Holland


algemeen=Op 25 augustus 985 schenkt Otto III graaf Diederik met diverse landen en goederen gelegen in verschillende graafschappen binnen het latere Holland  en die hij eerder in vruchtgebruik had [Groot Charterboek deel 1 blz. 40]=naam voor het eerst in in een giftbrief uit 1064 van keizer Hendrik IV aan bisschop Willem van Utrecht [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 315]=Graaf Dirk IV noemde zich in 1083 Holtlandensium Comes [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 315]=Beloften, gedaan te Dordrecht op 23 februari 1357 en 26 februari 1358, op welke Hertog Albert van Beijeren, de Landen van Henegouwen, van Holland, van Zeeland en Friesland, voor zijn zieke broeder, Graaf Willem, zal regeren  [Leeuwen, Alphabetisch, blz. 18]=Uit een rapport van de stad Antwerpen van 7 november 1578 volgt dat, ziende naar de generaliteitsmiddelen over de periode januari 1578 t/m oktober 1578, is bij Holland en Zeeland "meer affectie dan effectuele daet in dese extraordinaire zaecken te verhopene" [Decavele, Mislukking, blz. 649]. =In 1587 verklaren de Hoge Raad en andere Staatscolleges aan Leicester: “dat het een iegelijk, die eenige wetenschap van deze landen heeft, kennelijk en notoir is, dat het meerendeel de roomsche religie nog van harte is toegedaan”. Er wordt hier bepaaldelijk van Holland gesproken: maar dat het in andere provinciën niet gunstiger gesteld was, blijkt uit een brief van Maurits, in 1608 aan Hendrik IV geschreven, waarin hij beweert dat de bevolking van Gelderland, Friesland, Overijssel, Groningen en Utrecht grotendeels katholiek is [Fruin, Tien, blz. 246]
=de bevolking neemt snel toe; in het begin van de 17e eeuw telt Holland met Westfriesland alleen minstens zes maal honderdduizend inwoners, dat is een vijfde der bevolking die vijftig jaren te voren aan al de zeventien gewesten tezamen werd toegekend , De la Court, in de ‘Heilzame maximen’ blz. 41, leidt uit het hoofdgeld van 1622 als maximum der bevolking dit getal af; maar hij acht het veel te gering, en wordt daarin door van Leeuwen, Bat. Ill. blz. 369, gevolgd. De bevolking der zeventiën provinciën schat Guicciardini, p. 149 op drie millioenen; Badoero even hoog, Relaz. p. 289. [Fruin, Tien, blz. 214]=in 1826 mogen die van Holland 22 kandidaten leveren voor de Tweede Kamer. Verdeeld in Noord- en Zuid-Holland. In het Noorden is Haarlem de hoofdstad en zijn er de volgende 11 steden Amsterdam, Haarlem, Zaandam, Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen, Edam, Purmerend, Weesp, Medemblik en Monnikendam. Tezamen een inwoneraantal van 254.128. De steden Naarden, Muiden en Beverwijk worden gerekend tot de gemeenten ten plattelande, totaal 137 met een inwonertal van 126.597. In het Zuiden is de hoofdplaats Den Haag en gaat het om 13 steden: Rotterdam, Den Haag, Leiden, Dordrecht, Delft, Gouda, Schiedam, Gorinchem, Vlaardingen, Maassluis, Brielle, Woerden en Schoonhoven. Tezamen 214040 inwoners. Tot de 239 gemeenten ten plattelande worden gerekend de steden Delfshaven, Goedereede, Heukelom, Asperen en Nieuwpoort. Tezamen 199.385 inwoners [Gosselin, blz. XL-XLI]belastingenafkoopIn 1407-1408 kochten de buren van Den Haag zich vrij van een accijns. Van de koopsom dienden de Hagenaars 450 kronen aan Kerstant Roelensz. te betalen als aflossing van de schuld die de graaf bij hem had [Spiegel, Ambachtsman, blz. 327]
algemeenGrotendeels drukte de last van de oorlogsuitgaven op Holland alleen, dat van elke honderd negen en vijftig moest opbrengen. Met de beste wil was het niet in staat om zoveel uit de gewone middelen te vinden; het moest telkens kleine leningen aangaan, aanvankelijk, daar zijn krediet niet gevestigd was, tegen 12 percent, en nog 2 percent makelaardij daarenboven. Toch was aan het eind van het tijdvak, dat wij beschouwen, de openbare schuld nog gering; eerst na 1598, sedert wij, in plaats van uit Engeland te trekken, de genoten voorschotten moesten terugbetalen, neemt zij aanmerkelijk toe [Fruin, Tien, blz. 55]=De onwil om heffingen toe te staan en inkomsten af te staan aan de generaliteit voor het voeren van een gecoördineerde strijd in de hele Nederlanden is .. een euvel waaraan niet alleen  Vlaanderen of Holland, maar ook alle andere gewesten zich schuldig maken. ... Volgens de taxatie, vastgesteld door de Staten-Generaal op 29 april 1579, moet Vlaanderen ..voor ruim een derde van alle lasten instaan, namelijk 34%, Holland en Zeeland dienen 15% op te brengen, Brabant 12% Gelderland 12% en Friesland 5%, de andere gewesten tussen 1-2,5%. Vlaanderen is wat de financiën betreft de grootste contribuant.  [Decavele, Mislukking, blz. 648]. =Crawford Lomas voert de Engelse gezant Fremyn op die op 24 februari 1584 aan sir Francis Walsingham schrijft: "But everyone wishes to command in his town and province, without taking his Excellency's advice,... every town and province wishes to manage the money destined for the war at their will, giving the principal offices to themselves and their relations, both of State and war...If the resources of this State designed for the war were well and faithfully administered, it would not be necessary to seek for help outside. There would have been enough to entertain 6.000 horse and 20.000 foot for ten years and more.." [Crawford Lomas, Calendar, blz. 353-354]
commissaris van 't klein zegelmr. Pieter Pielat [1712-....] is commissaris [Roelants, Gulden, blz. 152]
comptoir-generaalIn 1786 is C. Scheurleer commis op het kantoor [Chalmot1, blz. VII]
congiégeldDe welvaart van Nederland - onze voorouders hebben het al vroeg begrepen - hing aan de voortdurende afzondering van Oost en West; alleen op onze markten moesten beide delen van Europa in aanraking komen, alleen door onze bemiddeling moesten zij hun waren verruilen. Dat was één der staatsmaximen van de latere republikeinse regering, de spil waarom haar handelspolitiek draaide.  Doch reeds in den tijd van Keizer Karel was die stelling door de Staten van Holland bondig verdedigd, toen zij zich voor den Grooten Raad van Mechelen tegen het heffen van een nieuwe belasting op de graanhandel, als strijdig met hun voorrechten en met de belangen van het land, verzetten.. Als de Oosterlingen zich gewenden onmiddellijk, zonder onze havens aan te doen, naar het Westen en het Zuiden te varen, dan was het met onze welvaart gedaan, verklaarden zij: de handel zou verlopen, en ‘deze landen in het laatst ledig blijven van koopmanschap.’ Er was maar één middel om dit kwaad af te wenden, maar dat middel was dan ook beproefd en afdoende bevonden: vrijheid; - ‘met vrijheid wordt de handel getrokken, en daarentegen met bezwaring afgeschrikt.’ Men moest de koopman, vreemdeling zowel als ingezetene, lager tollen stellen, lichter belasting opleggen, ruimer vrijheid laten dan hij ergens aantrof, men moest hem trekken door begunstiging. En dat geschiedde ook. Guicciardini een vreemdeling die geen reden tot vleien had, erkent dat in geen land ter wereld de vreemde koopman zoo vrij is als in Nederland [Fruin, Tien, blz. 201]
familiegeld=het familiegeld, ook wel 200e penning genoemd, is een belasting op inkomens boven de f 500, verdeeld in negen klassen, Er zijn kohieren uit 1673 en 1674 [Stasse, Familiegeld, blz. 240; Stasse, Meeuwen, blz. 184-187] 

hoofdgeld=in 1622 wordt hoofdgeld geheven [Fruin, Tien, blz. 214]


ontvanger-generaal =Doubleth is ontvanger in 1618-1619 en ontvanger-generaal in 1654-1656 [Spiegel, Veen, blz. 320]=Cornelis van Aerssen is heer van Hoogerheide, Ossendrecht, Meteren, Triangel en Voshol. Hij bekleedt het ambt van ontvanger-generaal van 16 september 1678 t/m 8 september 1728 [Repertorium]
rentmeesterThomas Symonsz Boekelaar was rentmeester van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 61]
thesaurier-generaalJan van Arkel XIII [....-1424] is thesaurier-generaal van Holland. Deze post werd tien jaar lang uitgeoefend zonder rekening en verantwoording af te leggen. Albert eist dit alsnog, gedreven door zijn zoon, graaf Willem van Oostervant. van Arkel weigert. Er ontstaat hierdoor heftige strijd tussen Hoeken en Kabeljauwen. Vele dorpen en steden worden geplunderd. Van Arkel wordt acht jaar lang gevangen gezet in Zevenbergen. Zijn goederen worden verbeurd verklaard [Kobus/Rivecourt1.55; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 22]
tolTen einde nu die van Utrecht te beletten de visserij en jagt uit te oefenen, waar de Graaf oordeelde dat hun dit niet toekwam, bouwde of herstelde Dirk III, die destijds Graaf van Holland was, in 1015 een slot ter plaatse, waar later Dordrecht gebouwd is, en belemmerde daarmede de doorvaart, die hij met eene tolheffing bezwaarde. Deze tolheffing bood bisschop Adelboldus, die reeds lang het voornemen gekoesterd had om de aanwassende magt van Graaf Dirk te beteugelen, een geschikte gelegenheid aan, om den Graaf bij Keizer Hendrik II, die te Nijmegen het Paaschfeest kwam vieren, in een hatelijk daglicht te plaatsen. Hij werd hierin ondersteund door de kooplieden van Tiel, welke beweerden, dat, indien deze tol niet werd opgeheven zij noch naar Engeland konden oversteken, noch de Engelschen bewegen, om herwaarts te komen handelen en alzoo eindelijk buiten staat zouden geraken den Keizer de gewone schatting op te brengen. Hendrik gaf hier, op eenen rijksdag, waar Graaf Dirk ook tegenwoordig was en vruchteloos zijn regt trachtte te verdedigen, aan Godfried of Gozelo, Hertog van Neder-Lotharingen, last om den Hollander, zoo het heette, tot reden te brengen.
turfimposthet testament van de Portugese jood ....de Pinto bevat makingen tot een totaal van meer dan 10 miljoen gulden. "Ten behoeve van den armen te Amsterdam, zullen gelost worden veertig schepen turf alle jaaren, vrij van imposten"[Navorscher 1852, blz. 2]
BRONNENliteratuurAa, Bio I, blz. 61 [1015]Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 55
bestuuradvocaat-fiscaalDirk Graswinckel [1600-1666] is advocaat-fiscaal [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 251]
buitencollegesEerste Kamer=jhr mr. Pieter van Akerlaken [1792-1862]  is lid van 19 oktober 1847 t/m 13 februari 1849 namens Noord-Holland [Repertorium]
Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland=Gerard Beelaerts [1710-1790] is lid van gecommitteerde raden van Holland en West-Friesland [NNBW 1911, blz. 272]
Gecommitteerde Raden van Holland in het Noorderkwartier [1573-1795]=ingesteld 22 december 1573; zittingen in Hoorn; leden verkozen uit de vroedschappen, uit elke stad één [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]=in 1581 is Claas van Heemskerk [1536-1616] gecommitteerde [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 287]=de instructie is van 22 januari 1590 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]-Claas van Heemskerk [1535-1616] is lid  van het collegie [WP8.196]-van 1 mei 1655 t/m 30 april 1658 is Daam Willemsz van Abbesteegh  lid namens Gouda [Repertorium]-van 1 mei 1722 t/m 30 april 1724 is dr. Floris Abbekerk lid namens Hoorn [Repertorium]-van 1 mei 1726 t/m 30 april 1728 is dr. Floris Abbekerk lid namens Hoorn [Repertorium]-van 5 mei 1730 t/m 30 april 1732 is dr. Floris Abbekerk lid namens Hoorn [Repertorium]-van 1 april 1734 t/m 30 april 1736 is dr. Floris Abbekerk lid namens Hoorn[Repertorium]-van 1 mei 1738 t/m 30 april 1740 is dr. Floris Abbekerk lid namens Hoorn [Repertorium]
Gecommitteerde Raden van Holland in het Zuiderkwartier [1590-1795]=vlg Res. 4 september 1584 van de SG ingesteld; verkozen één uit de edelen, één uit iedere stad [Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Gouda en Hoorn]. [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]=Instructie is van 12 oktober 1584 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]=vlg Res. 17 februari 1590 bestaat college uit de stadhouder en tien leden, waarvan de vergaderingen worden bijgewoond door de raadpensionaris en twee secretarissen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]=van 1 mei 1655 t/m 30 april 1658 is Daam Willemsz =in 1666 is Johan Kieviet lid van Gecommitteerde Raden  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 368]=Rochus van den Honert is lid van gecommitteerde raden  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 318]
Provisionele Representanten van het Volk van HollandCarel Aeyelts is lid van 4 mei 1795 t/m 21 mei 1795 namens Naarden en Gooiland [Repertorium]
Raad van State [1588-1795]=jkhr Francois van Aerssen [1572-1641] is gecommitteerde van 23 oktober 1625 t/m 19 maart 1641 namens Holland [Repertorium]=Francois Cornelis van Aerssen [1725-1793] is gecommitteerde van 29 oktober 1781 tot 26 december 1793 namens Holland [Repertorium]
Staten-Generaal der Verenigde Nederlandse Provinciën [1588-1796]=jkhr Francois van Aerssen [1572-1641] is ordinaris gedeputeerde van 28 november 1634 t/m 27 december 1641 namens Holland [Repertorium]
Tweede Kamer [1815-1861]jhr mr. Pieter van Akerlaken is lid van 16 oktober 1838 t/m 9 oktober 1840 namens Holland en van 10 oktober 1840 t/m 17 oktober 1847 namens Noord-Holland [Repertorium]
drossaartDiederik III wordt, na zijn vaders dood in 1221, de achtste heer van Brederode. Hij doet mee aan de derde kruistocht [1199-1203]. Daarna wordt hij aangesteld als drossaard van Holland [Leeuw 1883, blz. 19]
maarschalkDe waardigheid van maarschalk van Holland was eerst erfelijk in het geslacht van de Heren van Velzen en naderhand in dat van die van Naaldwijk. Toen Frederik Hendrik de heerlijkheld Naaldwijk kocht, nam hij tevens de titel aan van Erfmaarschalk van Holland [Navorscher 1851, blz. 342]
raadpensionaris=mr. Aert van der Goes was raadpensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 239] =Johan van Oldenbarnevelt [1547-1619] was van 1585-1619 raadpensionaris van Holland. Ook landsadvocaat genoemd. In 1589 verwijten de Engelse ministers de Staten: ‘dat Oldenbarnevelt alles gouverneert, dat niemand hem durft weerspreken, nauwelijks adviseren’ [Fruin, tien, blz. 67]=Dichter Jacob Cats wordt in 1636 benoemd tot raadpensionaris van Holland [Nav1870; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 121]=mr. Anthony Heinsius [1641-1720] was raadpensionaris van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 292]=mr. Anthony van der Heim [1691-1746] wordt in 1737 raadpensionaris van Holland [Roelants, Gulden, blz. 52; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 292; Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 222]=in 1753 is mr. Pieter van Steyn raadpensionaris [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]=in 1774 wordt Pieter van Bleijswijk aangesteld als raadpensionaris [Navorscher 1870, blz. 236]
registermeesterOtto van Egmond [....-1588] is heer van Kenenburg en registermeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 181]
ridderschap-In 1549 is Lieven van Boshuysen lid van de ridderschap [Leeuw1883, blz. 30]=jkhr Francois van Aerssen [1572-1641] is lid van 1619-1641 [Repertorium]=Willem Bentinck  [1704-1774] werd op 27 oktober 1727 opgenomen in de ridderschap van Holland [NNBW 1911, blz. 301]=Willem Gustaef Frederik Bentinck [1762-1835] werd op 12 januari 1785 lid van de ridderschap van Holland en West-Friesland [NNBW 1911, blz. 303]-Francois Cornelis van Aerssen [1725-1793] is lid van 1772-1793 [Repertorium]-in 1814 worden in de ridderschap benoemd: mr Dirk van Boetzelaer, heer van Kijfhoek, Antonie Gustaaf van Boetzelaer, mr Pieter Alexander van Boetzelaer en Coenraad Carel Vincent van Boetzelaer [Adel1925, blz. 21]. Voorts mr. Jacob Boreel van Hogelanden [Adel1925, blz. 26] Vervolgens Willem Joseph van Brienen van de Groote Lindt [Adel1925, blz. 33], mr. Andries Adolph Deutz van Assendelft [Adel1925, blz. 51], mr. Adam Francois Jules Armand van der Duyn van Benthorn en Maasdam, Willem Hendrik van der Duyn [Adel1925, blz. 58], mr. Cornelis van Foreest [Adel1925, blz. 67], mr. Hendrik Maurits van der Goes  en  mr. Maarten van der Goes [Adel1925, blz. 75], Frederik van Leyden van Westbarendrecht [Adel1925, blz. 123], Leopold graaf van Limburg Stirum [Adel1925, blz. 125], Jan Floris Hendrik Carel vsn Nassau la Lecq [Adel1925, blz. 144], Gijsbert Jan Anne Adolph van Pallandt tot Eerde [Adel1925, blz. 151], Ocker Repelaer van Driel [Adel1925, blz. 175], Theodoor Jacob Roest van Alkemade [Adel1925, blz. 180], mr. Jan Carel du Tour [Adel1925, blz. 222], Jacob Nanning Arend van Wassenaar [Adel1925, blz. 235], Hendrik Theodorus van Wijkerslooth van Grevenmachern [Adel1925, blz. 247]-In 1815 is Jan Carel van Bylandt benoemd in de ridderschap [Adel1925, blz. 36], Godert Thedoor Adriaan Snouckaert van Schauburg [Adel1925, blz. 204], Willem Lodewijk van Wassenaar [Adel1925, blz. 235]-In 1816 wordt Berend Lewe van Aduard benoemd in de ridderschap [Adel 1925, blz. 123]-Jonkheer mr. F.L.H.J. Bosch van Drakensteyn woont in 1839 aan de Vuursche. Hij is lid van de ridderschap van Holland [Aa, Aard 1, blz. XIX]
schutterijen en gildenGedurende de beroerten was het weer hier en daar in zwang gekomen, wat in de vijftiende eeuw algemeen gewoonterecht was geweest, dat over gewichtige aangelegenheden de schutterijen en gilden, of hun hoofdmannen althans, geraadpleegd werden2) . Maar in het jaar der afzwering hadden de Staten zulke raadpleging voor het vervolg verboden3) , en sedert werd alleen in een paar steden, en bij uitzondering, de burgerij over stadsbelangen gehoord [Fruin, Tien,  blz. 41]

stadhouder-Jan van Arkel XIII was stadhouder van Holland [Kobus/Rivecourt1.55]-Floris de Voogd [...-1258] was stadhouder van Holland en Zeeland. [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 206]-Albert, hertog van Beieren [1337-1404] door de Hoeksen als stadhouder van Holland, Zeeland en Friesland aangesteld nadat zijn broer graaf Willem V krankzinning was geworden [Kobus/Rivecourt1.24]-Frank van Borssele, graaf van Oostervand wordt in 1428 door Philips de Goede, hertog van Bourgondië [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 72]-In 1448 wordt Jan van Lannoy luitenant of stadhouder. -Jan graaf van Egmond [1442-1512] is in 1482 stadhouder van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 180]-Albert, hertog van Saxen [.....-1508], is stadhouder van Holland. Hij wordt in Holland opgevolgd door zijn zoon Joris van Saxen [Kobus/Rivecourt1.24; Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 10]-in 1516 wordt Hendrik van Nassau [1485-1538], heer van Breda, stadhouder [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 298]-in 1567 wordt Maximiliaan de Hennin, graaf van Bossu, wordt stadhouder [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 78]In 1574 wordt Gillis van Barlaymont stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht [Kobus/Rivecourt1.97]=in de meeste steden heeft de stadhouder de verkiezing uit een dubbeltal, dat de vroedschap hem aanbiedt. Maar de stadhouder, die vooralsnog geen andere staatkunde volgt dan die van de Staten van Holland, kiest alleen dezulken, die hij weet dat aangenaam zijn aan de vroedschappen. Eerst in later tijd, na Maurits coup d'état van 1618, krijgt het stadhouderlijke gezag in dit opzicht betekenis [Fruin, Tien, blz. 41]. -In 1625 wordt Frederik Hendrik verkozen tot stadhouder van Holland, Zeeland, Gelderland, Utrecht en Overijssel [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 211]-Hendrik van Nassau, Vianden, Dietz en Catzenellebogen is stadhouder van Holland W8.277]-In 1747 wordt Willem Carel Hendrik Friso, prins van Nassau, stadhouder van Holland. Hij is dat al door erfopvolging in Gelderland, Groningen, Friesland en Drenthe -Op 22 oktober 1751 overlijdt Willem. Zijn zoon Willem V, dan 3 jaar oud, is stadhouder. Moeder, Anna van Brunswijk Lunenburg, is gouvernante. Ze neemt in 1752 zitting in de Raad van State. Ze overlijdt in 1759.

domein
houtvester=Nicolaas Adamsz van der Duyn is houtvester [Kok13, blz. 32]=op 16 mei 1573 wordt Francois de Viri houtvester van Holland [Navorscher 1852 blz. 166]=Rond 1585 is Francois de Viri, heer van Lisse, houtvester [Navorscher 1852, blz. 68]=Petrus Scriverius schrijft een gedicht voor de heer van Heenvliet, kort nadat deze houtvester van Holland en West-Friesland was geworden en deze op 18 juni 1633 op weg was naar de Prins in het leger voor Rijnberk [Navorscher 1852, blz. 155]
leenkamerin 1385 komen in de administratie heergewaden (bijv. windhonden) voor [Navorscher 1851, blz. 371]
ontvanger der wildernissenop 16 mei 1560 doet Jan de Witte, ontvanger der wildernisse, rekening [Navorscher 1851, blz. 102]
raad en rekenmeester der domeinenAbraham van Hoeij wordt in 1717 tot raad en rekenmeester benoemd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 312]
rentmeester en klerk van de wildernissenin 1518 is Jan van Beveren is rentmeester en klerk van de wildernissen [Navorscher 1851, blz. 222]
economie=Holland telt in 1562 vierhonderd boten in de haringvloot, grote buizen van wel 46 last [Fruin, Tien, blz. 193]=     Een machtige omwenteling, waarop onze geschiedschrijverste weniig gelet hebben, werkte mee om den teruggang van België, an den vooruitgang van Noord-Nederland in gelijke mate, te verhaasten: ik bedoel den plotselingen toevoer van edele metalen uit Amerika, die de verhouding van het geld tot alle koopwaren in weinige jaren aanmerkelijk wijzigde. [...].  Algemeen horen wij dan klagen over ‘de grote rijzing en verdiering van hetgeen tot huishouding nodig is.’ Alle bezoldigingen moeten om die reden verhoogd worden, die van de hellebaardiers zowel als die der raadsheeren van het Hof. De advokaat-fiskaal verzoekt, in 1595, om verhoging van salaris, op grond ‘dat de tijd zo is verduurd, dat hetgeen in het jaar 1588 een eerlijk tractement was, tegenwoordig zeer klein is geworden.[..] In april 1588, juist na een jaar van groot gebrek, kochten de Staten van Holland een voorraad rogge nog tegen 52 en 53 goudguldens het last, in 1598 betalen zij het last met 146 goudguldens [Fruin, Tien, blz. 238]


financiënbijzondere uitgaven=in 1614 wordt geboren Louise Aubery, dochter van de Franse gezanr Benjamin Aubery. De Staten van Holland waren haar peten . Ze genoot 60 jaar lang een inkomen van f 5000, betaald door Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 26]=Francois de Viry [...-1596] krijgt op 18 januari 1593 van de Staten een pensioen van f 1200 waarvan f 300 ten bate van zijn vrouw [Navorscher 1852, blz. 68]
boetes

erfenissenhet testament van de Portugese jood ....de Pinto bevat makingen tot een totaal van meer dan 10 miljoen gulden. De Staten krijgen f 500.000 "voor het gemeene land"  en f 1.500.000 "om den oorlogh te voeren, een en half millioen , zonder intrest, doch als 't binnen thien  jaaren geen oorlogh is, intrest te geven" [Navorscher 1852, blz. 4]
griffier van de lenenAnthony van der Heim [1693-1746] wordt griffier van de lenen [WP8.222]
handelscontactenIn 1609 zijn er handelscontacten met mulei Saydan van Marokko, Twee oorlogsschepen schieten hem te hulp om het belegerde Tetuan vanaf het water te ontzetten. Als geschenk worden vier merries meegezonden. Deze operatie kostte Holland f 150.000 [Clerc, Geschiedenissen2, blz. 2]
ontvanger der wildernissenJan de Witte is in 1560 ontvanger en doet rekening. Daarin komen o.m. voor de profyten en emolumenten van de houtvester van Holland [Navorscher I.102]
provinciale rekenkamer van Holland [1752-1795]=Gerard Beelaerts [1710-1790]  is van 1753  tot 1790 secretaris [NNBW 1911, blz. 272]-mr. Gerlach Jan Doys baron van der Does [1732-1810] is president [Roelants, Gulden, blz. 54-mr Christiaan Joannes Vaillant [1719-1781] is gecommitteerde  [Roelants, Gulden, blz. 318]-mr. Jan Teding van Berkhout [1713-1766] is gedeputeerde [Leeuw1883, blz. 36]=Cornelis van Aerssen van Voshol is gecommitterde  van 1 mei 1752 t/m 16 november 1766 namens de ridderschap [Repertorium]
rekenkamer ter auditie van Holland in het Zuiderkwartier [1590-1752]--van 1 mei 1650 t/m 30 april 1653 is Daam Willemsz van Abbesteegh gecommitteerde namens Gouda [Repertorium]=Jan Cornelis Ackersloot [...-1650] is gecommitteerde bij de Rekenkamer ter Auditie van Holland in het Noorderkwartier van 7 november 1649 tot in 1650 namens Purmerend [Repertorium]=Coenraad Teding van Berkhout is gecommitteerde in de rekenkamer [Leeuw1883, blz. 36]=mr. Adriaensz is gecommitteerde ter auditie van de rekeningen [Leeuw1883, blz.42]=Cornelis van Aerssen van Voshol is gecommitterde  van 21 april 1722 t/m 30 april 1752 namens de ridderschap [Repertorium]
rekenkamer ter auditie van Holland in het Noorderkwartier [1590-1752]-van 14 april 1716 t/m 18 april 1718 is dr. Floris Abbekerk gecommitteerde namens Hoorn [Repertorium]
rekenmeester der domeinen-Pieter Adriaensz van der Goes [1533-1590] is rekenmeester [Leeuw1883, blz. 85]-van Heemskerk [1535-1616] is rekenmeester [WP8.196]-Joan Duncan [1690-1753] is raad en rekenmeester der domeinen [Navorscher 1851, blz. 270]-Anthony van der Heim [1693-1746] is rekenmeester [WP8.222]=in 1602 is Claas van Heemskerk [1536-1616] rekenmeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 288]-Georges de Bye is in 1608 president-rekenmeester [Nav1870.270]-Carel baron van den Boetselaar is rekenmeester van de grafelijke domeinen [Nav1870.634]-Willem Sluysken is raad en rekenmeester der domeinen [Roelants, Gulden, blz. 51
rentmeester van Noordholland=in 1380-1382 is Floris Gijsertsz rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335] =in 1386-1389 is Arnout Spiker rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335] =in 1394 is Jan van Rijnestein rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335] =in 1396-1397 is Pieter Heerman rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335] =in 1405-1407 is Arnout Willemsz rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335-336] =in 1410-1414 is Jacob Lewe rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335] =in 1420  is Boudewijn van Zwieten rentmeester van Noordholland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 337

rentmeester-generaal van Holland=in 1428-1430 is Boudewijn van Zwieten rentmeester-generaal van Holland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 336

thesaurier=Willem Gerbrandsz is in 1389-1390 thesaurier van Holland [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335]=Jan van Arkel is in 1394 thesaurier [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335]=Filips van Dorp is in 1405-1408 thesaurier [Spiegel, Ambachtsman, blz. 335-336]=Jan Heerman en Willem Eggert zijn in 1404-1405 thesaurier van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 179; Spiegel, Ambachtsman, blz. 336]=Willem Eggert [....-1417] is  in 1414-1415 thesaurier van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 179; Spiegel, Ambachtsman, blz. 335]=in 1746 wordt Jacob Gilles thesaurier van Holland; in 1749 is hij thesaurier-generaal [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 235]
BRONNENliteratuurNavorscher 1870, blz. 270, 634geestelijkheidDe Utrechtsche bisschoppen waren destijds in Holland, op eene wijze gegoed en begiftigd, welke den Graven zeer lastig was en voet gaf tot vele geschillen. Van dien aard waren zekere aandeelen in de visscherij en tollen en koninklijke schattingen, jagtregten, vischvangsten en dergelijken, deels bij giftbrieven toegestaan, deels bij aanmatiging bezeten. 
Het slot Vreeland, is in het kader van de zoen tussen hertog Willem en bisschop Jan van Arkel, in het jaar 1356, aan de bisschop afgestaan, mits hij den hertog 3.700 ponden betaalt. De bisschop heeft het slot in handen gekregen, maar heeft de gevorderde som niet opgebracht. Hertog Aalbrecht eist dus, in het jaar 1370, dat het slot wordt teruggegeven of dat het beloofde geld betaald wordt (Aa, Bio I, blz. 14).Albrecht is rond 1402 in conflict met heer Jan van Arkel, zijn stadhouder en rentmeester over de grafelijke inkomsten in Holland, die ronduit weigert rekening en verantwoording te doen (Aa, Bio I, blz. 15). Amalia, gravin van Solms, trouwt in 1625 met Frederik Hendrik. Ze ontvangt van de Staten van Holland een geschenk van 20.000 gulden (Aa, Bio I, blz. 240).
graafschapDe graaf van Holland werd omgeven door een groot aantal dienaren, werkzaam in afdelingen. In de 14e en 15e eeuw gaat het om de paneterie (broodbakkerij), de bottelarij (wijnkelder), de kamer (huisraad en kaarsen), de taelgerie (kleermakerij), de keuken (vlees,  vis en maaltijden), fourie (zorg voor gasten en verlenen onderdak aan reizigers) en de maarschalkie (paarden) [Spiegel, Ambachtsman, blz. 324 ]

HUIS HOLLAND


Gerolf II rond [......-898]  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 231]
Dirk I  [...-923] rond 916Vlg Navorscher 1851, blz. 263 leefde hij van 863-988
Dirk II [......-986] zoon van Dirk I rond 970-986Ook Diederik
Arnulf  of Arnoud 987-998Arnoud, graaf van Holland volgt op bij het overlijden van zijn vader Dirk II in 987. Door de keizer van Duitsland worden hem nieuwe landen geschonken. Hij overlijdt in 998 in een slag tegen de Friezen. Hij wordt als graaf van Holland opgevolgd door zijn zoon Dirk III (Aa, Bio I, blz. 21)
Dirk III [.....-1039] zoon van Arnoud 998-1039. 
Dirk IV [....-1049] zoon van Dirk III 1039-1049
Floris I 1049-1061Floris I [.....-1061] verovert in 1054 het eiland Walcheren op de Vlamingen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 205]
Dirk V 1061-1091Dirk V [....-1091] is de zoon van Floris I. In 1071 maakt Godevaart met de Bult, hertog van Lotharingen zich met geweld meester van de regering. Geertruid, weduwe van Floris I en de moeder van Dirk V, is tot 1064 voogdes en haar nieuwe echtgenoot Robbert de Vries voogd van tot 1071. Ze vlucht met haar zoon en man en naar Gent. In 1075 overlijdt Godevaart  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 237; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252] 
Floris II 1091-1121Floris II i[.....-1121] is de zoon van Dirk V. Ook Floris de Vette [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 205]. Floris sluit in 1108 een verbond met keizer Hendrik V over het graafschap Vlaanderen, het eiland Walcheren en de eilanden Bewester-Schelde [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 297]
Dirk VI 1121-1129 Dirk VI [......-1157] is de zoon van Floris II 
Floris de Zwarte 1129-1131Floris [.....-1132] is een zoon van Floris II [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 207]
Dirk VI 1131-1157
Floris III 1157-1190 Floris III is in 1162 getrouwd met Ada, de dochter prins Hendrik van Schotland [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 153; NNBW 1911, blz. 17-18]Floris [.....-1190] wordt in 1168 gedwongen een verdrag aan te gaan met overwinnaar Filips, graaf van Vlaanderen [Chalmot, Biographisch, 2e deel, blz. 70]. Bij zijn vrouw Ada heeft hij twee zonen, Dirk en Willem [Navorscher 1851, blz. 237] Hij gaat in 1184 en 1188 naar Palestina. Hij wordt ziek en overlijdt in 1190. Hij wordt begraven in Antiochië. Hij is de echtgenoot van Ada, de zus van de Schotse koning Milcolumbus [Leeuw 1883, blz. 19]
Dirk VII 1190-1203Dirk VII [.....-1203] Zijn echtgenote is Adelheid, ook Alida, een dochter van graaf Dirk van Kleef. In 1203 is Dirk gedwongen een deel van Holland te erkennen als een leen van Brabant. Hij wordt opgevolgd door zijn dochter Ada [AaBio1.46; Chalmot, Biographisch, 2e deel, blz. 70-71 [1203]
Ada 1203-1213Ada is een dochter van Dirk VII. Ze is -in naam- gravin van Holland  en in 1203 gehuwd met de graaf van Loon [Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 5;  Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 153]
Willem I 1203-1222Aleid, dochter van Otto I, graaf van Gelre en Zutphen, en Willem, broer van Dirk VII, besturen het graafschap. Willem is graaf van Oostervant en na de dood van zijn broer Dirk VII in 1204 tevens graaf van Holland. Hij is een zoon van graaf Floris III. Hij vergezelt zijn vader naar Palestina en onderscheidt zich zeer bij de inname van de stad Acre in 1191. Na zijn terugkomst in Holland voert hij oorlog met zijn broer Dirk, doch verzoent zich met hem in 1195. In 1217 gaat hij nogmaals ter kruisvaart, is bij de inname van Damiate in 1219 en keert kort daarop naar Holland terug, waar hij op 4 februari 1222 is overleden. Hij was gehuwd met Aleid (of Adelheid), dochter van Otto van Gelder. Aleid overlijdt in 1218 [Aa, A.J. van der, Bio, deel 1, blz. 64; Leeuw 1883, blz. 9]
Floris IV 1222-1234Hun zoon Floris IV is van 1222 tot 1234 graaf van Holland (Wikipedia). Gijsbrecht van Amstel draagt in 1231 zijn steenhuis in Utrecht aan hem op en ontvangt het ter leen [AaBio1.266]. Zijn dochter Adelheid trouwt Jan van Avennes [Kobus/Rivecourt1.13]
Willem II 1234-1256
Floris V 1256-1296Floris [1254-1296] In 1258 verkrijgt Adelheide, weduwe van Jan van Avennes en dochter van Floris IV, van keizer Richard de voogdij in Holland en Zeeland (Aa, Bio I, blz. 65). In 1272 aanvaardt Floris het graafschap [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 206]. In 1277 wordt Adelheid door Floris uit Holland weggestuurd (Aa., Bio I, blz. 66; Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 6). Ze is getrouwd met Jan van Avennes. In 1289 noemt Floris V zich voor het eerst graaf van Holland en Zeeland [Van den Bergh II nr. 679]
Jan I  1296-1299
HUIS AVESNES(Henegouwse huis)
Jan II 1299-1304Ook Jan zonder Genade Deze Jan van Avennes wordt in 1299 graaf van Holland en Zeeland [Kobus/Rivecourt1.67; Verwoert, Handwoordenboek I, blz 345; Navorscher 1851, blz. 315]
Willem III 1304-1337in 1302 verdeling door Jan II tussen zoons Guido en Willem. De ruzie die daardoor ontstond wordt door Willem gewonnen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz 346]
Willem IV 1337-1345

HUIS WITTELSBACH

(Beierse huis)
Margaretha van Beieren 1345-1354
Willem V 1354-1358
Aalbrecht 1358-1404Aalbrecht,  Albrecht of Albert van Beijeren komt in 1357 aan het bewind als ruwaard en in 1371 als graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen [Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 10]. Aan zijn oudste broer Lodewijk worden de penningen gegeven, die hij voor het afstaan van zijn recht op de Hollandsche erfenis bedongen heeft. Daartoe wordt het eiland Wieringen, bij gebrek aan geld, aan de heer van Egmond verpand, terwijl een zekere som van de Dordse tol aan Lodewijk verbonden blijft (Aa, Bio I, blz. 12). Hertog Aalbrecht overlijdt in Den Haag de 12 december 1404 (Aa, Bio I, blz. 15).
BRONNENliteratuurAa, Bio I, blz. 12, 15Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 24
Willem VI 1404-1417=Jan van Puttenstein is zijn bottelier [Spiegel, Ambachtsman, blz. 324]
Jacoba van Beieren 1417-1433Jacoba [1400-1436] bestuurt van 14171-1420. Ze trouwt op 10 maart 1418 met Jan, hertog van Brabant. Ze acht zich van een gedwongen huwelijk ontslagen en verbindt zich aan Humphrey, hertog van Gloucester. Hij verlaat haar in 1422. Philips hertog van Bourgondië verwerft grotendeels de macht in Holland. Gouda, Oudewater en Schoonhoven blijven haar trouw. Van 1425-1428 biedt ze weerstand [Verwoert, Handwoordenboek I, blz 343]
HUIS VALOIS(Bourgondische huis) 
Filips de Goede 1433-1467. Ook 1428-1467. Op 6 januari 1425 wordt hij ruwaard van Holland. Hij wordt op 3 juli 1428 door Jacoba in het gezag erkend [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 302]. 
Karel de Stoute 1467-1477
Maria van Bourgondië 1477-1482

HUIS HABSBURG

Filips de Schone 1482-1506
Karel de Vijfde 1506-1555In 1515 wordt Karel ingehuldigd als graaf [WP8.277] 
Filips II 1555-1581Filips [1527-1598] koning van Spanje en graaf van Holland en Zeeland  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 203]
Filips II 1581-1598in 1585-1587 komt Robert Dudley, 1e graad van Leicester, vertrouweling van Elizabeth I van Engeland de opstandelingen te hulp. Bij zijn vertrek krijgt hij vn de Staten van Holland een verguld zilveren kop cadeau ter waarde van f 9.000 [Navorscher 1852, blz. 180 met tekst] 
Filips III 1598-1621
Filips IV 1621-1648In 1648 erkent Filips IV de Republiek der Verenigde Nederlanden.oorlogDe oorlogskosten in het algemeen waren sedert tien jaren [1588-1598] verdubbeld; toen waren 200,000 gulden's maands voor gewone, en 9000,000's jaars voor buitengewone uitgaven toereikend geweest: nu werd voor extra-kosten een som van 500,000 gulden in het jaar, en voor de gewone behoeften 426,000 gulden in de maand uitgetrokken2) . De welvaart, hoe groot ook, was toch nauwelijks in die mate toegenomen; de staatsinkomsten waren zeker niet in evenredigheid vermeerderd. Om de vereischte sommen te vinden moest de reeds zware belasting nog verzwaard worden. In Holland werd de impost van het gemaal, het zout en het bier verdubbeld, de verponding ten platten lande verhoogd [Fruin, Tien, blz. 344]
staten
staten van Holland [1572-1795]algemeenDe klem der regering was dus van de Raad van State, zo het heette, naar de Staten-Generaal, maar inderdaad naar de Staten van Holland overgebracht. In de Hollandse Statenvergadering werden de gewichtigste resoluties ontworpen, die vervolgens bij de Staten-Generaal door de overige provinciën werden goedgekeurd en vastgesteld. [...] Vroeger was de bevoegdheid der leden uitgebreider geweest, maar niet lang geleden was een verandering ingevoerd, die de Staten van souvereine machthebbers tot gemachtigden van souvereine stadsbesturen verlaagd had. In Prins Willem's tijd besloten de gedeputeerden nog zonder ruggespraak met hun committenten: de eed door hen afgelegd verplichtte ‘te adviseeren en helpen besluiten naar verstand en rechte conscientie, zonder gunst of ongunst tot eenige stad of particulier.’ Maar kort na's Prinsen dood werd de eed zoo gewijzigd, dat de afgevaardigden moesten ‘adviseeren en helpen besluiten naar zij door hun principalen zouden gelast zijn’ [Fruin, Tien, blz. 38]
gedelegeerde=Adriaen Boogaert [1634-1708] wordt in 1672 en in 1684 afgevaardigde wegens Delft  [NNBW 1911, blz. 404]
griffier=Simon van Beaumont [1641-1726] is vanaf 1673 griffier [NNBW 1911, blz. 265]
raad=mr. Adriaensz is gecommitteerde raad in 1661-1663, 1667-1669 [Leeuw42]=Abraham van Almonde is lid van de Staten [Kobus/Rovecourt1.30]. Woont op kasteel Altena bij Delft.
ridderschapVoorheen was de Hollandse adel het invloedrijkste lid der Staten geweest: hij vertegenwoordigde, behalve zijn eigen stand, het platte land en al de steden, uitgezonderd de zes grote, die zelf ieder een stem uitbrachten. Yan de zeven stemmen had dus de ridderschap er toen reeds maar één, maar die ene had meer te zeggen dan al de overige tezamen; want zij sprak voor meer dan de helft van het graafschap. Willigde de ridderschap's graven bede in, dan was de grootste helft der gevorderde som verzekerd; de zes steden tezamen beschikten over minder dan zij alleen [Fruin, Tien, blz. 39]. Maar de omwenteling keerde ook deze verhouding om. Vele edelen kwamen op het slagveld of op het schavot om het leven, andere werden als aanhangers van Spanje uit het land gebannen. Daarentegen namen de steden in welvaart en aanzien toe. Bij de zes grote werden nog twaalf kleinere, vroeger door de ridderschap vertegenwoordigd, ter Staten-vergadering toegelaten. Zoo werd de ridderschap één tegen achttien; in plaats van te leiden had zij voortaan te volgen [Fruin, Tien, blz. 39]
secretaris=Adriaan Duyk is secretaris van de staten van Holland en West-Friesland Adriaan Duijck (...-1621) was heer van Oudkarspel [Kok13, blz. 61]=Herbert van Beaumont is secretaris van de Staten [Kobus/Rivecourt1.112]==Simon van Beaumont is vanaf 1673 secretaris van de Staten van Holland [Chalmot2, 185]=Cornelis Boeij [1686-1759] wordt  in 1736 secretaris van de Staten van Holland etc [NNBW 1911, blz. 383
vroedschappen=de vroedschappen zijn de souvereinen, de koningen van het republikeinse Holland. Niemand hebben zij boven zich, en naar de burgerij behoeven zij niet om te zien. Van haar gaat de macht der regering uit, eerst naar de vergadering der Staten van Holland, dan naar die der Staten-Generaal. Gesloten corporaties van zelden meer dan veertig personen, houden zij zichzelf voltallig, kiezen de burgemeesters die het bewind voeren, en de schepenen die recht spreken [Fruin, Tien, blz. 41].  Jeannin, de toenmalige gezant van Frankrijk bij de Republiek, schrijft aan zijn regering, dat de burgerijen in Holland zich met het staatsbestuur niet bemoeien, maar het onvoorwaardelijk aan de vroedschappen toevertrouwen; hetgeen, meent hij, ten waarborg strekt voor de duurzaamheid van den bestaande regeringsvorm [Fruin, Tien, blz. 43-44].  Een andere eigenaardigheid, die het Nederlandsche volk van dien tijd niet minder kenmerkt, is de afkeer van ambtsbejag. Niet alleen dat het aan zijn regenten de staatszaken overlaat, het heeft ook geen lust in het regentenambt. Het beschouwt de regeering nog meer als een last- dan als een eerepost. Dat wisten de Staten van Holland bij ondervinding; en zij verklaren dan ook, in hun bekende deductie van 1587, niet te vreezen, dat zich iemand uit eergierigheid in de regering zou willen indringen, ‘want de natuur des volks een afkeer heeft van alle ambitie’ . En een twintigtal jaren later schrift De Groot nog stelliger: ‘Is er één volk, dat zich door geen ijdel eerbejag laat vervoeren, dan zijn het de Hollanders. Immers niemand jaagt er naar eereposten of begeert er zelfs naar [Fruin, Tien, blz. 44]. Op deze wijs werd het regeren allengs het werk van enkele geslachten1) . Toch heeft het nog lang geduurd eer zich een regenten-stand, afgezonderd van den handelsstand, gevormd heeft. Eerst een halve eeuw later vinden wij dien in wezen. Temple, die na 1672 zijne Opmerkingen over de Vereenigde Provinciën heeft uitgegeven, beschrijft het onderscheid tusschen beide standen alsin het oog loopend, in opvoeding, in leefwijs, in middelen van bestaan. En reeds vroeger, in 1652, horen wij den handelsstand van Amsterdam klagen, dat de heeren regenten geen kooplieden zijn, en geen belang bij den handel hebben, maar van de opbrengst hunner huizen, landen en renten bestaan [Fruin, Tien, blz. 45]

provinciaal Bestuur van Holland [maart 1796-januari 1798]=D. Hzn van Aken is lid van maart 1796 t/m maart 1797 [Repertorium]

staten van Holland [1814-1840]=van 19 september 1814 t/m 1 juli 1817 is Johan Daniël Cornelis Carel Willem baron d'Ablaing van Giessenburg lid van PS in de ridderschap [Repertorium]=Jhr. mr. Paulus Gevaerts [1763-1836] is lid van de Staten en heer van Geervliet, Simonshaven en Biert [Epen, Geslacht, blz. 37]=jhr mr. Pieter van Akerlaken [1792-1862] is lid van 3 juli 1827 t/m 16 oktober 1838 namens Blokker [Repertorium]=In 1839 is jkhr mr. F.L.H.J. Bosch van Drakensteyn lid van de ridderschap van Holland. Hij woont aan de Vuursche. (Aa, Aard 1, blz. XIX). =In 1839 is Teding van Berkhout lid van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Hij woont in Haarlem (Aa, Aard 1, blz. XXX)
rechtspraakalgemeen=Mr. L. Ph. C. van den Berg heeft in het ‘Nederlandsch Rijksarchief’, 3e en 4e aflevering, van de ongerechtigheid van vele baljuwen een donker tafereel opgehangen. Doch aan het eind van zijn verhandeling zegt hij zeer juist: ‘Wanneer men ons land, ten opzichte van het rechtswezen, met Frankrijk en Engeland vergelijkt, dan slaat de schaal merkelijk ten onzen voordele over, en men leert inzien, dat ook hier Holland andere naties vooruit was. Nergens werd toen misschien het recht beter toebedeeld dan hier, nergens waren omkoping on willekeur zo zeldzaam.’  [Fruin, Tien, blz. 47]=In 1591 namen de Staten een resolutie, waarbij Hof en Hoge Raad werden gelast, eer zij op klacht van een particulier rechtsingang tegen een stadsregering verleenden, de betrokken regering inzage der stukken te geven en om inlichtingen te vragen; daarna konden zij overwegen of zij al dan niet provisie zouden verlenen. Behoeft het gezegd, dat de bedoeling van dit voorschrift was ieder rechtsgeding tegen een regering nagenoeg onmogelijk te maken, en dat dit doel volkomen bereikt werd? [Fruin, Tien, blz. 47-48]

Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland [1428-1802]advocaat=op 2 juli 1799 wordt Anton Reinhard Falck beëdigd als advocaat bij het Hof van Holland [Horst, Republiek, blz. 44]
advocaat-fiscaal=Hugo de Groot [1583-1645] is advocaat-fiscaal [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 259]=Cornelis Boey [1611-1665] wordt in 1651 advocaat-fiscaal en procureur-generaal in het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland [NNBW 1911, blz. 382]
griffier=in 1593 wordt Johan de Rechtere griffier [Navorscher 1852, blz. 207]=Frederik George Alsche is van 16 mei 1804 tot 26 oktober 1805 griffier van het Hof [NNBW 1911, blz. 91]
president=voor 1580 is Cornelis Suijs president van het Hof [Nav1870.329]=dr Simon Admiraal [1641-1724] is van 23 maart 1723 t/m 2 maart 1724 president namens Holland [Repertorium]=mr. Frederik Sluysken is president [Roelants, Gulden, blz. 51]=Adriaan van der Myle is president van het Hof van Holland [NNBW 1911, blz. 384]
raadsheer-van 1 mei 1431 t/m 17-12-1440 is Floris ridder van den Abeele, heer van Welsingen en Ritthem [Repertorium]-Bernardus Bucho van Aijtta [1465-1521] is raadsheer [Kobus/Rivecourt1.72]-Hugo van Assendelft (1466-1540) was van 1516-1532 buitengewone raad in het Hof  [Kobus/Rivecourt1.63]-in 1477 is Gerrit ridder van Abbenbroek onbezoldigd raadsheer [Repertorium]-van 22 mei 1482 tot 5 juli 1494 is Gerrit ridder van Abbenbroek raadsheer [Repertorium]-in 1508 is Kornelis van Dorp raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 165]-in 1509 is Nicolaas Everhardi president van het Hof [Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 195]-in 1517 is mr. Francois Cobel raadsheer in het hof [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 128]-Jakob Vallensis is raad in het Hof van Holland [Chalmot2.318]-Cornelis van Egmond van der Nijenburg [1492-1562] is raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 179]-Pieter Kouwenhoven van Belois [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 381]-mr. Adriaan van der Goes [...-1560] is raad in het Hof [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 239] -in 1573-1577 is Jacob van Duivenvoorde raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 171]-Franck van den Bergh is raadsheer in het Hof van Holland [Chalmot2.333]-in 1597 wordt Adriaan Junius tot raadsheer benoemd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 353]-Adriaan Teding van Berkhout is in 1615 raadsheer in het Hof van Holland [Chalmot2.359; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 48]-in 1619 is Nicolaas Kromhout raad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 383]=Johan Berck [1565-1627] was raadsheer in het Hof van Holland [NNBW 1911, blz. 307]=Adriaan van Almonde is in 1655 raad in het Hof van Holland.=mr. Gualtherus de Raet [1614-1663] is raad in het Hof [Navorscher 1852, blz. 131]-in 1663 wordt Johan van den Honert [.....-1667] raad in het Hof  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 318]-Cornelis Terestein van Halewijn is raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 275]-Francois Terestein Halewijn is raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 275]-van 1682-1723 is Carel Filips van Dorp [.......-1726] raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 165]-dr Simon Admiraal [1641-1724] is van 27 maart 1691 t/m 22 maart 1723 raadsheer namens Holland [Repertorium]-dr Jakob Aekersloot [1659-1727] is van 28 september 1718 tot december 1727 raadsheer namens Holland [Repertorium]-in 1713 wordt Abraham van Hoeij tot raad benoemd  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 312]-mr. Govert Johan van Slingelandt is raadsheer [adel1925, blz. 200]-mr Johan van der Does is gecommitteerde raad [Roelants, Gulden, blz. 38]-mr. Willem Sluysken [1673-1725] is raadsheer [Roelants, Gulden, blz. 51]=Herbert van Strijen [...-1730] is raadsheer in het Hof van Holland [NNBW 1911, blz. 266]-mr. Gerlach Jan Doys baron van der Does [1732-1810] is raad [Roelants, Gulden, blz. 54]-in 1767 wordt Hendrik Collot d'Escury raadsheer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 130-131]-mr. David Samuel Boas [...-1846] is raadsheer [Verwoert,, Handwoordenboek I blz. 60]
secretaris-Willem van Alphen [1608-1691] is 53 jaar lang van 1631 tot 1684 secretaris van het Hof [Kobus/Rivecourt1.31; NNBW 1911, blz. 90]-Pieter van Hurck, schoonzoon  van Van Alphen  wordt in 1684 secretaris van het Hof [Nav1870.270; NNBW 1911 blz. 90 ]=Egbert Gool is secretaris van het hof [Roelants, Gulden, blz. 261]

Hoge Raad van Holland, Zeeland en West-Friesland-Van 1 mei 1431 t/m 17 december 1440 is Floris van den Abeele [....-1440] raadsheer in het hof [Repertorium]=In 1582 wordt Jan van Bankhem lid van de Raad. [Kobus/Rivecourt1.92]. Na het overlijden van Dirk Neuburg wordt hij president van de Raad =Amelis Amstel van Mijnden [1531-1593] werd in 1582 lid [NNBW 1911, blz. 124]-In 1611 is Rombout Hogerbeets raadsheer -In 1645 wordt Cornelis Haga benoemd tot voorzitter van dit college (WP)mr Johan van der Does is raadsheer [Roelants, Gulden, blz. 38]-In 1690 is mr. Anthony van der Heim raadsheer [Roelants, Gulden, blz. 50]-Van 1864 tot 1866 is Jan Heemskerk Az. raadsheer in het Hof van Noord-Holland [WP8.198]
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 12, 14-15, 21, 46, 61, 240, 301 [1747;1751]Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. XIXAlberts/Jansen, Welvaart, pp. 99 (1344; 1400), 142(15e e) Altmeyer, Marguérite, pp. 74 (1525), 89 (1526) Altmeyer, Relations, pp. 65 (1519), 270-272 (1533) Ankum, Bijdrage, pp. 230-231 (18e e) Avis, Directe, pp. 3 (12e e), 10 e.v. (14e e), 14 (985), 42 (1310; 1313), 85 e.v. (1462-1515), 92(1511), 108 e.v. (m.e.) Baelde, Collaterale, p. 52 (1533) Baelde, Domeingoederen, pp. 47-52 (16e e), 59 (id), 62 (id), 268-294 (1551) Baelde, Financiële, pp. 21-22 (1531-51), 27 (1534) Becht, Statistische, pp. 68 (1168), 114 (1580)Blécourt, Bewijsstukken, pp. 386-387 (1529) Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 41-42 (1430), 48 (id), 61 (1432), 82 (1433), 181 (1435), 211(1436), 221 (id), 234 (1437) Blink, Geschiedenis I, pp. 217 e.v. (1328; 1342; 1463), 288 (18e e) Blok, Financiën (14e- 16e e) Blok, Geschiedenis I, p. 364 (1428) Blok, Holl. stad Bourg., pp. 31 (1441-42), 36-37  (15e e), 41  (1556), 42 (1428), 43 (1515), 57 (1475), 64-65 (1477), 81 (1480), 159 (1475), 280-284 (15e-16e e) Boer, D.E.H de/D.J. Faber/H.P.H. Jansen, De rekeningen  van de grafelijkheid van Holland uit de Beierse periode. Serie I De rekeningen van de thesaurier en de dijkgraaf van de Grote Waard, RGP 39,  Den Haag 1997Boer, D.E.H de/D.J. Faber/M.J. van Gent, De rekeningen  van de grafelijkheid van Holland uit de Beierse periode. Serie II De rekeningen van de rentmeesters der domeinen 1393-1396, RGP 182,  Den Haag 1983Brandt, C.D.J., Bijdrage tot de kritiek van Hollandse stadsrechten der XIIIe eeuw, in: Bu=ijdr. Midd. Gesch. VI 1922Brouwer, H., De gaardersarchieven en de archieven van den gequalificeerde, belast met de invordering van het recht van successie ingevolge: "Ordonnantie eener Belasting op het Regt van Successie, alomme in het Bataafsche Gemeenebest in te vorderen, in: Ned. Arch. Bl deel 32 1924-1925, blz. 155; deel 33 1925-1926, blz. 161Brünner, Adviezen (1550)Chalmot, Biographisch, , deel 2, blz. 82 [1582]; blz. 115-116 [1611] blz. 318, 333, 359Chijs, Munten, blz. 1-706 Diederiks, Collecteurs Diepeveen, Vervening (14e-16e e) Dillen, Stukken (1681) Dillen, Summiere (1622) Drossaers, S.W.A., Tot dusverre ongedrukte Hollandsche oorkonden van vóór 1300, in: Hist. Gen. Bijdr. 48 1927 blz. 53Elias, Bijdrage, pp. 31 (18e e), 36 (id)Engels, Geschiedenis, blz. 3 (922; 985), 7 (1247), 8 (1204; 1330),  31 (1297), 53-58 (1515; 1518), 60 (1555), 62 (1422), 63 (1515), 70 (1557), 76 (1574), 80 (1580), 81 (1586; 1596), 82-83 (1616; 1672), 85 (1748), 94 (1616), 95-145 (Rep), 146-351 (18e-19e e)-In 1158 werd een besluit genomen om de vervreemding van de leenen des Rijks te beletten. En werd zulks ook gesteld, onder de verpligting de Ridders opgelegd, als blijkt uit den Regel van Ridderlijke Orde in 1247, aan Willem Graaf van Holland voorgesteld, toen hij tot Roomsch-Koning van de Vorsten des Rijks, in de Keulsche Rijksvergadering gekozen werd [blz. 7].-..zoo beloofde in 1204 Philips Roomsch Koning aan Willem Graaf van Holland, hem al de leenen, welke zijn vader en broeder van het Keizerrijk ter leen hadden bezeten, vrij te geven, indien hij beloofde hem in het streven naar het Keizerschap te ondersteunen. Nog verder ging Keizer Lodewijk in 1330 wanneer hij aan Graaf Willem al de regten afstond welke het Rijk op Holland Zeeland en Vriesland had uitgezonderd het regt van manschap [blz. 8] -dat in 1297 Graaf Jan de Ple der Gravin jaarlijks had toegelegd de morgengaven van 8000 ponden in Holland te vorderen uit de inkomsten der Graaflijke landerijen bosschen en andere goederen in den Haag en door het gansche land gelegen tusschen den Maas en Zijpe [blz. 31] GA Rotterdam Notariële Akten 1599-1626 (1620) ...Appolonius Schot , raetsheer in de Hoogen Raede in Hollant ... [06-08-1620, hulp bij opstellen huwelijkse voorwaarden voor nicht] Faber, Drie I,p. 263 (1677)Faber, Graanhandel, pp. 533 e.v. (17e e)Fruin, Informacie (1514)Fruin, R., De tachtigjarige oorlog. Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588-1598, 7e druk, Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage 1899, blz. 193, 201Fruin, Zevenden, pp. 11 (1569), 12 (id), 18 (1571), 21 (1558)Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, p. 50 (1462)Gabriëls, Edel (1747-95)Gachet, Rapport, pp. 55 (15e e), 71 e.v. (id)Gelder, Nederlandse, p. 4 (16e e)Goede, Swannotsrecht I, p. 105(1289)Goes, Register I-VIIIGosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XXXIXGosses, Stadsbezit, p. 15 (m.e.)Gosses, Vorming (10e-16e e)Haak, Plooierijen, p. 79 (17e e)Halma, Tooneel I, p. 423; II, pp. 43, 271, 297,372(15e-16ee)Henne, Histoire I, pp. 214 (1509), 282 (1511); II, pp. 17 (1513), 239 (1520), 249 (1519), 366 (1521); III, pp. 14 (1522), 23-24 (id), 288 (id), 290 (id), 302 (1523), 306 (id), 313 (id), 317 (id), 355 (id); IV, pp. 6-8 (1524), 24 (id), 55 (1525), 112 (1526), 180 (1527), 183 (1528), 202 (id), 204 e.v. (id), 229 (1529); V, pp. 135 (1520-30), 137 (1521), 150(id);VI,p. 112 (1536); VII, pp. 121 (1540), 130 (1521), 131 (16e e), 134 (1536), 327 (1542); VIII, pp. 51 (1543), 214 (1545); IX, pp. 125-126 (1551-52), 153 e.v. (1552); X, pp. 17 e.v. (1537), 92 (1554), 152 (id), 281 (1555)Heringa, Zelfstandig (1750-60)Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 180 (1446-1531)Hoefer, Brieven, pp. 331-332 (1623)Hollestelle, Belasting (17e-18e e)Houtzager, Hollands, pp. 42, 51, 74, 76, 113, 115, 117-119, 121-122, 124, 130 (1555-1607), 163,,172(1662), 192 (16e-17e e)Huizinga, J., Noodwendig vertoog [critiek op: C.D.J. Brandt, Bijdrage tot de kritiek van Hollandsche stadsrechten der XIIIe eeuw, in: Bijdr. Vad. Gesch. V 10 1923 blz. 1Iterson, Confiscatie, p. 553 (1732)Janse, A., Ridderschap in Holland. Portret van een adellijke elite in de late MideleeuwenJansen, Middeleeuwse, p. 247 (16e e)Jansma, Raad (15e e)Kemper, Nederlandsch, p. 26 (1328) Kerckhoffs-de Hey, Grote (Bio), pp. 18 (1477), 71 (1480), 97 (1514) Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 13, 24, 30, 31, 55, 63, 67, 72, 92, 97, 112Kooperberg, Margaretha, p. 320 (1508) Kosters, Oude, pp. 48-53 (11e-13e e), 69-70 (11e-13e e) Kruisheer, Oorkonden (10e-13e e) Lanz, Correspondenz I, p. 278 (1528); II, p. 383(1543) Lemmink, Staten, pp. 37 (1297), 122 (15e e) Lijnden van Hemmen, Besluit, p. 382 (1629) Meerkamp van Embden, Goudsche (1525-60) Meilink, Rapporten (16e e) Meilink, P.A., De Hollandsche gaardersarchieven, in: Ned. Arch. Bl. deel 32 1924-1925, blz. 184Meilink, P.A., Nogmaals de Hollandsche gaardersarchieven, in: Ned. Arch. Bl deel 34 1926-1927, blz. 45Merkus, Schets, pp. 25 (1571), 78 (1748) Meyroos, Onze, pp. 8, 10-12 (1515), 14, 15 (1515), 21 (1579-1795), 22 (1600), 28-29 (1515) Mieris, F. van, Groot Charterboek der graaven van Holland, van Zeeland en heeren van Friesland, 4 delen, Leiden 1753-1756Moll, Rechten, p. 47 (1339) MontéVerloren, J.Ph.,/Th.H.F. van Riemsdijk, De rechtspraak van den Graaf van Holland, 3 delen, Utrecht 1932-1934MontéVerloren, Hoofdlijnen, p. 122 (m.e.)  Muller, Staat, pp. 251 (1580), 268-273 (1581), 284 (1582), 294 (1583), 354 (1584), 366 (1586), 492 (1590-91), 494 (1591), 545 (1592) Navorscher 1870, blz. 270; 329Navorscher III,  p. 14  (m.e.); V,  pp.  331 (1581), 342 (16e e); VI, p. 83 (17e e); VIII, p. 131 (1572); IX, p. 117 (16e e); XIII, pp. 166-167 (15e e), 217 (1477); XIV, p. 251 (16e e); XV, pp. 253 (1501), 257 (1671); XX, pp. 85-95 (1516-51); XLVIII, p. 408 (15e e) Neve,   Rijkskamergerecht, p. 140 (1431; 1491) Nierop, Aanvang, p. 194 (1622) Nijhoff, Oud, pp. 24 (1396), 35 (1428), 66 (1530), 76(1545), 131(1608) Obreen, H., Oorkonden ter toelichting van de politieke betrekkingen van Holland met Vlaanderen 1259-1299, in: Hist. Gen. Bijdr. deel 43 1922, blz. 26Oppermann, O., Untersuchungen zur Nordnierderländischen Geschichte des 10. bis 13. Jahrhunderts, Zweiter Teil, De Grafschaft Holland ubd das Reich bis 1256, deel IV van de Bijdraen van het Instituut voor Middeleeuwsche geschiedenis der Rijksuniversiteit te Utrecht, Oosthoek Utrecht 1921, blz. 1-183Over. Alm. 1838, p. 212 (14e e) Overvoorde, Oude (16e-17e e) Pitlo, Zeventiende, pp. 297-298 (1733) Poel, Advocaat (16e-19e e) Prevenier, W./Smit, J.G., Bronnen voor de geschiedenis der dagvaarten van de staten en steden van Holland voor 1544, deel I, 1276-1433, tweede stuk, teksten, Den Haag 1987Rees, Geschiedenis I, pp. 17 (1328), 45 (11e e), 47  (1243), 47  (1330), 51  (15e e), 54 (1276),   55  (1389),   56  (1202;   1256),  60 (1252), 79(1398), 107 e.v. (16e e), 112 (id), 116(1554), 156(17e-18ee), 158 (Rep) Schaap, Philips, p. 52 (1511)Sickenga, Omwenteling, blz. 9-11 [1795], 12-14 (1795), 16 (1796), 41 (1797), 42 (1798), 46-47 (id), 77-78, 85-86 Representanten van Holland willen lage belastingen op de minvermogenden [blz. 9] .. de ongelijkheid van lasten moet worden weggenomen; alle ingezetenen moeten voortaan naar evenredigheid van hun vermogen opbrengen... In Holland heeft eene herziening en aanvulling der kohieren plaats [blz. 10]. Het Zegel werd in Holland uitgebreid op de advertentiën in de dagbladen. Een belasting op de speelkaarten - van 3 st. per spel - werd in Holland en kwartier Nijmegen ingevoerd. De provinciale domeinen werden van tijd tot tijd gedeeltelijk in verkoop gebragt, o.a. door Holland, Gelderland, Overijssel en Drenthe [blz. 11]  Sloet, Testamenten, p. 261 (1555) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 30-31 (1471), 157 (1479), 230 (1490), 238 (1491), 255(1492) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 139(1514) Smit, Kamper (1439-41) Soly, Vernieuwing, p. 523 (1554) Spiegel, Ronald A. van der, Veenpachters van Wassenaar in Haagambacht 1554 in: Ons Voorgeslacht 2021, nr. 742, blz. 316-324Sturler, Empeschement, p. 158 (16e e) T.S. Overijssel I, pp. 37 (Rep), 38 (1684), 87 (1334-36); II, pp. 187 (16e e), 189(16e-17e e); IV, p. 187(1710) T.S. Zeeland I, pp. 4 (17e e), 147(1462) Terdenge, Geschichte (15e- 16e e) Theissen, Regeering, pp. 144 (16e e), 155 (id), 209 (1543) Timmer, Impost (16e-17e e) Verhofstad, Regering, pp. 61 (16e e), 71-72 (id), 74 (id), 87 (1556), 90-93 (1556-57), 147 e.v. (1557) Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 10, 22, 26, 49, 57, 60, 61-62, 72, 122, 130-131, 179Voorthuysen, Mercantilisme, pp. 31 (1593), 32, 89 (1651-52), 100 (16e e), 103 (1686-87), 106(1682), 107(1691), 182(1670) Vries, Geschapen, p. 344 (Rep) Wedekind, Bijdrage (16e e)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 22, 196, 277