Vaatgeld-Vuurstedegeld
Vaatgeld
Zuylen, Inventaris II, pp. 2099 (1736), 2133 (1795), 2135
Vadergeld
Navorscher X, p. 357 (1556)
Vademinge
Gosses, Vorming, p. 244 (1261)
Kruisheer, Oorkonden, pp. 305 (1261), 370 (1266-93)
Valuta
Andriesgulden
In 1489 waarde 58 stuivers [Navorscher 1851, blz. 43]
In 1585 waarde 49 stuivers [Navorscher 1851, blz. 43]
In 1621 waarde 59 stuivers [Navorscher 1851, blz. 43]
Vanghe, Te
BVGO 3e reeks deel 5 (1889), blz. 173
In de jaarbede van Kennemerland ontmoeten wij buitendien iets, dat in de overige districten van Holland niet voorkomt; de gemeenten betalen boven de bede zelve eene zekere som Te vanghe , b. v. Eirst te Petthen bi der Zijpe ter herftsbede, 15 sc. Te vanghe 2 sc. 6 d. Zoo er eene vaste verhouding bestond tusschen dit Te vanghe en het bedrag der bede in elke gemeente, zou men het kunnen houden voor een opgeld, even als in Westfriesland bij de tienden het ritsoen, dat steeds de veertigste penning bedraagt. Zie Dl. II, p. 260 vlgg. Doch dit is niet het geval. Het Te vanghe bedroeg, om maar iets te noemen, te Petten de zesde, te Bergen ongeveer de zestiende en te Castrieum de elfde penning van de bede. Hierbij komt nog dat enkele gemeenten, zoo als Aalsmeer, Spaarnewoude en anderen het Te vanghe niet betaalden. Dit is weder eene van die zaken, waarover de oorkonden zwijgen en wij dus beter doen geene gissingen te beproeven.
Varkenaccijns
Alberts, Rekening, pp. 114-118 (1447-48)
Fruin, Informacie, pp. 169(1514), 179 (id)
Muller, Middeleeuwsche (Gl.), p. 92 (m.e.)
Veeaccijns
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen II, p. 324 (1594)
Paulus, Verklaring I, p. 390 (15e e)
Rees, Geschiedenis I, p. 85 (1274)
Zuylen, Inventaris I, p. 21
Veenplaatsen, Belasting op de
B.G.O.G. VIII, pp. 13 (1800), 25 (id)
Veergeld
Diederiks, Collecteurs, pp. 486, 488, 492
Engels, Geschiedenis, pp. 133 (1671), 134 (id), 139 (Rep), 147 (1700), 151 (1627), 169
(Rep)
Fruin, Informacie, p. 374 (1514)
Gouw, Ambacht, p. 45 (m.e.)
Moll, Rechten, pp. 63-71 (13e-17e e)
Nijhoff, Archief, p. 35 (1583)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 9 (1470), 404 (id)
T.S. Overijssel II, p. 43 (m.e.); III, pp. 57 (1450), 178 e.v.(14e-16e e)
Taxandria VIII, pp. 90 e.v. (17e- 19e e)
Veertigste penning
ARA 1919, p. 46, 49-64
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 92 (1706)
Bort, Alle, Leenrecht, p. 11 sub 18 (Rep)
.David, Geschiedenis, p. 236 (15e e)
Dillen, Rijkdom, pp. 278, 618
Drielsma, Karakter, pp. 197 (1624; 1671), 417 e.v. (1598)
Engels, Geschiedenis, pp. 121 (Rep), 137 (1650), 147 (1700), 160 e.v. (17e e), 173
(1721)
Fruin, Rechterlijke, p. 72 (16e-17e e)
G.S. Gelderland, Kort, pp. 28 (1790; 1803-06), 38 (1763-98)
Gabriëls, Edel, p. 557 (18e e)
Halma, Tooneel II, pp. 360 (1630), 379 (1631)
Hammen, Bijdrage, p. 123 (1804)
Houtzager, Hollands, pp. 102-104, 166-169, 173, 186-187, 193-194(17e e)
Jong, Droogmaking, p. 56 (Rep)
Juten, Memorie, pp. 235-249 (17e e)
Navorscher XXIII, p. 324 (1639)
Pitlo, Zeventiende, pp. 214-215, 237, 243, 297-298 (16e-18e e)
Schoolhouder, Oeffenschoole
Sickenga, Omwenteling, pp. 119, 123
Soeteman, Sociale, p. 8 (1608)
T.G.O. 1841,p. 176(1621)
T.S. Drenthe, p. 90 (Rep)
Veen, Ambt, p. 212(1683)
Verloren van Themaat, Geschiedenis, p. 196 (1798-99)
Wekker, Gemeente, p. 48 (1801-05)
Wellschmiedt,Zur,p. 401 (1598; 1612)
Woertman, Korte, p. 269 (1746)
Poel, Sijmen, blz. 59
Veilgeld
Becht, Statistische (1579-1715)
Despretz-Casteele, Protectionisme, p. 304 (17e e) Dillen, Eenige, pp. 221 -230 (17e e)
Dillen, Effectenkoersen, p. 13 (1747)
Dillen, Naschrift, pp. 22 e.v. (18e e)
Dillen, Rijkdom, pp. 281, 524 (1725), 532 (1759-62)
Dillen, Stukken, pp.. 70 (1645; 1680), 73 (1681) Dobbelaar, Statistiek, p. 211 (1753)
Engels, Geschiedenis, pp. 86-95 (Rep), 217
(1814) Faber,DrieI,p.284(1681-1715)Faber, Graanhandel, p. 534 (1655)
Houtzager, Hollands, p. 181 (1668)
Pélerin, Beschrijvinge, p. 39 (1649)
Poel, Sijmen, blz. 61
Schrassert, Codex, p. 23 (18e e)
Sickenga, Omwenteling, pp. 30, 35 (1804), 138 Voorthuysen, Mercantilisme, pp. 68, 84, 89, 103, lll (17e-18e e)
Westerman, Statistische, p. 7 (17e e)
Velaccijns
Alberts/Jansen, Welvaart, p. 97 (1326
Blok, Holl. stad Bourg., pp. 226-226 (1522)
Fruin, Informacie, pp. 169 (1514), 179 (id), 237 (id), 243 (id), 245 (id), 373 (id), 382 (id)
Meyroos, Onze, p. 9 (1515)
Muller, Middeleeuwsche (Gl.), p. 37 (m.e.)
Zuylen, Inventaris II, pp. 873-874
Verbeurdverklaring
ARA Brussel, Papieren v. State en Audiëntie, no.1177/13
ARA Brussel, Raad van Beroerten, pp. 164, 166
ARA Brussel, Rekenkamer, No. 18879, 603, 18312-20, 18801-03, 18836-38, 18877-78, 18880-82, 19158, 178-180, 210, 227, 230-
249,288-297, 19496
ARA Den Haag, Arch. Domeinen, nr. 683
ARA Den Haag, Arch. graf rekenkamer, nrs. 4853,4856-58,4863,4868-71
Andreae, Aantekeningen, p. 256 (14e e)
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, pp. 48 (1568), 49 (1570), 54 (1579)
Baelde, Domeingoederen, p. 149 (1551)
Bergh, Baljuwen, pp. 266 e.v. (Rep)
Bezemer/Blécourt, Rechtsbronnen, pp. 43-44 (1410)
Blécourt, Bewijsstukken, pp. 185 (1429), 242 (1546), 312(16e e)
Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 17-18 (1429)
Blok, Financiën, p. 58 (m.e.)
Caan, Schets, pp. 19, 49-50
Delmotte, Calvinisme, pp. 156 e.v. (1568-75)
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen IV, pp. 91 e.v. (1581-1608)
Engels, Geschiedenis, pp. 15, 91 (1725)
Evers, Arnhem, pp. 28-29 (1568)
.Formsma, Ommelander, pp. 60 (16e e), 66 (1572)
G.A. Amsterdam, Arch. burgemeesters, no. 16-17
Gelder, Gegevens I en II
Goes, Register I, pp. 7 (1524), 17 (id); IV, p. 1312(1555)
Goor, Beschrijving, p. 33 (1513)
Henne, Histoire III, p. 281 (1522); IV, p. 64 (1524); V, pp. 322 (1549), 368 (1531); VII, pp. 102 e.v. (1540)
Hoek, Adriaan, pp. 112 e.v. (1567)
Iterson, Confiscatie
Meester, Geschiedenis I, pp. 149 (1570), 150 (1574)
Merkus, Schets, p. 7
MontéVerloren, Hoofdlijnen, pp. 119, 175 (15e-16ee)
Muller, Staat, p. 73(1573)
Navorscher III, p. 130 (1573); VIII, p. 83 (1296); IX, p. 194 (1546); XIX, p. 214 (1568)
Nypels, Rijksfiscaal, pp. 89-96
Poel, Advocaat, p. 4 (19e e)
Poel, Sijmen, p. 20 (m.e.)
R.A. Gelderland, Rekenkamer, nrs. 7121-22, 7125,7148
R.A. Groningen, Arch. Claes ten Buer
R.A. Zeeland, Arch. graf. officieren, no. 17d, 35,35b
R.A. Zeeland, Rek. en andere stukken, no. 139,1344
Schadee, Sententiën, pp. 354-355 (1447), 388 (1448)
Schadee, Verbeurdverklaring
Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 209 (1484)
T.S. Stad en Lande XX, pp. 393, 395-396, 494
T.S. Zeeland I, p. 116 (1735)
Theissen, Regering, p. 281 (16e e)
Water, Lijst, pp. 54-55 (16e e), 59 (1631)
Witte van Citters, Proeve
Verbruiksbelasting, Algemene
Merkus, Schets, pp. 92 (1797), 99 (1798)
Verdinggelt
Fruin, Informacie, pp. 254 (1514), 255 (id), 258 (id)
Verdinkmeester
Personen aangesteld om met de ingezetenen op het platteland, die het branden, plunderen en roven wilden afkopen, nopens den prijs der brandschatting overeen te komen
In 1458 is Jonge Jan van Lichtenberg van Lanscroon verdinkmeester.
........................................................BRONNENliteratuurLeeuw 1883, blz. 29Verdragen
Avis, Directe, p. 108(1402)
B.G.O.G. III, pp. 81-135
Blok, Financiën, p. 58 (14e e)
Dillen, Rijkdom, pp. 350 (1662), 365 (1715;
1748),388(1678; 1713)
Engels, Geschiedenis, p. 283 (19e e)
Goes, Register I, p. 358 (1532); II, pp. 541 (1549), 567 (id), 576 e.v. (id), 582 (id), 591 e.v. (id), 599 e.v. (id), 621 e.v. (id), 625 (id), 638 e.v. (id)
Moll, Rechten, pp. 160 e.v. (1480), 162 e.v. (1465)
Nijhoff, Oud, pp. 130 (1597), 138 (1617)
Schrassert, Codex, p. 31 (1719)
Stallaert, Glossarium, p. 395 (1564)
T.S. Overijssel I, p. 90 (14e e)
T.S.Zeeland II, pp. 188-189(1475; 1523)
Zuylen, Inventaris I, p. 54 e.v. 453 (1528); II, p.2119
Vereenvoudiging
Engels, Geschiedenis, blz. XVII
Een noodzakelijk gevolg hiervan is, dat de wetten duidelijk en verstaanbaar, alsmede eenvoudig en gemakkleijk moeten zijn, om zelfs door elken onbedrevenen mensch opgevolgd te kunnen worden [blz. XVII]
Verenigde Oostindische Compagnie
Bachiene, Vaderlandsche, blz. 57-94
Vergadering van Notabelen
Actief in 1814
deelnemers
Op 28 maart 1814 en 29 maart 1814 neemt Johan Daniël Cornelis Carel Willem baron d'Ablaing van Giessenburg [1779-1859] deel namens Zuiderzee [Repertorium]. Voorts mr. Hendrik Jacob Ackersdijck [1773-1827] namens Monden van de Rijn [Repertorium], mr Barro Adema [1766-1822] namens Friesland [Repertorium]Vergiergeld
BRONNENliteratuurZuylen, Inventaris I, p. 223 (1512)
Verificateur
BRONNENliteratuurT.G.O. 1835,p. 456 (1811)
Verjaring
BRONNENliteratuurFruin, Oudste I, p. 239 (m.e.) Sickenga, Omwenteling, p. 97 T.S. Overijssel II, p. 301 (1646)Verkopingen, Heffing op de
BRONNENliteratuurSickenga, Omwenteling, pp. 72, 99, 123, 134
verlofgeld
Toen, op het voorbeeld van Den Briel enige Zeeuwse steden tegen Alva waren opgestaan, en, om zich staande te houden, geld behoefden, meer dan zij konden bijbrengen, waren zij al spoedig van de handel, die op de Spaans gebleven steden nog druk gedreven werd, een verlofgeld gaan vorderen: van iedere waar, die zij doorlieten, zoveel die maar enigszins dragen kon. De vijand, wien zijn inkoop zoveel te duurder te staan kwam als de verkoper voor verlofgeld betaald had, werd op die wijs ten bate van den opstand belast [Fruin, Tien, blz. 58-59]Vermakelijkheidsbelasting
Andreae, Hollandsche, p. 445 (m.e.)
Sickenga, Omwenteling, p. 132
Vermetoyt
Zie Fermiteit
literatuur
Hertog, H. den/Keijzer, B. de, De oudste lijst van leenmannen van de graaf van Gelre, 1326, in: Ons Voorgeslacht maart 2015, blz. 103-104
Item her Conraet van der Sleyde helt van den greve .xvi. marc brabants, dre haller vor den penning, uten vermetoyt van Venlo, te Sente Remeys messe (1 oktober) te betalen [blz. 103].
Item her Godert Scelert helt van den greve .lxv. lb. ut den vermetoyt te Venle [blz. 104]
Vermogensbelasting
Fruin, Informacie, blz. 10 (1495), 11 (1499-1500), 18 (1514)
Poel, Sijmen, blz. 143, 148, 165
vermogensheffingen
algemeen
Door Anton Reinhard Falck werd met bewondering naar de Verenigde Staten gekeken. Daar kon men leven in het gerust bezit van zijn eigendom zonder de heffingen en belastingen die het vermogen van welgestelde Nederlanders als zijn vader aantasten [Horst, Republiek, blz. 86]25e penningStad en Lande hief een 25en penning zonder rentebetaling over de bezittingen der Gereformeerde kerken, en nog eens daarop een 4den penning tegen rente van de goederen van alle kerken en kerkelijke stichtingen zonder onderscheid [Sickenga, Omwenteling, blz. 11].
20e penningDe provincie Utrecht deed een 20en penning opbrengen door alle corporaties [Sickenga, Omwenteling, blz. 11]
BRONNENliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 128 (1485) Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 77 (1637) Avis, Directe, p. 66(1488; 1498)B.G.O.G. X, pp. 58-63 (1674-82).Blécourt/Meijers, Memorialen (1429) Blok, Geschiedenis I, p. 499 (1481) Boudewijnse, Regeering, pp. 23-25 (1892), 26(1893), 46(1891), 77(1895)Demey, Vlaamse, p. 4 (1280) Elias, Bijdrage, p. 76 (18e e) Engels, Geschiedenis, pp. 29-30, 37, 76 (1575), 161(1797) Faber, Drie I, pp. 144 (18e e), 227 (1672), 362 (1749), 363-364 (1811) Fruin, Informacie Gosses, Stadsbezit, p. 34 (m.e.) Hallema, Financiële, pp. 92 e.v. (Rep) Houtzager, Hollands, pp. 7 (1884), 74(1653) Kalma, Briefwisseling, p. 147 (1844) Klein, Gouden, p. 550 (17e-18e e) Linden, Recht, p. 28 (1311) Meester, Geschiedenis I, pp. 101 (15e e), 105 (id) Merkus, Schets, pp. 86 (1796), 91 (1797), 98 (1798) Navorscher, VI, p. 250 (1788-1802); XLVI, pp. 159-164 (1672-1699); XLVIII, p. 199 (1672) Nierop, Aanvang, p. 192 (1498) Nijhoff, Archief, p. 127 (1802) Nuyens, Inventaris, p. 372 (1844) Poel, Sijmen, blz. 63Sickenga, Omwenteling, pp. 11 (1795), 14, 16 (1796), 43 (1797), 49, 55, 58 (1798), 59-60, 62, 64, 67-68, 72,79-80,85-86,89,91, 99 Soly, Vernieuwing, p. 532 (1554) Spufford, Coinage, p. 64 (14e e) T.G.O. 1839, pp.93-103(1483) Zuylen, Inventaris I, p. II
Verpachting
Poel, Sijmen, blz. 90-99
Aa, Aardrijkskundig, deel I, blz. 34 [1748]
In het stelsel der gemeene middelen welke tot nu toe verpacht geweest waren wenschte men uit hoofde van den in het oog loopenden rijkdom van sommige pachters en de hier en daar plaats hebbende misbruiken eene gcheele verandering welke dan ook op 's Prinsen voorstel plaats had nadat in het jaar 1748 op de meeste plaatsen de huizen der pachters geplunderd waren Door al dit woelen van de gemeente werden de Regenten eindelijk zoo wars van de regering dat zij in Holland zelfs bewilligden in eene resolutie der Staten waarbij de Prins Erfstadhouder gemagtigd werd om de regering alom te veranderen zoo als in dit en de jaren 1748 en 1749 dan ook geschiedde [blz. 34]
ARA 1919,p. 101
Ablaing, Bannerheeren, p. 39 (1609)
Alberts, Bijdrage, pp. 340 (1361-62), 345 e.v. (m.e.)
Alberts, Oudste, p. 54 (m.e.)
Alberts, Rekening, pp. 107, 114, 119, 145-146(1447-48)
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 101 (1748-49)
Anspach, Tielsche, p. 221 (1655)
B.G.O.G. IV, p. 103
Bachiene, Vaderlandsche, blz. 262
Baelde, Domeingoederen, p. 318 (1551)
Becht, Statistische, pp. 45 (1628-38), 83 e.v. (1581), 107 (16e e), 143 e.v. (16e-17e e); Stelling 11 (1631)Beelaerts van Blokland, Gecommitteerden, pp. 178, 182, 184, 187, 190, 192, 200, 214, 217
Beernink, Nijkerk, pp. 189 (1702), 194 e.v. (17e e), 198 e.v. (id), 223 (1703)
Bezemer/Blécourt, Rechtsbronnen, pp. 156 (1429), 292 e.v. (1447), 375 e.v. (1472)
Blécourt, Bespr. Prausnitz, pp. 473 e.v. (15e-16e e)
Blok, Financiën, p. 57 (m.e.)
Blok, Holl. stad Bourg., p. 131 (15e e)
Blok, Rekeningen, p. XIX (16e e)
Boer, Kwarteeuw, p. 115 (17e e)
Caan, Schets, pp. 132, 193-194,202
Diederiks, Collecteurs, pp. 484-485 (18e e), 501
Dillen, Rijkdom, pp. 272-274, 279-280
Doorninck, Regesten, pp. 27 (1540), 34 (1550)
Engels, Geschiedenis, pp. 65 (1555), 66 (1557), 84-86 (1557; 18e e), 89 (1597), 98 (1688), 99 (1675), 100 (1678), 101 (1583),
104(1695)
Faber, Drie I,p. 37 (1744-48)
Feith, Gerecht, p. 96
Formsma, Wording, p. 79 (16e e)
Fruin, Informacie, blz. 8 (1514), 18 (id), 79 (id)
Fruin, Oudste I, p. 56
G.S. Gelderland, Kort, p. 11(1666-75; 1720-94)
Goes, Register IV, pp. 33 (1555), 47 (id), 77-78 (id), 190 e.v. (id); V, pp. 47 (1557), 55 e.v.(id), 70e.v.(id), 133 (id)
Goor, Beschrijving, pp. 214, 249-250 (1541)
Gouw, Ambacht, p. 35 (Rep)
Haak, Plooierijen, pp. 111 e.v. (18e e), 116 e.v. (id), 129 e.v. (1704), 138 e.v. (id), 157 e.v. (1705)
Hallema, Financiële, pp. 89 e.v. (Rep)
Hazewinkel, Plan, pp. 240-241, 258
Henne, Histoire VI, pp. 293 e.v. (1539)
Heringa, Zelfstandig, pp. 83 e.v. (18e e)
Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 19
Hoefer, Brieven, pp. 286-287 (1613)
Hollestelle, Belasting, p. 186 (17e-18e e)
.Houtzager, Hollands, pp. 42, 82, 113 (16e-18e e), 141, 150, 163(1654)
Kronenberg, Inventaris, pp. 19 (17e e), 42 (1769)
Kuile, Overijssel, p. 280 (Rep)
Kuile, Verschijnselen, p. 152 (Rep)
Lamens, Verpachting
Maddens, Hoe, p. 413 (16e e)
Maeckl, Erkelenzer, pp. 348 e.v. (15e e)
Martens, Deductie (14e-18e e)
Meester, Geschiedenis I, p. 116 (15e e)
Merkus, Schets, p. 78 (Rep)
Moll, Rechten, pp. 120-121 (14e-16e e)
Moquette, Strijd, pp. 60-63 (17e e)
Muller, Middeleeuwsche (Gl.), pp. 38 (m.e.), 52 (id), 77 (id); (Inl.), pp. 201 e.v. (m.e.)
Muller, Staat, pp. 388 (1587), 426 (id)
Navorscher II, pp. 203 (1501), 229 (1586); XXV, p. 62 (1637); XLVIII, p. 684 (Rep)
Niermeyer, Over, p. 25 (14e e)
Nijhoff, Archief, pp. 41 (1610-12), 45 (1645-47), 127(13e-18e e)
Pitlo, Zeventiende, p. 222 (17e-18e e)
Poel, Advocaat, pp. 5 (1700), 6 (1701), 7 (1678), 9(1748), 10(1583), 17
Poel, Compositie, p. 80 (Rep)
Rees, Geschiedenis, p. 114 (1542)
Roessingh, Dorp, p. 43 (1748)
Schevichaven, Rijkstol, p. 24 (1677)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, pp. 171 (1535), 189 (id), 255 (id)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 130 (1476), 226 (1489), 347 (1500)
Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 22 (1505), 23 (id), 165 (1516), 223 (1519), 287 (1523), 386 (1526), 428 (1527),
480(1529)
Soly, Vernieuwing, pp. 524 e.v. (1554), 527 (1554), 530 (1554)
Stallaert, Glossarium, pp. 103 (1582), 269, 327(1582)
T.G.O. 1837,p. 113(1549)
T.S. Drenthe, pp. 85 e.v. (Rep), 225 (1603), 228 (id)
T.S. Overijssel II, pp. 63 (17e e), 65 (id), 115 (1771), 190 (16e e); III, pp. 10 e.v. (Rep), 39 (id), 148(1589), 149(1691)
T.S. Stad en Lande XXI, pp. 22-24 106
T.S. Zeeland I, pp. 64 (1630), 77 (1596); II, p.337 (1685)
Thorbecke, Staatsinrigting, pp. 59-60
Uytven, Denarii, p. 128 (14e e)
Verhofstad, Regering, p. 61 (16e e)
Voorthuysen, Mercantilisme, pp. 81-82 (1590)
Zuylen, Inventaris I, pp. VI-XIV, 3, 6, 11, 20-21, 105, 645, 744, 794; II, pp. 1161-1162, 1229, 1275, 1320, 1344, 1348-1350, 1391, 1613, 1617, 1711,2052,2133-2134
VerpondingALGEMEEN
Holland
Kohier van de verponding uit 1649 voor de kwartieren van de provincie Holland waar de gemene landsmiddelen gedurende de oorlog tot nog toe bij redemptie zijn betaald, te weten Zevenbergen, de dorpen in de Langstraat, de beide Zwaluwen, Drimmelen en de dorpen onder het land van Heusden (1)
Cornelis Dirksz van Bohemen betaalt voor 3 morgen en 5 hont verponding in Monster. Daarnaast is, ondanks de ligging van de woning binnen Monster, verponding in Den Haag verschuldigd (2)
In het verpondingsregister van Monster van 1583 staat Sebastiaan Sijmons met zijn bezit vermeld (3)
in 1753 is mr. Jan Alensoon ontvanger van de extra ordinaris verponding [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]
bronnen
(1) ARA, Verslagen 1888, blz. 23
(2) Boheemen, Peter J.M. van, Eerste generaties van familie van Bohemen-van Boheemen, in: Ons Voorgeslacht 2018, blz. 195
(3) Idem, blz. 200
Gelderland
In het Gelders Archief zijn diverse kaarten aanwezig op last van de verpondingscommissie in de jaren 1807-1811 opgemaakt. Er moeten ook registers ziijn, zogenaamde Maatboeken, zijn waarin de percelen, hun grootte en de eigenaar staan opgetekend. Het zijn er maar enkele o.m. van Beltrum, Rekken, Eibergen, Dinxperlo, Twello, Wilp, Zeddam, Aalten en Bredevoort [ARA, Verslagen 1888, blz. 77]
literatuur
ANF 1883, 18 oktober, p. 5 (1742); 1884, 29 april, p. 3 (18e e); 1 mei, p. 1 (18e e); 27 mei, p. 2 (18e e); 1889, p. 65 (17e e) Ablaing, Bannerheeren, I, p. 39 (17e e)
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, pp. 67 (1600), 103(1755), 117(1793), 127(1806)
Ankum, Bijdrage, pp. 49 (1729-31), 238 e.v. (1331)
Anspach, Tielsche, pp. 220 (1645), 222 (1677)
B.G.O.G. VIII, p. 104; X, p. 62
Bachiene, Vaderlandsche, blz. 258-259
Beernink, Nijkerk, pp. 161 (1685), 201 e.v. (17e e)
Beresteyn, Huis, pp. 357 e.v. (1790)
Blécourt, Heerlijkheden, p. 500 (1795)
Brünner, Adviezen (1550)
Caan, Schets, pp. 195, 202
Commissie, Statistieke, p. 304 (1819)
Deursen, Raad, p. 87 (17e e)
Dillen, Rijkdom, pp. 272, 277, 417, 638
Dillen, Stukken, p. 93 (1681)
Dillen, Summiere, p. 168 (1622)
E.H.J. XVII, Verslag, p. LIX (17e e); XVI, Verslag, pp. LXXXV (1620), LXXXVI (1655); XXIII, p.LIV (1629)
Engels, Geschiedenis, pp. 32, 58 (1515), 148-153 (17e-18e e), 154 (17e e), 159 (1674), 172 (1721), 174 (1788-94), 183-185 (1805), 205 (1806), 207 (1807-08), 212 (1811), 233 (1813-14)
Engelsman, Ontstaan, pp. 127 e.v. (1812)
Faber,DrieI,p. 135 (18e e)
Fock/Brucken/Hoeufft, Autobiographische, p. 301 (18e e)
Formsma, Vormen, p. 29
Fruin, Informacie, blz. VIII (1513), IX (15e e), X, XXIV (1436-1514); XXVII (1544; 1550); XXX (1550; 1581), 18 (1514), 22 (id), 27 (id), 34 (id), 47 (id), 50 (id), 53 (id), 56 (id), 72 (id), 94-95 (id), 97-99 (id), 103 (id)
Het morgengeld "kreeg de naam van verponding op de landerijen
ter onderscheiding van een ander morgengeld hetwelk in tijd als een buitengewoon middel tot goedmaking der lasten van de landerijen geheven is [blz. 31-32]
.Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, pp. 50-51(15e e)
G.S. Gelderland, Kort, pp. 27 (1643-1792),38 (1643-1772), 45 (1747-1800), 47 (1576-1805)
Gallé, Beveiligd, pp. 200, 212 (18e e)
Gelder, Gegevens I, p. 527
Goor, Beschrijving, p. 356 (18e e)
Gouw, Ambacht, pp. 31 (1655), 36 (Rep), 46 (17e-19e e), 115(1662), 147 e.v. (1725)
Haak, Plooierijen, p. 112(1703)
Haar, Romeyn, p. 159 (1695)
Halma, Tooneel I, p. 122; II, pp. 310, 316, 317 (17e-18e e), 360 (1630), 379 (1631)
Hammen, Bijdrage, pp. 72 (1763; 1776), 123 (1804)
Hart, Geschrift Heeren, Uit, p. 169(1766)
Hoefer, Aantekeningen, p. 371
Hoefer, Vestiging, p. 407 (1733)
Houtzager, Hollands, pp. 42, 86, 131, 145, 156-157 (17e e)
Inventaris, Pijnacker, blz. 9-10
Jansen, Amsterdamse, p. 427 (17 72)
Jong, Droogmaking, pp. 24 (1632), 58 (1700), 76(17e e)
Kosters, Oude, pp. 104-107 (19e e)
Kuile, Overijssel, pp. 265-266 (18e e), 280 (id)
Kuile, Verschijnselen, p. 152 (Rep)
Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 181-
182(1531)
Meyburg, Bijdrage, p. 123 (1690)
Meyburg, Eenige, pp. 84 (1645-51), 115 (1645)
Moll, Honderd (1813)
NavorscherX, pp. 19 (15e-19e e), 364 (1673); XVIII, p. 442 (1797); XLVIII, p. 654 (18e e)
Nierop, Aanvang, p. 197(1747)
Nijhoff, Archief, p. 127(1508-1760)
Poel, Sijmen, blz. 45-56, 68
Schevichaven, Organisatie, p. 23 (1652)
Sickenga, Omwenteling, pp. 10 (18e e), 68, 74,99,103,114,164-170
Slicher van Bath, Landbouw, pp. 154-155 (1601-02)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 440 (1493-94)
T.G.O.1835,p.419(1834)
T.S. Drenthe, pp. 89 e.v. (Rep)
T.S. Overijssel I, pp. 32 (Rep), 38 (1732); II, pp. 239-303 (Rep); III, p. 2 (Rep)
T.S. Stad en Lande XX, p. 537 (1599); XXI, pp. 23,25,240-241
T.S. Zeeland I, p. 320 (17e e); II, p. 255 (17e-18e e)
TaxandriaVI,p. 137(1636)
Toll, Gedrukte, pp. 49, 58 (1793-1806)
Veen, Ambt, pp. 217 e.v. (17e-18e e), 271 e.v. (1649)
Wekker, Gemeente, p. 52 (Rep)
Woude, Noorderkwartier, pp. 26 (Rep), 37- 38 (1630), 63 (1632; 1733), 65 (1632), 66 (1733), 68 (1630)
Woude, Staten, p. 69 (1586-88)
Zuylen, Inventaris II, pp. 1401, 1508, 1547, 1583, 1625, 1711, 1724, 1779, 1781, 1784, 1938, 1944,1992-1993, 1997,2033
Zijp, Hoofdstukken, pp. 36 (1732), 42 (17e e), 46-47 (1732)
Vertegenwoordigend Lichaam
De eerste heeft bestaan van mei 1798 t/m juni 1798; de tweede van juli 1798 t/m oktober 1801
leden
-Willem Andries Abbema [1738-1820] is lid van 4 mei 1798 t/m 12 juni 1798 [Repertorium]Evert Abbring [1757-1842] is van 29 juli 1800 t/m 17 oktober 1801 lid van het VT namens het district Onderdendam [Repertorium]Vervallen
Gelder, Gegevens I, p. 4
Verzet
Boasson, Rechter, pp. 93-95 (1858)
Menalda, Behandeling, pp. 197-198, 220-223,225-227
Vestgeld
Uytven, Denarii, pp. 127-128
Zuylen, Inventaris I, pp. 2 (1399), 21 (1496), 220 (1512), 292 (1515), 351 (1521), 646 (1547); II, p. 795 (1267)
Vetgeld
Fruin, Informacie, pp. 403 (1514), 412 (id)
Vijfde penning
Engels, Geschiedenis, p. 69 (1557) Kingmans, Vroon (1322-1879) Navorscher XV, p. 92 (17e e)
Vijfhonderdste penning
Beernink, Nijkerk, pp. 202 e.v. (17e e)
Gelder, Haagsche
Haak, Plooierijen, pp. 112 (1703), 157 e.v. (1706)
Hoefer, Brieven, p. 332 (1623)
Houtzager, Hollands, pp. 59, 141, 143
Kuile, Overijssel, p. 280 (18e e)
Navorscher VII, p. 260(1627)
Vijftiende penning
Goes, Register IV, p. 25 (1555) Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 295 (1537).
Vijfentwintigste penning
Soort successierecht
Drielsma, Karakter, p. 420 (18e e)
Feith, Omwenteling, p. 67 (1795)
Fruin, Informacie, pp. 7 (1514), 11 (id)
G.S. Gelderland, Kort, p. 38 (1763-98)
Navorscher V, p. 136 (1788)
Vijftigste penning
Soort overdrachtsbelasting
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, pp. 76 (1635), 77 (1637), 92 (1706), 95 (1725), 107 (1765)
Arkenbout, Hof, p. 56 (1580)
Bachiene, Vaderlandsche, blz. 263 (1747)
Blok, Holl. stad Bourg., p. 43 (16e e)
Brulez, Brugge, p. 20 (1552-53)
Brulez, Handelsbalans, p. 284 (16e e)
Cosemans, Antoon, pp. 631 e.v. (1557)
Craeybeckx, Organisatie, pp. 199-200, 202, 206 (16e e)
Drielsma, Karakter, pp. 420 e.v. (18e e)
Engels, Geschiedenis, pp. 61 (16e e), 69 (1556), 149(1581), 160(17e e)
Evers, Kroniek, p. 87 (1747)
Fruin, Informacie, blz. 7 (1514), 11 (1498), 237 (id)
G.S. Gelderland, Kort, p. 38 (1763-98)
Gaillard, Etude, p. 212 (m.e.)
Gelder, Gegevens I, p. 480
Goes, Register III, pp. 340 (1553), 472 (id), 492 (1554), 501 (id)
Gosses, Welgeborenen, p. 7 7 (1344)
Gratema, Stadhouders, p. 101 (1748)
Halma, Tooneel II, pp. 360 (1630), 379 (1631)
Hoefer, Vestiging, p. 406 (1733)
Houtzager, Hollands, p. 131 (1608)
Kuile, Overijssel, p. 280 (18e e)
Meerkamp van Embden, Goudsche, p. 339 (1556)
Meyroos, Onze, p. 12 (1515)
Moll, Gemeentearchieven 1919, p. 134 (Rep)
Navorscher IV, p. 350 (1590); XLVIII, pp. 65 (1796), 624 e.v. (18e e), 695 (id)
RA Steenbergen, nr. 906
0030 Stukken betreffende proces voor Raad van State tussen Adriaen van Berckel, ontvanger-generaal ter admiraliteit Rotterdam, en Diederik van Hogendorp, drossaard, Pieter Schagen, ontvanger, en Matthijs Reyns, secretaris, over heffing 50e penning, 1664-1666
Sterck, Opkomst, p. 161 (1344)
T.S. Overijssel III, pp. 12 (Rep), 38 e.v. (id)
Theissen, Regering, p. 209 (1552)
Veen, Ambt, pp. 212 (1683), 233 (1747)
Verhofstad, Regering, pp. 84 (1556), 85 e.v. (id), 93 e.v. (1557)
Zuylen, Inventaris II, p. 1748 (1750)
Visimpost
Baelde, Domeingoederen, p. 154 (1551)
Bezemer/Blécourt, Rechtsbronnen, p. 263 (1485)
Engels, Geschiedenis, pp. 121-122 (Rep), 137 (1650)
Fruin, Informacie, pp. 7 (1514), 237 (id), 249 (id), 325 (id), 373 (id), 374 (id), 383 (id), 403 (id), 411 (id).
Hordijk, Rechtsbronnen, p. 94 (1376)
Kranenburg, Zeescheepvaart, p. 239 (m.e.)
Maeckl, Erkelenzer, p. 392 (m.e.)
Meyroos, Onze, p. 10(1515)
Moll, Rechten, p. 119 (15e e)
Muller, Middeleeuwsche (Gl.), pp. 74 (m.e.), 99 (id)
Sickenga, Omwenteling, p. 69
Soeteman, Sociale, p. 10 (18e e)
Zuylen, Inventaris I, pp. 2, 21, 220, 646; II, pp. 796, 1056, 1267, 1494, 2044, 2099, 2134-2135
Visiteerder
Sickenga, Omwenteling, pp. 134, 141, 143, 149-150, 152, 158
W.D.B.I.U.A. 1874, 22 augustus, pp. 1-2; 29 augustus, pp. 1-2; 5 september, p. 1; 12 september, p. 1; 19 september, pp. 1-2 Zuylen, Inventaris I,p. 101 (1506)
Visscherie van der vaert
Fruin, Informacie, blz. 7 (1514)
Vlasaccijns
Fruin, Informacie, p. 238 (1514)
Vleespenningen
Alberts, Bijdragen, p. 344 (14e e)
Engels, Geschiedenis, p. 215 (1811)
Fruin, Informacie, pp. 7 (1514), 12 (id), 18 (id), 74 (id), 77 (id), 79 e.v. (id), 84 (id), 179 (id), 236 (id), 242 (id), 260 (1510-14), 262 (1514), 324 (id), 334 (id), 349 (id), 373 (id), 381 (id), 387 (id), 389 (id), 403 (id), 411 (id)
Gelder, Gegevens I, p. 58
Gorter/Vries, Gegevens, p. 31 (1852)
T.G.O. 1839, p.101(1483)
Vleesaccijns
Fruin, Informacie, blz. 7 (1514), 74 (id), 79 (id)
VlootbelastingDe vlootbelasting, waarvan de opbrengst strekt als bijdrage in de kosten van de vloot, inzonderheid voor zoover deze strekt tot verdediging van Ned.-Indië, zal worden geheven van de natuurlijke personen, belastingplichtig naar de bepalingen van hoofdstuk I der wet op de inkomstenbelasting 1914, met uitzondering van de niet binnen het Rijk wonende personen die uitsluitend aan die belasting zijn onderworpen omdat zij het genot hebben van een binnen het Rijk gelegen onroerend goed of van een op zodaning goed gevestigd recht. Bij een behoorlijke verdediging van Ned.-Indië hebben wel is waar Nederland en alle Nederlanders belang, maar daarnevens is zij van bijzonder belang voor al diegenen, die in den vorm van dividend, tantième of bezoldiging uit Indië min of meer aanzienlijke baten trekken. Die gedachte heeft de Minister getracht tot haar recht te doen komen door de wijze, waarop hij voorstelt de belasting te regelen. Grondslag dezer regeling zijn de vermogens- en inkomstenbelasting of liever de vermogenswaarde en het bedrag aan inkomen van ieder belastingplichtige, bij de regeling dier belastingen bekend geworden. Voor de vlootbelasting wordt evenwel buiten aanmerking gelaten het niet in de koloniën gelegen onroerend goed. Ten aanzien van het roerend vermogen van grooteren omvang meent de Minister als regel te mogen aannemen, niet alleen dat het mede de vrucht is van baten, die rechtstreeks of indirect uit Indië worden getrokken, maar ook dat het nog voortdurend in zijn samenstelling meer of minder verband houdt met Indië [Meester, Treub, blz. 483-484].
Voederpenning
Blok, Financiën, p. 53 (m.e.)
Voorkoming dubbele belasting
Fruin, Informacie, blz. 49 (1514)
Voornamenbelasting
algemeenvoorstel CremerIk zou dan voorstellen, dat de Regeering eene belastingwet op de vóor- of doopnamen in 't leven riep. Mijne bedoeling is deze:De eerste vóornaam zal vrij zijn; doch de tweede met vijf gulden belast, en de volgenden met een steeds klimmende taxe, zoodat men voor een zesden naam een som van twee honderd gulden of meer, bij de geboorte-aangifte zou moeten voldoen. Deze belasting - UExc. zal 't gereedelijk toestemmen - ware er eene die niemand zal drukken: die, naar mijne berekening, jaarlijks een bedrag van ƒ 200,000 aan 's-Rijks schatkist kon opleveren, en waarschijnlijk veel meer, aangezien het zwak voor namen bij de gegoede standen er zeker niet op verminderen zou. 't Ware een luxe-belasting in 't belang der armen [J.J. Cremer, Fabriekskinderen, 1878, blz. 269; DBNL]
ontwerp TreubHet voornemen tot heffing eener voornamenbelasting vond bij het publiek nog al tegenkanting. Zij zal verschuldigd zijn wegens toekenning van meer dan één voornaam aan een kind bij de aangifte der geboorte, en wegens latere bijvoeging of verandering van voornamen. Eveneens zal belasting worden geheven wegens verandering van den geslachtsnaam of bijvoeging van een of meer namen aan de geslachtsnaam.De eigenlijke voornamenbelastlng zal ten minste f 2.50 en ten hoogste f 400 bedragen; het bedrag is afhankelijk van het inkomen van den belastingplichtige. Voor verandering van den geslachtsnaam zal ten minste f 250 en ten hoogste f 1000 verschuldigd zijn. Wegens onvermogen zal de Minister van Financiën vrijstelling kunnen verlenen. De gemeenten zullen op deze belasting ten hoogste 100 opcenten mogen heffen. Voor het Rijk wordt de opbrengst geraamd op f 5 ton. Naar ik vermoed, zou een heffing als deze hier te lande zeer impopulair zijn [Meester, Treub, blz. 487-488] BRONNENliteratuurMeester, Th. de, Treub’s belastingvoorstellen, in De Gids 1916, blz. 465-491
Voorrang
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 89 (1695)
Bezemer/Blécourt, Rechtsbronnen, pp. 116
(1429), 125 (id), 256 (1485), 311(1512)
Blécourt, Bewijsstukken, p. 158 (1618)
Engels, Geschiedenis, p. 261 (1808-16)
Fruin, Oudste II, pp. 141 (1458), 219 (1524)
Pitlo, Zeventiende, p. 214 (Rep)
Sickenga, Omwenteling, pp. 142, 144
Voorschotheffing
Anoniem, Belastingen, pp. 44, 75
Vrijdom adel
Ablaing, Bannerheeren I, pp. 13-15, 38-39
Alberts/Jansen, Welvaart, p. 123 (13e-14e e)
Avis, Directe, pp. 2 e.v. (12e-16e e), 7 (m.e.), 104(15e-16ee)
B.G.O.G. II, pp. 99-100; V, pp. 104-105; VI, pp. 29-30; VIII, pp. 48-50
Bannier, Landgrenzen I, pp. 159-160 (16e e)
Blécourt, Bewijsstukken, p. 428 (1393)
Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 101-102 (1434), 214-215 (1436), 310-311 (1435), 313-314 (id), 324 (1436), 329 (id), 349 (id)
Blink, Geschiedenis I, pp. 139 (m.e.), 243 e.v. (15e-16ee)
Blok, Financiën, p. 49 (m.e.)
Blok, Holl. stad Bourg., pp. 41, 132 (16e e)
Bort, Alle, Leenrecht, p. 307 (Rep)
Braure, Etude, p. 105 (1449)
Caan, Schets, pp. 4, 14, 18
De vrijen, later Edelen genaamd, waren eigene erfbezitters, van niemand afhankelijk en van alle belastingen of schattingen bevrijd. (...). Het ontstaan van adelijke kwartieren, halven of heelen adeldom, werd veroorzaakt, doordien op het einde der dertiende eeuw de adel zijn adeldom moest bewijzen, om van de cijns (schatting) vrij te zijn, daar hiervan veel misbruik werd gemaakt (blz. 4).
Doorninck, Regesten III, pp. 400, 408
Engels, Geschiedenis, pp. 32 (1359), 33 (1097; 1199; 1213), 35-39, 47-48
Enklaar, Stichtse
Formsma, Vormen, p. 26 (1548)
Fruin, Informacie, p. XXIX (1514)
Fruin, Rechterlijke, pp. 17-18 (15e e).
Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, p. 45 (1305)
Geer van Zutphaas, Saksenspiegel, p. 59 (14e e)
Goes, Register I, p. 704 (1543); III, p. 343 (1553); VI, pp. 34 (1555), 37-38 (id), 56-60 (id); V, pp. 7 (1557), 53 (id), 68 (id), 70 e.v. (id)
Gosses, Organisatie, p. 225 (1577)
Gosses, Welgeborenen, p. 190 (1452)
Halma, Tooneel I, p. 37
Henne, Histoire VI, p. 230 (16e e); VII, p. 104(1540)
Heringa, Tijnsen, pp. 47 (14e e), 98 (m.e.)
Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, pp. 108,120
Hommerich, Charactère, p. 68 (1399)
Hugenholtz, Cura, p. 172 (14e e)
Kemper, Nederlandsch, pp. 25-26
Kooperberg, Margaretha, p. 230 (1507)
Kuile, Heerlijkheid, pp. 401 (1365), 402 (1749)
Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 142 (1528), 252 (1543)
Meester, Geschiedenis I, p. 23 (m.e.)
Merkus, Schets, p. 28 (m.e.)
MontéVerloren, Hoofdlijnen, pp. 110, 112
Nagge, Historie II, p. 46
Pélerin, Beschrijvinge, p. 27 (1628)
Pirenne, Invasions, p. 110(1 Ie- 12e e)
Rees, Geschiedenis I, pp. 82-83 (m.e.)
Sickenga, Omwenteling, p. 10 (18e e)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 269 (1536)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 420 (1479)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 9-10
Stallaert, Glossarium I, p. 103
Stratingh, Hoofdelingen, p. 29
T.G.O. 1835, p. 366 (1524-25); 1836, p. 17 (1586); 1837, p. 66 (1549)
T.S. Drenthe, p. 22 (16e e)
T.S. Overijssel I, p. 113 (1391); II, pp. 242-245 (m.e.; 1600), 322 (1579)
T.S. Zeeland II, p. 231 (1401; 1566)
Theissen, Regeering, pp. 143-144, 200
Venne, Belastingconflicten, pp. 334-335 (1622)
Venner, Inventaris, pp. 104 (1615),177 (1686)
Verhofstad, Regering, pp. 52 (16e e), 53-54 (id), 59 (1543), 71 (1555), 72-73 (1556), 75 (1554), 157(1558)
Woltjer, Hervorming, pp. 6, 15-16, 18 (16e e) Zuylen, Inventaris I, pp. 50 (1501), 55
Vrijdom algemeen
ANF 1885, p. 300 (1607)
Ablaing, Bannerheeren, p. 16 (1578)
Blécourt, Heerlijkheden, pp. 57-66 (m.e.)
Blok, Geschiedenis I, p. 23
Bolhuis, Kennemers, p. 147 (1268-70)
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen V, p. 153 (1415)
Engels, Geschiedenis, pp. 91 (1725), 151 (1632;1653)
Formsma, Ommelander, p. 36 (16e e)
Fruin, Informacie, p. 191 (1514)
Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, p. 43 (1553)
Goes, Register IV, p. 21 (1555)
Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 84
Kosters, Oude, Stelling XV
Kranenburg, Zeescheepvaart, p. 229 (m.e.)
Kuile, Ontstaan, p. 590 (m.e.)
Muller, Middeleeuwsche (Gl.), p. 105 (m.e.)
Navorscher VIII, p. 83 (1846); XXII, p. 204 (1517)
Poel, Sijmen, blz. 67
Sickenga, Omwenteling, blz. 4 (1795), 47 (id), 104(1806)
De nog geldende privilegiën en vrijdommen in zake belastingen werden vernietigd, in Holland (5 februari 1795), Gelderland (16 februari), Stad en Lande (20 maart), Zeeland (19 juli), - maar bleven elders hier en daar - met name in Overijssel - voorloopig voortduren [blz. 4]
Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 80(1509)
T.S. Zeeland I, pp. 7 (1641), 171 (1653), 234 (1530)
Vrijdom ambtenaren
Avis, Directe, p. 80 (m.e.)Blok, Holl. stad Bourg., pp. 132, 186 (16e e)
Engels, Geschiedenis, p. 47 (1415)
Faber, Drie II, p. 642 (Rep)
Heringa, Tijnsen, pp. 46-47 (16e e)
Heringa, Zelfstandig, p. 88 (18e e)
Navorscher XXI, pp. 190 (1555-61), 360-361 (16ee); XLVI,p. 382(1623)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, pp. 267 (1536), 294-295 (1537)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 426 (1486)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. lll-115(19e e)
Verhees, Niederlandische, p. 199 (16e e)
Vrijdom bedijkingen/droogmakingen
Blécourt, Begrip, p. 218 (m.e.)
Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 48 (1430)
Blink, Geschiedenis I, pp. 327 e.v. (16e e)
Dillen, Rijkdom, p. 235
Gallé, Beveiligd, pp. 31, 34 (1361), 44, 160 (1460; 1469), 167-168 (1428; 14e-18e e), 187-189
Gosses, Welgeborenen, p. 36 (1289)
Halma, Tooneel II, pp. 31, 117, 317, 360, 379(16e-18e e)
Jansen, Middeleeuwse, p. 182
Jong, Droogmaking, pp. 56 e.v. (Rep), 82 (17e e), 106e.v.(1646)
Jong, Hellevoeterland, pp. 16 (15e e), 37 (1473), 42 (1395), 51 (1475)
Moll, Rechten, p. 76(1552)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 393 (1539)
Verheye van Citters, Vroonlanden (14e-18e e)
Verseput, Ontstaan, pp. 75 (m.e.), 77 (1431)
Vrijdom buitenlanders
ANF 1883, 30 augustus, p. 2 (1610)
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen III, pp. 135 (1686), 137(1689), 139(1691)
Goes, Register II, p. 542 (1549)
Moll, Rechten, pp. 160 e.v. (1480), 162 e.v. (1465)
Nierop, Stukken, pp. 151 (1681), 153 (id), 154 (id)
Rees, Geschiedenis I, pp. 24 (1276), 46 (m.e.), 53-55 (m.e.), 90
Rogghé, Italianen, pp. 203-204 (14e e)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 75-76 (1862; 1864; 1877)
Vrijdom geestelijkheid
Alberts, Middeleeuwen, p. 64 (14e e)
Alberts/Jansen, Welvaart, pp. 123 (13e-14e e), 272(13e e)
Algemeen, Friesland, pp. 60 (1544), 196 (id)
Altmeyer, Marguérite, pp. 123 e.v. (m.e.), 129e.v. (16e e)
Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 73 (1623)
Avis, Directe, pp. 2 e.v. (12e-16ee), 78 (1525), 104 e.v. (15e-16e e)
B.G.O.G. II, pp. 99-100; IV, p. 313; V, pp. 104-105; VIII, p.49
Blink, Geschiedenis I, pp. 223 (15e-16e e), 243 e.v. (id)
Blok, Financiën, p. 49 (m.e.)
Blok, Geschiedenis I, pp. 69 (8e e), 210 (13e e), 521 (16e e)
Blok, Holl. stad Bourg., pp. 40, 131, 134,
159-161
Braure, Etude, p. 105 (1449)
Caan, Schets, pp. 14, 18
Daniels, Iets, p. 185(1474)
David, Geschiedenis, p. 62 (1256)
Despy-Meyer, Chartes, p. 169 (1293)
Diepeveen, Vervening, pp. 55 (1514), 57 (1543)
Doorninck, Regesten, p. 16 (1525; 1534)
Dumbar, Verhandeling, p. 24 (1407)
Engels, Geschiedenis, pp. 23-24, 29 (1293), 30 (1213), 35-36, 47 (1415), 48, 57-58 (1515), 164(1716)
Formsma, Ommelander, p. 36 (16e e)
Formsma, Vormen, p. 26
Fruin, Informacie
Fruin, Rechterlijke, p. 18
Geer van Jutphaas, Saksenspiegel, p. 59 (14e e)
Goes, Register I, pp. 33 (1525), 704 e.v. (1543); IV, pp. 92 (1555), 139 (id); V, pp. 56 (1557), 68 (id), 70e.v.(id)
Goor, Beschrijving, p. 20 (1308)
Gosses, Oude, p. 120 (845; 854)
Gosses, Stadsbezit, pp. 31 e.v. (m.e.)
Gosses, Welgeborenen (m.e.)
Halma, Tooneel, pp. 37, 246 (1544), 368 (1223)
Hammen, Bijdrage, pp. 122 e.v. (1804)
Henne, Histoire IV, pp. 7 (1524), 56 (1525), 57 (1516-25), 203 (1528); V, pp. 134 e.v. (1520-30); VI, pp. 71 e.v. (1531), 230 (16e e); VII, pp. 104 (1540), 231 (1528); VIII, p.48 (1542)
Heringa, Tijnsen, p. 47 (14e e)
Hermesdorf, Ontmoeting, pp. 195 (15e e), 204 e.v. (14e-15e e)
Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, pp. 18, 120(1292), 140(14e e), 180(1465-1546)
Hoefer, Aantekeningen, p. 125
Hommerich, Charactère, pp. 68 (1399), 71 (1546)
Jansen, Huis, p. 63 (17e e)
Kemper, Nederlandsch, pp. 25-26
Kooperberg, Margaretha, p. 230 (1507)
Kruisheer, Oorkonden, pp. 5 (1404; 1397), 247,249 Loos, Iets (18e e)
Lousse, Brabantse, pp. 219, 222 (14e-15e e)
Maasgouw 1907, p. 29 (1574)
Martens, Deductie, pp. 392-393 (1489), 395 (16e e)
Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 142 (1528), 230(1537), 252(1543)
Meester, Geschiedenis I, p. 23 (m.e.)
Merkus, Schets, p. 28 (m.e.)
MontéVerloren, Hoofdlijnen, p. 43 e.v.
Muller, Staat, p. 49 (1572)
Muller, Tegenstand, pp. 455, 458 (1578)
Nagge, Historie II, p. 37 (1525)
Nationaal Archief, Den Haag, Abdij van Rijnsburg, 1179-1577, nummer toegang 3.18.20, inventarisnummer A.IV.41 (1313), A.IX.a.97 (1231), A.IX.a.98 (1440), A.IX.a.99-100 (1476), A.IX.a.101 (1481), A.IX.b.102. (1273), A.IX.b.103
(1310), A.IX.b.104 (1321)
Paus Clemens (V) vergunt aan abdis en convent van Rijnsburch, dat de zusters roerende en onroerende goederen op wettigen titel mogen aanvaarden (1313)
Florentius, graaf van Holland, verklaart de bewoners van zeker land in Wermunderbroc, toebehoorende aan het klooster van Rinsburg, vrij van schot en bede (1231)
Philips van Bourgondië, graaf van Hollant en Zeelant, bevestigt de abdij Reynsborch en haer goederen in den vrijdom van beden en andere omslagen. Gegeven up onsen slote tot Hesdijn, upten XXVIIsten dach in Meye, int jair ons Heeren duysent vierhondert ende viertich. (1440) Jan Duuc Gillisz., klerk van wijlen Claes de Vriese, rentmeester-generaal van Hollant, Zeellant en Vrieslant, verklaart dat de abdis van Reynsburch en haar onderzaten niet gezet zijn in de 10-jarige of andere beden tijdens diens rentmeesterschap van 23 Mei 51 tot 1 oct. 69. Opten XXVIen dach in Aprill, int jaer XIIIIc zess ende tseventich (1476).
Notaris Johannes Theoderici Delff instrumenteert, dat Philipus van Mattenesse, procurator van de abdis van Reynsburch, zich beroept op Maximilianus, hertog van Austria en Burgondia of diens Kanselier en Hoogen Raad tegen den eisch van bijdragen aan oorlogskosten die, in strijd met de bestaande privileges van de onderhoorigen der abdij gevorderd worden door heer Judocus van Laleyn, stadhouder van Hollandia, Zeelandia en Frisia en de raadsheeren der kamer van Hollandia (2 april 1481) Maximiliaen en Marie, hertogen van Oistenrijcke, geven bevel aan den eersten deurwaarder van de Kamer van Raden in Hollant, op verzoek van abdis en convent van Reynsborch, om stadhouder en leden van den Raad in Hollant en den exploiteur Jacob te dagvaarden voor den Grooten Raad, om de supplianten te hooren als appellanten van hunne brieven van sommatie tot betaling van een bijdrage in de wapening tegen de stad Leyden. Ghegheven tot Breda den VIsten dach van April int jaer ons Heeren duust CCCC. ende tantentich voor Paesschen (6 april 1481)
Florentius, graaf van Holland, geeft aan de mannen van de abdij van Rijnsborgh, die bij Rijnsborgh en Buecscoep wonen, vrijdom van zijn tol van Moerdrech (1273).
Ghye, bisschop te Utrecht, verleent aan abdis en convent van het klooster te Renseborgh, tolvrijdom door Oudewater, en beveelt zijn baljuw van Woirden, tollenaar en schouten, de uitvoering te bevorderen (1310)
Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, geeft aan de abdis van Rensborgh tolvrijdom door de sluis ter Ghoude. Ghegheven te Scoenhove int jaer ons Heren dusent driehondert ende ene ende tuintich des Saetersdaghes na sente Jansdach ante portam latinam (1321).
Navorscher XIV, p. 3 (1574); XXI, pp. 360-361 (16e e); XXII,p. 114 (1596-97)
Nuffel, Marcus, pp. 130 (16e e), 136-138 (id)
Nijhoff, Archief, p. 63 (1407)
Nijhoff, Oud, p. 49 (1465)
Pélerin, Beschrijvinge, pp. 26 (1622), 27 (1628)
Pirenne, Histoire, p. 117 (1525)
Pirenne, Invasions, p. 29 (5e-7e e)
Pitlo, Zeventiende, pp. 214 (1524), 322-323 (1661), 325 (1680)
Rees, Geschiedenis I, pp. 17-18 (13e-15e e), 52 (m.e.), 82-85 (id)
Rijken, Goederen (13e-20e e)
Schaap, Philips, p. 42 (1503)
Schaik, Nieuw (1426)
Scholliers, Vrije, p. 310 (1522-32)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, pp. 27 (1531), 114 (1534), 328 (1538), 404 (1539)
Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 26 (1471), 148 (1478), 161 (1479), 402 (1465), 404 (1470), 407 (1472), 413 (1475), 429 (1488), 432 (1490), 462 (1500), 465 (1501), 473(1503)
Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 68 (1508), 337 (1524)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 9-10
Stallaert, Glossarium, pp. 22 (1520), 55 (1515)
Stratingh, Hoofdelingen, p. 29 (16e e)
Stratingh, Precarie, pp. 314-315 (1397)
T.G.O. 1835, pp. 82 (1578), 366 (1524-25)
T.S. Overijssel II, p. 322 (1579); III, p. 170 (Rep)
T.S. Zeeland II, p. 246(1213)
Taxandria II, p. 32(1525)
Theissen, Regering, pp. 70 (1525), 135-136, 199
Thorbecke, Staatsinrigting, p. 31
Uytven/Blockmans, Noodzaak, p. 279 (1365)
Veen, Ambt, p. 217 (1657-62)
Venne, Belastingconflicten, pp. 334-335 (1622)
Venner, Inventaris, pp. 112 (1699), 113 (1649)
Verhees, Niederlandische, p. 199 (16e e)
Verhofstad, Regering, pp. 52 (16e e), 54 (id), 59 (1543), 85 (1556), 92 (1556)
Woltjer, Hervorming, pp. 15 (16e e), 29 (1542)
Zuylen, Inventaris I, pp. 50 (1500), 61, 64, 69 (1503), 86 (1505), 222 (1512), 406 (1525), 407-408 (1526), 409, 435 (1528), 462 (1500), 463, 480 (1532), 500 (1534), 591, 612, 649, 653, 683, 692, 734 (1563), 735, 740; II, pp. 802, 898, 901, 905, 908-910, 1164, 1494,2041,2045
Vrijdom gewest
Halma, Tooneel II, p. 147 (802)
Vrijdom koninklijk huis
Boasson, Rechter, p. 93 (20e e)
Hoefer, Groote, p. 56 (1635)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 74-75 (19e e)
Vrijdom landbouw
Anoniem, Belastingen, p. 54
Menalda, Behandeling, p. 12
T.S. Overijssel II, p. 293 (18e e)
Vrijdom leden Collaterale Raden
Alexandre, Conseil, p. 304 (16e e)
Henne, Histoire V,p. 164(1531)
Kerckhoffs-de Hey, Grote, pp. 8 (1504), 96-97(15e-17e e)
Vrijdom leengoederen
Bort, Alle, Leenrecht, p. 307 (16e e)
Fruin, Informacie, p. 366 (1514)
Vrijdom leger
Engels, Geschiedenis, pp. 78 (1579), 164
(1716)
Halma, Tooneel II, p. 249 (Rep)
Henne, Histoire III, p. 107 (1521), 277 (1522); VI,p. 187 (1537); VII,p. 75(1540)
Martens, Regeering, p. 393 (1543), 400
Schevichaven, Organisatie, pp. 5 e.v. (1591)
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 7, 97-98 (19e e)
Straeten, Notice, p. 390 (1469)
Zuylen, Inventaris I, pp. 722, 764-765; II, pp.1169, 1199, 1525
Vrijdom muntmeester
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen I, p. 51 (1616)
Sickenga, Omwenteling, p. 151
Zuylen, Inventaris II, p. 1291
Vrijdom ontginningen
Anoniem, Belastingen, p. 27 (19e e)
Dillen, Rijkdom, p. 225
Engels, Geschiedenis, pp. 242 (1843), 274 (1840)
Ernsting, Voorgeschiedenis, p. 36 (1492)
Linden, Recht, p. 39 (1252)
Menalda, Behandeling, p. 12
Nagge, Historie I, pp. 94-95
Serrurier, Boerengoudmijn 112
T.S. Drenthe, p. 90 (Rep)
Wet 6 juli 1840, Stb. 17
Vrijdom pand
Arkel, Inlossing, pp. 61 e.v. (1585)
Vrijdom publieke dienst
Engels, Geschiedenis, p. 243 (1821-23)
Menalda, Behandeling, pp. 11-12
Vrijdom ridderschap
Sickenga, Omwenteling, blz. 10 [1795]
Vrijdom schout/schepenen
Blok, Holl. stad Bourg., p. 95 (1535)
Korteweg, Stadrecht, p. 54 (m.e.)
Navorscher XXIV,p. 78 (1522)
Vrijdom steden/stedelingen
Alberts, Stad, p. 16
Alberts/Jansen, Welvaart, pp. 123 (13e-14e e), 271 (m.e.)
Avis, Directe, pp. 7, 11 (m.e.), 80 e.v. (14e-15e e), 94 e.v. (15e- 16e e)
Baelde, Domeingoederen, p. 279 (1558)
Blécourt, Bewijsstukken, p. 285 (1190)
Blink, Geschiedenis I, p. 156 (13e e)
Blok, Financiën, p. 49 (m.e.)
Blok, Geschiedenis I, p. 497 (1474-77)
Blok, Holl. stad Bourg., pp. 42, 57, 240 (1505;1541-42;1548)
Braure, Etude, pp. 87 (15e e), 176 (1498)
Brekelmans, Antiqua, p. 21 (1252)
Doorninck, Geldersche, p. 75 (1271)
Engels, Geschiedenis, pp. 23 (1184; 1213), 24 (1224; 1245; 1266; 1273), 28, 31, 34-35,37, 46(1383)
Enklaar, Opkomst, p. 20 (1252)
Eversen, Inventaris, pp. 869 (1380)
Formsma, Vorming, pp. 75 (1516), 77 (1520)
Fruin, Informacie(1514-15)
Fruin, Rechterlijke, p. 18 (m.e.)
Goes, Register IV, pp. 8 (1555), 13 (id); V, p. 171(1557)
Goor, Beschrijving, pp. 16-17 (1272), 20 (1308), 33 (1535), 36 (1581), 40 (1643), 88 (1462), 139 (1490), 200 (1374), 295 (1446),
383,420
Hall, Stedelijke, pp. 575 e.v. (14e-15e e)
Halma, Tooneel, pp. 7-8, 62, 271, 325, 365, 372(1458;1515;1553)
Hommerich, Charactère, p. 68 (1399)
Jong, Hellevoeterland, p. 19 (16e e)
Kooperberg, Margaretha, p. 238 (1508)
Kruisheer, Oorkonden (10e- 13e e)
Maasgouw 1879-1881, p. 307 (1709)
Nagge, Historie II, pp. 45, 47
Nève, Rijkskamergerecht, p. 377 (16e e)
Rees, Geschiedenis I, p. 52 (m.e.)
Rompaey, Rechtsbronnen, p. 200
Sickenga, Omwenteling, p. 10 (1795)
Stallaert, Glossarium, pp. 103, 411
Sterck, Opkomst, p. 162 (1300)
T.G.O. 1837, p. 4 (1300); 1838, p. 296 (m.e.)
T.S. Overijssel IV, p. 185 (17e e)
T.S. Zeeland I, p. 296 (1526; 1531); II, pp. 13(15e e), 24(1577)
Theissen, Centraal, p. 21 (16e e)
Venne, Belastingconflicten, pp. 334 (1613), 336(1607)
Visvliet, Historische, p. 19 (1450)
Zuylen, Inventaris I, p. 101 (1506)
Vrijdom studenten
Francken, Leven, p. 222 (1581)
Goor, Beschrijving, p. 36 (16e e)
Halma, Tooneel, pp. 7, 326
Martens, Regeering, p. 400 (18e e)
Navorscher II, p. 68 (1639); Bijbl. III, p. XXXI (1581-92); XVI, p. 69 (1590)
Schrassert, Codex, p. 16 (1648-49)
Tijn, Pieter, p. 309(1631)
Veen, Uitwendige, p. 11 (17e e)
Witkam, Accijnsvrijdom (14e- 16e e)
Vrijdom tresoriers
Blok, Holl. stad Bourg., p. 103 (1541)
Vrijgeleide
Becht, Statistische, pp. 43 (16e e), 69 (id)
Blok, Holl. stad Bourg., p. 62 (1477)
Craeybeckx, Organisatie, pp. 183-185 (1540)
Engels, Geschiedenis, p. 75 (1572)
Nationaal Archief, Den Haag, Abdij van Rijnsburg, 1179-1577, nummer toegang 3.18.20, inventarisnummer A.IX.c.106 (1489)
"Johan, burggraaf te Montfoirde, heer te Purmereynde en Lijnschoeten, en kapitein te Woerden ""vrijt"" en veiligt het klooster Rensborch met al zijn onderzaten te Rensborch, Busscoep, Ackersdijck en de Vene tot Allerheiligen e.k. op voorwaarde dat van daar zijn vijanden geen hulp wordt geboden." (1489)
Vrijgelt
Kuile, Geschiedenis, blz. 109 e.v.
MontéVerLoren, J.Ph. de, Boekbespreking van G.J. ter Kuile, Geschiedenis van de heerlijkheid Zalk en Veekaten, van het kasteel Buckhorst en van zijn bewoners; van
Gorcum en Comp. N.V., Assen 1948, in: BGN deel 5 (1950), blz. 161
Op blz. 109 e.v. handelt de schrijver over het "vrijgeIt", een jaarlijks wisselende som, die verschillende boerderijen aan de heren van Buckhorst moesten betalen en die voor iedere hoeve vrij sterk uiteenliep. Dat dit "vrijgelt", zoals mr ter Kuile op blz. 110 veronderstelt, "misschien een oude horige prestatie, een hoofdcijns, die later verhoogd
is toen de horigheid in erfpacht is overgegaan", is geweest, lijkt mij onwaarschijnlijk, omdat de hoofdcijnzen vaste, niet jaarlijks wisselende bedragen waren.
Vrijstelling bedrijven
Anoniem, Belastingen, pp. 54-55, 60-61
Bosch, Arnhemsche, p. 202 (1763)
Engels, Geschiedenis, pp. 102 (1749), 106 (1601-32), 109 (1750), 243 (1821-23), 288 (1825), 290-291 (19ee), 322 (id), 325 (id)
Faber, Drie I, pp. 258 (1699; 1700; 1716), 263(1699)
Fruin, Informacie, p. 383 (1514)
Henne, Histoire V, p. 328 (1544)
NavorscherXV,pp.35(1572),36(1577)
Sickenga, Omwenteling, pp. 72-73
Soly, Gilbert,p.361(16ee)
T.G.O. 1838, p.336 (1479)
Voorthuysen, Mercantilisme, pp. 84 (1750), 86(18ee),94-95,97, 108-110
W.D.B.I.U.A. 1874, 22 augustus, p. 2
Vrijstelling effecten
Dillen, Rijkdom, p. 278
Houtzager, Hollands, p. 187(1671)
Vrijstelling gewesten
B.G.O.G.IV, p. 9(1616)
Sickenga, Omwenteling, p. 7
Zuylen, Inventaris I, pp. 23 (1496), 691 (1555), 702 (1556); II, p. 914
Vrijstelling godshuizen, gast- en weeshuizen
B.G.O.G.X, p.62(1682)
Engels, Geschiedenis, pp. 184 (1806), 218 (1807; 1814), 243 (1821-23)
Fruin, Informacie, pp. 181 (1514), 243 (id)
Gelder, Gegevens I, p. 93
Goes, Register IV, p. 76 (1555); V, pp. 70 e.v.(1557)
Goor, Beschrijving, p. 133 (1639)
Navorscher IV, p. 68 (1754)
Sickenga, Omwenteling, pp. 122, 151
Stallaert, Glossarium I, p. 231 (1554)
T.S.Zeeland II, p. 225 (16e e)
Verhofstad, Regering, p. 54 (16e e)
Zuylen, Inventaris II, pp. 1812, 1913, 1937, 2029
Vrijstelling individuen
Op 16 December 1720 namelijk stelde de Utrechtsche Vroedschap ,,Francois Michael Janicon franc courantier tot Rotterdam" op zijn verzoe1 aan ,,tot ord Courantier en accords den selven daer toe by doses Haer Edachtb . Octroy met seclusie van alien anderen, mitsgrs exemtie van tocht en wags, gelijk made vans familiegeit, coo lang de voorsz courant aihier cal blijven continueren".
[W.P. Sautijn Kluit, Hollandsche en Fransche Utrechtsche Couranten,in: BMHG 1877, 1e jrg, blz. 5); zie ook m.b.t. Henry Philippe de Limiers in 1724, blz. 58]
Baelde, Collaterale, p. 52 (1533)
Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 61 (1432)
Dejong, Zwanezang, p. 545 (18e e)
Dillen, Rijkdom, pp. 178,417,479
Engels, Geschiedenis, pp. 164-164 (1716), 185(1806)
Faber, Drie II, p. 641 (Rep)
Fruin, Informacie, pp. XXIX (1514), 10 (1498)
Fruin, Rechterlijke, pp. 15-20 (m.e.)
Gelder, Gegevens I, p. 245
Hazewinkel, Plan, p. 253
Heringa, Tijnsen, p. 47 (16e e)
Hoefer, Aantekeningen, p. 55
Houtzager, Hollands, p. 131 (1608)
Menalda, Behandeligng, pp. 13, 26, 168-169, 173
Moll, Rechten, p. 162(1517)
Poel, Compositie, pp. 64-65; Stelling 7
Snijder van Wissenkerke, Privilegiën, pp. 56-58(19e e), 111-115 (id)
T.S. Overijssel II, p. 264 (1603)
Zuylen, Inventaris II, pp. 868-869, 1059, 1162, 1166, 1180, 1221, 1262-1264, 1280, 1290, 1297-1298, 1312, 1315-1317, 1369-1370, 1383, 2041, 2052
Vrijstelling scheepsproviand
Voorthuysen, Mercantilisme, pp. 84, 86
Vrijstelling steden/dorpen
Avis, Directe, p. 130(1507)
B.G.O.G. VIII, pp. 49-50; X, p. 62 (1682)
Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 181 (1435), 290 (1438)
Blok, Financiën, pp. 50 (m.e.), 81 (15e e)
Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen II, p. 259 (1346)
Engels, Geschiedenis, p. 184 (1806)
Fruin, Informacie, p. 2 (1514)
Gallé, Beveiligd, pp. 200 (1715-17), 212
Goor, Beschrijving, pp. 39 (1534), 139 (1490)
Heeren, Uit, pp. 148 e.v. (1736)
Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 146 (13e e)
Merkus, Schets, p. 29 (16e e)
Rees, Geschiedenis I, pp. 30-31 (15e e)
Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 397
(1539)
T.S. Zeeland II, p. 11(1307)
TaxandriaVIII,p. 115(1608)
Theissen, Regering, pp. 192-193 (1538)
Zuylen, Inventaris II, p. 1224
Vrijwerbong
Kronenberg, Inventaris, p. 19 (19e e)
Vrijwillige inschrijving
E.HJ. XI, p. XXXVII (1844)
Wiersum, Honderd, pp. 174-210 (1814)
Vrijwillige lening
Intusschen verkeerden vooral 's Lands financiën in een hoogst treurigen toestand zoodat velen het staatsbankroet als eene dreigende wolk aan den gezigtseinder zagen opkomen Floris Adriaan van Hall wien het noch aan bekwaamheid noch aan moed noch aan eerzucht ontbrak, belastte zich met de portefeuille van Financiën en stelde de vermaarde wet voor behelzende eene vrijwillige leening van 140 millioen gulden later tot 117 millioen verminderd of eene gedwongene belasting op de bezittingen en gekapitaliseerde inkomsten ten bedrage van 35 millioen. Die dwangmaatregel met den naam van vrijwillige leening bestempeld vond grooten tegenstand zoowel bij het volk als bij een gedeelte der Vertegenwoordigers. Een van deze -van Rechteren- verklaarde: "Van het denkbeeld doordrongen dat deze wet de val van mijn Vaderland zal zijn of voorbereiden zeg ik met de hand op mijn geweten en indachtig aan den eed dien ik heb gezworen. Ik stem tegen deze wet omdat zij den grondslag op welken de maatschappij berust het rustig en ongestoord bezit van den eigendom verbreekt. Ik stem tegen deze wet omdat zij in strijd is met de Grondwet aan welke alle wetten onderworpen zijn. Ik stem tegen deze wet omdat ik het onmogelijke en onredelijke niet tot wet wil verheffen. Ik stem tegen deze wet omdat ik het geschokte vertrouwen op het bestuur niet wil vernietigen. Ik stem tegen deze wet omdat ik de liefde en genegenheid jegens het Stamhuis dat ons regeert wil bewaren. Ik stem tegen deze wet omdat ik den naam mijns Konings niet wil zien plaatsen boven een staatsstuk dat door de natie wordt verworpen en meineed in zijn boezem draagt. Ik stem tegen deze wet omdat van alle slechte middelen die de fiscus heeft uitgevonden om eene natie van haar inkomen en van haar vermogen te ontzetten het voorgestelde het allerslechtste is. Ik stem eindelijk tegen deze wet omdat ik de individuéle vrijheid mijner medeburgers wil ongeschonden bewaren en aan dezelve door dwang van boeten en verbeurte van burgerregten geene financiële inquisitie wil opdringen". Wel was er dus moed noodìg om zulk een ontwerp te verdedigen waartegen ook nagenoeg de geheele drukpers hare stem verhief. Die verdediging geschiedde trouwens met overwegend talent - de nood drong; het ontwerp werd aangenomen maar gelukkig ook de leening volteekend, de voorgenomene conversie volvoerd en de geldelijke ongelegenheid des lands uit den weg geruimd zoodat de maatregel van van Hall zegenrijke gevolgen had (WP). BRONNENWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 47 (WP)Vroneschuld
Avis, Directe, p. 14 (10e e)
B.G.O.G.V,p. 129
Blok, Financiën, pp. 49 (1288-89), 53 (m.e.), 54 (id)
Gosses, Deensche, p. 146 (13e e)
Gosses, Vorming, pp. 252 (14e e), 313 (11e-12e e)
Gosses, Welgeborenen, pp. 135 e.v. (14e e), 202(1624)
Navorscher VIII, pp. 66 (m.e.), 211 (id)
Vronescoud
Hamaker, Iets (m.e.)
Vrouwenrecht
Diepeveen, Vervening, p. 83 (16e e)
Vruchtgebruik
Sickenga, Omwenteling, p. 117
Vugiergelt
Zuylen, Inventaris I, pp. 2 (1399), 47 (1500-01)
Vuurgelden
Anoniem, Belastingen, p. 78 (19e e)
Anoniem, Vorming (1882)
Economist I, pp. 338-346 (19e e)
Gelder, Zestiende, pp. 159 (1569), 202 e.v. (16e e)
Navorscher XVIII, p. 77 (14e e)
Rees, Geschiedenis I, p. 93 (1578)
Sickenga, Omwenteling, p. 70
Vuurstedegeld
Sickenga, Omwenteling, blz. 10 [1795]