

onheil

Op 13 mei 1536 is er een grote stadsbrand. Naar schatting zijn 2300 huizen verbrand, 300 huizen zijn er nog. Na de brand worden nog alleen stenen huizen gebouwd. De bierbrouwers verlenen geldelijke steun (33).In 1618 brandt het raadhuis af (33)In 12 oktober 1654 ontploft het kruitmagazijn. Er zijn veel huizen beschadigd of verwoest. De schilder Carel Fabritius, die aan de Oude Langendijk woont, komt daarbij om het leven. De Paardenmarkt wordt zwaar getroffen. De bewoners ontvangen van de stad compensatie voor het herstel en de wederopbouw van de huizen. De stad heeft daartoe een "subventie" verkregen van de Staten van Holland en West-Friesland  (1, 33)Op 8 februari 1742 is er opnieuw een ontploffing, nu bij een kruidmakerij, op een kwartier gaans van de stad (33)In 1872 slaat de bliksem in de torenspits van de Nieuwe Kerk (1)bronnenarchievenSA Delft, AR0001_00507literatuur(1) Berendse, Verborgenheden, blz. 9-10, 15-16(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 226, 241-242, 244-245

oorlog en oproer

In 1255 steunen die van Delft graaf Willem II in zijn strijd tegen de Westfriezen. De Delftenaren komen op 12 januari 1256  op vijf na allen om [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]Vlaamse bezettingToen in het jaar 1304 Guido I, graaf van Vlaanderen, in Holland geland was en verscheidene steden waaronder ook Delft Vlaamse bezetting ingenomen hadden waren de Delvcnaars echter de eersten die -door zekeren Okkenberg in beweging gebracht- de Vlaamse bezetting de stad uitdreven, bij welke gelegenheid er cen bloedige slachting onder de Vlamingen voorviel naar welke zekere gracht binnen Delft nog de Vlamingstraat en zekere brug de Bloedbrug genaamd worden (33)In 1358 helpen de Dordtenaren hertog Albrecht  [....-1404] om Delft te onderwerpen (33).In 1359 wordt de ridder Simon van Haerlem bij afzonderlijk bevel opgeroepen om met 20 man voor het belegerde Delft te dienen (34). De stad wordt ingenomen, de bevolking vernederd en van hen wordt een aanzienlijke schatting gevorderd [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 360]In 1396 helpen die van Delft hertog Albrecht van Beijeren tegen de Friezen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]In 1477 trekken de edelen van Delft, Haarlem, Amsterdam en Alkmaar op tegen Albrecht de tweede heer van Schagen.De laatste is tegen de graaf in opstand gekomen en de edelen brengen Albrecht met succes tot onderwerping (33)In 1574 vluchten de voornaamste en rijkste burgers, de stadhouder, de adel en de "onderhoorigen van den Hove" van Den Haag naar Delft. De hoge colleges worden verplaatst (35)in 1601 wordt het oorlogsmagazijn van Holland in Delft gevestigd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]Op 30 juni 1672 ontstaat oproer over het tot stadhouder verklaren van de prins [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150] . Rond 800 man, boeren en vissers van buiten en 100 burgers uit de steden bezetten de poorten en omsingelen het stadhuis. Ze dwingen het wethouderschap tot een schriftelijke verklaring waarin ze zich scharen achter het stadhouderschap van de prins. In augustus is er opnieuw onrust omdat het wethouderschap oorlogstuig in twee herbergen bij de Rotterdamse poort had samengebracht. Op vragen van de samengestroomde burgers komt onvoldoende antwoord. Toen de protesterenden zich in de herbergen wilden vergewissen van hetgeen daar aanwezig was werd op hen geschoten. Men heeft toen de herbergen vernield en geplunderd. Toen men vernam dat kapitein Graswinckel het sein om te schieten had gegeven plunderde men zijn huis. Op 30 augustus 1672 -de prins is dan reeds stadhouder- komen vier compagnieën burgers, zo'n 800 man, in de Doelen bijeen. Ze verzoeken de prins de wethouderschap te ontslaan. Ze doen echter vrijwillig afstand. De nieuwe regenten worden op 10 september 1672 aangesteld door de prins (33)In 1690 wordt het oorlogsmagazijn uitgebreid [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]Op 29 april 1747 wordt vernomen dat Willem IV tot stadhouder van Zeeland is benoemd. Bij het stadhuis verzamelt zich volk dat wenst dat hij ook tot stadhouder in Holland wordt benoemd (33)In november 1748 ontstaat onrust als de prins iemand uit de veertigraad tot schout wil benoemen. De vroedschap durft niet te weigeren, maar de verkiezing wordt opgehouden door een verzoekschrift van een aanzienlijk deel van de burgerij. Gemachtigden van de prins komen op 9 december 1748 in Delft. Op 16 december wordt de regering ontslagen en op een enkel lid van de vroedschap weer benoemd.  De Staten regelen de invulling van het schoutambt en passeren daarbij de aanvankelijke kandidaat (33)In 1786 wordt een exercitiegenootschap opgericht dat met personen uit andere steden naar Elburg trekt om de Patriotten te ondersteunen. Op 18 september 1787 worden ze ontslagen uit de eed en "als burgers en schutters in stadseed genomen". Op 19 september 1787 staat een meute van 400 Hagenaars met geweren, bijlen en vlaggen voor de-inmiddels gesloten- Haagse poort. De poort wordt opengebroken en de meute slaat aan het plunderen, een twintigtal woningen worden vernield. Vooral het Sociëteitshuis heeft het te verduren. De burgerij pakt de wapens en weet de meute te verdrijven. Sommigen springen op de vlucht in het Duivelsgat (33)bronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 241, 244-246, 471(34) H.A. van Foreest, Een Hof in Holland, in: BGN 1963, blz.61, noot 4(35) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek IV, Gorinchem 1843, blz. 820
Hoeken en KabeljauwenDelft ligt vanaf het begin van de regering van Albrecht van Beieren dwars. Delft weigert de ruwaard te huldigen, verhindert een wetsverzetting en negeert herhaalde bevelen om zijn schutters voor Heusden te zenden. In 1358 wordt Jan van Bloemenstein, een Kabeljauw, afgezet en door Albrecht benoemd als nieuwe baljuw van Kennemerland, Reinoud van Brederode, een Hoek. Deze Reinoud wordt op het Castricummerzand overvallen door Kabeljauwen. Een deel van de daders vlucht naar Delft. Al spoedig moet het zijn uitgelekt, dat een aantal van Reinouds belagers binnen de muren van Delft was gevlucht; deze Kennemers schijnen tevoren het landpoorterschap te hebben verworven: "op troost van beschermenisse der stede" als er geweld zou worden gepleegd.  Nog op 11 augustus 1358 gaan er brieven uit: "an de gherechte van Delf, omme dat si bi miin here comen souden te Dordrecht".  Op 21 november 1358, dus vóór het beleg van Heemskerk begint, wordt het Delftse gerecht naar den Haag ontboden en op 7 december 1358 gaat een lijst met namen stadwaarts. Vier dagen later, op 11 december 1358 geeft Delft zich gewonnen. Albrecht bepaalt: Poorters, die "an velde" waren, zullen voorlopig in ballingschap gaan, maar krijgen vijf dagen om te vertrekken, met behoud van al hun goed; medeplichtigen mogen blijven, met de garantie dat binnen acht weken over hen zal worden geoordeeld "na den rechte der stede van Delf". Deze bepaling is blijkbaar nauwlettend uitgevoerd met één wijziging, degenen, die "op Kastrichemmerzant" waren, moeten op 12 december 1358 onverwijld de stad uit, wegens de komst van Albrecht. Albrecht en zijn schoonzuster Machteld verschijnen voor een bezoek van enkele uren.Als Albrecht de stad tien weken heeft belegerd geeft de stad op. Albrecht grijpt die gelegenheid aan om het gerecht naar zijn eigen inzicht te wijzigen, telkens als hem dat nodig voorkomt (27, 33). Delft moet de poorten en bolwerken slechten, raakt zijn rechten kwijt en moet een fikse boete betalen van 10.000 oude schilden (f 14.000 ) wegens trouw aan de Kabeljauwse graaf Willem V (1). Aan Symon Jan van der Noorde wordt na het beleg de toegang tot de stad ontzegd (27). Hertog Albrecht zou er inderdaad aanvankelijk uitsluitend een adelsvete in gezien hebben, die hij wilde sussen, tot het ogenblik dat de daders van de "ondaet" zich verschansten in het huis Heemskerk en te Delft, en de ruwaard - wrevelig geworden - er een niet ongevaarlijke greep naar de macht in zag (30). Van Foreest is geneigd om de twisten meer te plaatsen in het kader van een vete tussen twee Kennemer families (van Heemskerk en van Brederode) dan te spreken over een opstand tegen Albrechts regering (27). In dat geval vereist uitleg waarom het verzet zich ook manifesteert in een stad als Delft (x).Bij brief van 8 september 1389 krijgt de stad het recht om een vaart te graven tussen de Schie en de Maas (33).In 1396 behalen de Delftenaren een overwinning voor hun heer op de Friezen; de stad mag weer een wal om de stad leggen en de grachten uitdiepen (33). bronnenliteratuur(1)    A. Berendsen, Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 10; (27) H.A. van Foreest, Traditie en werkelijkheid, in: BGN 1964, blz. 148, 153, 157-163(30) C.A. Kalveen, Boekbespreking H.P.H. Jansen, Hoekse en Kabeljauwse twisten, Fibulareeks 17, Bussum 1966, in: BGN 1967, blz. 259(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 241, 247Op 26 juli 1572 gaat de stad over in Staatse handen (33)In 1573 trekken veel burgers uit Delft, waaronder Johan van Oldenbarnevelt, en uit andere steden er op uit om het door de Spanjaarden belegerde Haarlem. Ze lijden zware verliezen, uit Delft 76 man(33)bronnenliteratuur(33) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek III, Gorinchem 1841, blz. 241-242

politiek 

GraventijdIn het jaar 1548 worden de Hollandse steden Dordrecht, Delft, Leyden, Haarlem, Alkmaar, Amsterdam en Oudewater te Geertruidenberg beschreven om de opdracht van de grafelijkheid door keizerin Margareta aan haar zoon Willem te bezegelen (35) bronnenliteratuur(35) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek IV, Gorinchem 1843, blz. 472
HervormingSommige historici (Boogman, Geyl) zien in de gebeurtenissen van 1572, ook in Delft, de vestiging van een minderheidsdictatuur (20).bronnenliteratuur(20) P. Geyl, Boekbespreking Algemene geschiedenis der Nederlanden delen V en VI, 1953, in: BGN 1955, blz. 326; L.J. Rogier, Het karakter van de Opstand tegen Philips II, in: BGN 1956, blz. 244; J.C. Boogman, De overgang van Gouda, Dordrecht, Leiden en Delft in de zomer van 1572, in: T.v.G. 1942
Staten-GeneraalVan 1584 tot 1588 vergaderen de Staten-Generaal in Delft bronnenliteratuur(28) C.A. van Kalveen, Boekbespreking A.C.F. Koch, 500 jaren Staten-Generaal in de Nederlanden. Van statenvergadering tot volksvertegenwoordiging, in: BGN 1965, blz. 73
Bataafse RevolutieDe gematigden tijdens de Bataafse Revolutie hebben gelijk, dat de radicale Volkssociëteitleiders, als hun invloed op de proef gesteld wordt, de meerderheid van de klasse waarvoor zij opkomen, niet werkelijk achter zich blijken te hebben. Als in Delft b.v. de municipaliteit een eis van de Volkssociëteit, die ook daar op hoge toon uit naam van het volk had gesproken, aan een geregelde stemming van de burgerij onderwerpt, blijven de voorstemmers ver achter bij hen die de officiële politiek goedkeuren (25).Door Delft worden drie van de 86 leden van Provinciale Staten gekozen (36)bronnenliteratuur(25) P. Geyl, "Het volk" in de Bataafse Revolutie, in : BGN 1960, blz. 205(36) Aa, Aardrijkskundig Woordenboek V, Gorinchem 1844, blz. 696rechtspraak=Op de Hof van Delftbrug wordt recht gesproken; bij de Kaakbrug staat de schandpaal [Berendsen, Verborgenheden, blz. 12, 53]=Jan de Huyter is schout in Delft=Op de Waterslootse of Sint Janspoort werd de hoge vierschaar van Delfland gehouden. De baljuw en de dijkgraaf hebben het recht om daar te wonen (Aa, Aard3, blz. 224)vervoerEr is in 1844 een trekvaart van Delft naar Den Haag (Aa, Aard5, blz. 836)waterstaat=Jan de Huyter  of Heuter (1471-1541) is baljuw en dijkgraaf van Delfland. Hij bouwt in 1520 een huis aan de Oude Delft [Aa, Aard3, blz. 228]=Bij het rond 1600 herwinnen van het onder water staand Noord-Beveland zijn als indijkers betrokken Johan van Oldebarnevelt, ontvanger-generaal Doublet en de Brassers uit Delft. Initiatief nemen de zus van Philips Willem, Maria van Nassau, en haar man Philips van Hohenlohe. Zij wilden de Egmondse bezittingen terug. Eerder was bedijking mislukt [Bruin, Ondergang].=Het Hoogheemraadschap van Delfland vestigt zich in 1645 aan de Oude Delft in het uit circa 1520 daterende huis van Jan de Huyter het Gemenelandshuis van Delfland [Berendsen, Verborgenheden, blz. 53],BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek, deel 3, Gorinchem 1841, blz. 224, 228; deel 5, blz. 836Aa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 13ANF 1883, 16 oktober, p. 4 (1612); 4 december, p. 2 (16e e); 13 december, pp. 1 (1616), 3 (1635); 22 december (16e e); 1884, 8 april, p. 6 (17e e); 1885, p. 299 (16e e)Altmeyer, Relations, p. 65 (1519)Avis, Directe, p. 10(1280)Becht, Statistische, p. 140(1584-85)Berendsen, A., Verborgenheden uit het oude Delft, een stille en rijke stad, Phoenix Pockets nr. 69, blz. 51, 53Bijdragen voor de Geschiedenis der NederlandenBergh, van den I nr. 418Beyerman, Reis, p. 120 (1549)Blécourt, Heerlijkheden, p. 514 (1800)Blécourt, Rechtshistorische, p. 87 (1410)Blécourt, Welgeborenen, p. 320 (1246)Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 146, 175 (1434-35)Blok, Financiën, pp. 64 (1389), 72 (1423), 80 (14e e)Boer, Zegels, p. 187(1457)Boitet, Beschrijving van DelftBourgondiën, Maarten van, De genealogische aantekeningen van een Delftse Jeruzalemvaarder. En zijn Amsterdamse nakomelingen, in: Gens Nostra  2023/5, blz. 263Brandt, J. Bijdrage tot de kritiek van Hollandse stadsrechten der dertiende eeuw (1921) 61 vgg.Bruin, M.P. de, De ondergang en gedeeltelijke herwinning van het eiland Noord-Beveland, in: Orgaan Technische Ambtenaren Rijkswaterstaat december 1952Chijs, Munten, blz. 35 (11e e) Degryse, R., De konvooieering van de Vlaamsche visschersvloot in de 15de en de 16e eeuw, in: BGN 1948, blz. 4 Diepeveen, Vervening, pp. 113 e.v. (16e e), 125(1514)Doorman, Brouwerij, pp. 18 (1326), 19 (16e e), 26 (1411; 1487; 1536), 73(1274), 77-78 (14e e), 86 (1487), 87-88(14e e)E.H.J. XVI, Verslag, pp. LXXXIV-LXXXVI; XVII, Verslag, p. LIX (17e e)Engels, Geschiedenis, pp. 1 (m.e.), 24 (1266), 34 (1246), 42 (1411), 43 (1405), 49 (1443-44), 60 (1544), 63 (1553), 66 (1557), 67 (16e e), 124(1792), 143(1791)Graaf Floris schonk in 1266 aan die van Delft vrijheid van tollen alom in zijn land [blz. 24]Fruin, Informacie, pp. 8 (1514), 322-339 (id), 352-354 (id), 357 e.v. (id), 371 (id), 597 (1515), 599 (id), 606 (id)Goes, Register I, pp. 32 (1525), 36 (id), 37 (id), 44 (id), 60 (1526), 62 (id), 94 (1527), 108 (id), 122 (1528), 180 (id), 186 (id), 197 (id), 221 (1529), 232 (1530), 246 e.v. (id), 268 (id), 270 (id), 594 (1540); II, pp. 561 e.v. (1549), 572 e.v. (id), 575 (id), 579 (id), 601 (id), 627 e.v. (id), 643 (id); IV, pp. 18 (1555), 24 (id), 25 (id), 74 (id), 139 (id), 152 (id), 157 (id), 163 e.v. (id), 193 (id); V, p. 93(1557)Goor, Beschrijving, p. 26 (1359)Gosses, Stadsbezit, pp. 10 (1316-1436), 12 (1317-45), 28 (1246)Gosses, Welgeborenen, pp. 41 (1199), 42 (1246), 44 (m.e.), 66 (1246), 183 (id)Hall, Stedelijke, p. 574 (1246)Halma, Tooneel I, p. 423 (1427; 1468)Henne, Histoire II, p. 249(1519)Jansma, Raad, p. 162 (15e e)Kobus/de Rivecourt, Biographische A-H, blz. 133Pauwels van Berestein (1548 Delft - 1625) was o.m. thesaurier van DelftKorteweg, Stadrecht, p. 51 (m.e.)Kruisheer, Oorkonden, pp. 271 (1244), 273 (1246), 288 (1251), 310 (1266), 311 (1267), 326 (1274), 330 (1276), 332 (id), 342 (1280), 352 (1283), 365 (1287)Leeuwen, Zegels, pp. 50-51 (1574) Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 108 (1525), 124 (1526), 136 (1528), 139 (1528), 143 (id), 147 (id), 149 (id), 152 (1529), 154 (id), 155 (id), 160 (id), 167 (1530), 176 (id), 190 (1531), 192 (id), 194 (1532), 205 e.v. (1533), 218 (1536), 227 (1537), 233 (id), 240 (1539), 253 (1543) Meyers, Bespr. Camps, p. 244 (1246) Meyroos, Onze, p. 12(1515) Navorscher, Bijbl. IV, p. LXXXIII (1812-13); IX, p. 74 (16e e); X, pp. 120 (1545-67), 142 (16e-17e e), 188 (1315), 285-287 (16e e); XIII, p. 309 (1584); XIV, p. 183 (16e e); XVI, p. 184 (1618); XXI, p. 360 (16e e); XXIV, p. 78 (1522); XL, p. 122 (1517); XLVI, pp. 131 (1512; 1554), 167 (1493) Niermeyer, Honderd, p. 4 (1268) Niermeyer, J.F., Delft en Delfland, blz. 98Obreen, Stukken, pp. 140 (14e e), 143(1316), 146-147 (id) Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 91 (1715), 93(1742), 136 e.v. (1715), 168 e.v. (1742) O. Oppermann, Opmerkingen over Hollandsche stadsrechten der XIIIe eeuw (1923) 23.Oud Delft serie sedert 1962Rees, Geschiedenis, pp. 115 (1554), 116 (1555)Schadee, Sententiën, p. 355 (1447) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 204-205 (1484), 219 (1486), 323-324 (1498), 353 (1501), 460 (1480-1500), 465 (1501) Spiegel, Ronald A. van der, Veenpachters van Wassenaar in Haagambacht 1554 in: Ons Voorgeslacht 2021, nr. 742, blz. 316-324Sterck, Opkomst, p. 162 (1345) T.S. Zeeland I, p. 217 (16e e) Theissen, Regering, pp. 192-193 (1536)Timmer, Konflikten (1536) Timmer, Vier, p. 93 (1752) Verhofstad, Regering, pp. 62 (1543), 64-65 (1553) Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 150W.D.B.I.U.A. 1874, 5 september, p. 2;  12 september, p. 2 Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854) Zuiden, Lijfrenten........, Jorys de Bye, thesaurier van Delft, en Christiaan II, koning van Denemarken 1523, in: Hist. Gen. Kron. 4e jrg, 278websiteshttp://www.ballfamilyrecords.co.uk/delft/I191.htmlNicolaes Lambrechtsz Paspoort is collecteur van de zoutimpost in 1622 in Delft of Kralingen