Zuid-Holland

Zuid-HollandProvincie in Nederland. Ook Zuyt-Hollandt (1445)
algemeen=Tijdens de veldtochten van Julius Caesar in Belgenland, bevolkten de Menapiers Zeeuwsch-Vlanderen, de eilanden van Zeeland en van de zuidhollandsche gouwe. Zij woonden ook nog benoorden den Ryn, bij de zee [DBNL]. =Toen, in het jaar 688, het leger van Koning Ritsaert door Pepijn van Heirstal overwonnen en hijzelf verslagen was, verbleven Zuid-Holland en Utrecht in de macht des overwinnaars  [DBNL]. =Pepijn strijdt in 692 in een veldtocht tegen Radboud. Pepijn weet te bemachtigen Frisia citerior, dat is waarschijnlijk het land ten zuiden van het Fliemeer, het tegenwoordige Zuid-Holland [DBNL]=het oude of vroegste Zuid-Holland is een landstreek die bestaat uit vier waarden: De Grote Zuid Hollandse Waard, de Zwijndrechtse- en Riederwaard, de Alblasserwaard en de Krimpenerwaard. Dit oude Zuid-Holland staat altijd onmiddellijk onder de graven van Holland. Behalve onder Graaf Dirk VII die in een oorlog tegen Hendrik, de hertog van Brabant, gevangen genomen wordt en genoodzaakt om in 1205 aan Hendrik Dordrecht en een gedeelte van Zuid-Holland af te staan. Maar niet lang daarna ontvangt Dirk dit weer van Brabant ter leen [Regt, blz. 46].=in 1826 is Den Haag de hoofdplaats van Zuid-Holland. De provincie is verdeeld in 13 steden en 239 plattelandsgemeenten. De 13 steden zijn Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht, Delft, Gouda, Schiedam, Gorinchem, Vlaardingen, Maassluis, Brielle, Woerden en Schoonhoven. Er wonen 214.040 mensen. De resterende steden Delfshaven, Leerdam, Vianen, Oudewater, Hellevoetsluis, Goedereede, Heukelom, Asperen en Nieuwpoort worden gerekend onder de 239 gemeenten. Er wonen 199.385 mensen [Gosselin, blz. XLI]
belastingenverponding=de Z-H landerijen moeten in 1785 voor gewone verpondingen f 5 en voor de bijzondere 50 stuivers van iedere morgen aan Zeeland betalen [Kok13, blz. 68]
bestuurbaljuw=op 8 september 1284 beveelt graaf Florens V van Holland de baljuw van Zuidholland [Gemeentearchief Dordrecht 35]: Florens graue van Hollant sinen baliu vant Suetho[ll]ant... wi ghebieden ju ende willent voertwart meer, dat ghi dat lant [dat] leghet the Dordrecht binnen der graft, doet hebben den scepen [DBNL]=Aland, ook Aloud, is in 1298 baljuw van Zuid-Holland (AaBioI.59, 192; Kobus/Rivecourt1.30; NNBW 1911, blz. 80]. Hij raakt in dat jaar in conflict met Dordrecht, dat meent dat misdaden daar begaan alleen daar berecht mogen worden (AaBioI.59). Bij de oneenigheden in 1299 over het bezitten van stille waarheid door den baljuw en het daarop gevolgde beleg van Dordrecht, werd Aloud, die het slot Crayensteyn te Over-Sliedrecht bezet had, door de dordtsche poorters gevangen genomen, en met zijne twee broeders, waarvan er een geestelijke was, zijn schildknaap en zijn scherprechter bij aankomst in de stad doodgeslagen. Hoewel graaf Jan II aan de Dordtenaars dezen doodslag reeds 12 Sept. 1300 vergaf, kwam de verzoening met de magen eerst in 1307 tot stand. Uit de stukken te dier zake nog overgebleven, blijkt, dat Aloud twee zoons naliet, Jan en Vriese, dat de verslagen knaap en de scherprechter Meeus Bod en Droeghe Doedekine heetten, dat als zoengeld wegens den moord op Aloud en zijn broeders door de stad moest betaald worden 1080 £ zwarte tournoysen, voor Meeus 90 £ en voor Droeghe 25 £ benevens 100 £ als voorzoen [NNBW 1911, blz. 80]=in 1387 is Arent van der Dussen baljuw van Zuid-Holland [Kok13, blz. 58=Floris van der Dussen wordt in 1445 benoemd tot baljuw van Zuid-Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 173;DBNL]=in 1445 is Joris van Eemkerk baljuw van Zuid-Holland [Regt56] =in 1620 is Adriaan van Blyenburg baljuw van Zuid-Holland [AaBio2, blz. 208]=Pieter de Roovere is baljuw van Zuid-Holland =Hoynck van Papendrecht, een "kloekhartigen" baljuw [DBNL]
gouverneur=Op de 4e december 1817 werd Adam Francois Jules Armand Graaf van der Duyn van Maasdam [1771-1848] benoemd tot gouverneur van Zuid-Holland, nam gedurende ruim zes en twintig jaren die hoge waardigheid met onvermoeide ijver waar, en zag zich, bij gelegenheid van de 25-jarige gedachtenisviering van de aanvaarding van die betrekking, vereerd door de Staten van Zuidholland, die hem door een commissie plechtig hun deelneming en erkentelijkheid deden betuigen, en hem een zilveren beker en een gouden gedenkpenning deden ter hand stellen [DBNL]. =In 1826 is graaf A.F.J.A van der Duijn van Benthorn en Maasdam gouverneur van de provincie Zuid-Holland en staatsraad [Gosselin, blz. VIII]=In 1844-1847 is mr. Johan Adriaan baron van der Heim [1791-1870] gouverneur[Roelants, Gulden, blz. 64]

domein=In 1672 was het domein in Zuidholland aan St. Paulus, den Dom en Oudmunster schuldig de som van 315 gulden 3 st. 's jaars (Resol. Holland, 5 Juli 1672, blz. 246, 247) 
financiënraad en rentmeester-generaal=in 1402 is Jan van Schoonhout raad en daarna rentmeester [DBNL]=in de 15e eeuw is Godschalk van Brakel Raad en Rentmeester-Generaal van Zuid-Holland [AaBio 2, blz. 357]=in de 15e eeuw is Willem van den Coulster rentmeester-generaal. Zijn dochter Beatrix is in 1472 getrouwd met Jan Duyk  [Kok13, blz. 61]=in de 16e eeuw is Krispijn Jansz van Boschhuysen Rentmeester-Generaal van Zuid-Holland [AaBio 2, blz. 315]=in 1584 wordt Willem de Beveren aangesteld als Raad en Rentmeester-Generaal van Zuid-Holland [AaBio 2, blz. 148]=in 1652 wordt Willem de Beveren aangesteld als Raad en Rentmeester-Generaal van Zuid-Holland [Aa, Bio 2, blz. 148-149]

godsdienst
landdeken=de landdeken, decanus ruralis, trad namens de bisschop op als eiser in zake van kerkelijke breuken; wat soms tot veel moeilijkheden, ook met de graaf, aanleiding gaf, o.a. in Zuidholland in 1414 [DBNL]
predikantenDe Staten besloten op 10 januari 1577 al de inkomsten van de pastoriën binnen elk kwartier van Holland ten platten lande, als Zuidholland, Rijnland, Delftland, Schieland en de landen van Overmaas onder één ontvang te brengen, opdat daaruit in het gemeen al de predikanten binnen die kwartieren ten gestelden termijne betaling ontvingen [DBNL]. 
heerlijkheid=op 3 mei 1283 verklaart graaf Floris V de heerlijkheden in Zuid-Holland van Willem IV van Brederode tot vrije heerlijkheden [AaBio 2, blz. 377]
oorlog=In de zomer van 1787 trok Mappa met zijn ‘vliegende leger’ van burgers het Zuidhollandse platteland rond om de orangistische boeren in het gareel te brengen en de kleinere steden op patriotse zijde te krijgen [DBNL]. =Frederik Boudewijn von Gagern wordt provinciaal commandant van Zuid-Holland [AaBio7, blz. 13]

rechtspraakhoge vierschaarDe graaf zat in 1399 in de hoge vierschaar van Zuidholland te Dordrecht ‘selver te recht’. [Oudenh. blz. 530; DBNL]. 
gerechtshof van Zuid-Holland=Jkh mr. Willem Joannes Junius van Hemert [1790-1858] is procureur-generaal van het provinciaal gerechtshof [WP8.256].=F.A.W. Beelaerts van Blokland  [1810-1886] is raadsheer en vice-president [NNBW 1911, blz. 273]=mr. Jacob van der Eijk is secretaris van het hof [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 197]=Multatuli is het oneens met een uitspraak in de zaak-de Vletter [Multatuli, Volledige werken, deel 4, blz. 190 e.v.]ridderschap=in 1789 werd de 18-jarige Adam Francois Jules Armand graaf van der Duyn van Maasdam lid van de ridderschap [DBNL]=In 1820 is jonkheer Teixeira uit Amsterdam lid van de ridderschap van Holland [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXVII]statenProvinciale StateninstellingIn de herziene grondwet die op 4 september 1840 (Staatsblad nrs. 48-59) kracht van wet kreeg, werd de provincie Holland vervangen door de twee provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. Bij KB van 10 oktober 1840 (Staatsblad nr. 67) werd dit uitgewerkt. De samenstelling van de beide Statenvergaderingen na de splitsing werd vastgesteld bij koninklijke besluiten van 9 en 11 november 1840. De jaarlijkse vergadering in juli vond afwisselend in 's-Gravenhage en Haarlem plaats 
leden=in ...is Johan Christiaan Boonzajer lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland [AaBio 2, blz. 273]=Jan Loopuyt [1761-1846] is lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 177]=In 1820 is Poelien van Nuland uit Dordrecht lid der Staten van Holland  [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXIII]=dr Christiaan Joannes Vaillant [1782-1863] is lid van P.S. [Roelants, Gulden, blz. 318]=Laurentius Knappert [1796-1878] is lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 10=mr Paulus du Rieu [1815-1883] is lid van PS [Leeuw1883, blz. 48]=Pieter Jacob van Dijk van Mathenesse [1825-....] is heer van Mathenesse en lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 11]=Cornelis Jan Bredius [1804-1873] is lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 115]=van 3 juli 1849 t/m 24 september 1850 is mr. J.J.A. van den Aardwegh lid van PS namens de landelijke stand van Oegstgeest  [Repertorium]=in 1862-1877 is mr. Hendrik Jacob baron van der Heim [1824-1890] lid van PS [Roelants, Gulden, blz. 66]=dr Laurentius Knappert [1795-1843] is op 15 december 1853 verkozen tot lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 248]=Joan Ignatius Hees van Berkel [1806-.....] is lid van PS [WP8.204]=mr. Anthony Hoynck van Papendrecht [1819-1877] is lid van PS [Roelants, Gulden, blz. 180, 317]=mr. Willem Adriaan van Aken [1798-1859] is lid van PS van 3 juli 1849 t/m =Pieter Loopuyt [1859-.....] is lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 185]=Simon Adrianus Maas is lid van Provinciale Staten [Roelants, Gulden, blz. 185]=Nicolaas Charles de Gijselaar [1865-1937] is vanaf 1906 lid van PS [DBNL]=van 1970-1974 is Harm van Riel lid van PS [DBNL]=Marinus Cornelis Bichon van IJsselmonde [1781-1845] is lid van Provinciale Staten van Zuid-Holland [NNBW 1911, blz. 345]
Gedeputeerde Staten=in 1826 is jonkheer J. van Hees van Berkel lid van GS [Gosselin, blz. XI]=Mr Carel Jan Emilius graaf van Bylandt is van 1883-1901 lid van GS [Wie92]=in 1842 is jkhr mr. H.J. Caan lid van G.S. [Berg, Proeve, blz. VIII]=van 1954-1970 is Harm van Riel [1907-1980] gedeputeerde [DBNL]
Commissaris van de Koning[in]=van 1862-1872 is J. Loudon commissaris [DBNL]=Van april 1900 tot 27 maart 1911 was mr. Jacob Gerard Patijn [1836-1911] commissaris [DBNL]
waterstaat In 1421 spoelden bij de Sint Elisabethsvloed  72 dorpen in Zuid-Holland weg [DBNL]
BRONNENgeraadpleegde bronnenAaBioliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 192Baelde, Domeingoederen, pp. 364-365 (1559) Blok, Financiën, p. 83 (1428) Brouwer, H, Supplement-beschrijving van De doop-trouw- en begraafboeken, registers van overledenen en bescheiden behorende tot de gaardersarchieven in Zuid-Holland daterende van voor de invoering van de burgerlijke stand, Ministerie van O, K en W., Den Haag 1959Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 344 [Pieter]Balen-Chavannes, A.E. van, Bibliografie van de geschiedenis van Zuid-Holland, Culturele Raad van Zuid-Holland, Delft 1972Damsma, D./Noordegraaf, L, Standen en klassen in een Zuidhollands dorp. De sociale gelaagdheid van de bevolking in de gemeente Hendrik Ido Ambacht omstreeks het midden van de 19e eeuw’ in: Tijdschrift voor sociale geschiedenis, IX (1977) Donker, Iets, pp. 68-75 (19e e)Engels,  Geschiedenis, pp. 175 (1842), 239 (1832), 240(1835) Fruin, J.A. van, De oudste rechten der stad Dordrecht en van het baljuwschap van Zuidholland, 2 delen, Den Haag 1882Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. VIII, XIHeussen, Hugo Franciscus van, Outheden en Gestichten van het rechte Zuid-Holland en van Schieland, Rhynland En Wel Voornaamtentlijk Van De Stad Leyden, Van Delft En Delfland, Mitsgaders Van s' Gravenhage, Leiden 1726 [DDB]Jacobs, Eric, De Romeinse tijd in Zuid-Holland, Provincie Zuid-Holland, Den Haag 2002Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 30 Leemans-Prins, Elisabeth C.M., Zegels en wapens van steden in Zuid-Holland, Vereniging Zuid-Holland, Den Haag 1966Menalda, Behandeling, pp. 120-133N.N., Voorloopige lijst der nederlandsche monumenten van geschiedenis en kunst deel III De provincie Zuid-Holland, A. Oosthoek, Utrecht 1915Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XXIII; XXVIIPots, Roel (red), Canon van Zuid-Holland. De geschiedenis van Zuid-Holland in vijftig verhalen, Erfgoedhuis/HDC Media 2011Steendam, Ellen, Molens in Zuid-Holland. Over verleden, heden en toekomst van de molens in Zuid-Holland, Provincie Zuid-Holland, Den Haag 2007Verheul Dzn, J., Oude boerenhofsteden in Zuid-Holland, W. Zwagers, Rotterdam 1937Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 173Visser, J.C., De landarbeiders in Zuid-Holland van 1880-1910, 1965Wie is dat, blz. 92Wijnpersse, Statistiek (1848-52; 1853; 1854)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz.  204 [Joa], 256overige bronnenDDB;