Aangifte(biljet)
aangifte(biljet)
benamingenOok aendracht, aendragt, aangaaf, aangift, déclaration, aangeving, biljet van aangifte.
antieke wereld„Aan Apollonius, strateeg van den Apollonopolites Heptakonzias, ingeleverd door Harpocration, zoon van Dioskoros, de zoon van Harmaîs‚ en van Senorsenuphis, de dochter van Psenanuphis‚ behorend tot de dorpelingen van Tanyaethis.Ik geef op voor de volkstelling van het tweede jaar [117-118 na Chr. ] van keizer Hadrianus onzen heer, overeenkomstig het bevel van Zijne Excellentie Rammius Martialis onze stadhouder, als bewoners van een huis en vrije plaats. toebehorend aan Senonnophris, de zoon van Harpocration en zijn broeders, gelegen in het zuidelijk gedeelte van Tanyaethis:=mij zelf, van beroep schrijver, 70 jaren oud, met een litteken aan de kuit van den rechtervoet,=Dioskoros, zoon van mij en van Senpachumis. de dochter van Anompis, zonder kentekenen, van beroep dokter, 17 jaren oud,=Senpachumís‚ dochter van Anompis, vrouw van mij Horpocration, 36 jaren oud.=Tazbes, dochter van Harpocration. 15 jaren oud.En ik zweer bij de genius van keizer Caesar Trajanus Hadrianus Augustus, dat ik juist en naar waarheid de bovenstaande aangifte heb ingeleverd en dat ik niemand onaangegeven heb gelaten, of moge ik vervallen in de straf op het verzaken van mijn eed. In het derde jaar van keizer Caesar Trajanus Hadrianus Augustus, de 20e van de maand (de naam van de maand is uitgevallen). Ik, Harpocration, zoon van Dioskoros, heb dit stuk ingeleverd en schriftelijk met de eed bij de keizer bekrachtigd, zoals boven” [uit: Roos, A.G., Apollonius, strateeg van Heptakomia, (Uit het Egyptische leven in de tweede eeuw na Christus), in TvG 1922, blz. 1-40
samenvatting bronnenIn de 16e eeuw wordt soms datgene wat niet uit de accijnzen kan worden betaald omgeslagen naar de mate van gegoedheid "dat elck by eede aenbringt" [Fruin]. De geestelijkheid is daartoe evenzeer verplicht. Men eist „de tous gens déglise, quelz qu'ils soyent, une ample déclaration de leurs biens temporels"De eigen aangifte is één van de manieren om een grondslag te verkrijgen voor belastingheffing. Er kan ook worden geheven naar een vaste grondslag als de huurwaarde en, ten derde, kan de grondslag worden bepaald door het bestuur [Anoniem]. Bij het laatste moet bijvoorbeeld worden gedacht aan het opstellen van lijsten van vermogenden door of vanwege het bestuur [Hallema, 17e eeuw, blz. 19]. Er wordt vaak gehoord dat het invullen van welke aangifte dan ook moeilijk en ongewis is [1894]. Er is wel voorgesteld om in wetgeving de inhoud van het aangiftebiljet vast te leggen, maar dat zou het snel wijzigen van het biljet te zeer belemmeren [1904]. Het onjuist of onvolledig invullen wordt zwaar bestraft [1901; 1902]. Ook voor koelies [1895]. Een weigering om aangifte te doen wordt eveneens bestraft [1901]. Met name het bedreigen van straf bij het niet of onvolledig invullen werd in dit verband bekritiseerd. Er moet vaststaan wat de verplichtingen op dit punt zijn [1904]. Niet altijd is dat duidelijk. Bij het doen van aangifte speelt namelijk de uitleg van de wet een rol. Het komt dan ook voor dat iemand voor een keuze in de aangifte zich beroept op de uitleg die het admiraliteitscollege of enig ander orgaan eerder aan de Wet heeft gegeven [1771]. Aangifte moet worden gedaan door degene aan wie een biljet is gezonden [1894]. Voor ieder uitgereikt biljet bestaat een inleverplicht [1902]. Als het biljet niet aan de woning wordt afgehaald moet het tijdig worden gebracht bij de gemeente [1885; 1902]. Afgifte kan plaatsvinden in een gesloten enveloppe om te voorkomen dat ondergeschikt personeel kennis kan nemen van de inhoud [1904]. Nadere vragen van ambtenaren over de juistheid van de aangifte wekken nogal eens de boosheid van de burger op [1879]Bij de personele belasting kan in de aangifte worden gevraagd om taxatie van het meubilair. De kosten van de taxatie zijn voor de contribuabele [1889]. Controleurs en zetters voor de personele belasting mogen de aangifte wijzigen als deze onjuist wordt geacht [Engels]. Het is wel voorgekomen dat reeds ingevulde aangiften zijn teruggestuurd met een extra vraag over het bezit van rijwielen. De net ingevoerde rijwielbelasting kon zo nog meeliften voor dat jaar [1904]Het aangiftebiljet is ook van belang voor de vraag of iemand mag kiezen. Ook hier wordt onjuiste invulling bestraft [1901]Degene aan wie een beschrijvingsbiljet voor de hondenbelasting wordt gezonden moet -ook wanneer hij niet is in het bezit van een hond- aangifte doen en wanneer het biljet niet aan zijn woning wordt afgehaald, het behoorlijk ingevuld bezorgen aan het Stadhuis [1902]In Indië komt het wel voor dat er na de aangifte niets meer gebeurt. Het opleggen van aanslagen duurt lang en blijft ook wel eens uit [1903]. In Indië is de belastingverordening gewijzigd [1880]. Als positief wordt beoordeeld dat de eed op de aangifte is ingevoerd [1880]. Minder instemming ontmoet de vraag in het aangiftebiljet naar de omvang van het opgenomen kapitaal [1880]. Er wordt gesproken over indiscrete vragen in de aangifte, die men weigert te beantwoorden [1879]. In Suriname komen bepalingen over de aangifte voor in een Verordening [1904]. 
aangiftebiljet kieswetonjuiste aangifte"Het geval betrof een arbeider, die vroeger als inwonend zoon, bij zijn vader tegen loon werkzaam was geweest en op dien grond op de kiezerslijst was gebracht. Een jaar geleden echter is hij getrouwd en woont sedert, afzonderlijk. Toch heeft hij weder het hem van gemeentewege gezonden, aangiftebiljet ingevuld en onderteekend alsof hij nog bij zijn vader inwoonde, terwijl hij bij opgaaf der waarheid geen kiezer zou hebben kunnen zijn. De rechtbank heeft het ten laste gelegde bewezen geacht en den beklaagde veroordeeld tot 14 dagen gevangenisstraf." [Algemeen Handelsblad 23 juli 1901, blz 2]
hulp bij invullingEen vlugschrift zal in 10.000 exemplaren in de arbeidersbuurten van het district verspreid worden met een formulier er bij waarmee men aan de kiesvereeniging hulp vraagt voor de invulling van een aangiftebiljet. Deze hulp wordt door huis-bezoekers verstrekt, die tevens lectuur verspreiden [Het Volk 22 januari 1905, blz. 3]
uitnodiging afhalen aangiftebiljetVele lieden in Loosduinen werden teleurgesteld toen zij, na ontvangst van een kennisgeving dat een aangetekende brief met een aangegeven waarde van hoogstens ƒ 600 aan het postkantoor kon worden afgehaald, daar een aangiftebiljet voor de kiezerslijst ontvingen [Delftsche Courant 31 januari 1906, blz. 2]
aangiftebiljet belastingenaangiftebiljetIn belastingzaken dient alles aan te vangen met een aangifte van de belastingschuldige zelf, zonder enige dwang. Daardoor geeft de Staat blijk, dat hij er niet op uit is om voor de schatkist te halen wat met mogelijkheid te halen is [Winkler Prins, Geïllustreerde, 1884, blz. 10]Kooij drukt een aangiftebiljet hoofdelijke omslag Groningen voor het jaar 1866 af  [Kooij, Groningen, blz. 380 (1866)]Het formulier der aangifte zou bij Besluit kunnen worden vastgesteld. Eene vaststelling van dat formulier bij verordening, zooals een lid noodzakelijk achtte, verdiende naar het oordeel der overige leden geen aanbeveling, omdat de praktijk wijziging of aanvulling, van het formulier telkens noodig zou kunnen maken en eene verandering van het bij verordening vastgestelde formulier noodeloos tijdverlies zoude medebrengen [Nieuwe Surinaamsche Courant 27 november 1904, blz. 2].=aangifte voor het patentrecht in Nederlands-Indië  in 1886 [Fokkens, blz. 27]=aangifte voor de personele belasting in Nederlands-Indië  in 1886 [Fokkens, blz. 61]
aangifteplichtDe stalhouder Jan Scheffers te 's Hertogenbosch, tegenstander van de paardenbelasting in Noord-Brabant, heeft geweigerd een aangiftebiljet voor die belasting in te vullen en is nu bekeurd. Men hoopt langs dien weg de zaak te zullen brengen voor den bevoegden rechter [De Telegraaf 7 juni 1901, blz. 1].Op p. 91 is verwezen naar de art. 26 t/m 42 van het Placaat "van den ophef der convoijen en licenten van 31 juli 1725" (GPB deel VI, p. 1338) in welke artikelen regels zijn gegeven voor het aangeven. Op p. 155 gaat het om aangifteplicht inzake het hoofdgeld geheven op grond van een  Placaat van 29 september 1622 (GPB. deel I, p. 1540). Op p. 168 worden de belastingen waarvoor aanslagen, omslagen of opschrijvingen nodig waren "beschreven middelen" genoemd. Op p. 177 wordt als één van de grondbeginselen van de Staatsregeling 1798 genoemd dat bij alle belastingen geldt dat ieder oprecht en te goeder trouw zich van zijn plicht kwijt.[Engels, P.H., De Geschiedenis der Belastingen in Nederland, van de vroegste tijden tot op heden, Rotterdam 1848, pp. 91 (1725), 155 (1622), 168 (Rep.), 177 (1798)]Orde en Reglement van de Staten van Friesland, waarnaar een ieder zijne goederen, zoo roerende als onroerende, die binnen en buiten deze Provincie zijn gelegen, moet aangeven, 27 maart 1621 [Leeuwen, Alphabetisch, blz. 9]De belastingschuldigen die geen aangiftebiljet ontvangen hebbben, kunnen zich daarop in geen geval beroepen, maar zijn verpligt om, binnen acht dagen, te rekenen van den dag, waarop de ingezetenen daartoe bij publicatie door het gemeentebestuur zullen worden opgeroepen, zich bij den ontvanger der belastingen hunner woonplaats van een biljet te voorzien. [Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]Met een enkel woord vestigen wij de aandacht onzer lezers uit de Preanger-Regentschappen op de annonce van den resident van dat gewest, geplaatst in Javasche Courant, waarbij bekend gemaakt wordt, dat de verstrekking der aangiftebiljetten voor de personeele belasting en het patentrecht over 1885, in dat gewest is afgeloopen.  Diegenen der belastingschuldigen welke nu soms geen aangiftebiljet hebben ontvangen, of bij wie het niet werd afgehaald, zijn nu verplicht om binnen één maand daarvan aangifte te doen bij den alg. ontvanger [blz. 7].
ambtelijke vaststellingEnde sullen derhalven de respective Schouten ende Gerechten van de voors. heerlijckheijt van drije jaer tot drije jaer maken een lijste van de vermogende ende Contribuerende in ijderen ambachte, naer welcke de garing sal werden gedaen, ende sal dselve lijste bij den gemelten Heeren Burgermeesteren alsoo aangenomen moeten werden [Hallema, A., De verhouding van stad en platteland inzake de kosten der tuchthuisverpleging ten tijde der Republiek, in: BMHG 193, blz. 19]
belastingsoorten
algemeen=er is een Orde en Reglement van de Staten van Friesland van 27 maart 1621 op grond waarvan een ieder zijn goederen, zowel  roerende als onroerende, die binnen en buiten deze provincie zijn gelegen, moet aangeven [Leeuwen, Alphabetisch, blz.  9]
bedrijfsbelasting=over de aangifte bij de bedrijfsbelasting [De Leerdammer 5 november 1892, blz. 1; 7 oktober 1893, blz. 2; 12 mei 1894, blz. 3; 30 mei 1894, blz. 2; 26 januari 1895,, blz. 2; De Amerongsche Courant  3 mei 1894, blz. 1-2 ; 25 april 1895, blz. 1; 9 mei 1895, blz. 3; 7 mei 1896, blz. 1-2; De Vijfheerenlanden 9 mei 1894, blz 1; 24 april 1895, blz. 1; 1 mei 1895,, blz. 1;  8 mei 1895, blz. 2; De Leerdamsche Courant 7 juli 1894, blz. 1;  De Weekbode 11 januari 1896, blz. 1; 15 januari 1896, blz. 1; 29 april 1896, blz.  1; 
effectenbelasting=over de aangifte effectenbelasting [Wijksche Courant 19 februari 1879, blz. 2; ]
gedistilleerdaccijns=in 1864 is er een aangifte voor de gedistilleerdaccijns [De Vijfheerenlanden 28 februari 1864, blz. 4; 29 april 1866, blz. 1]
geslachtaccijns=over de aangifte voor de geslachtaccijns [Wijksche Courant 17 juni 1875, blz. 2; 7 oktober 1885, blz. 2; De Vijfheerenlanden 8 februari 1880, blz. 2; De Amerongsche Courant 14 september 1893, blz. 3]
haardstedengeld=in 1600 wordt voor de haardstedenbelasting aangifte gedaan voor een pand op de Oude Delft in Delft tussen Bagijnhof en Schoolstraat [DNL, blz. 80]. 
hondenbelasting=in 1859 wordt de aangifte in de hondenbelasting genoemd [De Vijfheerenlanden 30 januari 1859, blz. 1-2; 22 mei 1887, blz. 1; De Amerongsche Courant 16 augustus 1888, blz. 1]=over de aangifte hondenbelasting [De Weekbode 25 januari 1896, blz.  2]
inkomstenbelasting=over de aangifte inkomstenbelasting [De Vijfheerenlanden 31 december 1871, blz. 3; Leerdamsche Courant 18 februari 1893, blz. 3]

invoerrecht=over benadering na te lage aangifte invoerrecht  [De Vijfheerenlanden 25 februari 1877, blz. 2; De Leerdammer 17 november 1894, blz. 1]=in 1860 is sprake van een aangifte ten invoer inzake de belasting op vruchtennat [De Vijfheerenlanden 25 maart 1860, blz. 1]=de invoer van boter in het vrije verkeer geschiedt alleen na aangifte ten invoer aan de kantoren der invoerrechten te Rotterdam, Amsterdam, Harlingen, Vlissingen, Nieuweschans, Oldenzaal, Zevenaar, Venloo, Maastricht, Baarle-Nassau of Roosendaal. Het koninklijk besluit van 17 December 1909 heeft bepaald dat de Boterwet in werking zou treden op 1 Januari 1910 [Vandevelde, Boter, blz. 793].

patentrecht=in 1859 wordt de aangifte in het patentrecht aangehaald [De Vijfheerenlanden 28 augustus 1859, blz. 1; 18 augustus 1861, blz. 1; 13 augustus 1865, blz. 1; 26 augustus 1866, blz. 1; 1 augustus 1869, blz. 1; 28 augustus 1870, blz. 1; 21 juli 1872, blz.1; 3 augustus 1873, blz. 1; 30 augustus 1874, blz. 1; 15 augustus 1875, blz. 1; 15 juli 1877, blz. 1; 11 augustus 1878, blz. 1; 23 juli 1882, blz.. 1; 27 juli 1884, blz. 1; 2 augustus 1885, blz. 1; 15 april 1886, blz. 1; 22 april 1886, blz. 1; 24 juli 1887, blz. 1; 14 april 1889, blz. 1; 13 maart 1890, blz. 1; 17 april 1890, blz. 1; 2 mei 1891, blz. 1; 2 december 1891, blz. 1; 26 maart 1892, blz. 1; 5 april 1893, blz. 1; De Amerongsche Courant 4 april 1878, blz. 1; 11 juli 1878, blz. 1; 15 augustus 1878, blz. 1; 26 augustus 1880, blz. 1; 31 augustus 1882, blz. 1; 23 augustus 1883, blz.1; 10 juli 1884, blz. 1; 31 juli 1884, blz. 1; 6 augustus 1885, blz. 1; 13 augustus 1885, blz. 1; 15 juli 1886, blz. 1; 21 juli 1887, blz.1 ; 12 juli 1888, blz.. 1; 11 juli 1889, blz. 1; 24 juli 1890, blz. 1;  10 september 1891, blz. 1; 17 september 1891, blz. 1; 7 juli 1892, blz. 1; 20 juli 1893, blz. 1; De Wijksche Courant 2 april 1879, blz. 1; 1 april 1880, blz. 1]
personele belasting=in 1856 is sprake van een [suppletoire] aangifte voor de personele belasting [De Vijfheerenlanden 19 oktober 1856, blz. 1; 23 oktober 1859, blz 1; 30 september 1860, blz. 1; 18 oktober 1868, blz. 1;  15 oktober 1874, blz. 1; 5 oktober 1879, blz. 1; 24 oktober 1880, blz. 1; 13 april 1884, blz. 1 ;  5 april 1885, blz. 1;  26 april 1885, blz. 1;  4 april 1886, blz. 1; 8 april 1886, blz. 1; 15 april 1886, blz. 1; 22 april 1886, blz. 1; 3 april 1887, blz. 1; 7 april 1887, blz. 1; 15 april 1888; blz. 1; 20 oktober 1889, blz.1; 18 oktober 1890, blz.1; 24 oktober 1891, blz. 2;  28 oktober 1891, blz. 1;  26 oktober 1892, blz. 1; 29 oktober 1892, blz. 6; 5 april 1893, blz. 1; 18 oktober 1893, blz. 1; 28 april 1894, blz. 1; 27 oktober 1894, blz. 1; 6 april 1895, blz. 1; 23 oktober 1895, blz. 1Wijksche Courant 21 oktober 1875, blz. 1; 22 april 1875, blz. 2; 26 april 1876, blz. 1; 3 april 1878, blz. 1; 2 april 1879, blz. 1; 27 oktober 1880 blz. 1; 13 april 1881, blz. 1; 19 oktober 1881, blz. 1;  29 maart 1882, blz. 1; 25 oktober 1882, blz. 1; 4 april 1883, blz. 1; 17 oktober 1883, blz. 1; 21 oktober 1885, blz. 1; 1 april 1885, blz. 1; 24 maart 1886, blz. 1; 17 oktober 1886, blz. 2; 20 oktober 1886, blz. 1; 21 oktober 1886, blz. 1; 28 oktober 1886, blz. 1; 31 oktober 1886, blz. 1; 23 maart 1887, blz. 1; 22 oktober 1887, blz. 1; 17 maart 1888, blz. 1; 21 maart 1888, blz.1; 1 augustus 1888, blz. 1; 20 oktober 1888, blz. 1; 14 april 1889, blz. 1; 18 april 1889, blz. 1; 17 april 1890, blz. 1; De Amerongsche Courant 25 maart 1880, blz. 1; 28 oktober 1880, blz. 1; 13 april  1882, blz. 1; 26 oktober 1882, blz. 1; 19 april 1883, blz..1; 11 oktober 1883, blz. 1; 3 april 1884, blz. 1; 16 oktober 1884, blz. 1; 23 oktober 1884, blz. 1; 9 april 1885, blz. 1; 8 oktober 1885, blz. 1; 15 oktober 1885, blz. 1; 8 april 1886, blz. 1; 7 oktober 1886, blz. 1; 14 oktober 1886, blz. 1; 7 april 1887, blz. 1; 20 oktober 1887, blz. 1; 27 oktober 1887, blz. 1; 29 maart 1888, blz. 1; 18 oktober 1888, blz. 1; 25 oktober 1888, blz. 1; 4 april 1889, blz. 1; 31 oktober 1889, blz. 1; 10 april 1890, blz. 1; 9 oktober 1890, blz. 1; 16 oktober 1890, blz. 1; 23 april 1891, blz. 1; 15 oktober 1891, blz. 1; 22 oktober 1891, blz. 1; 7 april 1892, blz. 1; 13 oktober 1892, blz. 1; 20 oktober 1892, blz. 1;  12 oktober 1893, blz. 1; 19 oktober 1893, blz. 1;  3 mei 1894, blz. 2; 11 oktober 1894, blz. 1; 18 oktober 1894, blz. 1; 25 april 1895, blz. 1; 17 oktober 1895, blz. 1; 7 mei 1896, blz. 1-2; 15 oktober 1896, blz. 1De Leerdamsche Courant 29 oktober 1892, blz. 5; De Leerdammer 21 oktober 1893, blz. 3; 25 oktober 1893, blz. 2De Weekbode  29 april 1896, blz. 1; 21 oktober 1896, blz. 1; 22 oktober 1896, blz. 1
rijwielbelasting=over de aangifte rijwielbelasting [De Amerongsche Courant  24 september 1896, blz. 2
successierecht=in 1858 wordt de memorie van aangifte in de successiewet behandeld [De Vijfheerenlanden 7 november 1868, blz. 4; 14 november 1858, blz. 4; 16 december 1886, blz. 1; De Amerongsche Courant 27 juni 1878, blz. 2 ]
tabaksbelasting=over aangifte bij de tabaksbelasting [De Amerongsche Courant 1 januari 1885, blz. 3;19 februari 1885, blz. 2; 19 maart 1885, blz. 2]
trouwen en begraven=in 1711 bestaat in Rhoon een aangiftebiljet voor de impost op trouwen [Nat. Arch. 3.04.17.091 nr. 3]=in 1778 bestaat in Koudekerk een register van aangifte van trouwen en begraven [DNL, blz. 83]. =in 1800 kent Den Haag een aangifte op het begraven in de 2e klasse [DNL, blz. 12]. 
twintigste penning=in 1694 is sprake van aangifte voor de impost van de 20e penning [DNL, blz. 127]. 
vijftigste penning=in 1724  aangifte 50e penning [DNL, blz. 45] =in 1797 is er de aangifte voor de 50e penning [DNL, blz. 171].  vermogensbelasting=in 1832 is sprake van een aangifte voor de Indische vermogensbelasting [Nat. Arch. 2.21.333.01, nr. 4545]=over aangifte bij de tabaksbelasting [De Amerongsche Courant 1 januari 1885, blz. 3;19 februari 1885, blz. 2; 19 maart 1885, blz. 2]
zegelrecht=over een aangifte zegelrecht bij het uitgeven van een kwitantie [Wijksche Courant 23 februari 1887, blz. 2]

commissie van ingezetenenDie aangifte doet men bij eene commissie van ingezetenen welke door de belastingschuldigen zelven gekozen worden; mannen dus, in welke men vertrouwen mag stellen Desnoods laat men die opgaaf onder eede bevestigen en, meer dan men geraamd had, meer dan men had durven hopen, brengt daar de belasting op. [Anoniem, Belastingen, blz. 99]Ten opzigte der inrigting dier heffingen (rechtstreekse heffingen, La) gold algemeen het stelsel van eigen aangifte der ingezetenen onder contrôle van een meer of minder uitgebreid regt van onderzoek door een speciale plaatselijke Commissie. Die plaatselijke Commissie, volgens de Hollandsche Publicatie uit ingezetenen gekozen, ontvangt de aangiftebiljetten door de ingezetenen ingevuld met een algemeenen aanslag van belastbaarheid op den omslag. Een tweede Commissie neemt de aangiftebiljetten over en vordert bij vermoede te lage aangifte een eed ter bekrachtiging of wel - naar verkiezing der belastingschuldigen, gaat over tot opening van het biljet en onderzoek der berekening als grondslag der aangifte. De ingezeten vrijwillig of wel de Commissie van hare zijde verhoogt bij onvoldoend verantwoording het cijfer der aangifte en geeft het declaratoir dier verhoogde aangifte over aan een derde Commissie. De derde Commissie vergelijkt nog eenmaal declaratoiren met de lijsten van belastingschuldigen, stelt ze vervolgens ter invordering ter hand aan het plaatselijk Bestuur [Sickenga, Omwenteling, pp. 15 (18e-19e e), 17 (id), 86-87 (id), 115-116 (id), 150 (id), 153 (id), 157 (id)]
compliance "De Regeering heeft er anders over gedacht en gemeend de schatkist te kunnen bewaren tegen belastingontduiking, door den ingezetenen de duimschroeven aan te leggen. Vandaar de vraagpunten op het aangiftebiljet, die geen koopman beantwoorden kon zonder zijn geheele bestaan op het spel te zetten. Dit was de eerste fout. Indien de onbescheiden vragen naar het eigen of opgenomen kapitaal der belastingschuldigen achterwege waren gelaten, zou de schatkist, door te lage aangifte der belastingschuldigen, vermoedelijk eenig nadeel geleden, maar geen tegenstand ontmoet hebben. De belastingschuldigen zouden eenigen tijd gemopperd hebben, maar al mopperend toch geëindigd zijn met het invullen der aangiftebiljetten en....betalen ? Voor het martelaarschap, toch, waren geen van allen in de wieg gelegd." [blz. 1]Is eenmaal de ouderdomsrente ingevoerd, dan wordt zij betaald onverschillig of de pensioenbelasting wat meer of wat minder opbrengt en 't zou mij dan ook zéér meevallen, als de pensioenbelasting, komt zij tot stand, niettegenstaande zij den druk, op de inkomens gelegd, verzwaart, tot juister aangiften voor de inkomstenbelasting leiden zou [Meester, Treub, blz. 338]. 
duidelijk, stellig en zonder voorbehoudVerordening op de inkomstenbelasting Suriname, Art. 10. leder die op 1 Januari belastingschuldig is of in den loop van het jaar belastingschuldig wordt is verplicht daarvan aangifte te doen. De aangifte geschiedt schriftelijk op een kosteloos verkrijgbaar gesteld biljet. Het aangiftebiljet wordt vastgesteld door den Gouverneur, den Raad van Bestuur gehoord. leder belastingschuldige, waartoe ook gerekend wordt een ieder, aan wien namens den Controleur een aangiftebiljet is uitgereikt, is gehouden de in dat biljet gestelde vragen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud naar waarheid te beantwoorden en het antwoord te onderteekenen [De Surinamer 5 juni 1904, blz. 2].Zoolang de verordening niet stellig vermeld wat het aangiftebiljet dient in te houden, gaat het, dacht men, niet aan iemand te straffen wegens het niet duidelijk, stellig en zonder voorbehoud naar waarheid beantwoorden der vragen op het aangiftebiljet vermeld.[Nieuwe Surinaamsche Courant 8 december 1904, blz. 2].
eed"Wij blijven ons gevoelen, dat door de verandering van den eed op de aangifte, de belastingverordening van onuitvoerbaar, wat zij verleden jaar was, althans uitvoerbaar is geworden [Algemeen Handelsblad 9 maart 1880, blz. 6]Ende tguendt dat zy meer behouven dan huere exchijsen strecken mogen dat stellen zy up malcanderen nae dat elcx gegoet es dat elck by eede aenbringt te wetene by de rijcke van 100 Rh gl eens... [Fruin, R.J., Informacie up den staet, faculteyt ende gelegentheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende Vrieslant, Leiden 1866, p. 18 (1514)Wat den eed betreft: in de plakkaten op het stuk der convoyen en licenten van 1586, '97 en '98 wordt van de schippers een verklaring gevorderd, ‘by eede ofte by haer mannen-waerheyt, die in plaetse van eed aengenomen ende voor sulcx, indien daer foute inne gevonden werdt, gestraft sal worden.’ (Gr. Plakkaatbk. I. f. 2278, 2285, 2321). 
eigen aangifteOok in Engeland bestaat nu al sedert verscheidene jaren eene zoogenaamde Income tax. Daar wordt die belasting geheven volgens eigen aangifte der belastingschuldigen; geen mensch behoeft dus daar zoo knap te zijn dit voor anderen te bepalen [Anoniem, Belastingen, blz. 99]Het voorname onderscheid tusschen de belasting sedert jaren bij onze plattelandsgemeenten onder den naam van hoofdelijken omslag bekend en eene belasting op de inkomsten is hierin gelegen dat bij de laatste de belastingschuldigen zelve hunne opgaven behooren te doen terwijl bij de eerste, hetzij volgens een vasten grondslag, zoo als bijv is de huurwaarde, hetzij volgens hun eigen idee uwe medeburgers bepalen wat gij betalen kunt, hetwelk, hoe goed ze in den regel ook ingelicht mogen zijn, toch niet van willekeur is vrij te pleiten. [Anoniem, Belastingen, blz.. 114 (19e e) 
fictieEindelijk eene inkomsten belasting. Ieder burger zou zelf opgaaf doen. Het was beneden de waardigheid van den staat om deze aangiften aan een nader onderzoek te onderwerpen. Wij zouden in zulk een geval een eed voorschrijven, maar aangezien de Darwinianen atheïsten waren, zou het moeilijk zijn geweest hun voor te schrijven, bij wat zij moesten zweren. Geweten kenden deze menschen evenmin, en het eergevoel was bij hen op eene wijs ontwikkeld, waardoor het geheel buiten aanraking bleef met finantiëele belangen. Nu zou het toch wel mogelijk zijn geweest, dat enkele personen naar billijkheid van het hunne aan de schatkist hadden geofferd, als zij hadden ingezien, dat dit geld tot algemeen welzijn besteed werd. Maar dewijl ieder wist, dat het vergooid werd aan de bonte pakken der liederlijke soldaten en aan een heirleger van ambtenaars der belastingen, waarvan ieder meer traktement verslond dan honderd personen konden opbrengen, was het niet meer dan natuurlijk, dat men het plichtmatig vond, om alle opbrengsten aan den staat naar vermogen te ontduiken [Holland, Darwinia, blz. 252-253]
fiscaal strafrecht-Zij die eenige der bij dit artikel opgelegde verpligtingen niet voldoen, worden gestraft met eene geldboete van ten minste f 20 en ten meeste f 500. [Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]-In het Voorloopig Verslag der Commissie van Rapporteurs uit de Tweede Kamer over de wet op de bedrijfsbelasting werd bezwaar gemaakt tegen de strafbepaling op het niet volledig beantwoorden van in het biljet gestelde vragen betreffende bijzonderheden niet ontleend aan kasboeken, balansen of winst en verliesrekeningen, waarvan de kennis gevorderd wordt tot beoordeeling van den aard en den omvang der bedrijven, beroepen enz. Als grond hiervoor werd aangevoerd dat de wet de bijzonderheden niet nominatim opnoemt en aan de Regeering dus een blanc seing zou gegeven worden om allerlei bijzonderheden te vragen op straf als in artikel 47 § 3 der wet op de bedrijfsbelasting is bepaald. Een door de Commissie van Rapporteurs voorgesteld amendement strekkende om van dit onderdeel de strafbedreiging op te heffen werd dan ook door de Tweede Kamer aangenomen. Het zooeven vermelde argument geldt ook tegen het hier voorgestelde, zoolang niet in de verordening uitdrukkelijk opgenomen wordt wat het aangiftebiljet moet inhouden en welke vragen men, op straffe van boete, verplicht is te beantwoorden [Nieuwe Surinaamsche Courant 8 december 1904, blz. 2].-"..rustige Hagenaars die bij het ontvangen van hun onbegrijpelijk aangiftebiljet van de genoemde (bedrijfs)belasting tot razernij zijn geslagen. Ik zelf heb meer dan een halven dag van studie en overdenking moeten opofferen, vóórdat ik er achter was welke vragen van de twee biljetten ik beantwoorden moest, gezwegen nog van de gewenschte wijze van beantwoording. Toen ik eindelijk gereed was en de papieren verzonden had, vertelde mij een ontvanger van elders, dien ik toevallig ontmoette, dat ik het juist verkeerd had gedaan; gelukkig gaf een Haagsch vakman mij gelijk, dooh zekerheid van mijn plicht te hebben gedaan bezit ik niet, en wie weet welke fiscale tuchtmiddelen mij boven het hoofd hangen!" [blz. 2]
geestelijkheidStallaert noemt het plakkaat van 18 mei 1515, dat eist „de tous gens déglise, quelz qu'ils soyent, une ample déclaration de leurs biens temporels." Plac. v. Fl., I, 54.Alsoe wy u voirtyts gescreven hebben, als dat de gheestelicheyt van hueren vercregen goeden onder ons wesende, differeren zoude t' appointeren totter tyt toe zy van ons anders vernemen zouden, en want wy, alhier wesende by den coninck, verstaen hebben en onderricht zyn dat alle die gheestelicheyt in allen landen, onder wyen dieselve geseten zyn, van hueren goeden geappointeert declaration hebben, en wy nyet anders doen en willen dan soe die andere vassallen van Brabant doen en gedaen hebben, soe suldi die gheestelicheyt, onder ons geseten, zegghen dat zy van gelycken behoiren te doene, en, dat wy hemlieden aen die commissarissen gerecommandeert hebben. Brief' van graaf Hendrik van Nassau aan den magistraat te Diest, 7 juni 1516. [Stallaert, Glossarium I, blz. 18 (1701), 96 (1516)]
geheimhoudingVernietiging van alle geheime papieren, tot de belasting betrekkelijk.Art. 64. De aangiftebiljetten, waarin de geheimhouding mogt zijn verlangd, de kohieren en alle aanteekeningen daartoe betrekkelijk, worden door de kommissien verbrand, twee maanden na den afloop des laatsten termijns van de opbrengst der bijdrage. [Nederlandsche Staatscourant 23 november 1831 [Middelenwet 1832]
inleverplicht"Voor de arrondissementsrechtbank werd een van de vele zaakjes behandeld tegen iemand, die een beschrijvingsbiljet voor de hondenbelasting had ontvangen, doch dat biljet niet had ingeleverd. Mr. Bosch van Oud-Amelisweerd, waarnemende het O. M., richtte bij het nemen van zijn requisitoir het verzoek tot de pers, onder de aandacht van het publiek te brengen, ieder aan wien een beschrijvingsbiljet voor de hondenbelasting wordt gezonden, ook dan, wanneer de persoon, aan wien het biljet wordt gezonden, niet is in het bezit van een hond, en dat, wanneer het biljet niet aan zijn woning wordt afgehaald, het behoorlijk ingevuld moet worden bezorgd aan het Stadhuis." [Algemeen Handelsblad 31 januari 1902, blz. 5]Heden behandelde de raad van justitie alhier de overtredingzaak in hoger beroep van de beklaagde Lauw Tiang, oud naar gissing 43 jaren, geboren en laatstelijk woonachtig in de kampong Kandang Mendjargan, district Senen (Batavia), van beroep koelie. Bij acte van dagvaarding wordt beklaagde ten laste gelegd, dat hij een huis in kampong Kandang Mendjangan, district Senen (Batavia) bewonende, waarvan de jaarlijksche huurwaarde meer dan f 60 bedraagt en hoofd van het huisgezin zijnde, na den 15 Januari 1893 een aangiftebiljet, volgens het door den gouverneur-generaal bij artikel 3 van het besluit van 30 Januari 1885 No. 31 (Staatblad No. 27) vastgesteld model, ter invulling te hebben ontvangen voor dan aanslag over het jaar 1893 in de personeele belasting en nadat van den afloop der verstrekking dier biljetten door den resident van Batavia in het openbaar bekendmaking was gedaan in de Javasche Courant van 24, 27 en 31 Januari 1893, heeft verzuimd om binnen eene maand na die bekendmaking de verlangde schriftelijke aangifte volgens bedoeld model in te leveren. De eisch van den officier van justitie was niet ontvankelijkverklaring van het appel met veroordeeling van den lande in de kosten van het rechtsgeding. Uitspraak heden over 8 dagen [blz. 2]dat in de verordening op den voorgrond moet staan, dat ieder verantwoordelijk is voor de behoorlijke bezorging van zijn aangiftebiljet ten stadhuize, maar zou het niettemin wenschelijk vinden, zoo tevens in de verordening werd bepaald, dat ten gerieve der burgerg de biljetten, gelijk tot heden, zullen worden worden opgehaald [Middelburgsche Courant 25 september 1905, blz. 5]
onjuiste aangifteEr wordt ook gemajoreerd.   ".....ende alsoe Amsterdam een coopstede es daer deen hem geneert mit des anders gelt onder geloeve zoe esser veel geweest die om huer geloeve te houden ende updat zy te bet zouden moghen leenen ende borgen huer goet 300 of 400 of 100 gl hooger angebracht hebben dan zy wel hadden" [Fruin, R.J., Informacie up den staet, faculteyt ende gelegentheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende Vrieslant, Leiden 1866, p. 184 (16e e)]
Als de belastingdienst mijn aangifte voor de inkomstenbelasting verandert (komt geregeld voor), voel ik mij niet betrapt maar gesticht - de aanslagregelaars doen hun best, zij hebben er verstand van, ik worstel met boekhoudkundig onvermogen. (Bij herhaling zijn door de belastingdienst telfouten geconstateerd.) Maar dat betekent wel dat ik de uitspraken van zulke ambtenaren accepteer als zijnde gezaghebbend [Pen, Gezaghebbende, blz.  15]
ophalen aangiftebiljetHet biljet, in voege voormeld ingevuld en onderteekend, wordt na acht dagen aan de huizen der ingezetenen opgehaald zulks tegen afgifte van een reçu van den ontvanger. Het staat den belastingschuldige vrij, het biljet van aangifte te verzegelen, in welk geval daarvan in het reçu wordt melding gemaakt. [Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]dat in de verordening op den voorgrond moet staan, dat ieder verantwoordelijk is voor de behoorlijke bezorging van zijn aangiftebiljet ten stadhuize, maar zou het niettemin wenschelijk vinden, zoo tevens in de verordening werd bepaald, dat ten gerieve der burgerg de biljetten, gelijk tot heden, zullen worden worden opgehaald [Middelburgsche Courant 25 september 1905, blz. 5]
organisatie belastingheffingBandoengsche Toestanden. Men schrijft ons: Zou men het gelooven dat er op dit oogenblik: 21 November, nog circa 500 aanslagbiljetten in de patentbelasting moeten worden behandeld ? Ik zal U een paar staaltjes meedeelen hoe het hier toegaat met de belasting, en ge kunt daaruit wellicht opmaken hoe het er in andere takken van dienst wel zal uitzien. lemand met Fl. 500 's maands heeft op tijd zijn aangiftebiljet ingediend, ontving daar recu voor, doch is nu al sedert twee jaar niet aangeslagen, niettegenstaande hij verleden jaar eerlijk genoeg was om er op attent te maken. Het hielp niet, hij werd niet aangeslagen, en hij neemt nu van zijn knagend geweten maar verder geen notitie. Een administrateur van een onderneming, groot bij de vierduizend bouws, dus niet precies een peulschilletje dat over het hoofd gezien kan worden, ontving nog geen aangiftebiljet en in zijn onschuld ging hij zich bij den Assistent Resident beklagen en op den rommel afgeven! lemand die aan het hoofd van een van Gouvernementswege gesubsidieerde instelling staat, en bovendien verscheidene erfpachtsperceelen heeft, schijnt heelemaal geen inkomsten te hebben en is een jaar of vier vrij  [Het Nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië 23 november 1903, blz. 2]
plaats van aangifteArt. 43. In den loop der maand April wordt door de ontvanger der belastingen aan de ingezetenen een biljet van aangifte ter invulling toegezonden. De aangifte wordt gedaan in de gemeenten der woonsteden van de ingezetenen; door hen die een winter- en zomerverblijf hebben, ter plaatse van hun winterverblijf; door militairen in actieve dienst, ter plaatse van hun garnizoen;  door zedelijke ligchamen binnen het Rijk gevestigd, ter plaatse alwaar het bestuur derzelve deszelfs zitting of kantoor houdt;door Nederlanders zich op zee of in vreemde landen bevindende ter plaatse van hun domicilie;door de personen en de zedelijke ligchamen in art. 23 vermeld, ter plaatse alwaar de onroerende goederen zijn gelegen[Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]
privacyHet biljet, in voege voormeld ingevuld en ondertekend, wordt na acht dagen aan de huizen der ingezetenen opgehaald zulks tegen afgifte van een reçu van de ontvanger. Het staat de belastingschuldige vrij, het biljet van aangifte te verzegelen, in welk geval daarvan in het reçu wordt melding gemaakt. [Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]De wenschelijkheid werd uitgesproken dat de aangifte desverkiezende in gesloten omslag aan den ontvanger zal worden ter hand gesteld, die na kennisneming daarvan, last geeft tot ontvangst van het bedrag der belasting overeenkomstig de aangifte; alsdan zou ook art 13 moeten worden gewijzigd. Het wilde voorkomen dat op deze wijze de kans voor de juistheid der aangiften grooter wordt dan wanneer de aangiften, die dikwijls groote belangen voor een belastingschuldige kunnen inhouden, moeten wórden ter hand gesteld aan ondergeschikte ambtenaren, aan wie de perceptie der belasting opgedragen is [Nieuwe Surinaamsche Courant 27 november 1904, blz. 2].

rechtsbronnenWet van den 27sten December, 1817, tot het heffen eener Belasting, onder den naam van Regt van Successie, in: Surinaamsche Almanak voor het jaar 1830, blz. 139 e.v. [DBNL]
schattenBeweerde ook maar iemand, dat het onmogelijk was de aangifte vrij nauwkeurig te doen; althans zoo nauwkeurig als noodig was om haar -en meer verlangde de Regeering niet- als grondslag te doen strekken van den nieuwen aanslag. Geenszins. Sommigen toch waren bepaald voornemens de aangifte op deze wijze te doen; en, nadat men eenmaal het besluit om te doleeren genomen had, was dat ook verreweg het verstandigst. Er was een andere reden, waarom de meesten zich aansloten bij het voorstel, om alleen een approximatieve aangifte te doen.[...]  Men wilde den schijn van consequentie bewaren. Het komt ons voor, dat die schijn zeer slecht bewaard is door een wijze van aangifte, die zoo doorzichtig was als de Regeering slechts verlangen kon. Indien men zegt, dat men f 100.000 inkomen heeft, is dit ongetwijfeld duidelijker en nauwkeuriger, dan wanneer men zegt: het inkomen van 5 ton, waarvoor ik ben aangeslagen, is 4 a 5 maal te groot genomen. Het is waar, de aangiftebiljetten transigeerden niet; er werd gevraagd: „geef ons onder aanbod van eede het bedrag uwer inkomsten op," en niet: „zeg ons, hoeveel uw inkomsten ongeveer bedragen." In zoover kon een gemoedelijk koopman bezwaar zien tegen de invulling der vraag op het aangiftebiljet, waar hij zonder inconsequent te zijn geen bezwaar behoefde te maken, om de min of meer vage aangifte te doen in het doleantie-request [De Locomotief 20 juni 1879, blz. 1]
toelichting aangiftebiljet"Bepaald is, dat in het aangiftebiljet voor het patentrecht achter vraag 4 de volgende aanteekening wordt ingelascht: Bij de beantwoording van de 3de en de 4de vraag moet er op gelet worden, dat als onderdeelen van het patentplichtig inkomen o. a. worden aangemerkt: 1e. de waarde, in geld uitgedrukt, van het vrij genot van woning, van kost, van kost en inwoning, of van rijst, olie, brandhout, gras. melk en andere dergelijke huishoudelijke artikelen; 2e. voedinggelden aan boord; 3e. de waarde in geld uitgedrukt, van vrije geneeskundige behandeling; 4e. gratificatiën in welken vorm of onder welke benaming ook; 5e. tantièmes of aaneelenin de winst (voor zooveel die winst niet in haar geheel door de belasting wordt getroffen). De sub 1e en 2e genoemde voordeelen worden als vaste belooningen aangemerkt, die sub 3e, 4e en 5e als wisselvallige inkomsten." [Bataviaasch Handelsblad 27 oktober 1894, blz. 2]
vertegenwoordigingDe aangifte geschiedt:a. door den wettelijken vertegenwoordiger van den belastingschuldige, wanneer deze het beheer over zijne goederen mist;b. door een der erfgenamen of door den uitvoerder van den uitersten wil, wanneer de belastingschuldige overleden is;c. door een gemachtigde, wanneer de Controleur daartoe op grond van ziekte of andere beletselen toestemming heeft verleend [De Surinamer 5 juni 1904, blz. 2].Ingeval de belastingschuldige het beheer over zijne goederen mist en zijn wettelijke vertegenwoordiger zijne woonplaats buiten de kolonie heeft, heeft er geene aangifte plaats en geschiedt de aanslag ambtshalve ter plaatse waar de belastingschuldige gewoonlijk verblijf houdt. De aangifte geschiedt te Paramaribo: ten kanore van den Kolonialen Ontvanger en Betaalmeester en in de districten: ten kantore van den Ontvanger der belastingen aldaar of bij ontstentenis van zulk een ambtenaar ten kantore van den Districts-Commissaris. [De Surinamer 5 juni 1904, blz. 2]
Zij die nÏet kunnen schrjjven, kunnen met een mondelinge aangifte volstaan, in welk geval de gemeente-kashouder het aangiftebiljet invult, hetwelk daarna door den aangever van een of ander handmerk wordt voorzien, te stellen in tegenwoordigheid van den gemeente-kashouder of diens wettelijken vervanger, door wien bedoeld handmerk zal worden gewaarmerkt. De aangiftebiljetten voor gestichten en inrichtingen worden ingovuld en geteekend doordengene die aan het hoofd daaraan staat [Soerabaijasch handelsblad 12 mei 1906, blz. 5]
vragen in het aangiftebiljet".......het volkomen doelloos en niettemin zeer kwetsend behoud van de vraag naar opgenomen kapitaal in het aangiftebiljet het doen van aangifte onwenschelijk blijft maken en bovenal, omdat de Regeering het voorkomen heeft van het publiek te hebben willen winnen, door net te doen, alsof zij een echte klassenbelasting uitschreef." [Algemeen Handelsblad 9 maart 1880, blz. 6]En welk is nu het motief geweest voor de algemeene onthouding van aangifte ? Men zegt: de onmogelijkheid voor den handel, om de indiscrete vragen van het aangiftebiljet alle te beantwoorden. Maar was, omdat men niet alle vragen beantwoorden kon, dat dan een reden om geen enkele vraag -die omtrent het inkomen b v.- te beantwoorden? Neen, want men heeft zich daartoe thans wèl bepaald in het doleantie-request. Indien de onmogelijkheid der aangifte alzoo niet het ware motief is geweest, wat was het ware motief dan wèl? Het bezwaar van den handel wellicht, om onder aanbod van eede het juiste der inkomsten te noemen; een dat niet gevoeld werd bij de aangifte in het doleantierequest.[De Locomotief 20 juni 1879, blz. 1]Art. 44. Het biljet van aangifte wordt door hen, die zich niet onderworpen aan de belasting achten, ingevuld met de verklaring dat zij vrij zijn. De in art. 40 vermelde belastingschuldige geeft de klasse op, waarin hij zich gerangschikt heeft. De belastingschuldige in art. 41 vermeld, geeft de som op, welke door hem voor den eersten termijn is betaald, met uitdrukking of de betaling is geschied in geld of in certificaten. [Nederlandsche Staatscourant 9 februari 1844 [Vrijwillige Leening]Ook was men van oordeel dat verordening zelve moest voorschrijven wat de aangifte moet inhouden en welke in het aangiftebiljet gestelde vragen de aangever verplicht is duidelijk, stellig en onder voorbehoud naar waarheid te beantwoorden. [Nieuwe Surinaamsche Courant 27 november 1904, blz. 2].Toen we voor enkele dagen in bijna alle couranten het bericht lazen, dut een inwoner van Ankeveen op zijn aangiftebiljet voor de hondenbelasting, op de vraag, waartoe die hond werd gehouden, antwoordde: »Voor de rummetiek" schoot ons te binnen een andere eigenaardige invulling van een biljet voor de volkstelling, voor jaren geschied in de gemeente Dantumadeel. Nadat de gewone vragen omtrent naam, leeftijd, godsdienst enz. waren beantwoord, volgde een verdere vraag omtrent het geslacht van den persoon. Het desbetreffende biljet vermeldde dit aldus: «geslacht: een varken [Nieuwsblad van het Noorden 13 april 1902, blz. 2]Over het nieuwe aangifteformulier voor de vermogensbelasting 1894/95...." Vroeger sloegen de vragen alleen op belastingplichtigen in de vermogensbelasting, thans op ieder, aan wien een aangiftebiljet gezonden is, belastingplichtig of niet." [blz. 5]"Tengevolge van het verband tusschen huurwaarde en personeele belasting (voorzoover betreft de waarde van meubilair) wordt op bet aangiftebiljet om die belasting gevraagd: „Verlangt gij taxatie van bet meubilair?" Met Ja" wordt die vraag beantwoord o. a. door hen die een huis bewonen, waarvan de huurwaarde niet in evenredigheid staat tot de waarde van hun meubilair, bijv. tokohouders, die in hetzelfde huis wonen, waarin ze hun bedrijf uitoefenen. Daarom betalen ze elk jaar de taxatiekosten over hetzelfde meubilair. Zou dit wel de bedoeling der wet zijn"  [blz. 1]
vragen n.a.v. het aangiftebiljetHet terug ontvangen van het reeds ingevulde biljet toch staat niet in verband met zijn wijze van invullen, maar wel hiermee, dat men van hen die een rijwiel bezitten ook nog eventjes gauw de nieuw ingevoerde rijwielbelasting wil halen, ook reeds voor dit jaar. Vandaar de zending van een nieuw biljet, waarop ook twee vragen voorkomen omtrent het aantal rijwielen dat men op zijn erf heeft. Ik geef toe dat het wel wenschelijk ware geweest, bij die terugzending een klein cirkulairetje te voegen om de belastingschuldigen te vertellen waarom ze eigenlijk nog eens voor de tweede maal een aangifte moesten doen, maar het gouvernement is nu eenmaal niet zoo bizonder beleefd uitgevallen, daarover dus maar niet geklaagd, dat went wel. Als nu op het nieuwe biljet maar weer wordt gezet dat schatting verlangd wordt, dan zullen de schatters 't avond of morgen wel komen opduiken. [De Sumatra post 26 maart 1904, blz. 5]Sommige ingezetenen van Samarang hadden dezer dagen het genoegen een circulaire te ontvangen van ongeveer den navolgenden inhoud:„De commissie voor den aanslag in het Patentrecht heeft de eer UEd. te verzoeken haar de ondervolgende ophelderingen schriftelijk of mondeling te willen verstrekken:„Het door u ingediende aangiftebiljet komt der commissie niet duidelijk voor. (volgt wat de commissie onduidelijk toeschijnt). Op de invulling afgaande, zou uw inkomen in het geheel .... 's jaars bedragen, welk cijfer der commissie te laag voorkomt. Uw schriftelijk antwoord gelieve u aan den Secretaris onzer commissie uiterlijk op 29 dezer nam. 1 uur te doen bezorgen, terwijl uw mondeling antwoord in onze vergadering van 29 dezer des nam. te twee uren zal worden aangehoord". [...]Erg beleefd is de.commissie niet tegen de belastingschuldigen, en dat heeft ze gemeen met de ambtenaren bij de belastingen in Nederland. Maar 't is ook heel moeilijk iemand op fatsoenlijke wijze aan het verstand te brengen, dat men hem houdt voor een leugenaar of erger. De vorm der circulaire daargelaten, treft ons echter een zonderlinge uitdrukking in hetgeen de commissie op bovenbedoeld biljet met de pen invulde. Wij lezen toch „ ...zou uw inkomen in het geheel . . . . ." Hoe nu? Gaat nu de commissie voor den aanslag zelf verklaren, dat wij niet een patent- maar een inkomstenbelasting betalen ? Wat heeft de commissie te maken met het geheele inkomen van belastingschuldigen ? Wil zij kapitalen belasten of revenuen afgescheiden van den handel of nering, die de betrokkenen drijven? 't Is haast al te gek, maar toch zien wij ons verplicht de commissie voor den aanslag in het Patentrecht beleefdelijk te wijzen op de grenzen van haar bevoegdheid, die door haar titel zelf worden aangeduid"". [blz. 2]
vrijstellingPersonen van wie geen aangifte te verlangen 18 november 1941-31 mei 1957 [Nat. Archief 2.08.78, B. Indexkopieën, B.1., 1. Belastingen, 11. Directe Belastingen. 1111 Inkomstenbelasting, nr. 2440]
vrijwillige verbeteringVrijwillige verbetering van onjuiste aangifte 13 november 1945-26 juli 1957 [Nat. Archief  2.08.78, B Indexkopieën B.1, 1. Belastingen nr. 102]
wijzigingsbevoegdheidControleurs en zetters hebben de bevoegdheid om aangiften voor de personele belasting (Wet 29 maart 1833, Stb. 1833/4, art. 37 en 38)  te wijzigen indien die aangiften niet nauwkeurig zijn. [Engels, P.H., De Geschiedenis der Belastingen in Nederland, van de vroegste tijden tot op heden, Rotterdam 1848, p. 259 (1833)]
BRONNENgeraadpleegde bronnenAard1; A/lle Friesen; BMHG; DDB; Nationaal Archief; Navorscher deel 1 -3; TvGinternetkranten literatuurAlgemeen Handelsblad 10 maart 1894, blz. 5Bataviaasch Handelsblad 26 februari 1879, blz. 5Bataviaasch Handelsblad 9 september 1889, blz. 1 Bataviaasch Handelsblad 30 juli 1894, blz. 2Bietz, G.J., Formulieren voor Memorien van Aangifte voor het Regt van Successie, J. Hermans & Zoon, Breda 1864Coppens, Oud, p. 602 (18e e) De Locomotief 31 maart 1879, blz. 2De Locomotief 4 april 1879, blz. 1De Locomotief 19 mei 1879, blz. 1De Navorscher 1e jrg,,  Amsterdam, Frederik Muller 1851, blz. 1-402De Nederlandsche Leeuw 1898, blz. 80 (1600); 1901, blz. 83 (1778); 1902, bl. 12 (1800); 1909, blz. 127 (1694); 1928, blz. 171 (1797); 1929, bl. 45 (1724]]Dillen, J.G. van, Van rijkdom en regenten. Handboek tot de economische en sociale geschiedenis van Nederland tijdens de Republiek, Den Haag 1970, pp. 311 (Rep.), 335 (Rep.) Drost, T.R.; Jog, Joanna de; Jongman R.W., Te lage aangifte voor de inkomstenbelasting; een onderzoek naar de opsporing en afhandelimg van te lage aangifte voor de inFaber, J.A., Drie eeuwen Friesland; economische en sociale ontwikkelingenvan 1500-1800, deel I, p. 318 (1511); deel II. p. 641 (Rep.)Feteris, M.W.C. , Heffing van belasting door betaling op aangifte, Deventer Kluwer 2005Fockema Andreae, S.J., Belangstelling voor Friesland in de Franse tijd, in: De Vrije Fries deel 48 (1968), pp. 120-121 (18e e)Fokkens, Fokko. - De controleur op Java en Madoera : memorandum van ambtelijke voorschriften en bepalingen ten behoeve van de ambtenaren bij het binnenlandsch bestuur ; Aflevering 2 ... 1886 , blz. 27, 61Formsma, W.J., Vormen van bestuur ten plattelande in de Noord-oostelijke provincies vóór 1795, in BGN deel 3 (1948/1949) p. 26 (1548)Goes, Adriaen van der, Register gehouden by meester Aert van der Goes II, p. 593 (1549)Grapperhaus, F.H.M., De verkorte aangifte als middel ter vereenvoudiging van de inkomstenbelasting, Deventer Kluwer 1969Handleiding bij de aangifte voor de vermogensbelasting en rijksinkomstenbelasting, Amsterdam, Arnold de Vita 1925 ?Heringa, Zelfstandig, p. 81 (1750-1760)Holland, Jan, Darwinia. Een roman uit een nieuwe wereld, deel 1, Deventer 1876, blz. 1-260 [pseudoniem van Anne Johannes Vitringa 1827-1901, rector van een gymnasium in Deventer en later hoogleraar aldaar]Javabode 3 januari 1879, blz. 3Javabode 13 januari 1879, blz. 3Javabode 16 mei 1885, blz. 7Javabode 2 maart 1895, blz. 2Meester, Th. de,  Treub's belastingvoorstellen, in De Gids 1916, blz. 334-359Menalda, Behandeling, pp. 41 (19e e), 199-200 (id), 204-208 (id), 210-217 (id)Nederlandsche Staatscourant 13 februari 1844 [Belasting op Bezittingen]Nederlandsche Staatscourant  8 maart 1844 [Belasting op Bezittingen]Nieuwe Surinaamsche Courant 5 juni 1904, blz. 2Pélerin, Beschrijvinge, p. 25 (1622)Pen, Jan, Gezaghebbende uitspraken, in Hollands Maandblad 1992, blz. 530 [DBNL]Periodiek Woordenboek 1863 1e deel, nrs. 4228, 4229, 4232, 4233, 4234, 4236, 4237, 4239, 4240, 4241, 4242, 4243, 4244, 4245, 4248, 4249, 4251, 4255, 4257, 4258, 4260, 4276; 2e deel, nrs. 4305, 4362, 4363, 4364, 4365, 4366, 4368, 4370, 4371, 4373, 4383, 4386Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 april 1846 [B&W der stad Zwolle]Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 1 mei 1846 [B&W der stad Zwolle]Rengers, Schets I, blz. 46 (1850)Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 21 april 1848 [B&W der stad Zwolle]Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 16 april 1850 [B&W der stad Zwolle]Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant 26 april 1850 [B&W der stad Zwolle]Rotterdamsche Courant 21 oktober 1852 (inkomstenbelasting)  Rotterdamsch Nieuwsblad 23 mei 1893, blz. 1   Rotterdamsch Nieuwsblad  23 juli 1894, blz. 6Smidt/Strubbe/ Rompaey, Chronologische II, p. 132 (1513)Soerabaijasch Handelsblad 24 februari 1879, blz. 2Soerabaijasch Handelsblad 28 februari 1879, blz. 2Soerabaijasch Handelsblad 13 januari 1880, blz. 2Soerabaijasch Handelsblad 17 april 1880, blz. 2Tijdschrift voor de registratie, het notarisambt, hypotheekwezen en de regten van zegel, griffie en successie, deel I, 1847, blz. 125, 129, 146, 155, 224, 274, 276-278, 281, 283, 285-286, 295-296, 323380, 385,  392, 395-398Tilburgsche Courant 18 maart 1888, blz. 2Tilburgsche Courant 11 maart 1894, blz. 5Vandevelde, A.J.J., Nederlandsche Boter-en Kaascontrole onder Staatstoezicht, tot bestrijding van de vervalsching der levensmiddelen, in: Verslagen en Mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1913, blz. 793-828 Venne, Belastingconflicten, p. 334 (1506Verhofstad, Regering, p. 60 (1543)Vlissingsche Courant 28 april 1838 [Publicatie B&W der stad Vlissingen]Vlissingsche Courant 4 mei 1838 [Publicatie B&W der stad Vlissingen]Vries, Ontduiking, p. 352 ev (18e e) WDBIUA 29 maart 1873, p.2; 17 mei 1873, p. 1overige bronnenNederlandsche Leeuw; Delpher Kranten t/m 25 september 1905;