Daalhem-Delfshaven

DaalhemPlaats gelegen tussen Maastricht en Luik. Ook Daelhem.algemeenbestuurdrossaard=sinds 1752 is Charles John Bentinck tot Nijenhuis [1708-....], de generaal muntmeester, drossaard van Daalhem en ‘s Hertogenrade [NNBW 1911, blz. 298; Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 80]
bestuurdrossaard=Charles John Bentinck [1708-1779], heer van Nijenhuis was van 1752-1779 drossaard van Daalhem 
oorlogOp 25 april 1568 het toneel van de strijd tussen de Spanjaarden en een deel van het leger van Willem van Oranje. Aan de kant van Oranje honderden doden waaronder veel uitgewekenen [Verwoert,, Handwoordenboek I, blz. 143]
BRONNENliteratuurVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 143

Dainville

Gemeente in het departement Pas de Calais ten westen van Arras. Ook Dianae villa, Daginvilla (7e-12e eeuw), Dainvilla [1240], Danivilla, Danvilla, Davilla

algemeen

Aanvankelijk in de Romeinse tijd een plaats waar een tempel voor de godin Diana was. Charters uit de 7e, 9e en 12e eeuw noemen de plaats. Het diploma van Hincmar uit 870 spreekt over een hospitaal voor armen met 7 huisjes.

belastingen

In 1475 betaalden 19 arme huishoudens tezamen 18 sol. in Dainville en 16 rijke huishoudens tezamen 3 lb 16 sol. een verhouding van 1:5.  [1 libra is 20 sols; 1 sol is 12 deniers; 19 huishoudens betalen 216 den = 11,4 p.h.; 16 betalen 912 den = 57 p.h.; 11,4 staat tot 57 als 1:5]. Behoeftigen zonder vaste woonplaats, zoals bedelaars, worden niet belast. De zgn "disarmen" betalen in Artesië wel. BRONNENBlockmans/Prevenier, Armoede, blz. 508

economie

In 1790 zijn er drie molens (een korenmolen van Jean Amable, een molen om schors te malen van Lefrand en een oliepelmolen van de weduwe Flahaut)                                                                       

geestelijkheid

Thierry III geeft in 673 Dainville aan de Abdij van Sint Vaast....................................BRONNENHarbaville, Mémorial, blz. 121-122

gemeente                                                                       

Er zijn 2188 inwoners in 1962, 5392 in 1999 en 5768 inwoners in 2014.BRONNEN

oorlog

-Op 27 juni 1475 steekt het leger van Lodewijk XI Dainville in brand. -Napoleon bevindt zich van 29 tot 31 augustus 1804 in Dainville..........................................BRONNENHarbaville, Mémorial, blz. 122 [1475]

sociale voorzieningen

Het diploma van Hincmar van 870 voorziet in de vestiging in Dainville van zeven huisjes voor de opvang van arme omwonenden en passanten ["ad hospitale pauperum"]. .....................................................Harbaville, Mémorial, blz. 122

bronnen

internethttps://www.wikiwand.com/nl/DainvilleliteratuurBlockmans, Willem Pieter/Prevenier, Walter, Armoede in de Nederlanden van de 14e tot het midden van de 16e eeuw: bronnen en problemen, in: Tijdschrift voor Geschiedenis 1975/4, blz. 501-538.Blockmans, W.P./Prevenier, W., Poverty in Flanders en Brabant from the 14th to the mid 16th century, in: Acta Historiae Neerlandicae; Studies on the History of the Netherlands, Springer 2012, blz. 30Ecole normale d'instituteurs d'Arras, Villages d'Artois à l'Ouest d'Arras, 1977, blz. 99-100Harbaville, M., Memorial Historique et Archéologique  du Département  du Pas-de-Calais, 1842, blz. 121-122Nolibos, Alain, Dainville autrefois, Commune de Dainville 1989overige bronnnenGoogle Search (Dainville)

Dalem

Een dorp in de Tielerwaard in de gemeente Gorinchem.

algemeen

In 1518 heeft Dalem een kapel en 13 tot 18 huizen. De huizen zijn zo slecht dat er geen huur wordt gevraagd. Tot 1 januari 1818 is de naam Dalem, daarna Vuren. Het behoorde tot de provincie Gelderland tot 1986. Vanaf 1986 behoort het dorp tot Zuid-Holland. 

Meerman laat in Dalem en Vuren twee nieuwe schoolhuizen bouwen en in 1804 voor f 20.000 een geheel nieuwe kerk in Dalem. De oude kerk werd door de storm van 1802 onbruikbaar.

heerlijkheid

In 1077 is Jan IV van Arkel (1085-1143) in het bezit van de heerlijkheid Dalem [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 144] Hij is een zoon van Jan III van Arkel en Adelheid van Heusden. Zijn echtgenote is Aleidis van der Aare. Hij sneuvelt in de Grimbergse oorlog. Jan IV geeft aan zijn broer Folpert [van der Lede] van Arkel (1115-1196) de halve heerlijkheid Dalem. 

Floris van Arkel (1143-1207), zoon van Folpert van Arkel, erft van Hugo "Botterman" van Arkel (1116-1143) Bottersloot, Spijk, Blokland en Dalem

In 1254 wordt Floris van Dalem oor Jan van der Leede  en Hugo van Arkel beleend met de heerlijkheid Dalem

In 1302 is Floris van Arkel, heer van Dalem. Na zijn dood wordt Johan van Arkel de zoon van zijn broer heer van Dalem

In 1382 geeft Otto van Arkel (1330-1396) met Jan heer van Hagestein die van Dalem ten eeuwigen dage de volgende rechten: alle zaken worden berecht door schepenen van Dalem en voorts gelden alle punten uit het handvest van Gorinchem. 

Begn 15e eeuw komt Dalem met het Land van Arkel aan Holland. In die eeuw zijn er twee belastingen ter bekostiging van de waterstaat, het Dalemse dijkgeld en.... Als de Waaldijk en/of de Lingedijk doorbreken kan het water niet uit de Tielerwaard weg, tenzij men het laat weglopen via een gat in de zuidelijke Lingedijk of een gat in de Dalemse dijk . In 1415 komt Dalem overeen dat in geval van nood hulpgaten in de Dalemse dijk mogen worden gemaakt maar de herstelkosten moeen dan wel door de Tielerwaarders worden betaald. Mogelijkerwijs zijn deze kosten per morgentaal over de Tielerwaardse grond omgeslagen.

Op 22 maart 1423 verkoopt Floris van Dalem, zoon van Jan van Dalem, de heerlijkheid met Schuvenoord en Staden aan de Gelderse hertog Arnold van Gelre voor 2260 kronen. Dit bedrag is betaald door de ambten Tielerwaard, Bommelerwaard, Beesd en Renoy, door de abt van Marienweerd en door de heren van Asperen en Heukelom. De Ridderschap en Geestelijkheid van Tielerwaard eisten voor de verering van de hertog dat (1) Dalem, Staden en Schuymenoord voor altijd Gelders zou blijven (2) Dalem zal vallen onder de schouw van Tielerwaard (3) een "daag'lijks Richter" in Dalem zal worden aangesteld (4) Dalem zal vallen onder de hoge bank van Tuil en altijd blijven onder het ambt van Bommel en Tielerwaard (5) niemand zal erf verkopen zonder dijk (5) als de dijk bedijkt is te hoofden in Dalem en op Staden die de heer toebehoren zal en zal de dijk houden "op sijn goed", drie morgen tienden betalen evenveel als twee morgen land, de hofsteden betalen en "het reed goed" dat redelijk is. De hertog bevestigt een en ander in 1425.

In 1484 zijn schepenen in Dalem: Willem Vrederiksz en Jacob Meussz

In 1498 geeft hertog Karel van Egmond, in strijd met de belofte van zijn grootvader Arnold van Egmond, Dalem in pandschap aan Willem van Rossem voor 300 Rijnlandse guldens. 

In 1502 is er een verschil van mening tussen hertog Karel en Holland over Dalem

In 1505 draagt Willem van Rossem de heerlijkheid met toestemming van de hertog op aan Hendrik van Gent

Op 6 juni 1517 geeft hertog Karel het graafschap,domeinen en de dijkschouw van Dalem aan Christoffel, graaf van Meurs, tot zijn dood in 1566

In 1528 is er een verschil van mening tussen hertog Karel en Holland over Dalem

In december 1566 overlijdt Christoffel, graaf van Meurs. Het Hof neemt dan namens de koning bezit van de heerlijkheid. De dochters van de graaf blijven recht claimen op de heerljkheid

Op 13 september 1567 wordt Joachim Hopperus door de koning verleid met de heerlijkheid thinsen en tienden als een erfelijk Gelders leen. Joachim overlijdt op 15 december 1578

Zijn zoon Gregorius Hopperus volgt hem in 1578 op. Hij overlijd in 1612 

In 1646 zijn er procedures voor het Hof over het rechtsgebied van Dalem tussen de ambtman van Tielerwaard met de Momboir tegen de toenmalige heer

In 1734 verkopen de Gedeputeerde Staten van het Kwartier Nijmegen de aan de provincie Gelderland leenplichtige heerlijkheden Dalem en Vuren. De predikant over Vuren en Dalem wordt door de heren van Vuren en Dalem aangesteld. De dominee heeft vrij wonen en een tractement van 500 gulden dat door beide heren voor de helft moet worden betaald. In aftrek komt "den geheele en halven Stuyver op de Middelen dezes Quartiers en Verpondinge". De heren van Vuren draaien op voor het onderhoud van het schoolhuis en het tractement van de schoolmeester (Dalem f 75). Voorts komt Vuren op voor de kosten van de dijken van Herwijnen tot Dalem en Dalem voor de kosten van de dijken langs de Waal en de Linge

In 1735 draagt het Kwartier van Nijmegen de heerlijkheid onder zekere voorwaarden over aan de Graaf van Byland.

In 1754 is er een missive van het Kwartier van Nijmegen aan de Staten van Holland klagend over de amotie door de Directeur Prevost met assistentie van militie gedaan van de reparatien door den Rentmeester van den Heer van Dalem gedaan aan een kribbe te Dalem tot conservatie van de Dalemse dijk. De Gecommitteerde Raden worden op 29 november 1754 om advies gevraagd.

In 1771 koopt mr. Johan Meerman de heerlijkheden Dalem en Vuren van de Graaf van Bijland

In 1797 is mr. Johan Meerman vrijheer van Dalem en Vuren. Hij heeft in dat jaar een dispuut met de hoogleraar in de Nederduitse letterkunde Matthys Siegenbeek over de vokaalverdubbeling in het Nederduits. Van 1797 tot 1800 maakt hij een reis door het Noorden en Noordoosten van Europa.

Van         is Michiel Viruly (1781-1852) heer van Vuren en Dalem 

oorlog

In 1795 en 1813 leed het dorp onder het oorlogsgeweld [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 144]

BRONNEN

literatuurBavel, B.J.P. van, Goederenverwerving en goederenbeheer van de abdij Mariënweerd (1129-1152), Uitgeverij Verloren 1993, blz.113, 378-379, 502De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst geïllustreerde beschrijving, Volume 3, deel 1, nummer 2, blz. 451-455Generaale index op de register van de heeren Staaten van Holland, deel 15Heymans, Henrik, Koops conditien van de heerlyckheden Vuyren, Dalem en Marienweerth, 1734 Hooijkaas, C., Vuren en Dalem in oude ansichten, Europese Bibliotheek 1972Hopper, Joachim, D. Ioachimi Hopperi Frisii, I.C. Equiis Aurati, Domini de Dalem...., Cholinus 1580Kemp, Abraham, Leven der doorluchtige heeren van Arkel, ende jaar-beschryving der stad Gorinchem, Vink 1656, blz. 22, 36, 44, 119, 175, 226, 233-234, 252-253, 269, 399, 404, 426Racer, Gedenkstukken, deel 2, p. 232 (1331), blz. 261 e.v. (1188) Registers der Stucken; begrepen in alle delen des groot Gelderschen Placaet-Boecks, H. van Goor 1740Resolutien van de Heeren Staaten van Holland en Westvriesland, 1755, tweede deel, blz. 932, 938, 959, 1199, 1202, 1210-1211, 1216, 1221, 1226-1227Siegenbeek, Matthys,  Aan Mr. Johan Meerman, heer van Dalem en Vuren, ten antwoord op zijnen brief over de vokaalverdubbeling in he Nederduitsch, Johannes Allart, Amsterdam 1807 Spaen, Willem A., Oordeelkundige inleiding tot de historie van Gelderland deel 3, Utrecht 1804, blz. 327-331Sterk, Arie, Dalem in vroeger tijden, Deboektant 1994Veen, J.S., Landrecht van Dalem van 11 november 1382, in: VMOVR deel V blz. 190Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 144W.D.B.I.U.A. 1873, 21 juni, p. 2Water, Jona Willem te, Levensberigt van den Heere Mr. Johan Meerman, heer van Dalem en Vuren, blz. 11 en 68

Dalen

belastingen

Collard is rijksontvanger in Dalen [Wal, Bijdragen 1842, blz. VI]
BRONNENliteratuurT.S. Drenthe, pp. 80 (Rep), 81 (id)

Dalenbroek

literatuur

Dingemans, Inventaris

Dalfsen

algemeen

=Koning Otto I bevestigt 15 januari 947 het klooster Essen in zijn rechten en bezittingen, waaronder de hoven Olst, Archem bij Ommen en Ierte in de buurtschap Lente onder Dalfsen [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 109, blz. 114].=er zijn zes havezaten: Rechteren, de Berg, de Leemkuil, de Ruitenberg, Alerdink en de Gerner [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 82]=slot Rechteren en slot de Gerner liggen bij het dorp. Toen de Spanjaarden in 1591 bij de komst van prins Maurits inderhaast vertrokken waren, haastten de met brandschattingen geteisterde landlieden zich de sloten te slechten [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 82-83]

bestuur

gemeente

burgemeesterAlexander baron van Dedem is burgemeester van Dalfsen
BRONNENliteratuurDoorninck, Tijdrekenkundig V, p. 13 (1496) Formsma, Nieuwe, p. 124(1587) Kuile, Ontstaan, p. 574 (1245) Navorscher XL, p. 436 (17e e); XLVIII, p. 15(17e e) T.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 251 (1602), 272 (1611) W.D.B.I.U.A. 1873, 3 mei, p. 3 Wie is dat, blz. 118Wijnpersse, Statistiek, p. 384 (1854)

Dalhem

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 120-121 (1551)

Eversen, Bijdragen, pp.  155 (Rep), 161 e.v. (id)

Henne, Histoire VIII, p. 274 (1546)

Maasgouw 1879-1881, p. 486 (17e e)

Dam, den

heerlijkheid

In 1695 is Arnoud Joost van Keppel heer van de Voorst, 't Velde en den Dam [Adel1925, blz. 112]
BRONNENliteratuur

Damme

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 154 e.v. (1551), 166 (id) 

Chijs, Munten, blz. 3 (1213)

Henne, Histoire V, pp. 178 (1541), 307 e.v.  (1536-37) 

Navorscher X, p. 177 (1252); XIII, p.  184 (1252) 

Obreen, Stukken, p. 155(1252) 

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 289 (1495) 

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 145(1514), 146 (id)

Damvillers

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 139-140 (1551)


Dantumadeelbelastingenontvanger-generaalO. Adama is ontvanger-generaal van Dantumadeel [Nav1870]
bestuurdrostDaniel de Blocq van Haersma (1732-1814) wordt in 1805 benoemd tot drost van Dantumadeel, Kollumerland en Achtkarspelen (WP)
grietman=Sjuk Eminga wordt in 1580 aangesteld als grietman [Kok13, blz. 279]=Tjaard van Aylva [.....-1623] wordt in 1601 grietman van D.  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 324]=Gijsbertus van Aernsma of Arentsma  [...-1631] is grietman van 1620-1631 [Repertorium]=Sjoerd van Aylva wordt in 1666 grietman [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 324] 
BRONNENliteratuurWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 22Wijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)

Darthuizen

BRONNENliteratuurRootselaar, Rekening, pp. 34 (1585-86), 61 (1574-85), 94 (1586)Wijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)
DedemsvaartBRONNENliteratuurTeixeira de Mattos, L.F./Déking Dura, A., De Dedemsvaart, J.J. Tijl 1903
DeilPlaats in Gelderland. Ook Deyl.gemeenteburgemeester=G. Kolff is burgemeester van Deil [Aa, Aard1, blz. heerlijkheid=Op ….is Gerard Maximiliaen Pinssen van der Aa heer van Deyl [BMHG 1877, blz. 359]=In 1814 is Jacob Adriaan Taets van Amerongen heer van Deil [Adel1925, blz. 216]
DeinumBRONNENliteratuurW.D.B.I.U.A. 1872, 29 juni, p. 3

Deinze

Stad in Vlaanderen



BRONNENliteratuurAbeele, Albyn van den, Geschiedenis van de stad Deinze, Gent 1865Baelde, Domeingoederen, pp. 155 (1551), 158 (id)Blockmans/Prevenier, Armoede, p. 513 (1469)Lyon/Verhulst, Medieval, p. 21 (12e e)

Delden

Stad in Overijssel

algemeen

=de kerk is in 1294 door het kapittel van Sint Pieter met de tienden geschonken aan het Sint Lievens Kapittel in Deventer [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 101]=de regering bestaat uit zes burgemeesters, een secretaris en zes gemeenslieden [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 102]=er zijn havezates: Slot Twikkel of Twikkelo, Oldemole, Dublink, Graes, Hachmeule en Backenhage [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 102  ]
BRONNENliteratuurFormsma, Nieuwe, p. 125(1587)Racer, Gedenkstukken, deel 2, p. 325 (1528), 335 (1644) T.S. Overijssel II, pp. 255 (1605), 267 (id), 308(1475) Wijnpersse, Statistiek, p. 384 (1854)

Delfgauw

literatuur

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 250 (1491)

Delflandalgemeen-In 1255 is Delfland bedijkt [Berg, Proeve, blz. 2]-Delfland bestaat uit vijf Oost-ambachten en acht West-ambachten, tesamen rond 34.000 bunders [Berg, Proeve, blz. 3]
belastingenomslagenIn 1785 meoten 50 stuivers per morgen worden opgebracht [Kok13, blz. 68]sluisgeldenDe ambachten zijn verdeeld in sluizen. Per sluis worden sluisgelden betaald, gelden opgebracht voor onderhoud van de waterwerken. Er wordt bij alle sluizen tesamen 31.200 morgen belast [Berg, Proeve
bestuurbaljuwAdriaen Boogaert [1634-1708] is  in 1699-1708 baljuw en dijkgraaf van Delfland [NNBW 1911, blz. 404]

dijkgraaf

Adriaen Boogaert [1634-1708] is  in 1699-1708 baljuw en dijkgraaf van Delfland [NNBW 1911, blz. 404]
heemraadAdriaen Boogaert [1634-1708] wordt in 1681 heemraad van Delfland [NNBW 1911, blz. 404]
hoogheemraadAdam Adamsz van der Duyn [25 februari 1504-.......] is hoogheemraad [Kok13, blz. 31]Nicolaas Adamsz van der Duyn is hoogheemraad [Kok13, blz. 34]Adam Nicolaasz van der Duyn is hoogheemraad [Kok13, blz. 35]Adam Philips van der Duyn is hoogheemraad [Kok13, blz. 36]Arnold Joost van der Duyn is hoogheemraad [Kok13, blz. 36]=Simon van Beaumont [1641-1726] wordt op 12 maart 1681 hoogheemraad van Delfland [NNBW 1911, blz. 265] 
welgeboren mannenFrank Adriaensz Noordermaes alias van 't Woudt is welgeboren man in de jaren 1629-1631, 1635-1636, 1644-1646 [Reuvers, Beschrijving, blz. 502]
BRONNENliteratuurEngels, Geschiedenis, pp. 39 (1336), 41 (1334) Gosses, Welgeborenen, pp. 45  (m.e.), 76 (1335), 117 (id) Navorscher XLV, p. 634 (1406)Delfshavenalgemeen=op 8 september 1394 geeft hertog Albrecht van Beijeren aan die van Delft vergunning voor het graven van een vaart van Overschie tot aan de Maas [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. =in 1601 varen 200 haringbuizen vanuit Delfshaven [Fruin, Tien, blz. 213]

bestuurmagistraatDe magistraat van Delft heeft het bestuur over Delfshaven. De uitvoering laat hij over aan onderregenten die hij zelf kiest en benoemt In 1725 stelt de magistraat een reglement vast over het bestuur in Delfshaven [Ripperda, Politie27]
rentmeesterNicolaas Antoniszn van Hodenpijl is rentmeester [Roelants, Gulden, blz. 92]oorlogin 1488 nemen de Hoeksen Rotterdam in en leggen Delfshaven in de as [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]in 1572 nemen de watergeuzen onder Lumey de stad in, maar worden verdreven door de Spanjaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 150]
BRONNENliteratuurBecht, Statistische, p. 140 (1584)Dobbelaar, Opgaven, p. 138 (1754) Engels, Geschiedenis, p. 118 (1605) Fruin, R., De tachtigjarige oorlog. Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588-1598, 7e druk, Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage 1899, blz. 213Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 93 (1742), 174 e.v. (id) Timmer, Vier, p. 93 (1752) Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 150Wijnpersse, Statistiek, pp. 382 (1854), 396 (1853)