Elden in 1500-1519

Het jaar 1500

Goessen van Bemmel, richter in de Overbetuwe, oorkondt, dat Simon Oerinck overgedragen heeft aan heer Jacob Vaeck, priester, provisor, en Sander Tengnagel, huismeester van het St. Peters gasthuis te Arnhem, ten behoeve van dit gasthuis, een huis en hofstede, groot 4 morgen land, gelegen in het kerspel Elden, op voorwaarde, dat Simon des morgens en des avonds in het gasthuis gevoed zal worden. Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vijffhondert des sMaenendaechs nae St. Remeys' dach. Afschrift in inv. no. 23, fol. 230 verso.

Deken en kapittel van St. Peter te Utrecht erkennen op 15 april 1500 in eeuwigdurenden erfpacht gegeven te hebben aan Wynant van Doernynck Willemszoon de helft van het veer te Arnhem, tegen een pachtsom en op voorwaarden, omschreven in den brief d.d. 1415 April 11

13 oktober 1500: De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Gerard van Arnhem, niet te verzuimen tot Pinkster a.s., 2b fol. 3v.

Rond 1500 wordt door kloosterlingen uit het klooster Bethanië in Arnhem een mirakelboekje geschreven over de genezingen die door het aanroepen van Eusebius en de verering van zijn relieken beweerdelijk hebben plaatsgevonden. Ook mensen uit Elden en De Praast ondernemen de tocht naar de Arnhemse kerk.

BRONNENarchieven Gelders Archief Oud Archief toegangsnr. 2000, nr. 3.1. Regesten, nr. 1241literatuurRepertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1501

Sander Tengnagel en Brandt van Delen, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Alijt van Lyenen Fredericx dochter overgedragen heeft aan heer Jacob Vaick, provisor van het hospitaal van St. Peter te Arnhem, ten behoeve van dit hospitaal, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit een huis in de Beckerstraat, grenzende aan een gang naast het hospitaal van St. Catharinen, met een hof voor de Rhijnpoorte, alsmede een boomgaard in het kerspel Elden, op voorwaarde, dat Alijt jaarlijks een aantal vruchten uit den boomgaard zal ontvangen. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende een des Donnersdaeges nae onser Liever Vrouwen dach purificationis. Afschrift in inv. no. 23, fol. 221.

Sander Tengnagel en Brant van Delen, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Alijt van Lijnden, zuster van wijlen heer Gijsbert van Lijnden, pastoor te Helzem, overgedragen heeft aan heer Jacop Vaick, priester, provisor van het hospitaal van St. Peter te Arnhem, ten behoeve van dit hospitaal, een rente van 2 oude schilden 's jaars, gaande uit een huis, genaamd Kullertz huis, gelegen bij den Oort, grenzende aan een steeg, met een hof buiten de Rhijnpoorte en een boomgaard in het kerspel Elden, op voorwaarde, dat Alijt jaarlijks een aantal vruchten uit den boomgaard zal ontvangen. Gegeven int jaer ons Heeren vijfthienhondert ende een des Donnersdaeges nae onser Liever Vrouwen daege purificationis. Afschrift in inv. no. 23, fol. 223.

Over de bezitsverhoudingen in het jaar 1501 "in het land van Culemborg" meldt Van Bavel, over Elden:

10% van de grondbezitters bezit 1% van de totale oppervlakte

20% 2%

30% 3%

40% 5%

50% 8%

60% 13% *

70% 21% *

80% 34% *

90% 55%

100% 100%

* herstel van foutieve optelling (La)

De totale oppervlakte was toen 831 morgen; het aantal bezitters 52 en de gemiddelde grootte van de percelen 16 morgen. Zie ook Van Schaik, Nijmegen, blz. 99. [vanaf blz. 8]

23 juni 1501 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Gerard van Arnhem Wijnandsz., die ziek is, niet te verzuimen tot Kerst a.s., met lijftocht van Sofia van Voorst en Arnhem, zijn moeder, 2b fol. 10v.

6 oktober 1501 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Gerard van Arnhem Wijnandsz., 2b fol. 11.

BRONNENliteratuurVan Bavel, Transitie, blz. 105; Van Schaik, Nijmegen, blz. 99; Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1502

Derck en Jacob Schulinck, broeders, en Adriaen Alberts met diens vrouw Hille erkennen verkocht te hebben aan Wolter Duymken 3½ morgen land in het kerspel Elden ten Westen van den Moeywech, uit welk land eenige renten gaan. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende twee des neesten Manendaegs nae den Heyligen Nyenjaersdach genoempt to Latijn Circumcisionis Domini. Afschrift in inv. no. 23, fol. 236.

Peter de Wrede, tynsheer van het hierna beschreven goed, oorkondt, dat Symon Oerinck overgedragen heeft aan het St. Peters hospitaal te Arnhem een huis en hofstede met 4½ morgen land, gelegen in het kerspel Elden. Gegeven int jaer onss Heeren duysent vijffhundert ind twee op der Heyliger Drieconingen dach. Afschrift in inv. no. 23, fol. 231 verso.

Johan van Heerler, richter in de Overbetuwe, oorkondt, dat Arnt van Wese, gevolmachtigde van het gasthuis van St. Peter te Arnhem, door hem in het bezit is gesteld van een huis en hof met 4 morgen land in het kerspel Elden, behoord hebbende aan den thans overleden Symon Oerinck, terwijl Arnt van Eymeren diens bezit is ontzegd. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ende twee des Saterdaechs nae den Assele Woensdach. Afschrift in inv. no. 23, fol. 232 verso.

In 1502 zijn die van Nijmegen en Arnhem bij Elden in gevecht met de Kleefse troepen. De Kleefsen winnen. Vooraf hebben Elst en Randwijk geplunderd. Ook een Gelderse bende van 1500 man in de Liemers worden verslagen De Kleefsen keren terug naar huis met 200 krijgsgevangenen. De omgeving van Huissen is gebied van het hertogdom Gelre. Huissen, Malburgen en de Kleefse Waard zijn Kleefs gebied en vormen een enclave . Op 26 mei 1502 begint het beleg van Huissen en op 26 juni 1502 wordt Huissen ontzet. Aan het ontzet neemt het schuttersgilde Sint Gangulphus deel. Elden wordt door Emmerikse soldaten geplunderd.

BRONNENinternethttp://www.noviomagus.nl/Kroniek/Kroniek/KroniekSmetiusTyp6.htm;literatuurMS. Noet. Teschenmacheri Annal. Cliv. P. II. pag. 322. 527. Muller, Louis, Het beleg en ontzet historisch bekeken, in: De Huissense Gildenkroniek, december 2009, blz. 22-28 Pontanus Hist. Gelr. lib. XI. pag. 623; Schleijer, Algemeene Geschiedenis des vaderlands, deel 10, 1846, blz. 382;overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1503


BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1504

De heerlijkheid Meinerswijk is tot in 1504 in bezit van Jan van Mekeren Gijsbertsz.

Op 23 augustus 1504 wordt in Nijmegen een aardbeving gevoeld


BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande, 1438-1733, blz. 2Smetius Johannes, Chronyck van de oude stadt der Batavieren..1678, blz. 118overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken;

Het jaar 1505

Frederick, heer tot Bronchorst En Borckeloe, beleent heer Derick van Mekeren, provisor van het godshuis van St. Peter te Arnhem, ten behoeve van dit godshuis, met 4½ morgen land, gelegen in Eldenerwey, leenroerig aan de heerlijkheid Bronchorst. Gegeven op Sonnendach Letare Jherusalem anno XVc ind vijff. Afschrift in inv. no. 23, fol. 249.

23 juni 1505 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Elisabeth van Arnhem Gerardsd., niet te verzuimen tot 10-10- a.s., 2b fol. 29v.

10 oktober 1505: De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: me toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Jan van Doorninck voor Sofia van Arnhem, zijn nicht, met lijftocht van Sofia van Voorst, 2b fol. 32.

In 1505 wordt de Arnhemse stadsmuur uitgebreid

BRONNENliteratuurRepertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660 overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1506

2 december 1506 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

In 1506 wordt Gendt als onderheerlijkheid van Gelderland aan Hendrik van Gent geschonken

Wijnand, dochter van Gerard van Arnhem, bij dode van Elisabeth, haar zuster, niet te verzuimen tot Pasen a.s., 2b fol. 44.

BRONNENliteratuurRepertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660 overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1507


BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1508

11 april 1508 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.

Wijnand, dochter van Gerard van Arnhem, bij dode van Elisabeth, haar zuster, met lijftocht van Sofia van Voorst en Zeger van Rechteren van Voorst zal binnensjaars hulde doen, 2b fol. 57.

BRONNENliteratuurRepertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660 overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1509

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1510

2 juni 1510 De oude tiende (1434: grof) en de smalle in (1434: het kerspel) Elden (1393: met toebehoren) zonder de gift van de kerk van Elden.[Repertorium op de lenen en tijnsen van de proosdij Ten Dom, 1174-1660

Cornelia, dochter van Gerard van Arnhem, bij dode van Wijnand, haar zuster, en Zeger van Rechteren van Voorst zal binnen jaar en dag hulde doen, 2b fol. 71

BRONNEN
overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1511

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1512

Op 30 januari 1512 verzoekt Margaretha, hertogin van Parma, aan Henrik, hertog van Brunswijk, om de huizen en hoven der Arnhemse burgers en voorts de de dorpen Elden, Driel, Heteren en die van de Veluwezoom, waaruit die van Arnhem hun leeftocht bekomen, niet te verbranden en te verwoesten.

In 1512 overlijdt Johan van Rossum, heer van Rossum, Broekhuizen, Poederoyen, Oijen en Meinerswijk. Hij is de vader van Maarten van Rossum

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1513

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1514

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1515

Historici zien 1515 als het beginjaar van de Opstand [1515-1572]


BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1516

De naam Griet komt voor in een fragment uit 1516: "een teende tot Elden in Eldermaet op den Gryeten". De (Grote) Griet is een gebied tussen de Malburgse Wetering en de latere Griftdijk. Griet betekent grof zand of grind [Alterra-rapport blz. 33]

Deken en kapittel van St. Peter tUtrecht erkennen op 29 oktober 1516 in eeuwigdurende erfpacht gegeven te hebben aan doctor Wynant van Arnhem de helft van het veer te Arnhem tegen een pachtsom en op voorwaarden, omschreven in den brief d.d. 1415 April 11 [GA Oud Archief toegangsnr. 2000, nr. 3.1. Regesten, nr. 1311].

Burgemeesters, schepenen en raad van Arnhem oorkonden op 29 november 1516, dat meester Wynant van Arnhem, doctor in de beide rechten, verklaart in erfpacht te hebben ontvangen van deken en kapittel van St. Peter tUtrecht de helft van het veer te Arnhem op de voorwaarden, vermeld in den brief d.d. 1516 October 29 [GA Oud Archief toegangsnr. 2000, nr. 3.1. Regesten, nr. 1312].

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1517

Otto de Vree is tijnsheer van goederen in Elden. Of hij in Elden woonde is onbekend. Otto is getrouwd met Judith Willems van Amstel. Ze krijgen twee kinderen: Willem de Vree, overleden op 5 juni 1560, en de in 1503 geboren Naleke de Vree, overleden na 18 maart 1577. Otto overlijdt in 1541, Judith in 1558

In dit jaar draagt, volgens een oorkonde van tynsheer "Ott die Wrede", Hille Schulinck, de weduwe van Wolter Duym, in Elden een huis met hofstede en drie morgen land over aan Sint Peters hospitaal in Arnhem. Dat blijkt uit GA Arnhem, Inv. nr. 23 folio 237 (12 juni 1517)

Ott die Wrede, tynsheer van het hierna beschreven goed, oorkonde, dat Hille DUYM, weduwe van Wolter Duym, overgedragen heeft aan het St. Peters hospitaal te Arnhem, een huis met hofstede en 3 morgen land, gelegen in de buurschap Elden ten Westen van de straat, uit welk land eenige renten gaan. Gegeven int jaer onss Heeren duysent vijffhondert ind seventhien des Vrydaeges nae des Heyhgen Sacramentz dach. Afschrift in inv. no. 23, fol. 237.

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1518

Otto de Vree is tijnsheer van goederen in Elden.

De heerlijkheid Meinerswijk is tot in 1518 in bezit van Johan van Mekeren

BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande, 1438-1733, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken

Het jaar 1519

Otto de Vree is tijnsheer van goederen in Elden

Goessen van Honsselaer, richter in de Overbetuwe, oorkondt, dat Gertruyt Muys, Willem Muys met diens vrouw Marie, Pelgrum Sweerveger met diens vrouw HenricA, Lijsbeth en Stijntgen Muys en Herman Muys, kinderen van bovengenoemde Gertruyt, verkocht hebben aan heer Henrick Toenissen, priester, provisor van het St. Peters hospitaal te Arnhem, ten behoeve van dit hospitaal, 4 morgen land, gelegen in het kerspel Elden ten Zuiden van de straat, uit welk land gaat een rente van 1 pond 's jaars ten behoeve van het klooster Monnichuysen. Gegeven in den jaer onses Heeren vijfthienhondert und negenthien op St. Pouls avont conversionis. Afschrift in inv. no. 23, fol. 229.

Ott die Wrede, tynsheer van het hierna beschreven goed, oorkondt, dat Gerrit Snyder, Henrich en diens vrouw Luta overgedragen hebben aan het St. Peters hospitaal te Arnhem de helft van 1 morgen land in de buurschap Elden ten Zuiden van de straat. Gegeven in den jaer onses Heeren duysent vijffhondert ende negenthien op St. Bonefatius' avondt des Heyligen martelers. Afschrift in inv. no. 23, fol. 233 verso.

BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken