Elden in 1864
ALGEMEEN
infrastructuurBij de regering bestaat het voornemen om de rijksweg Arnhem-Nijmegen tussen Elden en Nijmegen met klinkers te bestraten, behalve het deel bij Elst dat kort hiervoor is vernieuwd. Daardoor wordt in een lang gevoelde behoefte voorzien, want de weg was zo slecht dat dit "sedert geruimen tijd eene groote stremming in de communicatie tusschen de plaatsen heeft veroorzaakt" [PGNC 13 april 1864, blz.1].
Door de eerst aanwezende Ingenieur der genie in Nijmegen wordt op 2 december 1864 aanbesteed het maken van een aarden redoute in Elden. De laagste inschrijver is de heer W.M. Nijenes f 43.910 [PGNC 3 december 1864, blz. 1]

PERSONEN

Op 28 januari 1864 overlijdt in Elden Geertruijda Wouters.

Op 9 juni 1864 wordt in Huissen geboren Johanna Wissenburg. Ze is een dochter van .... Johanna trouwt met Peter Pas. Johanna en Peter krijgen kinderen. Johanna overlijdt, na een kortstondige ziekte, in het Sint Elisabeth Gasthuis in Arnhem op 21 maart 1933. Ze wordt op 24 maart 1933 begraven op het RK kerkhof in Elden.

Op 2 juli 1864 wordt geboren A. van den Berg. Ze overlijdt op 21 februari 1926. Ze wordt begraven op de RK begraafplaats in Elden.

Theodorus Saat

Op 9 september 1864 wordt in Elden geboren Theodorus Saat. Hij is een zoon van landbouwer en melkboer Theodorus Saat en Johanna Bosman. Theodorus Saat trouwt op 15 mei 1889 in Arnhem met Theodora Johanna Adams. Ze wordt geboren in 1867 in Hummelo en Keppel. Ze is een dochter van Antonius Adams en Berendina Horstink. Theodorus en Theodora krijgen zes kinderen [Theodorus Antonius 1890- ; Berendina Johanna 1892- ; Johanna Aleida Maria 1894- ; Antonius Franciscus 1896- ; Theodora Geertruida 1907-1908; Aleida Hendrika Theodora 1910-1910]


Theodorus Saat (vader) wordt in 1834 geboren in Elst. Hij is een zoon van Antoon Saat en Hendrina Peelen. Johanna Bosman (moeder) wordt in 1830 in Elst. Ze is een dochter van dagloner Joannes Bosman en Aleida Abenhuis. Theodorus en Johanna (ouders) trouwen op 22 mei 1861 in Elst. Ze krijgen vier kinderen [Johannes Antonius 1862- ; Theodorus 1864-1951; Aleida 1870- ; Hendricus 1882- ]. Theodorus overlijdt 30 januari 1890 in Elst. Johanna overlijdt op 21 augustus 1910 in Arnhem.Antoon Saat (grootvader vaderszijde) wordt geboren. Hij is een zoon van....Hendrina Peelen (grootmoeder vaderszijde) wordt geboren. Ze is een dochter van Antoon en Hendrika (grootouders vaderszijde) trouwen. Ze krijgen kinderen. Antoon overlijdt. Hendrika overlijdt.
Joannes Bosman (grootvader moederszijde) wordt geboren in 1798 in Elden. Ook Boschman. Hij is een zoon van Bernardus Bosman (geboren - overleden) en Johanna ter Burgt (geboren 1775 - overleden 26 september 1825 Elden). Ook Terburght, Verburght, Tergburght. Ze trouwen. Ze krijgen vier kinderen [Joannes 1798-1871; Joanna 1799-1876; Maria 1803-1890; Reijnerus 1810-1882]. Aleida Abenhuis (grootmoeder moederszijde) wordt geboren. Ze is een dochter van Wolterus Abenhuis (geboren - overleden) en Johanna Pries (geboren - overleden). Ze trouwen . Ze krijgen kinderen. Joannes en Aleida (grootouders moederszijde) trouwen op 9 februari 1826 in Arnhem. Ze krijgen zes kinderen [Johannes 1827-1883; Cornelis 1828-1884; Johanna 1830-1910; Bernardus 1835-1909; Grada 1837-1921; Aleijda 1840- ]. Joannes overlijdt op 19 februari 1871 in Elden. Aleida overlijdt op 31 juli 1863 in Elden.
Antonius Adams (vader) wordt geboren. Hij is een zoon van ...Berendina Horstink (moeder) wordt geboren. Ze is een dochter van........ Antonius en Berendina (ouders) trouwen.

Johanna Kersten

Op 5 oktober 1864 wordt in Elden Johanna Kersten (Hanneke) geboren. Ze wordt daar gedoopt. Ze is een dochter van Hendrikus Kersten en Johanna Berendina Kersten. Hendrikus en Johanna krijgen kinderen. Johanna overlijdt op 21 april 1937 in Huissen en wordt daar begraven


Hendrikus Kersten (vader) wordt geboren [1820-1902] Johanna Berendina Kersten (moeder) wordt geboren [1821-1874] Hendrikus en Johanna trouwen. Ze krijgen kinderen.

Wilhelmus Henricus van Gendt

In 1864 wordt in Elden geboren Wilhelmus Henricus van Gendt. Hij is een zoon van Johannes Petrus van Gendt en Gijs Berdina Vierkes. Wilhelmus Henricus van Gendt trouwt op 20 mei 1890 in Leeuwarden met Francisca Maria Josephina Amalia Rolf von den Baumen. Ze wordt geboren. Ze is een dochter van Wilhelmus en Francisca krijgen kinderen. Wilhelmus is handelsreiziger en banketbakker.


Over hun zoon Joannes Petrus Andreas van Gendt, geboren op 16 maart 1897 in Leeuwarden en verhuisd naar Amsterdam in 1904, vermeldt http://friesevoetballers.blogspot.nl/2010/08/international-nummer-3.html:Jan van Gendt is de middenvoor van de Amsterdamse volksclub De Spartaan. In mei 1921 staat hij met een totaal van 21 doelpunten bovenaan de lijst van topscorers. Hij maakt al vier jaar deel uit van het eerste elftal van De Spartaan waarvoor hij al meer dan 100 doelpunten weet te maken. Van Gendt is een stevige, volkomen faire speler die handig is met de bal en de kunst van het scoren beter kent dan menig andere voorhoedespeler. Hij bekommert zich weinig over spelverdeling. Hij heeft maar één doel voor ogen, namelijk de bal in het net werken. Hiervoor laat hij geen middel onbeproefd. Hij drijft buitengewoon handig met de bal, kan de stevigste verdediger tegen de vlakte werken en ontzettend hard schieten. Zijn aanwezigheid voor het vijandelijke doel is voortdurend een bedreiging. Van Gendt is een van de meest legendarische spelers van de club. Van Gendt is een gevreesde middenvoor en zijn zuivere schot doet de Amsterdammers tweemaal (in 1918 en 1921) naar de hoogste klasse promoveren. Hij neemt het voetbal van de vrolijke kant op, is vrijgezel, traint met een glas bier en is dankzij een stevig lichaam steeds in conditie.Jan van Gendt maakt gebruik van de ‘voordelen’ die De Spartaan te bieden heeft. Hij geniet van alle aandacht die het voetbal schenkt, maar toch vooral van de centen. Want dat De Spartaan haar internationals geld en goederen toestopt, staat wel vast. Maar de onderzoekscommissie van de voetbalbond kan dit niet bewijzen. Ook komt De Spartaan nog in het nieuws wegens een poging tot omkoping van een scheidsrechter om zo het kampioenschap van de Eerste Klasse veilig te stellen.Op 26 maart 1921 is hij voor het eerst opgeroepen voor de interland tegen Zwitserland. Jan komt deze wedstrijd die met 2-0 gewonnen wordt niet in actie. Hij is 24 jaar als hij in het Nederlandsche Sportpark aan de Amstelveenschenweg in Amsterdam op 8 mei 1921 zijn debuut maakt voor het Nederlands elftal. De spits van De Spartaan scoort als debutant in zijn eerste interland tegen Italië de 1-2. De wedstrijd eindigt in een 2-2 gelijkspel. Volgens de sportcorrespondent van de Haagsche Post is het gelijke spel niet verdiend omdat Italië beter speelt, maar twee doelpunten moet incasseren omdat het met tien man moet verder spelen. De voorhoede is nog de minst onfortuinlijke linie, maar een briljant combineren, een juist en hard schot, het valt niet te constateren. Van Gendt is vooraf veel geprezen, maar de wonderen die men van hem verwacht heeft hij niet verricht. Een week later staat de interland tegen België op het programma. Op 15 mei 1921 speelt Nederland met 1-1 gelijk in Antwerpen. Jan van Gendt staat weer in de basis maar weet niet tot scoren te komen. In zijn derde interland scoort Jan van Gendt zijn tweede doelpunt. In Kopenhagen bemachtigt Hoogstede 9 minuten na de rust de bal en plaatst deze naar Rodermond, die op keurige wijze de bal vrijmaakt en op het juiste ogenblik zuiver overspeelt naar van Gendt die Nederland de leiding geeft. Helaas scoren de Denen nog tegen, zodat de eindstand 1-1 is.Op 13 november 1921 staat de interland tegen Frankrijk op het programma. Het duel wordt gespeeld in het Pershing-stadion in Vincennes. Dit stadion ligt ver buiten de stad aan de zuidoostkant van Parijs. Jan van Gendt is in topvorm. Ook het feit dat hij de nacht ervoor uit zijn hotelkamer in Parijs is geklommen om de bloemetjes buiten te zetten, heeft geen invloed op zijn spel. Na een half uur spelen scoort Van Gendt na een voorzet van Jan de Natris 0-1. Dit is ook de ruststand. De Fransen dringen na rust nog wel even aan, maar komen niet tot scoren. Toen, 9 minuten na de hervatting, maakt Van Gendt, weer uit een voorzet van De Natris, het tweede doelpunt en nog weer 15 minuten later brengt Rodermond de stand op 0-3. Hierna zijn de Fransen ontmoedigd. In de laatste 5 minuten slaat Nederland nog twee keer toe. Eerst was het Rodermond die scoort. Twee minuten daarna scoort Van Gendt zijn derde doelpunt uit een keurige voorzet van Jan de Natris. De Fransen zijn ingemaakt met 0-5. Al met al gaat het in 1921 dus helemaal niet zo slecht met het Nederlands elftal.Zijn vijfde en laatste interland speelt Van Gendt op 26 maart 1922 weer in Antwerpen tegen België. Nederland krijgt een pak slaag (4-0). In vijf interlands scoort hij vijf doelpunten. Al met al een aardig gemiddelde.Van Gendt heeft zijn uitverkiezing voor het Nederlands elftal min of meer te danken aan het feit dat de spelers van Be Quick weigeren om nog voor Oranje uit te komen. Deze Groningse club is in 1920 kampioen van Nederland en in 1920 is alleen Jaap de Bulder uitgenodigd voor het spelen van wedstrijden. Be Quick verwijt de Nederlands Elftal Commissie vriendjespolitiek. De eerste drie wedstrijden van 1921 doet er geen enkele noorderling mee. Op 12 juni 1921 maken drie spelers van Be Quick (Harry Rodermond, Max Tetzner en Siebolt Sissingh) hun debuut. Ook de volgende wedstrijd tegen Frankrijk zijn Harry Rodermond en Max Tertzner weer van de partij. Hun clubgenoot Herman Legger maakt zijn debuut. Dit is ook de wedstrijd van Jan van Gendt. De actie van de Groningers heeft in zoverre succes dat er meer naar het noorden word gekeken. De belangstelling voor noordelijke voetballers is na 1926 weer verdwenen.Op 9 augustus 1921 wordt een poging gedaan om beroepsvoetbal op te richten in Amsterdam. In café Former komen enkele eersteklasse voetballers, waaronder Jan van Gendt, bij elkaar om te praten over de oprichting van een beroepsvoetbalclub. Het resultaat is dat er een club wordt opgericht onder de naam 'Amsterdam'. De 15 spelers, waaruit de nieuwe vereniging is samengesteld, zijn: Gebrs. Pelser, Couton, De Natris, Van Dort, Delsen en Hordijk (van Ajax), Schindeler, Van der Kluft, Van Diermen, Mazurel en Lietzen (van Blauw Wit), benevens Van Gendt, De Lange en Grobben (van De Spartaan). De bedoeling is om niet meer spelers als lid van Amsterdam toe te laten. Het initiatief wordt door veel tegenstand in het land afgeblazen.De Spartaan is in 1903 opgericht door jonge havenwerkers die hun brood met het lossen van hout en steenkool verdienen. In 1922 heeft De Spartaan nog twee internationals in haar gelederen (Jan de Natris en Jaap Grobbe). Met het aantrekken van Jan de Natris beschikt de Amsterdamse volksclub over een van de sterkste voorhoedes van het land. Ondanks dit feit degradeert de club in 1922 uit de 1e klasse. Van Gendt blijft, maar raakt zijn plaats in het eerste elftal kwijt. Van formidabele pingelaar vervalt hij te snel in de rol van bon vivant die een slokje lust. In het voorjaar van 1922 is daarom zijn loopbaan van international alweer voorbij. Verder is er niet zoveel bekend over de voetballoopbaan van Jan van Gendt. Het is bekend dat hij bij Robur et Velocitas uit Apeldoorn heeft gespeeld, en dat hij in het seizoen 1925-1926 naar Theole in Tiel ging. Erg succesvol is hij echter niet in de Betuwe. Na zeven wedstrijden in het geel/zwart wordt hij voor zijn diensten bedankt. In 1926 voetbalt hij weer bij De Spartaan. Een jaar later stapt hij over naar het Amsterdamse Hortus.Zijn leven eindigt tragisch. De venter van kantoorbenodigdheden loopt op 15 augustus 1971 in de Bilderdijkstraat in Amsterdam onder de tram. Er wordt in geen enkel dagblad aandacht aan besteed. Tegen die tijd is de ooit befaamde voetballer helemaal vergeten.