Elden in de 2e eeuw

Elden in de 2e eeuw

De Bataven komen uit Germania. Keizer Trajanus (98-117) maakt een regeling voor het bestuur van het gebied. Het gebied wordt onderdeel van Germania Inferior. Binnen dit gebied worden civitates ingesteld die ruwweg overeenkomen met het gebied van een stam. Binnen de civitas wordt een bewoningseenheid begiftigd met bijzondere rechten. Bijvoorbeeld de Civitas Batavorum met Nijmegen als hoofdplaats. Tussen 125 en 185 n. Chr is, wordt beweerd, door Megin van Harda of Megin Hardes in de buurt van het huidige Elden een nederzetting gesticht. Megin zou een Anglische leider en stamhoofd zijn. De naam Meinerswijk of Meginhardeswich houdt daarmee beweerdelijk verband (wijk van de machtige Harda). Ook de naam Elden zou Anglisch zijn (ael = tempel, offerplaats; thun = tuin, oord). Septimius Severus, keizer van Rome (193-211) , voert inspecties uit bij de grens en laat daarna diverse forten opknappen. In Elst zijn resten gevonden van drie tempels uit de Romeinse tijd die waarschijnlijk gewijd zijn aan o.m. de Germaans-Romeinse Hercules Magusanus. Ook zijn sporen gevonden van een Romeins badhuis. Economisch gezien leeft de bevolking voor het grootste deel van het voorzien in de behoeften van Romeinse garnizoensplaatsen langs de Rijn. In het fort in Meinerswijk worden 89 beenderen van vee gevonden, 8 van schapen of geiten en 22 van varkens. Grote hoeveelheden pollen van granen zijn gevonden

BRONNENinternethttp://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Gelderland] literatuur-Stallibrass, Sue/Thomas, Richard, Feeding the Roman Army, The Archaeology of Production and Supply in N.W.-Europe, Oxbow Books, Oxford 2008;