Elden in 1300-1310

Het jaar 1300

De familie Ploech had rond 1300 veel bezittingen bij de overzetplaats bij Meinerswijk. In Meinerswijk zijn resten van drie rivierschepen gevonden die moeilijk te dateren zijn. Er wordt verondersteld dat ze uit de 12e of 13e eeuw stammen

BRONNENliteratuurReinders, H.R. (ed), Drie middeleeuwse rivierschepen gevonden bij Meinerswijk, Opgravingsverslagen 5, 6 en 7, Flevobericht 221, Lelystad 1983; Verkerk, Coulissen, blz. 155.overige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats;

Het jaar 1301

Er bestaat een pachtcontract met betrekking tot Eldense goederen van 20 juli 1301. Eigenaar is Henricus Brune uit Deventer, zoon van Jacobus (dictus) Brune (burgers van Arnhem). In het contract worden de naam Wellekinus genoemd en Godefridus (Godekinus) Pape.

"Wellekinus en Godefridus Pape, schepenen te Arnem, oorkonden, dat Henricus Bule en Johannes, zijn bloedverwant, gepacht hebben voor 8 jaar van Henricus Brune van Daventria, zoon van wijlen Jacobus Brune, burger te Arnem, zijn goederen te Elden, met ingang van St. Maarten aanstaande, welke pacht zij voor de eerste 4 jaar betaald hebben en voor de vier jaar daarna jaarlijks moeten betalen met 10 pond en 19 solidi en 10 ganzen, terwijl Henricus Brune het bezit van die goederen moet garanderen. Datum anno Domini MºCCCºIº feria quinta ante Marie Magdalene., 1301 Juli 20" BRONNENliteratuurVerkerk, Coulissen, blz. 398overige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats.

Het jaar 1302

Op 11 juli 1302 vindt op het Groeningeveld bij Kortrijk de Gulden Sporenslag plaats. De Vlamingen verslaan daar een Frans leger. Het is een koude zomer. Het najaar is zeer koud.

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1303

Johannes Cesarii was gehuwd met Elizabet met wie hij land bezat in Elden. Ze gaven het samen in erfpacht uit in 1303 voor twee en een halve pond. Het betreft een stuk land bij Wada onder Elden en een hond in Elden dat Kirkeland heet

BRONNENliteratuurVerkerk, Coulissen, blz. 660-661overige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1304

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats


Het jaar 1305

Er is sprake van een heftige winter van 1305-1306. Uitingen behorend bij de Kleine IJstijd

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1306

Tot diep in de lente is het in ons land koud. Er heerst gebrek aan eten, drinkwater, brandstof en veevoer. Er vallen vele slachtoffers.

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1307

Uit de tolrekening van Lobith van 1306-1307 wordt de omvang van de invoer en uitvoer over de Rijn duidelijk.

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1308

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1309

De oudste vermelding van de Malburgse kerk dateert uit 1309. Plebaan Theodericus Palmar kocht "in Malbergh" in dat jaar de hoeve van Theodricus de Weda en Aleydis zijn vrouw. Malburgen valt dan onder het dekenaat Emmerich. Tijdens de kerst van 1309 is sprake van hevige kou

BRONNENoverige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats

Het jaar 1310

Er zijn plannen voor de aanleg van een waterverbinding tussen Arnhem en Nijmegen. Volgens Smetius zou met toestemming van keizer Hendrik VII een vaart tussen die plaatsen gegraven worden met daarlangs een hoge grindweg. Nijhoff zegt het zo: Reeds in 1310 werd Reinoud, graaf van Gelre, door Keizer Hendrik VII gemachtigd door de Betuwe tussen Arnhem en Nijmegen een dijk of weg te maken met een bevaarbaar kanaal daarlangs. Dit alles om met trekschuiten heen en weer te kunnen varen. Tot uitvoering van het plan is het toen niet gekomen. In deze tijd is in de winter vervoer van Elst naar Arnhem nauwelijks mogelijk. Elden, Rijkerswoerd en Aam zijn dan alleen via diepe, kronkelige karresporen te bereiken. De officiële weg loopt over Lent, Bemmel via de Karstraat naar Huissen en vandaar via het Malburgse veer naar Arnhem. In januari 1310 is er zware ijsgang en overstromingen door plotselinge dooi. In de zomer vernielt hagelregen de gewassen.

BRONNENliteratuurAlterra-rapport nr. 405, blz. 27; Nijhoff 1830 I, nr. 116overige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats