Elden in de 8e eeuw

8e eeuw

In 714 overlijdt Pippijn II. Zijn onechte zoon Karel Martel wordt in het hele rijk als hofmeier erkend (719). In 734 verslaat hij de Friezen en breidt het Frankenrijk uit tot de Lauwerszee. In 741 overlijdt Karel Martel. Hij wordt als hofmeier opgevolgd door Pippijn III. Pippijn laat zich uitroepen tot koning der Franken. Bonifatius zalft hem. Vanuit de kerk van St. Maarten wordt de kerstening gestimuleerd. Soms, zoals in 754 met Bonifatius, met noodlottig gevolg. Later bezit deze St Maartenskerk land in Elden. Een tijdgenoot, prediker Lambert, beschrijft Toxandrië (Brabant) als "een woeste streek, met struikgewas en moerassen bedekt en door een barbaarse bevolking bewoond, niet in dorpen, maar in verspreide en schamele gehuchten. Zij hebben tempels waarin zij om hun goden te dienen vaak van alle kanten bijeenkomen". Mogelijk is dit beeld niet geheel dekkend voor de Elden en omstreken, die in gunstige zin geprofiteerd zullen hebben van de voor handel en scheepvaart belangrijke ligging, maar het leven was ook daar voor de gewone mensen ongetwijfeld uiterst primitief. "Later speelden de abdijen, niet zozeer misschien door uitheemse kennis maar door kracht van organisatie en rijkdom, een grote rol bij het ontginnen en inpolderen van land". In 768 overlijdt Pippijn III. Hij wordt opgevolgd door zoon Karel de Grote.

BRONNENliteratuur-Geyl, P., Geschiedenis van de Nederlandse stam, deel I (tot 1581), Amsterdam/Antwerpen 1961, par. 1.b]overige bronnenGoogle Search boeken; Google Search jaar en plaats;