Geldermalsen-Gusaha
Geldermalsen

bestuur

schout=Goossen Gobels van Varsendael is in 1691 schout van Geldermalsen [Bakker, Nieu, blz. 171]

heerlijkheid

Jacob van Borssele van der Hooge (1622 Middelburg-1680) was heer van Kleverskerke en Geldermalsen [Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  215]In 1786 is Maurits Cornelis Pasques de Chavannes heer van Meteren en G. en burgemeester van Tiel [Chalmot1, blz. IV]BRONNENliteratuurBakker, Kees, Nieu Leenregister van Heuckelum, beginnende met den 13den Appril 1691, in : Ons Voorgeslacht, nr. 79, april 2024, blz. 169-175Schevichaven, Rijk, p. 70 (1294)Wijnpersse, Statistiek, p. 381 (1854

Geldern

Maasgouw 1879-1881, pp. 272 (1547), 458 (1548); 1897, p. 48 (1757)

Sloet, Toestand, p. 404 (1543)

Venner, Inventaris, pp. 104 (1615), 105 (1663), 106 (1664), 135 (1607)

Geldersche Toren

algemeen

heerlijkheid

-Wilt van Broeckhuisen tot den Doorn, de Lathmer, de Geldersche Toren, Wilperhorst en de Groot Weede is lid van de ridderschap [ANF1888, blz. 69]-Zijn jongste zoon Wilt Jan van Broeckhuisen verkrijgt de Geldersche Toren [ANF1888, blz. 69]

Geldrop

Gemeente in Noord-Brabant. Ook Geldorp.

algemeen

=eertijds was er een burcht [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 225]

heerlijkheid

Amandus van Hoorn [....-1617 Geldrop] is heer van Geldrop, Armentières en Hardinxvelt [Nav1870]

oorlog

Op 25 september 1512 wordt de stad door soldaten van de hertog van Brabant platgebrand [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 225]Maarten van Rossum brandschatte in 1543 Geldrop [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 225]
BRONNENliteratuurNavorscher 1870, blz. 268

Geleen

Maasgouw 1899, p. 19 (1716)

Nuyens, Inventaris, p. 144 (1805-23)

Gellick

algemeen

heerlijkheid

In 1822 is Raphael Adriaan Arnold Nepomucenus de Heusch heer van la Zangrye, Gellick en Eigenbilsen [Adel1925, blz. 96
BRONNENliteratuur

Geluwe

algemeen


BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 182 (1551)

Gemert

Dorp in Noord-Brabant

algemeen

bestuur

drossaardPetrus Adrianus de la Court is drossaard van Gemert [ANF1888, blz. 81]secretarisPetrus Adrianus de la Court is secretaris van Gemert [ANF1888, blz. 81]

heerlijkheid

=aanvankelijk een vrije heerlijkheid toebehorend aan de Duitse orde [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 226]=na de vrede van Munster in 1648 rijzen vragen over de soevereiniteit [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 226]=in 1662 wordt de soevereiniteit door de SG aan de Orde afgestaan voor f 40.000 onder enige voorwaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 226]

oorlog

=in 1599 door de Spanjaarden uitgeplunderd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 226]
BRONNENliteratuurNijenhuis, Bibiographie, pp. 19-20

Genappe

Baelde, Domeingoederen, pp. 103-104, 106

Genderenbestuurschout=van 1620-1653 is Claes Claesz van der Steeghen (den Jonge)  [Heuvel, Oudste, blz.. 163, 165]BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 456-457 (1514)Heuvel, Remco van den, De oudste generaties van de Wijse familie de Poorter herzien, in: Ons Voorgeslacht, jrg 79, april 2024, blz. 153-168

Gendringen

belastingen

algemeen

Bij de brand van 1830 zijn zeven kisten met archief verbrand [ARA, Verslagen 1888, blz. 

Akte van verhuur door Sevriena Theodora Coops, weduwe van Fredericus Johannes Rogge Boeveldt, aan 's Rijks belastingen van een voormalig winkel-woonhuis en erf in het dorp Gendringen, gelegen aan de Grotestraat A 121, waaronder niet begrepen het recht van beweiding of opdrift op de IJsselweide, 1861. 
grondbelasting-kennisgeving door de controleur der grondbelasting van wijzigingen van de geschatte opbrengst van perceel, kadastrale gemeente Gendringen, sectie D, nr. 4554 in verband met een veranderde bestemming, 1939. Circulaire vanwege de burgemeester van Gendringen aangaande ter inzage liggende gegevens ten behoeve van de grondbelasting, 1914 mrt 31 
successierecht-kwitantie van het voldoen van het successierecht door Martinus Johannes Knipscheer na het overlijden van zijn echtgenote Johanna Engelina Luimes, 1912.  -kwitantie voor G.H. Barink vanwege de ontvanger der registratie en domeinen en der successierechten voor het namens de erfgenamen van Steven van Rooden betalen van de successierechten, 1914 aug 27. -stukken m.b.t. het recht van successie op de nalatenschap van Berendina Antonetta Harmelink, schoonmoeder van Derk Willem Colenbrander, 1932. 
superheffing-brief van het Productschap voor Zuivel aan H.W.J. Colenbrander betreffende de vrij van superheffing te leveren hoeveelheid melk, 1992. 
tienden-kwitanties voor S. van Rooden voor het voldoen van de afkoopsom van de tienden van het kroondomein, rustende op perceel kad. gem. Gendringen sectie D nr. 2743, 1901 juli 8 en 1901 aug 14-"lijsten onder cropstiend" in eigendom van het Terborgse gasthuis, 1807. -stuk betreffende de rechten en plichten tot de tienden, ca. 1880 
BRONNENarchievenEGC Achterhoek en Liemers 0953, Familie Colenbrander ...etc, 1834-1992, nrs. 35, 36, 83, 92EGC Achterhoek en Liemers 0174, Familie Barink-van Rooden....etc 1848-1969, nrs. 12, 15, 16EGC Achterhoek en Liemers 0616, Familie Brugman ....etc, 1807 en 1880, nrs. 16, 17

gemeente

-stukken gemeentebestuur 1811-2004-in 1902 en 1913 is de koopman en winkelier Rudolph Abraham Iduard Snethlage tevens gemeenteontvanger BRONNENarchievenEGC Achterhoek en Liemers 0167, 1303, 1304 Gemeentebestuur GendringenEGC Achterhoek en Liemers 0953, Familie Colenbrandern ...etc, 1834-1992, nr. 35

Wijnpersse, Statistiek, p. 385 (1854)


Gendt

Dorp in Gelderland. Ook Gent

algemeen

Keurboek van de stad en vrije heerlijkheid Gendt en Erlecom 1762-1797 [ARA, Verslagen 1888, blz. 74]

financiën

Thijnsboek van de heer van de heerlijkheid Gendt [ARA, Verslagen 1888, blz. 74]Zettingboek van Gendt 1754-1799 [ARA, Verslagen 1888, blz. 74]

heerlijkheid

In  1846 is Johannes Gerrit Willem Merkes heer van  Gendt [Adel1925, blz. 137]
BRONNENliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 151 (814)Nijhoff, Oud,p. 17(1369)W.D.B.I.U.A. 1873, 25 oktober, p. 2; 3 november, p. 3
Genech

Braure, Etude, p. 107 (1449)

Genemuiden

Stad in Overijssel. Ook Geelmuijen

algemeen

=in 1272 wordt G. begiftigd met stadsrechten door bisschop Jan van Nassau [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227; Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 84]=op 5 februari 1825 was er een watervloed die vele levens kostte en grote schade aanrichtte 

bestuur

=de stadsregering bestaat uit de magistraat [8 leden, 4 schepenen en 4 raden en een secretaris] en de Gezwooren Gemeente [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 84]

economie

=vervaardigen van grove en fijne biezen matten [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 84]

oorlog

=in 1522 belegerd door Schenk van Toutenberg [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=in 1526 besluiten de Staten G. te ontmantelen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=Karel V bezet de stad en versterkt deze [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=in 1528 gaat G. over naar Schenk van Toutenberg [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=in augustus 1572 kiest de stad de zijde van Oranje [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=in 1606 probeert de Spaanse Spinola vergeefs de stad te overmeesteren [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]=in 1672 lukte het de Munstersen de stad in te nemen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 227]
BRONNENliteratuurDoorninck/Uitterdijk, Bijdragen VI, p. 261 (1407)Drok, Willem Jan, Het landschap rond Genemuiden: geschiedenis van bodem, landbouw en biezenteelt in relatie tot de natuur, IJsselakademie 1985Ebbinge Wubben, F.A., Gemeenteweiden te Genemuiden, in: Versl. en meded. Ov. Recht & Geschiedenis deel VI (1871), blx. 7-20KB 4 september 1853, Stb. 1853, 89, in: Luttenberg, Chron, verz  Vol. 9, 1851-1855, blz. 69-72T.S. Overijssel II, pp. 54 (1423), 56 (17e e); IV, pp. 148 (15e e), 151-152 (1579), 156 (1698)Verslag der Handelingen van de Staten-Generaal, gedurende de zitting van 14 junij - 10 september 1853, Bijblad tot de Nederlandsche Staats-courant 1853, blz. 80-83

Generaliteitslanden

Het betreft Staats-Brabant, Staats-Limburg en Staats-Vlaanderen.


BRONNENliteratuurDeursen, Staten, pp. 85 e.v. (Rep)Engels, Geschiedenis, p. 86 (1805)Gabriëls, Edel, p. 557 (18e e)Iterson, Confiscatie, p. 553 (1778)Kemp, Geschiedenis, pp. 61 (17e e), 82 (19e e)Merkus, Schets, pp. 43 (Rep), 78 (1748)Poel, Advocaat, p. 19(1792)

Gennep

algemeen

graafschap

Walraven van Brederode is graaf van Gennep [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 91]

oorlog

=in 1499 door de afgedankte troepen van de hertog van Saksen veroverd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228]=in 1599 nam de keizerlijke veldheer graaf van der Lippe slot en stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228]=in 1602 ingenomen door prins Maurits [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] =in 1614 ingenomen door prins Maurits [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] =in 1641 stad en kasteel veroverd door prins Frederik Hendrik op de Spaanse bevelhebber Thomas Preston[Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] =daarna weer in vreemde handen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] =het kasteel bij Gennep in 1710 door de Fransen verwoest [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] =in 1815 bij het Weens Congres toegevoegd aan Nederland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 228] 
BRONNENliteratuurVenner, Inventaris, pp. 144 (1616), 146 (1622) Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 91Voorthuysen, Mercantilisme, p. 34W.D.B.I.U.A. 1872, 29 juni, p. 3

Genswaart

heerljkheid

In 1651 is Hendrik Frederik Bentink heer van Genswaart en BarlehamBRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 290 [1651]
Gent 

Stad in België. Ook Gend en Gendt

algemeenGent draagt met het Kwartier tussen 15 augustus 1577 en 30 juni 1579 ongeveer 1,5 miljoen gulden af [Decavele, Mislukking, blz. 648].Gent wordt door keizer Karel V streng bestraft en teruggeduwd in de status van een onmondige provinciestad. Willem van Oranje herstelt in 1578 Gent in haar privileges [Decavele, Mislukking, blz. 635-636].Er is een quotenverdeling op 1 december 1578.Op 15 mei 1579 begint Gent troepen te werven op naam van het Gents Kwartier en verplicht het de ondergeschikte steden en kasselrijen mee te betalen voor 6000 man voetvolk, 200 ruiters en 400 man genietroepen [Decavele, Mislukking, blz. 638].Op 6 augustus 1579 stelt de magistraat vast dat de koning van Spanje feitelijk vervallen is van zijn landsheerlijk gezag over Vlaanderen en dat de souvereiniteit aan het stadsbestuur is gekomen [Decavele, Mislukking, blz. 639].De adel en de aristocratie verliezen de bevoorrechte plaats en worden constant gedwongen tot het kopen van renten, het betalen van extra belastingen en verplichte leningen [Decavele, Mislukking, blz. 640].Er is een quotenverdeling op 24 september 1579.=in 1826 is Gent behalve een stad ook een plattelandsdistrict met die naam. Het district bestaat uit 77 plattelandsgemeenten met 149.484 inwoners [Gosselin, blz. XXXVII]
bestuurgrootbaljuwGuillaume Bette [...-1658], markies de Lede,  is grootbaljuw van Gent  [NNBW 1911, blz.325]
godsdienstIn de nabijheid van Gent ligt eind 7e eeuw de abdij Blandinium, later Sint Pietersabdij. In een oorkonde uit die tijd is sprake van een schenking aan de abdij door Rathadus. Het gaat om goederen en horigen in Olsene en Witle (Oorkondenboek HZ, blz. 1)
BRONNENliteratuurAlberts, Bijdrage, p. 346 (1275)Altmeyer, Marguérite, pp.  126 (1524),  127 (id)Baelde, Domeingoederen, pp. 49 (1554), 50 (1556), 154 e.v. (1551)Blockmans/Prevenier, Armoede, pp. 509 (1492-94), 510-511 (1492), 512 (id)Blok, Geschiedenis I, pp. 567-568 (15e e), 568-570 (1538-40)Chijs, Munten, blz. 12 (m.e.), 14-15 (id)Decavele, Dictatuur, p. 270 (1577-78) Decavele, J., De mislukking van Oranjes "democratische" politiek in Vlaanderen, in: BMGN 1984/4, blz. 626-650Duyse, P. van, Les registres des archives de Gand détruits par Charles V, in: Aldaar XXI, 158Gachard, L.P., Les archives de Gand, in: Nouv. Mém. Ac.R. Br. XXVII, 1Gachard, L.P., Notice détaillée sur le dépôt des archives de Gand, in: Mess. Belg III, 54Gaillard, Etudes, p. 206 (15e e)Goes, Register IV, pp. 8 (1555), 10 (id), 13 (id)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XXXVIIGosses, Stadsbezit, p. 25 (1100)Gottschalk, Verval, pp. 11 e.v. (15e e)Henne, Histoire I, p. 294 (1512); II, p. 127 (1517); III,  p. 305  (1523); IV,  pp. 28 (1524), 45 (1525), 55 (id), 68 e.v. (id); V, p. 325 (16e e); VI, pp. 115 (1536), 167 (id), 181  (1537), 212 (1538), 221  (1537), 222 (1538), 229-298 (16e e), 326 e.v. (1539); VII, pp. 48 e.v. (1540),  131 (1504), 327 (1541); VIII, p. 200 (1544)Jansen, Middeleeuwse, p. 240 (1537)Kerckhoffs-de Hey, Grote, p. 96 (1474) Koenigsberger, Orange, blz. 586Ghent had built a canal to the lower Scheldt estuary and petitioned the government for exemption from the tolls at Biervleet. It was a serious challenge to the commercial supremacy of Antwerp and Granvelle tried to use it deliberately to put pressure on the city to give up its opposition to the establishment of its bishopric. By brilliant diplomacy and great determination, especially on the part of Wesenbeke, Antwerp was able to block this challenge without surrendering in its opposition to the bishopricLanz, Correspondenz II, pp. 660-661 (1536), 665 (id), 681 (1537) Lyon/Verhulst, Medieval, pp. 20 (m.e.), 24 (12e e) Maddens, Hoe, p. 406 (1517)Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 170 (1530),337 (1555)Navorscher III, p. 189 (m.e.)Obreen, Stukken, p. 155 (1199)Pirenne, Anciennes, pp. 269 (15e e), 283-287 (1539)Pirenne, Histoire III, pp. 114 e.v. (1539-40)Prevenier, Bevolkingscijfers (14e e)Prevenier, Maatregel, p. 400 (1199)Rogghé, Italianen, p. 204 (14e e)Soly, Vernieuwing, p. 585 (1492)Stallaert, Glossarium I, p. 478 (1522)Smidt/Rompaey, Chronologische III, pp. 267 (1536), 383 (1539)Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp.  130 (1476), 188 (1481), 411 (1474), 450 (1496), 473(1496-1504) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 233 (1520), 337 (1524)Stadsarchief Gent, Poorters en buitenpoorters van Gent, 1477-1492, 1542-1796, Gent 1986Uytven/Blockmans, Noodzaak, pp. 280-281 (1492), 289 (id)Vandenbroeke, Evolutie (14e- 19e e)VanderHaeghen, F., Bibliographie gantoise, Gand, 1858-69, 7 vol. Verhees, Niederlandische, pp.  199 (16e e), 200 (id)Vuylsteke, Gentsche( 1280-1336)Vuylsteke, Uitleggingen (1280-1315)Werveke, Gentsche (m.e.)

Geraardsbergen

Baelde, Domeingoederen, pp. 50 (1556), 155 (1551), 158 (id)

Henne, Histoire II, p. 127 (1517); V, p. 325 (16e e); VI, p. 240 (1537)

Lyon/Verhulst, Medieval, p. 31 (1187)

Prevenier, Maatregel, p. 400 (12e- 13e e) 

Smidt/Rompaey,  Chronologische III, p. 7 (1531)

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 45 (1406)

Geroldiswere

Ook Gerewere en Gerewiore. Zie Garrelsweer 

Gerverskop

Rootselaar, Rekening, p. 31 (1585-86)

Gestel (Antw)

Baelde, Domeingoederen, p. 86 (1551), 195 (id)

Gestel (N-Br)

W.D.B.I.U.A. 1874, 14 februari, p. 2

Geten

Baelde, Domeingoederen, p. 95 (1551)

Uytven, Vorst, p. 109(1457)

Geulle

Eversen, Bijdragen, p. 152 (Rep)

Maasgouw 1879-1881, p. 554 (1673)

Geyn, Het

Zie 't Gein

Ghijvelde

Baelde, Domeingoederen, pp. 182 e.v. (1551)


Ghistelles

algemeen

Coseo Delli Affaytadi is baron van Ghistelles. Zoon van een in 1545 in Antwerpen wonende Milanese edelman (Aa, Bio I, blz. 116)

literatuur

Aa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 116



Gierlealgemeen
BRONNENliteratuurAsseldonk, M. van, De heren van Poederlee en van Gierle, in Taxandria 2021
Giessen-Nieuwkerkalgemeen
bestuur
heerlijkheid=Wolfaert Aerntsz, heer van Giessen [Heuvel, Oudste, blz. 158]=Abraham Adriaen Du Bois is heer van Molenaarsgraaf, Giessen en Steenhuizen [NNBW 1911, blz. 396]=Johan Daniel d'Ablaing (1703 Utrecht-1775) is vrijheer van Giesenburg en Giessen-Nieuwkerk [ANF deel 1, 1883-1884, Proefblad, blz. 5; Kobus/Rivecourt1.6]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 561-562 (1514)Heuvel, Remco van den, De oudste generaties van de Wijse familie de Poorter herzien, in: Ons Voorgeslacht, jrg 79, april 2024, blz. 153-168websitesAlblasserwaard Genealogie Page http://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTM
Giessen-Oudkerkalgemeen
bestuurschout=Cornelis Brooshooft is schout en secretarisvan Giessen-Oudkerk [Roelants, Gulden, Bijlage 1]=Johannes Brooshooft is schout en secretaris van Giessen-Oudkerk [Bakker, Nieu, blz. 174]schepen=in 1803 zijn Teunis Kooijman en Teunis Brandwijk schepen [Bakker, Nieu, blz. 174] 
secretaris=Cornelis Brooshooft is schout en secretarisvan Giessen-Oudkerk [Roelants, Gulden, Bijlage 1]=Johannes Brooshooft is schout en secretaris van Giessen-Oudkerk [Bakker, Nieu, blz. 174]
heerlijkheid

=Abraham Adriaen Du Bois is heer van Molenaarsgraaf, Giessen en Steenhuizen [NNBW 1911, blz. 396]


BRONNENliteratuurBakker, Kees, Nieu Leenregister van Heuckelum, beginnende met den 13den Appril 1691, in : Ons Voorgeslacht, nr. 79, april 2024, blz. 169-175Hoeven, Leon van der, De leenkamer van Giessen-Oudekerk, in : Ons Voorgeslacht, nr. 79, april 2024, blz. 176-183Zuylen, Inventaris II, p. 1196
Giessenburgalgemeen
heerlijkheid=Willem Taats van Amerongen is vrijheer van Giessenburg [Kok143, blz. 81]=Johan Daniel d'Ablaing (1703 Utrecht-1775) is vrijheer van Giesenburg en Giessen-Nieuwkerk en heer van Haulsain, Moersbergen, Cadzand en Bijngaerdskerken. Hij is president van de Staten van Utrecht, afgevaardigde voor Utrecht naar de  Staten-Generaal en groot baljuw van het Vrije van Sluis [ANF deel 1, 1883-1884, Proefblad, blz. 5; Kobus/Rivecourt1.6; BMHG 1877, blz. 421]=Joan Daniel Cornelis Carel Willem baron d’Ablaing van Giessenburg [6 juni 1779 Utrecht-27 juni 1859 Voorst] heer van Giessenburg, Giessen-Nieuwkerk en Moersbergen [NNBW deel 2, 1912
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 29-30 Bergh, Handboek, blz. 72 (1155)Becht, Statistische, pp. 44 (1643), 141 (1645)Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 6


Giessendam

gemeente

burgemeesterN.F. van Steenbergen is in 1839 burgemeester en secretaris [Aa, Aard1, blz. XXX]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 548-550 (1514)T.S.Zeeland II, p. 54 (1413)W.D.B.I.U.A. 1874, 8 augustus, p. 3websitesAlblasserwaard Genealogie Page http://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTM



Gieten

Gosses, Organisatie, pp. 137 (1633), 149 (1730) 

W.D.B.I.U.A. 1874, 28 maart, p. 3; 4 april, p.3

Giethoorn

Dorp in Overijssel bij Vollenhoven. Ook Gethorn. Gieteren

algemeen

=hier werd in 1129 vrede gesloten tussen de Drentenaars en de bisschop van Utrecht [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 231]=in 1311 belegeren Stellingwervers het kasteel bij Giethoorn [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 234]=op 15 december 1580 wordt het dorp in brand geschoten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 234]

economie

=er is vooral turfhandel [Buesching, Nieuwe, deel VI blz 116]
Gijbelandheerlijkheidin 1703-1704 is Pieter Everwijn heer van Gijbeland [Molema 122-123]in 1753 is mr. Adriaan Stoop heer van Brandwijk en Gybelandt [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 553-555 (1514)Molema-Smitshoek, W.T., Fragmenten uit mijn kwartierstaat in ‘s-Gravendeel, deel 5, De familie Vroman, in: Ons Voorgeslacht 2023, blz. 122-123

Gijverinkhoven

Baelde, Domeingoederen, p. 180 (1551)

Gilze

belastingen

ambtenarenFrancois Collemans is ontvanger [Roelants, Gulden, blz. 192]
BRONNENliteratuurGoor, Beschrijving, pp. 355-356 (1712)

Ginneken

algemeen

financiën

Edmond Georges de Hartitzsch (24 oktober 1815-11 januari 1883) is ontvanger der directe belastingen in Ginneken (Leeuw 1883, nr. 3, blz. 16)

heerlijkheid

BRONNENliteratuurGoor, Beschrijving, pp. 355-356 (1712)W.D.B.I.U.A. 1872, 10 augustus, p. 2Wijnpersse, Statistiek (1854)

Gisp

Ook Ghis en Ghysp. Zie Jisp

Gistel

BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 157 (1551)

Glinthorst

algemeen

heerlijkheid

Jasper Hendrik van Zuylen van Nievelt is heer van den Brieller en Glinthorst [Adel1925, blz. 248]In 1709 is Johan van Wijnbergen [1678-1737] heer van de Glinthorst [NA Collectie 046 Van Dedem van Gelder] BRONNENliteratuur

Goch

Stad in het land van Kleef

algemeen

bestuur

richterIn 1479 is Wilhelm Singendonck richter in Goch [A   del1925, blz. 198]

oorlog

=in 1614 door prins Maurits bezet  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 236]=op 18 januari 1625 maakt Lambert Charles zich meester van de stad  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 236]
BRONNENliteratuurBecht, Statistische, p. 141 (1523)Doorman, Brouwerij, p. 74 (1294-95)Doorninck, Goch, pp. 320 e.v. (1328), 326 (1362), 328 (1370), 333 (1463)

Godlinze   

Dorp in Groningen

algemeen

In 1800 behoort Godlinze tot één van de elf gemeenten binnen de 6e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 3040 personen verdeeld over 6 grondvergaderingen (Spijk 1, Godlinse en Losdorp 1, Bierum en Leermens 1, Holwierda en Crewert 1, Oosterwytwert en Uitwierda 1, Juckwert, Tjamsweer, Solwert en Marssum)  [Covens, blz. 128]


Godschalksoord

Ook Godschalk-Oird, Goidscalxsoord, Goidschalxoort

algemeen
heerlijkheid=in 1610 is mr. Johan Huyssen heer van Cattendijke, Soutelande, Werendijk, Goidschalxsoord en Munsterhoek [Adel1925, blz. 105]=Matthijs Berk is vrijheer van Godschalk-Oord=Matthijs Berck [......-1655] was vrijheer van Godschalkxoord en in 1621 schepen van Dordrecht [NNBW 1911, blz. 308]=Matthijs Berck [1591-1655 was vrijheer van Godschalksoord en in 1622 secretaris van Dordrecht [NNBW 1911, blz. 308]=Pompejus Berck [1626-1691] is heer van Godschalxoord en meermalen schepen van Dordrecht geweest [NNBW 1911, blz. 308]=Matthijs Berck [....-1655] was vrijheer van Godschalkxoord en van 1636-1653 pensionaris van Dordrecht [NNBW 1911, blz. 308]=Pompejus Berck [1626-1691] is heer van Godschalxoord in 1676 burgemeester van Dordrecht [NNBW 1911, blz. 308]=in 1815 is mr. Hendrik van Slingelandt heer van G. [Adel1925, blz. 200]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 342 [Matthijs]

Goedereede

Dorp in Zuid-Holland

algemeen

oorlog

=in 1418 door soldaten van Jan van Brabant geplunderd en in brand gestoken [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238]  =In 1428 wordt het inmiddels van vestingwerken voorziene dorp een aanval van dioe van Zevenbergen met succes af  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238] =Op 22 juli 1490 probeert de Hoekse Frans van Brederode G. te bemachtigen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238] =in 1572 kiest G de zijde van Oranje; troepen van Van der Marck komen G. binnen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238] =in 1604 wordt een aanval van de admiraal van Antwerpen, Jacob Boeij, doorstaan [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238] =in 1781 worden kustbatterijen aangelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 238] 
BRONNENliteratuurBlink, Geschiedenis I, p. 202 (1477)Verseput, Ontstaan, p. 74 (1395)

Goejanverwellesluis

Ook Goejanverwellensluis en Jan-Goverwellensluis



BRONNENliteratuurEngels, Geschiedenis, p. 118 (1605)Navorscher 1852, blz.  54; deel III, p. 37 (1598)Goereebestuuropzichter=Jan Jansz Blanken [1755-1838] werd in 1775 de eerste ordinaris opzichter van de Hollandse eilanden Voorne, Goeree en Overflakkee [NNBW 1911, blz. 357]
BRONNENliteratuurBergh, Handboek, blz. 39 (1618)Chijs, Munten, blz. 33 (1618)Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 256 (1492)Goidschalksoord   

Plaats in Zuid-Holland. Zie Godschalksoord

algemeenIs een hoge heerlijkheid en een allodiale bezitting [Regt, blz. 65].
BRONNENliteratuur

Goirle

Dorp in Noord-Brabant

algemeen

oorlog

=in 1586 geplunderd door Staatse troepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 241]=in 1702 plegen de Spanjaarden er wreedheden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 241]

Golberdingen

Avis, Directe, p. 88(1333)

Golzinne

Baelde, Domeingoederen, pp. 308-309 (1551)

Gondecourt

Braure, Etude, p.111(1449), 194 (16e e) 169

Gooi, Het 

Dorp in Utrecht

algemeen

=in 1126 is er een slot, ridderhofstad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 242] 

heerlijkheid

=de heren van 't Gooi matigden zich alle gezag aan en voeren strooptochten in het Sticht uit [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 242]

oorlog

=in 1317 belegert bisschop Guido het slot en neemt het in. Een dag erna sterft Guido en wordt het slot heroverd  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=in 1354 belegert bisschop Johannes het slot, nam het in en sloopte het [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]
GooilandEerder Naerdinckland
algemeen=Op 29 juni 968 schenkt keizer Otto op verzoek van zijn vrouw Adelheid aan het klooster te Elten het gebied van Urk en alles wat graaf Wichman in het graafschap Naerdinckland en Eemland bezat.  Op 3 augustus 970 wordt dit door Otto I bevestigd. Op 18 december 996 door Otto III bevestigd [Groot Charterboek deel 1 blz. 40]

bestuurbaljuw=De baljuw van Gooiland is tevens drossaard van Muiden en hoofdofficier van Weesp [Ripperda, Politie28]=Willem van Zuylen van Nyvelt was baljuw [Navorscher 1852, blz.   66]=in 1609 benoemt prins Maurits Pieter Cornelisz Hooft tot drost van Muiden, baljuw van Gooiland en hoofdofficier van Weesp en Weesperkaspel [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 320] schoutDe schout en de secretaris van de stad Naarden oefenen hun functie ook uit in dorpen in Gooiland [Ripperda, Politie28]
BRONNENliteratuurBaelde,  Domeingoederen,  pp.  285  (1551), 288 (id)Fruin, Informacie, pp. 227-235 (1514)Gosses, Welgeborenen, p. 51 (1395)Kosters, Oude, p. 42 (10e e)Rootselaar, Rekening, pp. 35 (1585-86), 59 (1574-85), 95 e.v. (1586)

Goor

Stad in Overijssel

algemeen

=er is een slot Hekeren en de havezates Wegdam of Wekdam, Weldam, Oldam, Scherpenzeel [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 101]

bestuur

algemeen=de regering bestaat uit zes burgemeesters, een secretaris en zes gemeenslieden [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 100]schepen=Henricus van Bukentop is schepen van Goor [Leeuw1883, blz. 8]

graafschap

=Adolf, graaf van Goor, wordt in 1248 geestelijke en draagt zijn bezit over aan de bisschop van Utrecht [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 242]

heerlijkheid

Henricus van Bukentop is heer van Goor [Leeuw1883, blz. 8]
BRONNENliteratuurAvis, Directe, p. 43 (1347)Dumbar, Verhandeling, p. 10-11Formsma, Nieuwe, p. 125(1587)Gosses, Stadsbezit, p. 28 (m.e.)Racer, Gedenkstukken, deel 2, p. 248 (m.e.), 325 (1528), 335 (1644)T.S. Overijssel II, pp. 255 (1605), 308 (1475)

Gorecht

Ook het Gericht van Selwert

rechtspraak

=in civiele en strafzaken recht gesproken door de ambtman met bijzitters. In strafzaken geen appel. De ambtman wordt benoemd door burgemeesters en raden. De ambtman is tevens richter van Sappemeer [Hildebrand, Reglement., blz. 28]

Gorgue, La

algemeen

heerlijkheid


BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 181 (1551)
Gorinchem

Zie Gorkum

Gorkum

Stad in Zuid-Holland

algemeen=in 1826 is mr. A. van Hoeij Jzn burgemeester van de stad Gorinchem [Gosselin, blz. XI]
belastingencommies ter rechercheNicolaas Ouwens [1646-1694] is commies ter recherche in Gorkum [ANF1888, blz. 30]
ontvanger mr. Nicolaas Ouwens is ontvanger van de gemenelandsmiddelen [ANF1888, blz. 31]Godefroy Boot is ontvanger der convoyen en licenten [Navorscher 1851, blz. 234]tol=Op 6 december 1224 geeft graaf Floris IV tolvrijheid aan de mannen van de graaf van Bentheim, die in Gorkum wonen [Kölker, blz. 11]. =in 1287 kreeg G. vrijdom van tol  van Jan van Brabant door heel Brabant en Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=in 1289 wordt de tolvrijdom bevestigd door Floris V, graaf van Holland [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=De burgers van Gorkum kregen tolvrijheid in Brabant, Holland en Zeeland. Zou een beloning zijn voor de diensten van Jan van Arkel X [...-1297] die vocht onder Jan I, hertog van Brabant en nadien met graaf Floris tegen de Friezen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 21]
bestuurbaljuwIn 1575 in Philips van der Aa [1515-1586] baljuw van Gorkum [Kobus/Rivecourt1.1]
burgemeester-Richardus Steenis is burgemeester van Gorkum [ANF1888, blz. 30]-Abraham van Hoeij [1684-1766] is  pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 312]-In 1727 is Gerardus van Leeuwen van Westhuyzen burgemeester [ANF1888, blz. 30]-Martinus van Barneveld is in 1740 burgemeester. Hij ontwerpt in dat jaar een plan om het Bossche veld te vrijwaren van overtromingen. Het plan voorziet in de Baardwijkse overlaat tussen Drunen en Baardwijk [Aa, Aard2, blz. 10; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 29, 35]-mr. Nicolaas Ouwens is in 1749 burgemeester in Gorkum [ANF1888, blz. 31]Mathias Snoeck [1741-....] is burgemeester [Leeuw1883, blz. 51]-Jhr. Jan Westpalm van Hoorn [1817-1881] is heer van Burgh en burgemeester van Gorinchem [1854-1859] [Epen, Geslacht, blz. 41]
drossaardChristoffer, baron van Voerst tot Hagenvoorde [1648-1706] is vrijheer van Jaarsveld, heer van Hagenvoorde, Bergentheim, Wegterhold en Engden, drossaard van Gorkum en het Land van Arkel, maarschalk van de Emmenessen [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 81]

drostArent van Boschuysen was drost van Gorinchem en het land van Arkel  [NNBW 1911, blz. 6]
kasteleinJan graaf van Egmond [1442-1512] is kastelein [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 180]
Provinciale Staten van Zuid-Holland [1840-1861]mr. Willem Adriaan van Aken [1798-1859] is lid van PS van 3 juli 1849 t/m 24 september 1850, van 24 september 1850 t/m 5 juli 1853 en van 5 juli 1853 t/m 4 februari 1859 namens Gorkum 
raadin 1672 is Francois van de Graaff raad [Leeuw1883, blz. 51]mr. Richard Ouwens [1685-1719] is in 1707-1709, 1711, 1713 en 1718 raad en schepen in Gorkum [ANF1888, blz. 30]mr. Nicolaas Ouwens is in 1732, 1737 en 1739 raad en schepen in Gorkum [ANF1888, blz. 31]mr. Diederik Ouwens [1712-1738] is raad en schepen [ANF1888, blz. 31]Pierre Simeon Collot d'Escury is raad in de vroedschap [Nav1870.21]Mathias Snoeck [1741-....] is raad in de vroedschap [Leeuw1883, blz. 51]
schepenin 1675 is Francois van de Graaff schepen[Leeuw1883, blz. 51]Mathias Snoeck [1741-....] is schepen [Leeuw1883, blz. 51]mr. Richard Ouwens [1685-1719] is in 1707-1709, 1711, 1713 en 1718 raad en schepen in Gorkum [ANF1888, blz. 30]mr. Nicolaas Ouwens is in 1732, 1737 en 1739 raad en schepen in Gorkum [ANF1888, blz. 31]
secretarisJohan van der Does [1567-1648] is secretaris van G. en van het Land van Arkel [Roelants, Gulden, blz. 261]

gemeente

notaris=in 1826 zijn H. van Aken, C.G. Boonzajer en B. van Etten notaris [Gosselin, blz. IV-V]

oorlog

=in 1403 belegerd door hertog Albrecht van Beijeren omdat rentmeester Jan van Arkel weigert rekening te doen. Albrecht neemt de stad in. Willem van Arkel ontzet de stad en ontketent daarmee een hevige oorlog tussen Hollanders en Geldersen. [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=op 1 december 1407 nemen de Kabeljauwsen de stad in; ze verslaan de Hoeksen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=in 1479 ondervindt de stad de gevolgen van de oorlog met de Geldersen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=op 10 oktober 1480 door de Geldersen in brand geschoten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243] =in 1572 eist Lumey de stad op voor de prins [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=de Fransen slagen er op 30 juli 1672 niet in de stad te bezetten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=in 1787 ingenomen door de Pruissers [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=in 1795 ingenomen door de Fransen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]=op 20 februari 1814 in handen van de SG [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 243]

rechtspraak

In 1839 is A.J.T. de Bordes rechter in de arrondissementsrechtbank in Gorkum [Aa, Aard 1, blz. XIX]mr. Jan Ouwens [1742-1817] is rechter in de rechtbank [ANF1888, blz. 31]
BRONNENinternetAlblasserwaard Genealogie Page http://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTMliteratuurAa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. XIXANF 1884,29 mei, p.2(1712; 1736)Becht, Statistische, pp. 51 (Rep), 140 (1584), 142(1591) Blécourt, Heerlijkheden, p. 500 (1795) Blécourt/Meijers, Memorialen Blok, Financiën, pp. 57 (1495), 83 (1428) Blok, Geschiedenis I, p. 343 (1412) Doorman, Brouwerij, p. 82 (1398)Engels, Geschiedenis,  pp. 24 (1224), 25 (1414), 51 (1553), 62 (1427), 66 (1557), 67 (1547), 94 (Rep) Enklaar, Stukken, p. 309 (1562)Fruin, Informacie, pp. 402-414 (1514), 415 e.v. (id), 418 (id), 420 (id), 422 e.v. (id), 426 (id)Fruin, Oudste I, p. 148 (1547)Goes, Register I, pp. 37 (1525), 60 (1526), 709 (1543); IV, pp. 20 (1555), 30 (id), 74  (id); V, p. 93 (1557)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. IV-V, VIII, XIGosses, Stadsbezit, pp. 11 (1382), 18 (m.e.)Groot, Zweder, pp. 88 (1437), 93 (1456) Henne, Histoire II, p. 197(1517)Hermesdorf, Vancheyligen, p. 303 (1329-30)Jansma, Raad, p. 139(1437; 1456) Kemp, Abraham, Leven der D/oorluchtige Heeren van Arkel, Ende Jaar-Beschrijving der Stad Gorinchem, Heerlijkheyd, ende Lande van Arkel, onder desselfs Heeren, ook onder de Graven van Holland, tot den Jare 1500, Gorinchem 1656Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, deel 1 [A t/m H], blz. 1, 99Korteweg, Stadrecht, p. 58Kruisheer, Oorkonden, pp. 347 (1282), 370 (1290)Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 108 (1525), 124 (1526), 228 (1537), 240 (1539)Meyroos, Onze, pp. 13-14 (1515)Navorscher I, p. 234 (17e e); VIII, pp. 100 (1600), 299 (1599); XX blz. 21, 89 (1534); XLI, p. 315 (16e e)Nijhoff, Oud, pp. 35 (1428), 116 (1576), 126 (1585)Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 95 (1742), 185 e.v. (id)Rees, Geschiedenis I, p. 74 (1505)Schevichaven, Rijkstol, p. 33 (1803)Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 340 (1499), 455 (1497-98), 457 (1498-99), 474 (1499-1504)T.S. Zeeland I, p. 217 (16e e)Verhofstad, Regering, p. 79 (16e e)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 21, 29W.D.B.I.U.A. 1874, 25 april, p. 4Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)Zuylen, Inventaris I, pp. 28, 70, 182 (1509), 698, 722; II, pp. 830, 1120, 1213-1214

Gorredijk

Dorp in Friesland

algemeen

In 1800 behoort Lemmer tot één van de tien gemeenten binnen de 1e ring van het Departement van den Ouden Yssel. Er wonen 3988 personen verdeeld over 8 grondvergaderingen (Cortezwagen 1, Gorredijk 2, Lippenhuizen 2, Ter Wispel en Hemrich 1, Wijnjeterp 1, Duurswolde 1)  [Covens, blz. 130-131]

literatuur

W.D.B.I.U.A. 1874, 24 januari, p. 2

Gorsselgemeenteburgemeester-Mr.Allard Philip Reinier Carel, baron van der Borch van Verwolde. is van 1872-1887 burgemeester van Gorsselschout=In 1820 is J.J. de VuIler uit Zutphen schout van Gorssel en Dorth [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz.XXIX]oorlog =Na de inneming van Zutphen in 1572 door de Spanjaarden begint de tirannie zich ook uit te strekken tot Gorssel [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 244]=in 1796 is op de Gorsselse heide een groot kamp opgeslagen door Franse soldaten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 244]BRONNENliteratuurHoefer, Uittreksel, p. 275 (1476)Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. 9Wie is dat, blz. 66Wijnpersse, Statistiek, p. 381 (1854)

Gouderak

Fruin, Informacie, pp. 401-402 (1514)

Goudriaan

Dorp in Zuid-Holland

algemeen

heerlijkheid

=Cornelis van Assendelft (...- 1570) is heer van Assendelft en Goudriaan [Kobus/Rivecourt1.63]=in 1676 wordt hh den Koulster op een openbare verkoping aangekocht door Floris Karel van Beijeren, graaf van Warfusé en heer van Goudriaan [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 120]=In 1837 wordt mr. Dirk Arnold Willem van Tets heer van Goudriaan [Adel1925, blz. 218]

oorlog

in 1787 veel geleden door plunderende Pruissers [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 246]
BRONNENinternethttp://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTMliteratuurFruin, Informacie, pp. 567-568 (1515) Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 63Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 229 (1490)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 120

Goudswaard

heerlijkheid

mr. Jan van der Heim [1680-1753] is heer van Goudswaard [Roelants, Gulden, blz. 37]mr. Jan Hendrik van der Does is heer van G. [Roelants, Gulden, blz. 57, 62]
BRONNENliteratuur

Goutum

algemeen

In 1882 wordt Wiarda-State gesloopt [Oudsten, bl. 44]

Gouy en Ternois

Baelde, Domeingoederen, p. 225 (1551)

Grafhorst

Buurtschap in Overijssel bij IJsselmuiden

algemeen


BRONNENliteratuurDoorninck/Uitterdijk, Bijdragen, p. 261 (1407)T.S. Overijssel II, pp. 56 (17e e), 65 (id)

Graft

Chijs, Munten, blz. 51 (1216)

Fruin, Informacie, pp. 137-138(1514)

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 50 (1507)

Woude, Noorderkwartier, p. 688 (1747)

Gramsbergen

Dorp  in Overijssel ten noorden van Hardenberg.

algemeen

heerlijkheid

=in 1790 is Reinard Burchard Rutger, graaf van Rechteren, hoogschout der Stad en Majorie van Den Bosch [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 74]=in 1814 is Jacob Godefroy van Rechteren heer van Gramsbergen [Adel1925, blz. 171]

oorlog

=op 27 juni 1226 levert bisschop Otto II bij G. een veldslag tegen de Drentenaren en bracht hen een gevoelig verlies toe [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 250]=op 1521 wordt de sterkte bij G. bezet door de Geldersen; ze worden verdreven door Frederik van Twichelo; in 1522 opnieuw door de Geldersen bezet [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 250]=in 1593 boekt graaf Willem van Nassau de sterkte op de Spaanse Verdugo [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 250]=in mei 1673 wordt de Munsterse veldheer Ransdorf [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 250-251]=Rabenhaupt laat in april 1674 de sterkte springen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 251]
BRONNENliteratuurFormsma, Nieuwe, p. 124 (1585)Molhuysen, Gerrit, p. 75 (17e e)T.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 251 (1602), 272 (1611); IV, pp. 102(1402), 104 (Rep)W.D.B.I.U.A. 1873, 15 november, p. 3

Grathem

BRONNENliteratuurNuyens, Inventaris, p. 180 (19e e)GraveStad in Noord-Brabant in het land van CuijkalgemeenRond 1138 bouwt Herman van Cuijk een burcht in GraveDe naam Grave wordt in 1214 voor het eerst gebruikt.In 1233 krijgt Grave stadsrechten van de hertog van Brabant.in 1323 wordt de vesting door Otto, heer van Cuijk gegeven aan Jan III, hertog van Brabant [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 251]
bestuurbuitencollegesgedeputeerde Eerste Kamer=jhr mr. Pieter van Akerlaken [1792-1862]  is lid van 19 oktober 1847 t/m 13 februari 1849 namens Noord-Holland [Repertorium]
burgemeesterVerhorst is in de 18e eeuw burgemeester [Navorscher 1870, blz. 52]drossaartDiederik III wordt, na zijn vaders dood in 1221, de achtste heer van Brederode. Hij doet mee aan de derde kruistocht [1199-1203]. Daarna wordt hij aangesteld als drossaard van Holland [Leeuw 1883, blz. 19]
oorlog=in 1577 wordt Grave heroverd op de Spanjaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]=in 1602 weet prins Maurits na twee maanden beleg in te nemen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]=tot 1672 in handen van de Staten; in dat jaar in handen van Fransen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]=op 26 oktober 1674 worden de Fransen verjaagd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]=in 1794 vallen de Fransen Grave aan en nemen de stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]
BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, pp. 111-112 (1551)Becht, Statistische, pp. 115(1580), 140 (1588)Essink, OnderzoekFierst van Wijnandsbergen, Ron, Stedelijke sociale zorg in de eerste helft van de zestiende eeuw in Grave, Stichting Erfgoed Maaszicht Grave, 2019Haak, Plooierijen, p. 102 (17e e)Hendrikx, P., Geschied- en Aardrijkskundige beschrijving der stad Grave, deel 1, Grave 1845; deel 2, Grave 1846 [DDB]Kruisheer, Oorkonden, p. 373 (1290)Meester, Onderzoek, p. 62 (16e e)Navorscher V, p. 116 (1540); XII, p. 6 (1811); XVII, p. 58 (18e e); 1870, blz. 52Nijenhuis,  Bibliographie (Toevoegsel),  pp. 18-19 Taxandria VI, p. 56 (1572); VIII, pp. 90 e.v. (17e-19e e)Voorthuysen, Mercantilisme, p. 34Vries, Ontduiking, p. 351 (1725)W.D.B.I.U.A. 1873, 9 augustus, p. 3Wijnpersse, Statistiek, p. 380 (1854)Zuylen, Inventaris II, p. 1213

's-Graveland

Dorp in Noord-Holland

algemeen

heerlijkheid

Leonardus den Beer [1743-1806] is heer van Nieuwland, Korteland en 's-Graveland [Roelants, Gulden, blz. 157]

oorlog

in 1672-1673 lijdt 's-Graveland veel schade door de Franse troepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 252]
BRONNENliteratuurDiederiks, Collecteurs, p. 491Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)

's-Gravenambacht

heerlijkheid


-De in 1494 overleden Gerrit van Abbenbroek is in 1481 heer van Abbenbroek en 's-Gravenambacht. [Aa, Aard1, blz. 35]. Hij is van 22 mei 1482 t/m 5 juli 1494  raadsheer in het Hof van Holland, Zeeland en West-Friesland [Repertorium]

's-Gravenbrakel

Baelde, Domeingoederen, pp. 249-251 (1551)

's-GravendeelalgemeenIn 1680 wordt in 's Gravendeel familiegeld geheven.belastingenbieraccijnsnachtwakersgeldin 1713 wordt Krijn Ariense Leenheer aangeslagen in het nachtwakersgeld [Molema 118]ontvanger

In 1820 is W.C. Jorissen ontvanger te 's Gravendeel [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XVII]

bestuurbuurmeesterin 1653 is Willem Woutersz Vroman buurmeester [Molema 109]in 1663-1674 is Dirck Willemsen Vrooman buurmeester. Hij ontvanger van accijnzen. Hij ontvangt van de pachter van de bieraccijns en wjnaccijns Ari Isacks van der Stichel een half jaar accijns over april-september 1665 [Molema 147]in 1694, 1696, 1698, 1706, 1713 is Arie Woutersz Vroman buurmeester [Molema 139]Dirck Willemsz Vroman is buurmeester [Molema 146]schepenvan 1647 tot 1655 is Willem Woutersz. Vroman schepen [Molema 109]in 1656-1662 is Dirck Willemsz Vroman schepen [Molema 146]in 1669-1671 is Pieter Woutersz Vroman schepen [Molema 138]van 1672-1696 is Willem Woutersz,. Vroman schepen en president-schepen [Molema 120,138]van 1682-1709 is Arie Woutersz Vroman [Molema 339]Dirk Willemsz Vroman is in 1660 schepen en stedehouder[Molema 130, 147]Geeraert Willemsz Vroman is in 1716 schepen [Molema 125, 132-133]Cornelis Ewoutsz van der Giessen is schepen [Molema 123]Arijen Vroman is schepen [Molema 132]Jacob Ingens Vermaes is schepen [Molema 133]Jan Ariens Verdonck is schepen [Molema 139-140]schoutJacob van der Merck is schout [Molema 141]secretaris in 1696 is Willem de Voogt secretaris [Molema 121]BRONNENliteratuur1593 ‘s-Gravendeel 1993: uit de geschiedenis van het dorp aan de Kil, Stichting Jubileumboek ‘s-Gravendeel 1993Gravendeel, D.W., "Quohier van alle familien op den dorpe van 's Gravendeel ende Leerambt. van data den 6 maert 1680, in: Ons Voorgeslacht 1969, blz. 27Molema-Smitshoek, W.T., Fragmenten uit mijn kwartierstaat in 's-Gravendeel (deel 5). De familie Vroman, in: Ons Voorgeslacht  2023, blz.  105-158Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XVIIPot, P.J. e.a., 1593 's Gravendeel 1993 - Uit de geschiedenis van het dorp aan de Kil, 1993Slijkerman, K.J., De oudere generaties van het geslacht De Geus uit Puttershoek, in: Ons Voorgeslacht maart 2015, blz. 89-100Velsen, W. van, Bieraccijns ten behoeve van het onderwijs, in: 's-Gravendeel jrg 28, 2022/2W.D.B.I.U.A. 1874, 25 april, p. 3; 12 mei, p. 3; 23 mei, p. 2

's-Gravengoede

Zie Watervliet.

's-GravenhageOok Den Haag.algemeenin 1577 vestigen de Staten-Generaal zich in Den Haag [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]in 1747 dwingt het volk het bestuur tot het kiezen van een stadhouder [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]in 1795 vertrekt het vorstelijk gezin [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]op 30 november 1814 verschijnt Willem, prins van Oranje in de stad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]
belastingenalgemeen-Terwijl hertog Albert zich in Haarlem ophoudt, komen de gemagtigden der Kennemeren, West-Friesen en Waterlanders van alle kanten tot hem, om vergiffenis voor den opstand te verzoeken. Hij liet zich niet dan met veel moeite verbidden, doch de Kennemers moesten dadelijk 5000, het platte land van West-Friesland 6000, de stad Alkmaar 2600, Hoorn 1000, Edam 800, Monnickendam 400, Medemblik 300, Texel 1000 en Wieringen 200 gouden Andriesguldens opbrengen, hetgeen velen zoo bezwaarlijk viel, dat zij om hun aandeel te betalen, bed en bulster moesten verkoopen (Aa, BioI, blz. 141).Zoo ook werd de groote nieuwe zaal [Ridderzaal], voor het Hof in den Haag, uit den grond opgetimmerd, uit de gelden, welke de Waterlanders, als boete, wegens het weigeren van schatting in 1447 moesten opbrengen. de belasting heeft overigens tot 1456 geduurd. Toen werd men daarvan ontheven [Engels, Geschiedenis, blz. 17-18] in 1747 oproer vanwege xde heffing van belastingen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]
brandschatting=in 1489 tekent Gerrit van Abbenbroek met de Rotterdamse Hoeksen een overeenkomst wegens de brandschatting van Den Haag [Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 3; Kok1, blz. 129]   
directeur der rijksbelastingen-Jhr Onno van den Santheuvel [1799-1883] oud directeur der rijksbelastingen overlijdt in Den Haag [Leeuw1883, blz. 32]
duizendste penningIn het kohier van den duizendsten penning van 1654 voor 's-Gravenhage en omstreken, op het Rijks Archief berustend, wordt de Ridder Jakob Cats aangeslagen voor 300 gulden. Hij had dus verklaard in de Provincie Holland - de belasting was provinciaal - aan roerende en onroerende goederen ƒ 300,000 te bezitten. Volgens De Jonge van Ellemeet zou hij alleen aan obligatiën en rentebrieven ƒ 1,846,056 hebben nagelaten. Er had dus schijnbaar een bedrog op zoo groote schaal plaats gehad, dat zij wel schelmerij verdiende genoemd te worden. Maar de heer De Jonge heeft zich hier ten stelligste vergist, door te meenen, dat er sprake kon zijn van Ponden Vlaamsch, waarmee wel in Zeeland, maar niet in Holland gerekend werd. Cats heeft zelf twee jaren voor zijn dood, in 1658, het bedrag zijner obligatiën ‘opt comptoir van Hollant, het comptoir generale, op de Domeinen van Hollant’ en op bijzondere personen, berekend, als ƒ 303,600 beloopend; zoodat hij bij de aangifte voor de belasting eene ronde som genomen heeft, zooals veelal geschiedde, en waarmee de Commissarissen tevreden waren [W.J.A. Jonckbloet, Geschiedenis der Nederlandsche letterkunde, deel 4, blz. 30-31; DBNL].
klein zegelIn 1739 is Cornelis van Zanten ordinaris stads- en kleinzegeldrukker in Den H.aag [ANF1888, blz. 23]Thomas Treytelaer is controleur van het klein zegel [ANF1888, blz. 34]
ontvanger-In 1814 wordt Johannes Willem van Hasselt hoofdontvanger der belastingen in N-H (WP8.153)-N.J.M. Schelfhout is ontvanger der directe belastingen in Den Haag [Leeuw1883, blz. 80]
rekenmeesterJosua van Alveringen is rekenmeester [Kobus/Rivecourt1.33]
bestuur baljuw=Loef van Lanscroon is baljuw in Den Haag [Leeuw1883, blz. 30] =Lodewijk 't Seraerts is baljuw [Leeuw1883, blz. 30]=In september 1672 wordt Johan van Bankhem door prins Willem III benoemd tot baljuw van Den Haag. Op last van het Hof van =Holland wordt hij op 31 juli 1680 in hechtenis genomen wegens "menigvuldige begane misdrijven en vuile handelingen". Hij wordt verordeeld tot onthoofding. Hij gaat in beroep bij de Hoge Raad en overlijdt voordat de Raad uitspraak heeft gedaan [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 83; Verwoert Handwoordenboek I, blz. 34]=Arent van Hodenpijl is baljuw van Den Haag [Roelants, Gulden, blz. 84].=Frederik George Alsche is waarnemend baljuw in Den Haag [NNBW 1911, blz. 91]=Willem Gustaef Frederik Bentinck [1762-1835] was baljuw en schout van ‘s Gravenhage [NNBW 1911, blz. 303]

burgemeesterIn 1613 is Jacob Cornelisz van Wouw burgemeester van Den Haag. Op 21 mei 1613 verkopen Hubrecht Pieters en zijn kinderen uit De Lier voor f 24.000  aan Jacob een huis in De Lier met bijhuizen , schuren, bergen en boomgaard met 40 morgen, 1 hond, 70 roeden. waarvan 5 morgen en 2 hond zijn gelegen in Maasland [Ons Voorgeslacht 2018, nr. 706, blz. 40]Ewoud Jacobszn Brand is burgemeester en secretaris [Roelants, Gulden, blz. 91]mr. Samuel van Huls [1655-....] is burgemeester [Nav1870.53; Nav1870.590]mr. Jacob van der Houven is heer van Heeswijk en Dinther en burgemeester van Den Haag [Roelants, Gulden, blz. 334]In 1705 is Johan van Bijemont burgemeester [Leeuw1883, blz. 84]L.C.R. Copes van Cattenburch [1761-1842] is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 134]
pensionarismr. Jacob van der Houven [...-1698] is heer van Heeswijk en Dinther en pensionaris van Den Haag [Roelants, Gulden, blz. 334]
schepenJan van Bankhem is in 1672 schepen in Den Haag [Kobus/Rivecourt1.93; Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 83; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 34]mr. Samuel van Huls [1655-....] is burgemeester [Nav1870.53; Nav1870.590]
schout=Frederik George Alsche is van 2 april 1796-21 juli 1802 hoofdschout van Den Haag [NNBW 1911, blz. 91]=Willem Gustaef Frederik Bentinck [1762-1835] was baljuw en schout van ‘s Gravenhage [NNBW 1911, blz. 303]
secretaris
vroedschapSamuel van Huls WillemszneconomieIn 1667 is Dirck van Reenen hoofdman van het Sint Jozef- of timmermansgilde [Adel1925, blz. 173]

gemeente

burgemeester=Jhr mr. Gerlach Johan Herbert van der Heim [1761-1822] is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 68] 
postmeester=Adolf van Borrebach is in 1672 postmeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 71]
raadslid=in 1826 is W.J. Huijgens lid van de raad [Gosselin, blz. XII]=mr. Hendrik Jacob baron van der Heim [1824-1890] lid van de raad [Roelants, Gulden, blz. 66]=Petrus Johannes van der Burgh [1804-1883] is raadslid [Leeuw1883, blz. 87]
wethoudermr. Jacob Karel van de Kasteele [1780-1836] is wethouder [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 361]In 1907 is mr. Jean Gustave Stanislas Bevers wethouder van Den Haag [Wie48]
heerlijkheidDe heer van Brederode verlijdt Jan van der Duijn met de Hofstad [Kok, blz. 29]BRONNENliteratuurKok, Jacobus, Vaderlandsch Woordenboek, deel 13 [Dr-En] met kaarten, plaaten en pourtraitten, Johannes Allart, Amsterdam 1785, blz. 29oorlogin 1479 Hoekse en Kabeljauwse twisten in Den Haag [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]in 1489 door troepen van keizer Maximiliaan onder zware brandschatting gesteld [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]in 1528 door de Geldersen onder Maarten van Rossem een brandschatting opgelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]in 1672 door de Fransen bedreigd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]
rechtspraak
College van Crimineele en Civiele Justitie =Frederik George Alsche is na 1795 schepen van het College van Crimineele en Civiele Justitie in Den Haag [NNBW 1911, blz. 91]
gerechtshof=mr. Jan Jacob van Geuns is raadsheer in het Hof  [Leeuw1883, blz. 40]=Jacob Arnold Clignett [1757-1827] is in 1826 raadsheer in het Hooggerechtshof [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 127; Gosses, blz. VII]=Willem Theodorus von Baumhauer [1785-1849] wordt raadsheer [NNBW1911, blz. 256]
BRONNENliteratuurAllan, 's-GravenhageAndreae, Aanteekeningen, p. 244 (m.e.)ANF 1883, 4 september, p. 4 (1405 e.v.); 18 oktober, p. 5 (1742); 25 oktober, pp. 5-6 (id); 27 oktober, pp. 2-4 (id); 15 november, p. 5 (id); 22 november, p. 5 (id); 1 december, pp. 4-6 (id); 20 december, pp. 4-5 (id); 22 december, pp. 3-4 (id); 1884, 10 januari, pp. 5-6 (id); 12 januari, pp. 4-6 (id); 12 februari, p. 46 (id); 14 februari, pp. 5-6 (id); 3 april, p. 3 (18e e); 8 april, pp. 3-4 (id); 8 november, pp. 1-2 (id); 13 november, pp. 1-4 (id); 1889, p. 31 (1696-X 1808)Bosch, Bestuur (16e-18e e)Dillen, Leiden, p. 44 (1625-30)Doorninck, Geldersche, p. 132 (1528)Engels, Geschiedenis, pp. 44 (1325), 51 (1553), 66 (1557), 67 (1546), 77 (1576), 124 (1792), 139 (Rep), 143(1791)Enklaar, Ministerialiteit, p. 476 (1376)Fruin, Informacie, pp. 78 [1514], 339-346 (1514)Fruin, Oudste I, p. 148 (1546)Gelder, Kohier (1674)Goes, Register IV, pp. 31 (1555), 35 (id), 74 (id), 76 (id), 106-109 (id), 139 (id), 177 (id); V, pp. 68 (1557), 93 (id), 95 (id), 110 e.v. (id), 174 e.v. (id)Gosses, Welgeborenen, pp. 46 (1340), 186 (id)Groenendijk, H., De tolpenningen voor de weg van Den Haag naar Scheveningen, in: Die Haghe jaarboek 2022Henne, Histoire IV, p. 21 (1524)Iterson, Confiscatie, p. 28 (1407)Japikse, Bespr. Gelder (1674)Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 33Kruisheer, Oorkonden, p. 378 (1291)Leeuw 1863, nr. 1, blz; 30, 40Meerkamp van Embden, Goudsche, p. 1456 (1528)Meyroos, Onze, p. 8 (1325; 1484)Moll, Honderd (1813)Navorscher 1870, blz. 53, 590Navorscher VI, p. 333 (1756); VIII, p. 277 (18e e); XXI, p.360 (1538)Nierop, Honderd, p. 13 (19e e)Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 95 e.v. (1742), 193 e.v. (id)Pabon, Hofboeken (1458-61)Riemer, de, Beschrijving van 's-Gravenhage, 1780Smit, Bespr. PabonSmidt/Rompaey, Chronologische III, p. 62 (1532) Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 407 (1471-72) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p.223 (1519)T.S. Zeeland I, p. 217 (16e e)Toll, Gedrukte, p. 45 (1570-72)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 3, 71, 127, 134W.D.B.I.U.A. 1872, 9 november, p. 2Wie is dat, blz. 48 Wijnpersse, Statistiek, pp. 382 (1854), 395 (1853)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 153

's-Gravenmoer

Een gemeente in de provincie Noord-Brabant

algemeen

veel geleden door oorlogen en wateroverlast in 1701-1707, 1746, 1794 en 1830 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 254]

heerlijkheid

De heerlijkheid wordt verheergewaad  met een zeel winden, d.i. twee hazewindhonden [Leeuw1883, blz. 44]Dirk van der Merwede  1432zijn geëchte dochter Odilie draagt in 1461 over aan Bartholomeus Pertant 1461Bartholomeus geeft over aan Philips van Spangen 1471Cornelis van Bruhese 1479Hendrik van Bruhese 1503dochter jkvr Agatha van Bruhese 1539zoon Nicolaas van Assendelft 1563jkhr Adam van der Duyn 4 augustus 1602 [Kok13, blz. 33]jkhr Nicolaas van der Duyn 26 augustus 1630 is heer van Rijswijk, 's Gravenmoer, de Meij en den Burg [Kok13, blz 34]jkhr Adam Nicolaasz van der Duijn (...-1693) is heer van 's-Gravenmoer 29 augustus 1650 [Kobus, blz. 472;Kok13, blz. 35; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 173-174]Nicolaas van der Duyn 2 juli 1694  Nicolaas Adamsz van der Duyn [.....-mei 1728] heer van 's-Gravenmoer [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 174]Adam Adriaan van der Duyn is vrijheer van 's Gravenmoer [Kok13, blz. 36; Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 173]Pieter Adriaan Gousset procureur voor het College van Gecommitteerde Raden door het Hof van Holland gemachtigd om de hh te verkopen en daarna beleend zoon Arnold Joost van der Duijn tevens heer van Maasdam 12 maart 1754 [Kobus, blz. 472; Verwoert Handwoordenboek I, blz. 174]  zoon jkhr Adam Francois van der Duyn 10 maart 1785broer jkhr Willem van der Duyn [Leeuw1883, blz. 45
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 530-531 (1514) Kobus/de Rivecourt, Biographisch, blz. 472Smidt/Strubbe,   Chronologische  I,  p.  403 (1468-69)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 173-174

's-Gravenpolder

heerlijkheid

=In 1786 is mr. Aernout Willem van Citters raad en secretaris en heer van 's-Gravenpolder [Chalmot1, blz. IV]=Jhr mr. Frans Reinier Radermacher [1765-1816] is heer van 's-Gravenpolder en schepen en raad van Vlissingen [Adel1925, blz. 164; Epen, Geslacht, blz. 35-36]
BRONNENliteratuurNip, Bengaert, p. 65 (15e e)

's-Gravenvoeren

Maasgouw 1879-1881, p. 486 (17e e)

's-Gravensloot

Ook 's-Gravesloot

bestuur

burgemeesterCornelis Jan Bredius [1804-1873] i burgemeester van Waarder, Barwoutswaarder, Rietveld, Kamerik, Zegveld, 's-Gravesloot en Woerden [Roelants, Gulden, blz. 115]

heerlijkheid

Abraham Ormea is heer van  's Gravensloot en Batesteyn [Nav1870]in 1841 is mr. Albert Coenen heer van 's Gravensloot [Adel1925, blz. 43]in 1841 is Jan Francois Leonard Coenen heer van 's Gravensloot [Adel1925, blz. 43]
BRONNENliteratuurNavorscher 1870, blz. 539

's-Gravenzande

bestuur

=Willem Bogaert, zoon van Andries Bogaert, is burgemeester. =Zijn zoon Cornelis Willemsz Bogaaert is in 1655 burgemeester [Leeuw 1883, blz. 21]

gemeente

In 1842 is J. de Fremery burgemeester van 's-Gravenzande [Berg, Proeve, blz. X]
BRONNENliteratuurANF 1889, p. 32 (1778-1805) Andreae, Recht, p. 437 (1319) Bergh, Handboek, blz. 29 (1200)Chijs, Munten, blz. 51 (1200)Fruin, Informacie, pp. 348-350 (1514)Gosses, Vorming, p. 294 (1238) Gosses, Welgeborenen, p. 44 (m.e.) Kobus/de Rivecourt, Biographisch [A-H], blz. 163Lodewijk van den Binkhorst was ambachtsheer van 's-GravenzandeKruisheer,  Oorkonden,  pp.  5 (1404),  268 (1239), 320 (1272), 403 (1297) Navorscher XX, p. 86 (1526) W.D.B.I.U.A.  1872, 28 september, p. 3; 2 november, p. 2

's-Gravesloot

Rootselaar, Rekening, p. 32 (1585-86)

Grevelingen

Baelde, Domeingoederen, p. 181 (1551)

Baelde, Financiële, p. 28 (1534)

Blok, Financiën, p. 56 (1449)

Henne, Histoire III, p. 289 (1523)

Lanz, Correspondenz I, pp. 206 (1526), 208 (id) 

Lemmink, Staten, p. 121 (15e e)

Rees, Geschiedenis I, p. 51 (15e e)

Rogghé, Italianen, p. 222

Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 60 (1532)

Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 195 (1481), 255 (1492), 307 (1496), 352 (1500), 441 (1493-94), 447 (1486-96)

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 23(1505)

Grevenbroich

algemeen

bestuur

schoutHenrick Gevers is schout van Grevenbroich [Adel1925, blz. 73]BRONNENliteratuur

Grebbe

Stad in de Wieringerwaard


BRONNENliteratuurNavorscher 1852, blz. 241-243

Grevenmacher

algemeen

=in 1826 bestaat het plattelandskwartier Grevenmacher uit 24 plattelandsgemeenten waar 24.430 mensen wonen [Gosselin, blz. L].
BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 126 (1551)Engels, Geschiedenis, blz. 12 (m.e.)(bij tienden) Ook van twintigstens en negendens wordt wel hier en daar melding gemaakt; zoo moesten de burgers van Grevenmacheren den Graaf van Luxemburg de 9de schoof van hun koorn en den 9den korf van hunne wijngaarden overlaten [blz. 12]Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. L

Grez-Doiceau

Baelde, Domeingoederen, pp. 105-107

Griend

Een zandplaat tussen Harlingen en Vlieland.

algemeen

Door den Oudsten genoemd "het weggewandelde overblijfsel van wat eens een ommuurd stadje was met een haven, een kloosterschool en zelfs scheepswerven". In de kerstnacht van 1287 wordt het door de zee verzwolgen". Tot in het begin van de 19e eeuw wonen er een paar boeren [Oudsten, blz. 27]

literatuur

Oudsten, Bas den, Friesland. It bêste Lân fan d'Ierde, Haren 1972

Grijn

Bergh, Handboek, blz. 25, 33


Grijpskerke

Dorp in Friesland

algemeen

gemeente

In 1800 behoort de gemeente Grijpskerk  tot één van de elf gemeenten binnen de 4e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 2127 personen verdeeld over 5 grondvergaderingen (Visvliet en Pieterzijl 1; de drie Waarden en Kommerzijl 1, Lutkegast 1, Grijpskerk en Westerhorn 1, Niezijl 1) [Covens, blz. 125]

heerlijkheid

in 1683 is Jacob van Grijpskerke heer van Grijpskerke [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 264]In 1832 is mr. Marinus Cornelis Paspoort [Adel1925, blz. 152]
BRONNENliteratuurTelders, Niet, p. 194(1838) W.D.B.I.U.A. 1873, 1 februari, p. 3Wijnpersse, Statistiek, p. 284 (1854)

Grijsoord

bestuur

Philip van Steelant [1625-1668] is heer van Grijsoord en drossaard van Buren [Nav1870; Kok1, blz. 85]
BRONNENliteratuurBRONNENliteratuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 85Navorscher 1870, blz. 376Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 469 (1502)Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 17 (1505), 54 (1507)
GrimarsumheerlijkheidFolkmar Beninga is heer van Grimarsum, Doornum en ArralBRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 267-268
GrimbergenalgemeenbelastingenEngelbert van Oyenbrugge is ontvanger in Grimbergen. Zoon René van Oyenbrugge is er drost

heerlijkheid

Leo van Aa is heer van Grimberge, Pollaer, Buggenhout, Baasrode. Zoon van Walter van Brussel, heer van Aa  [Enckels, Landwijk, blz. 83]

Hendrik van Nassau, Vianden, Dietz en Catzenellebogen is heer van Breda , Grimbergen enz [WP8.277]BRONNENliteratuurEnckels, Raymond, Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk van de 14de tot de 18de eeuw, in: Het Oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jaargang XI-1956, blz. 79-90Meijers, Landrecht(1275)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 277 (WP)
GroedeBRONNENliteratuurFruin, Informacie, blz. 42-44 (1514)Gosses, Welgeborenen, p. 113 (1445-50)W.D.B.I.U.A. 1873, 20 september, p. 3

Groeneveld

Buurtschap en heerlijkheid. 

algemeen

heerlijkheid

=In 1228 wordt Arent van Wassenaar  verlijd voor zijn erfdeel met 75 morgen land in Delfland. Hij is een zoon van de burggraaf van Leiden Dirck van Wassenaer en Barta van Teylingen. Om daar te kunnen wonen laat hij ten westen van het dorp 't Woudt midden in de weilanden een ridderhofstad bouwen en noemt zich vanaf dat moment heer van Groeneveld  [Leeuw1883, blz. 11].=Het geslacht sterft uit in 1616met Arent van Groenevelt [Leeuw1883, blz. 11]
BRONNENliteratuurLeeuw 1883, blz. 11.

Groenewegen

Kasteel bij Naaldwijk

algemeen

in 1420 in de oorlog van Jacoba van Beieren in de as gelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 256]

Groenewoude

algemeen

heerlijkheid

In 1842 is Hendrik Daniël Hooft ambachtsheer van Woudenberg en heer van Geerestein en Groenewoude [Adel1925, blz. 102]
BRONNENliteratuur

Groenlo

Stadje in Gelderland. Ook Grol

algemeen

Reinoud II bouwt muren om de stad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]in 1550 brengt Karel V de wallen en grachten aan [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]

bestuur

burgemeesterAugust Robbert van Heeckeren is burgemeester van Groenlo (WP8.192)Jacob Derk Carel van Heeckeren is burgemeester van Groenlo (WP8.192)Evert Christiaan Carel Willem van Heeckeren [1744-1816] is  burgemeester van Groenlo en Lochem [WP8.193]secretarisHendrik Gabriël van der Kraan is secretaris [Leeuw1883, blz. 24

oorlog

in 1595 vruchteloos belegerd door prins Maurits [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]op 27 september 1597 neemt prins Maurits de stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]in 1606 verovert Spinola de stad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]in 1627 belegert prins Frederik Hendrik de stad en neemt deze in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]in 1672 neemt de bisschop van Munster de stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 257]
BRONNENinternetkrantenliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 154 (12e e)Bachiene, Vaderlandsche, blz. 341Bannier, Landgrenzen I, p. 246 (1236)Doorman, Brouwerij, pp. 73 (1236), 83 (1407)G.S. Gelderland, Kort, p. 44 (1273-1626)Navorscher IV, p. 278 (1527-28)W.D.B.I.U.A. 1874, 14 maart, p. 3; 4 juli, p. 2; 11 juli, p. 2
Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 193

Groenwoude

Ook Groenswoude en Groenewoude

heerlijkheid

=Bertrand van Eck wordt na het overlijden van zijn vader Gerard van Eck op 23 mei 1635  met Groenwoude [Kok13, blz. 82]=Op 28 februari 1643 wordt de weduwe van Dirk van Eck, Maria Hondeling, door opdracht van Willem Taats van Amerongen beleend met de ridderhofstad Groenwoude, ook Woudenburg genoemd [Kok13, blz. 81].=Gerard van Eck, zoon van Dirk en kanunnik van de St. Pieterskerk te Utrecht, wordt door moeder op 28 februari 1643 beleend met Groenwoude, ook Woudenburg [Kok13, blz. 82]

BRONNENliteratuurEngels, Geschiedenis, p. 36 (1384-85)Gosses, Welgeborenen, p. 186 (1385)

Groesbeek

algemeen

belastingen

verpondingEr is een verpondingskohier van de heerlijkheid Groesbeek uit 1649

heerlijkheid

.....heer van Groesbeek was lid van de Grote Raad van Mechelen 
BRONNENinternetHeemkundekring Groesbeek http://www.heemkundekringgroesbeek.nl/http://members.chello.nl/~g.vbenthem/VerpondingGroesbeek1649.htm [verpondingskohier 1649]literatuurAndreae, Recht, p. 438 (m.e.)Kosters, Oude, p. 42 (1040)Schevichaven, Organisatie, pp. 3 (1547), 44 e.v. (14e-17e e), 49 (1567)Schevichaven, Rijk, pp. 51 (1397), 63 (1422), 74 (1642)Schevichaven, Vraagstukken, p. 84 (1369)W.D.B.I.U.A. 1872, 7 december, p. 3; 1874, 20 juni, p. 2overige bronnenStamboomgids

Groessen

Ook Gruosne (897)

algemeen

Voor 1350 Kleefs gebied

In 1406 wordt de Liemers door Reinoud IV van Gelre aan het graafschap Kleef verpand. 

Op 26 januari 1584 dijkdoorbraak in Leuven. 

Rond 10 maart 1744 wateroverlast door breuk in de Kanaaldijk

In 1744 veeziekte

Op 19 december 1753 dijkdoorbraak bij Leuven

In februari 1757 dijkdoorbraak bij Leuven. 

In 1758 zorgen Franse troepen voor overlast. Brood, graan, meel, stro, hooi worden geëist. Er dreigt hongersnood bij de bevolking. 

In 1783 overlijden aan dysenterie vijf Groessenaren. 

In 1795 overlijden weer vijf mensen aan dysenterie. 

In 1803 is er een uitbraak van roodvonk.

In 1805 overlijden 29 mensen aan typhus. 

In 1807 is er een pokkenepidemieLiemers weer Pruisisch gebied. 

economie

Tot 1801 geldt voor Groessen molendwang. Groessenaren moeten van de Zevenaarse buitenmolen gebruik maken

financiën

Er is een rekening van een rentmeester uit 1340

godsdienst

kerkelijk bezit

Graaf Rodgar schenkt  op 23 maart 838 aan de St. Maartenskerk te Trecht verschillende goederen in de gouw Leomeriche en elders, en ontvangt andere goederen van de kerk in Groessen en elders levenslang in gebruik tegen betaling van cijns [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 63, blz. 69]. 

literatuur

websites

Buckhorster Tijnden in de Lijmersch in die kerspelen van Groessen, Sevenster und Duiven, http://www.geneaknowhow.net/script/dewit/liemers-buckhorster-tiendrol-1476.htm

Groet

Fruin, Informacie, pp. 42-44 (1514)

Grol

Zie Groenlo

Groll

Hoefer, Uittreksel, p. 274 (1476)


GroningenStad in de provincie Groningen. Ook Gruningen, GrunoalgemeenHet vermoeden bestaat dat ter hoogte van Oostersingel 34 en 61-63 in het Neolithicum sprake is geweest van een trechterbekernederzetting [Stadse Fratsen 3; Stadse Fratsen 6]Op het terrein van het Europapark zijn vuurstenen gevonden, die met werktuigen een bewerking hebben ondergaan. En vondsten uit de trechterbekercultuur. Ze zijn afkomstig uit het mesolithicum en neolithicum [Stadse Fratsen 36].de stad is in 1110 tijdens Hendrik IV al ommuurd met gebakken stenen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]In 1219 en 1277 watervloeden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1373 en 1395 watervloeden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1500 strijd van de Groningers tegen Albert van Saksen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1509 en 1570 watervloeden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in de 16e eeuw vele jaren met Friesland en Drenthe onder een stadhouder [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]de Munsterse bisschop Barend van Galen en die van Keulen maakten zich op 19 juli  1672 meester van het platteland; op 28 augustus  1672 moeten ze het beleg van de stad opbreken en worden ze verjaagd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1686 watervloed [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1717 watervloed [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]De stad heeft in 1790 acht poorten [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 163]in 1795 wordt het gewest vergroot en bezet door de Fransen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]in 1798 genaamd Departement van de Eems [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]In 1800 behoort Groningen tot één van de vijf gemeenten binnen de 5e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 23770 personen verdeeld over 48 grondvergaderingen  [Covens, blz. 126]in 1807 worden de grensen uitgebreid=in 1826 is Groningen de hoofdplaats van de provincie Groningen. De provincie bestaat uit één stad en 59 plattelandsgemeenten. In de stad wonen 28.851 inwoners. In de 59 gemeenten wonen 118.139 inwoners. Daartoe behoren de inwoners van de niet genoemde steden Delfzijl en Appingedam [Gosselin, blz. XLVIII].belastingenalgemeen=Toen er in het jaar 1600 hevige twisten ontstaan waren tussen de Staten Generaal en de stad Groningen, over de voldoening en invordering der algemene belastingen, was Alting een der voornaamsten, die zich tegen de handelwijze van de Staten Generaal en van den Raad van State verzetten, welke de stad met een talrijke krijgsbezetting drukte. Als echter de Afgevaardigden uit de Raad van State, naar Groningen gezonden, om de stad te dwingen tot het nakomen der bevelen van de Staten Generaal, zagen, dat niettegenstaande de dwangmiddelen welke zij gebruikten, de gemoederen van regering en burgerij even stijf en onbuigzaam bleven en het houden van een zware bezetting aldaar de Staat te lastig viel, sloegen zij voor een kasteel te bouwen, ter bedwinging van de burgerij en om de ijverigsten uit de regering te lichten, teneinde de overigen gedweeër te maken (Aa, Bio I, blz. 218-219)=Stad en Lande schreef in 1795 een zware heffing uit ten laste der domeinen, in bezit bij ieder der leden van Staat, Stad en Ommelanden afzonderlijk. Stad en Lande hief een 25en penning zonder rentebetaling over de bezittingen der Gereformeerde kerken, en nog eens daarop een 4den penning tegen rente van de goederen van alle kerken en kerkelijke stichtingen zonder onderscheid [Sickenga, blz. 11]ambtenarencollecteurIn 1820 is S.J. van Coevorden gekwalificeerd collecteur te Groningen [Nieuwenhus, Algemeen, A-B, blz. XI.  controleur=Charles Gustave de Chateleux is eerste controleur der indirecte belastingen te Groningen [Elema, Korte, blz. 44]=Zoon Engelbertus Bernardus Josephus Moïse de Chateleux is in 183.. belastingcontroleur in Groningen [Elema, Korte, blz. 44]burgerrecht=J. Attama kocht in 1659 het kleinburgerrecht van Groningen [NNBW 1911, blz. 192] Rijks schatkist=In 1839 is M. Busch administrateur van 's Rijks schatkist in Groningen (Aa, Aard 1, blz. XX)bestuuradvocaat-fiscaalThomas Alting [1665-1731] was advocaat-fiscaal [NNBW 1911, blz. 100] algemeenhet bestuur van de stad berust bij  de burgemeesters en de raad; zij spreken ook recht. Er zijn 4 burgemeesters en 12 raden; ze zijn 2 jaar in functie. Ieder jaar treedt de helft af, vóór het Reglement op 8 februari, daarna op 8 januari. Op die dag kiezen T en GG 8 nieuwe raden. De dag daarop verkiezen vijf van de acht raden uit hun midden 2 burgemeesters. De vijf worden bij loting aangewezen en heten keurheren of boonheren. Vijf zwarte bonen en max 3 witte worden in een hoed. Tussentijdse vacatures worden aangevuld door de zittende raad [Hildebrand, Reglement., blz. 7]Adviserend organen zijn de Oud-Raad, betrokken bij de agenda van de Landdagen en het college van Taalmannen en Gezworen Gemeente, die vanaf de inwerkingtreding van het Reglement Reformatoir in alle niet-jurisdictiekwesties verplicht om advies moesten worden gevraagd, ook in Landdagkwesties [Hildebrand, Reglement, blz. 6]. Het college bestaat uit 24 leden. Ze zijn 2 jaar in functie. Elk jaar treedt de helft af op 15 februari, later 15 januari. Op die dag worden bij loting 5 keurheren aangewezen [Hildebrand, Reglement., blz. 7]. Op 10 september 1633 ordonneerden Burgemeesters en Raad dat het college van T en GG niet zonder hun toestemming zonder hen mocht vergaderen [Hildebrand, Reglement., blz. 10]In 1749 benoemt de stadhouder  4 burgemeesters en 12 raadsheren [Hildebrand, Reglement., blz. 50]In 1749 verandert er nauwelijks iets binnen de groep van T en GG. In ieder geval wordt er geen rol ingeruimd voor de middenstand. Op 30 januari 1749 had ieder de functie neergelegd, maar ze blijven op verzoek van de stadhouder in functie tot 28 november 1749. [Hildebrand, Reglement., blz. 50]
burgemeester =In 1099 is Geert Lewe burgemeester [Adel1925, blz. 122]=In 1353 is Ditmar Rengers burgemeester [Adel1925, blz. 174]=Rudolph Batting [1542-1622] is burgemeester [Kobus/Rivecourt1.105]=Frederik Coenders van Helpen [1541-1616] is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz 129]=Reijnt Alberda [...-1589] is in 1567, 1577 en in 1580-1582 burgemeester [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 350] =Joachim Alting [1556-1625] is na 1594 burgemeester [NNBW 1911, blz. 97]=Coert Coenders is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz 129]=Egbert Alberda [1566-1604] is in 1594 burgemeester [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 350] =Adolphus Louwens is burgemeester van Groningen [NNBW 1911, blz. 12]=Menso Alting [1636-1713] is burgemeester van Groningen van 1686-1713 [Kobus/Rivecourt1.33; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 13; Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 473; NNBW 1911, blz. 100=in 1724 is H. van Sijsen burgemeester [Hildebrand, Reglement., blz. 8] S.L. Gockinga [Hildebrand, Reglement., blz. 13] en J. de Drews [Hildebrand, Reglement., blz. 14]=Antoon Adriaan van Iddekingen [1711-1789] was burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 338]=in 1739 wordt Pieter Rembt van Iddekingen [1683-1758] burgemeester. Hij is in 1748 lid van de Oud Raad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 338; [Hildebrand, Reglement., blz. 58]=in 1748 is Joannes Geertsema burgemeester; huis en have worden tijdens een opstand geplunderd Hij wordt in 1749 ontslagen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222; Hildebrand, Reglement, blz. 45]= in 1749 is ook burgemeester H. Wijchel [Hildebrand, Reglement, blz. 45] =in 1753 is H. van Sijsen burgemeester [Hildebrand, Reglement., blz. 63]-in 1760 is A.A. van Iddekinge burgemeester [Hildebrand, Reglement., blz. 66]=in 1777 zijn burgemeester Anth. Adriaan van Iddekinge, Hendrik van Sijsen en Cornelis Tjassens [Kok1, blz. 162]gecommitteerde in de admiraliteit van Harlingen=Bernhard Alting wordt in 1655 gecommitteerde in de admiraliteit van Harlingen [NNBW 1911, blz. 93]gezworenein 1750-1754 is J. Wichers gezworene [Hildebrand, Reglement., blz. 54]In 1786 is mr J.A. ten Berge gezworene [Chalmot1, blz. III]In 1786 is Henricus Sparringa gezworene [Chalmot1, blz. VII]hoofdmanSicko Beninga is in 1504 hoofdman in Groningen [Chalmot2,267; Kobus/Rvecourt1.126; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 43]Rudolph Batting [1542-1622] is burgemeester [Kobus/Rivecourt1.105]pensionarisPancras van Castricum is pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 120]raden=Bernhard Alting wordt in 1653  raad van Groningen  [NNBW 1911, blz. 93]=Menso Alting [1617-1678] is van 1654 tot 1678 raadsheer in Groningen [NNBW 1911, blz. 100]=in 1749 zijn er de volgende raden: A Conring, N. Robers, C.H. Tjaden, L. Wichers, W. Hammink en J. Arnoldi. Nieuw benoemd wordenJ. de Valcke, J.W. Folckers [tevens tot Meesterknaap], J. Woldring en J. Sichterman:[Hildebrand, Reglement, blz. 45]=Benoemd zijn de raden Abraham Gerlachius 1762, Fikko Berghuijs 1763, Joseph Gockinga 1763, Wolth. Rein. de sitter 1764, Jacob Cranssen 1764, Hindrik van Sijsen 1764, Laurens Adriaan Trip 1765 [Hildebrand, Reglement., blz. 66] secretaris=Egbertus Alting [518-1596] is secretaris van Groningen [NNBW 1911, blz. 94]=in 1749 is H. van Gesseler secretaris van de stad [Hildebrand, Reglement, blz. 46]=Gelmer Canther is secretaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 115]=in 1826 is mr. R Lohman secretaris van de stad Groningen [Gosselin, blz. XIV].syndicusReyner Bogerman [,...-1556>] is in 1531 en 1536 syndicus van Groningen  [NNBW 1911, blz. 394]taalmanin 1724 is A. Reichle taalman [Hildebrand, Reglement., blz. 9], G. de Sijgers ter Borgh en J. Dronrijp [Hildebrand, Reglement., blz. 13]buurmandeBuiten de stadsmuren zijn in de late middeleeuwen gemeenschappelijke gronden gelegen, de buurmande. De buurmande aan de noordzijde van de stad wordt aan het einde van de middeleeuwen gebruikt als vuilstort. Het vuil wordt gedumpt in diepe, uitgegraven gaten. In de 16e eeuw wordt het terrein in gebruik genomen voor bewoning. In de 17e eeuw komt het terrein binnen de stadswallen te liggen, met ruimte voor tuinen en ambachtelijke activiteiten. In de 19e eeuw verrijzen er arbeidershuisjes op die plek [Stadse Fratsen 35]economieberoepen/bedrijvenIn 1594 is Jan Jansen zeepzieder [Adel1925, blz. 164]stapelrechter  zijn gedurig twisten met de Ommelanden over het stapelrecht [Hildebrand, Reglement., blz. 26]financiënOp 10 april 1724 vergaderen Burgemeesters en Raad met de Taalmannnen en Gezworenen om de rekening van de Stadsrentmeester in te nemen [Hildebrand, Reglement., blz. 9]geestelijkheidOpgaaf van inkomsten van de abdij in Werden uit land in Drenthe en bij Groningen in de periode 950-1050 [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 117, blz. 118].gemeenteJhr mr. Willem Carel Antoon Alberda van Ekenstein is lid van de gemeenteraad [Wie is dat, blz. 15]heerlijkheidMeinard van Ham is heer van Groningen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 276]oorlog=Terwijl de voorhoede der Staatsen in het gezicht kwam, trokken, met toestemming der stadsregering, de Spaanse troepen de voorstad Schuitendiep binnen. En daarmee was de zaak beslist, en de toeleg der stadhouders verijdeld. Zes dagen lang lag het leger zo goed als werkeloos voor de stad, in afwachting van wat er nog gebeuren kon. Toen kwam eindelijk de krijgsraad tot een besluit: hij gaf de belegering van Groningen voor het ogenblik op [Fruin, Tien, blz. 103]=De hele zomer van 1593 hadden Verdugo en Willem Lodewijk in de Ommelanden elkaar bevochten. Insluiting van de stad dreigde [Fruin, Tien, blz. 143]=in mei 1594 verschenen Maurits en Willem Lodewijk voor de stad. Ernst van Ooostenrijk en Fuentes zou de stad te hulp komen, maar Ernst kon geen voldoende leger op de been brengen. Na een lang beleg komt de stad op 24 juli 1594 in Staatse handen [Fruin, Tien, blz. 148-150]rechtspraak=de burgemeesters en raden spreken recht in civiele en strafzaken. Ook kan bij hen beroep worden ingesteld tegen vonnissen van stedelijke colleges [kluftheren, wijkmeesters, commissarissen van kleine zaken, vonnissen over gild- water- en stapelrecht] en tegen vonnissen in civiele zaken van rechters in het Oldambt, Gorecht en Sappemeer [Hildebrand, Reglement., blz. 28]. De fiscaal is de stadsadvocaat die in strafzaken de eis formuleert in de zitting van burgemeesters en raden [Hildebrand, Reglement., blz. 25]=in 1748 zijn er veel klachten over het feit dat van vonnissen door de stadsregering niet kan worden geappelleerd [Hildebrand, Reglement, blz. 3=In 1786 is H. Gockinga giltrechtsheer in G. [Chalmot1, blz. V]BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 218-219ANF 1883, 2 oktober, p. 5 (19e e); 1884, 9 februari, p. 2 (16e e)Bannier, Landgrenzen I, pp. 43 (1489), 44-45 (1482)Becht, Statistische, pp. 62 (1645), 142 (1596), 199 (17e e)Blink, Geschiedenis I, p. 201 (1251)Blok, Geschiedenis I, p. 515 (1499)Blok, Rekeningen (16e e)Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 267-268 Chijs, Munten, blz. 16 (m.e.), 18 (id)Elema, Petronella J.C., Het korte leven van Ulbentje Hekkema (1696-1722), in: Gens Nostra 2024/1, blz. 40-45Engelsman, Ontstaan, p. 64 (1813)Faber, Drie I, p. 290 (17e e)Feith, H.O., Register van het Archief van Groningen, 2e vervolg, Groningen 1877Formsma, Ommelander (1536-99)Formsma, Wording (1536)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XIV, XLVIIIGosses, Bisschop, p. 171 (14e e)Helpen, Kort, p. 231 (1505)Henne, Histoire II, p. 142(1514)Kobus, J.C. /jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 33, 105, 126]Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 162Navorscher VI, pp. 187 (1619), 388 (1854); XI, p. 122 (18e e); XIX, p. 561 (1869); XL, p. 195 (16e e); XLV, pp. 24 (1290), 131 (1618); XLVIII, p. 696 (18e e)=Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XIRacer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 185, 321 (1457)Sickenga, Omwenteling, blz. 11 [1795]Stratingh, Geschil (15e-17e e)Stratingh, Inkomsten (1563-64)Stratingh, Precarie (14e e)T.S. Zeeland I,p. 217 (16e e)Telders, Niet, pp. 196 (19e e), 207 (1876)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 13, 120, 129-130W.D.B.I.U.A. 1874, 28 februari, p. 3Wie is dat, blz. 15Wijnpersse, Statistiek, pp. 384 (1854), 395 (1853)archievenArchieven.nl, Archeologische rapporten ondergrond Gemeente Groningen (Documentatie ondergronds)

Groningen 

De provincie. Ook Stad en Lande of Groningen en Ommelanden

algemeen

=langere tijd viel onder de benaming Friesland ook Groningen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 121]=de Ommelanden bestaan uit drie kwartieren Hunsingo, Fivelingo en het Westerkwartier  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 259;  Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 141]=ten tijde van Ubbo Emmius waren er 160 dorpen sommige met terpen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 125]=de provincie omvat Goorecht, de Oldambten, Wedde en Westwoldingerland, =tussen de stad en de Ommelanden zijn regelmatig twisten gewees; in 1472 wordt een 10 jarige vrede gesloten en afgesproken elkaar hulp te bieden; in 1482 wordt dit verbond voor 40 jaar verlengd en nadien nogmaals  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 141]=In 1577 ontstaat toch weer ruzie door toedoen van gouverneur George van Lalaing, graaf van Rennenberg 

belastingen

algemeenvrijdom= de bewoners ten oosten van de Lauwers werden Overlauwerse Friezen genoemd. Vrijheidlievende lieden met eigen potestaten vanaf Karel de Grote, leenroerig aan het rijk. Ze erkennen alleen de macht van de keizer en zijn niet aan schattingen onderhevig [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 130]hervorming=op de Landdag van 3 juni 1747 wordt een rapport uitgebracht door een commissie die de opdracht had nieuwe bronnen van inkomsten voor het gewest voor te stellen. Het rapport beschrijft dat "de Sugtende Ingeseetenen onder den Last  der Oude Schattingen bijna beswijken en Ued. Mog tot hunner soulaas nog dit Jaar een gedeelte derselver hebben nodig gevonden te relacheren" [Hildebrand, Reglement, blz. 2]accijnzen[Hildebrand, Reglement, blz. 36]bedrijfsbelastinggeheven van alle "Ambachten, Hanteeringen ofte Neeringen" [Hildebrand, Reglement, blz. 36]bezaaide-landenheffinggeheven van elk stuk bezaaid land [Hildebrand, Reglement, blz. 36]bieraccijnsDe Ommelanders mogen bier brouwen voor eigen gebruik, maar niet om aan anderen te verkopen. Met de tapmaat mogen slechts binnen Groningen gebrouwen bieren worden verkocht [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143]collaterale successieheffing op "Erffenissen van terzijde ofte van vreemde aenkomende" [Hildebrand, Reglement, blz. 36]dienstbodegeldboden-loon [Hildebrand, Reglement, blz. 36]haardstedengeldimpost op alle heerdsteden [Hildebrand, Reglement, blz. 36]hoofdgeldOok capitaalgeld [Hildebrand, Reglement, blz. 36]hoorngeld  ook belasting op de horende beesten [Hildebrand, Reglement, blz. 36]invoerrechten[Hildebrand, Reglement, blz. 36]ontvanger-generaalin 1749 wordt deze verplicht om iedere 3 maanden verslag uit te brengen van de toestand van de kas [Hildebrand, Reglement, blz. 37]oorgeldgeheven van ieder paard [Hildebrand, Reglement, blz. 36]overdrachtsbelastingheffing op vrijwillige verkoop van vastgoed [Hildebrand, Reglement, blz. 36] personele goedschattingvermogensbelasting ook 400e penning = 0,25% wordt 3 x per jaar geheven. In 1749 bepaald dat een nieuw kohier zal worden opgemaakt dat telkens om de twee jaar zal worden herzien. De belasting zal geheven worden zo vaak en zo veel als nodig is [Hildebrand, Reglement, blz. 37]pondkamerin de pondkamer op de benedenverdieping van het stadhuis was de plaats waar de accijnsmeesters dagelijks de accijnzen in ontvangst namen [Hildebrand, Reglement, blz. 41]schatting=van 1516-1536 kostte het bewind van Karel van Gelre Stad en Land per jaar f 30.000 aan schatting [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 137]verpachtingvóór 1748 werden de generale middelen verpacht: 1e de commijsepenningen [hoofdgeld, hoorngeld dienstbodengeld; bezaaide landen, bedrijfsbelasting, haardstedengeld en oorgeld 2e accijnzen en invoerrechten [Hildebrand, Reglement, blz. 36]verpondingeen soort grondbelasting [Hildebrand, Reglement, blz. 36]

bestuur

algemeen=aanvankelijk alleen een keizer die macht had; keizer Hendrik III schenkt zeer tegen de zin van de inwoners in 1040 Groningen en Drenthe aan de bevriende Utrechtse bisschop Bernulf. De inwoners betwisten de keizer ook het recht om dit gebied weg te schenken [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 130[ Heda Hist.Episcop. Ultr., fol 120-121]. De bisschoppen stellen steevoogden aan die het gebied in leen ontvingen. De Ommelanders erkennen als de bisschoppen van Munster als hun geestelijk leiders [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 131]=in de 14e eeuw en tot 300 jaar daarna is er strijd tussen Schieringers en Vetkopers met moorden, branden en plunderingen. De Schieringers hadden de gunst van van de Groningers en de Vetkopers die van de Ommelanders [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 131]=hertog Albrecht van Beieren, graaf van Holland, beraamde een tocht over de Zuiderzee naar Friesland gesteund door de voornaamste Vetkopers. De WestLauwerse Friezen sluiten in 1395 een verbond met bisschop Frederik van Blankenheim om dit plan te verijdelen, maar de hertog slaagt erin de Friezen in 1400 te onderwerpen. Niet lang daarna joegen de Schieringers de Hollanders uit Friesland. De Vetkopers uit de Ommelanden die de hertog hadden gesteund zoeken hun toevlucht bij bisschop Frederik van Blankenheim. Er ontstaat opnieuw oorlog tussen de Utrechtsen en die van Groningen. Een bestand gesloten in 1405 werd al snel verbroken waarna de vijandigheden duurden tot 1419. Toen moesten de Groningers in juni Frederik als heer erkennen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 132].=Tot in 1499 bleef de toestand onveranderd; in dat jaar komt hertog Albrecht van Saksen naar Friesland. Hij heeft door toedoen van keizer Maximiliaan I op de Rijksvergadering te Freiburg de titel erfpotestaat van Friesland en Groningerland. Hij kreeg de Schieringse edelen aan zijn kant en voerde met hun hulp en die van graaf Edzard van Oost-Friesland oorlog tegen de Vetkopers [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 133]=op 8 september 1500 overlijdt hertog Albrecht; zijn zoon George van Saksen volgt op =op 24 april 1506 sluiten de Groningers een verdrag met Edzard en huldigen hem als beschermheer met erkenning van hun oude rechten en die van de bisschop. George van Saksen begint een oorlog Edzard wordt daardoor volledig in beslag genomen en kan niet de zaken van Groningen en de Ommelanden behartigen. Ze zoeken toenadering tot George, maar dat leidt tot niets. [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 134]=De Groningers en Ommelanders verkiezen dan hertog Karel van Egmond hertog van Gelder tot heer. In 1514 zend Edzard hertog Karel wat soldaten. Karel verdrijft de Saksen uit Friesland; Groningen laat hij aan George. In 1515 draagt George zijn recht als erfpotestaat van Friesland en Groningerland over aan aan aartshertog Karel V een overdracht goedgekeurd en bevestigd door zijn grootvader Maximiliaan I [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 135]=op 1 juni 1515 ontvangt Floris van Egmond, stadhouder van Holland en Zeeland, namens Karel V de hulde; in 1520 wordt het verbond met Karel V vernieuwd en wordt hij tot erfheer aangenomen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 136]=in 1528 worden Overijssel en Utrecht door bisschop Hendrik van Beieren aan Karel V overgedragen. Karel van Gelre belooft Karel V zijn landen als leen te houden. Na zijn overlijden worden zijn gebieden afgestaan aan Karel V  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 137]=in 1536 besluiten de Staten van Stad en Lande zich aan Karel V te onderwerpen. Drenthe volgt ook. Op 7 juni 1536 stuurt Maria van Hongarije George Schenk van Tautenburg om in naam van de keizer de hulde te ontvangen. Stad en Land behoudt de oude rechten, jaarlijks een uitkering van f 12.000 aan de keizer, het slechten van sterkten=het bestuur berust bij de Staten, bestaande uit gedeputeerden van de stad en van de Ommelanden. Het gezag is tussen beiden gelijk verdeeld  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 140]=bij tractaat van reductie van 23 juli 1594 wordt de provincie lid van de Unie [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 142]=op 31 januari 1597 besluiten de Staten-Generaal dat stad en Ommelanden voortaan één heerlijkheid en provincie zouden uitmaken [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143]=in 1647-1648 zijn er weer geschillen tussen de stad en de Ommelanden, bijgelegd door prins Willem II. In 1652 en 1677 opnieuw geharrewar. de Ommelander gedeputeerden vergaderen apart in Winsum. Op 2 november 1678 verzoenen partijen zich weer met elkaar [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143-144].=ook binnen de groep gedeputeerden van de Ommelanden ontstaat onenigheid omdat enkele geslachten de macht naar zich toe willen trekken. Hildebrand spreekt over een familieregering in Stad en Lande, een regenten-oligarchie, teweeggebracht door contracten van correspondentie, omkoping, verkoop van ambten en knoeierijen [Hildebrand, Reglement, blz. 2]. In 1747 ontstaan daarover ernstige ongeregeldheden. Willem IV, gemachtigd door de SG bij Res. 29 augustus 1748, bezorgt een nieuw Reglement inzake de Regeringsgesteldheid. Afgekondigd op 27 november 1749 [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 144-145 ]
ambtman/drostalgemeenze hebben bestuur en rechtspraak in de stadsheerlijkheden [Oldambten, Westerwolde, Goregt en Sappemeer] [Hildebrand, Reglement., blz. 25]personenin 1749 is H. ten Kamp ambtman van het Klei-Oldambt [Hildebrand, Reglement, blz. 46]in 1749 is P. Muntinghe drost van Wedde. Hij wordt "verlaagd" tot Ambtman in Klei-Oldambt [Hildebrand, Reglement, blz. 46]
gouverneurmr. G.W Baron van Imhoff [.....-1830] is gouverneur [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 339]
intermediair administratief bestuur van Groningen=Evert Abbring [1757-1842] is van 13 februari 1798 t/m 25 juni 1798 lid van dit bestuur [Repertorium]
rekenmeester=In 1786 is S.J. Niehoff rekenmeester van Stad en Lande [Chalmot1, blz. VI]
representanten van het volk van Stad en Lande=vanaf 22 april 1795 is Aeilko Abels representant namens het district Hunsingo [Repertorium]
ridderschap=In 1814 wordt mr. Jan Ernst Polman Gruys benoemd in de ridderschap [Adel1925, blz. 81], Gustaaf Willem van Imhoff [Adel1925, blz. 106], mr. Jan Carel Ferdinand von Inn- und Kniphausen en mr Haro Caspar von Inn- und Kniphausen [Adel1925, blz. 108] mr. Joost Jarges [Adel1925, blz. 110], mr Egbert Lewe van Middelstum, mr. Carolus Justus Lewe van Aduard, mr. Edzard Jacob Lewe van Middelstum, Edzard Willem Lewe van Nijenstein, Unico Evert Lewe van Nijenstein, Berend Lewe van Aduard [Adel1925, blz. 122], Otto Ernst Gelder van Limburg Stirum [Adel1925, blz. 125], Hendrik Jan von Loë [Adel1925, blz. 127], Abraham van Panhuys [Adel1925, blz. 151], Willem Frederik van Schratenbach Rengers Ádel1925, blz. 174], Pieter Rembt Sickinghe [Adel1925, blz. 196], Ludolph Tjarda van Starckenborgh [Adel1925, blz. 220]=In 1815 wordt Jan Evert Lewe van Aduard benoemd in de ridderschap [Adel1925, blz. 122]. mr. Onno Joost Sickinghe [Adel1925, blz. 196]
stadhouder=in 1516 wordt Edzard I  [1461-1528] stadhouder van Groningen [Kok13, blz. 126]=in 1520 is Jasper van Marwijk is stadhouder van Groningen en Ommelanden=in 1536 wordt Ludolf Coenders stadhouder voor de hertog van Gelre [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 130]=in 1536 wordt Karel V heer van Groningen en Ommelanden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]. George Schenk is stadhouder; hij overlijdt in 1540 [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 138]=Maximiliaan van Egmond, graaf van Buren, schoonvader van Willem van Oranje [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 138]=In 1549 benoemt Karel V Jan van Ligne, graaf van Aremberg, tot stadhouder van Friesland, Groningen, Overijssel en Lingen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 138]=In 1555 wordt hij door Filips II in zijn ambt bevestigd (Aa, Bio I, blz. 344)=In januari 1567 is hertog van Aremberg stadhouder over Friesland, Overijssel en Groningen (Aa, Bio I, blz. 98). Hij brengt Spaanse soldaten in de stad; ze worden in 1577 ontslagen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258]=in 1569 wordt Karel de Brimeu stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139]=in 1572 wordt Gillis van Berlaymont, heer van Hierges, stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139]=in 1576 wordt Kaspar de Robles, heer van Billy, stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139]=op 3 maart 1580 stelde Georg de Lalaing graaf van Rennenberg de stad in handen van de Spanjaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258; Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139]=in 1581 wordt Francois Verdugo stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139]=in 1594 wordt graaf Willem Lodewijk van Nassau Dillenburg [...-1621] stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 139-140, 145]=in 1621 wordt prins Maurits  [.....-1625] stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145].=na diens overlijden komen zeven stadhouders uit de familie Nassau Diets. Als eerste Ernst Casimir van 1625-1632 [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145]=van 1632-1640 zijn zoon Hendrik Casimir I [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145]=prins Fredrik Hendrik van Oranje [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145]=diens zoon prins Willem II [...-1650] [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145]=prins Willem Frederik, jongste zoon zoon van Ernst Casimir [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146]=Hendrik Casimir II werd erfelijk stadhouder [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145]=Jan Willem Friso [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 145] is stadhouder tot 1711 [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146]=prins Willem Karel Hendrik Friso. Ook Willem IV. Hem wordt op 18 mei 1748 het Erfstadhouderschap opgedragen. Hij vervult die functie tot zijn overlijden op 22 oktober 1751. Zijn positie wordt zeer versterkt in het Reglement Reformatoir [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146; Hildebrand, Reglement, blz. 5, 25]=prins Willem V [1748-1806], ook Willem Batavus  van 1766-1795. In de periode 1751-1766 is hertog Lodewijk Ernst van Brunswijk-Wolfenbüttel [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146]
Staten van Groningen=vanaf 1579 berust de macht bij de Staten bestaande uit gedeputeerden uit Stad en Landen. Jaarlijks in februari vergaderen ze in het provinciehuis. De gedeputeerden van de stad komen alleen uit de enige stemhebbende stad, Groningen. De gedeputeerden van de Landen zijn jonkers of hovelingen en eigenerfden of volmachten [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 140 ]. Degene die een provinciaal of landelijk ambt vervult is uitgesloten [Hildebrand, Reglement, blz. 23]=het dagelijks bestuur is in handen van G.S., bestaande uit 8 leden [4 van de stad; 4 van het land], twee personen die het ambt van syndicus [sindicquen], een soort raadpensionaris, vervullen en twee secretarissen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146]. G.S. bestaat uit 8 leden [4 voor de stad; 4 voor het Land]. Ze schrijven landdagen uit, geven uitvoering aan de door de Staten genomen besluiten, zorgen voor onderhoud gebouwen en infrastructuur, hebben toezicht op de middelen, bewind over de militie etc [Hildebrand, Reglement, blz. 24]personenin 1748 is E.J. Lewe van Hoogkerk lid van gedeputeerde staten. Hij wordt in 1749 afgewezen [Hildebrand, Reglement., blz. 49]in 1749 is L. Beckering secretaris [Hildebrand, Reglement, blz. 46]
Vertegenwoordigend Lichaam-van 29 juli 1800 t/m  17 oktober 1801 is Evert Abbring [1757-1842] lid namens district Onderdendam [Repertorium]

domein

jacht en visserij=er is een provinciaal jachtgericht, waarvan de stadhouder opperhoutvester is met, onder hem, een lieutenant houtvester. Aan de laatste zijn toegevoegd zes rechtsprekende meesterknapen, een secretaris en een fiscaal  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146-147]=Jhr. mr. Willem Carel Antoon Alberda van Ekenstein is inspecteur der jacht en visscherij in de provincie [Wie is  dat blz. 14]

economie

=de bevolking leeft vooral van landbouw en veeteelt [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 121]=in het zuidoosten turfwinning en de jacht [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 125-126] =op 31 januari 1597 oordelen de Staten-Generaal dat de Ommelanden vrij kunnen handelen, maar goederen die worden geëxporteerd [zoals vee, zuivel, graan, etc.] dienen binnen Groningen ter stapel te worden gebracht [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143]=de macht van de gilden was zo goed als verleden; bij besluit van de Brede Raad van 14 maart 1663 wordt hen nog gelaten het recht om bij beurten iemand aan te stellen om in de Pondkamermede op te beuren de stedelijke accijnsen en het recht om gecommitteerden zenden om te assisteren bij de stadsrekening [Hildebrand, Reglement, blz. 41]=in art. 6 van het Reglement van 1749 worden de gilden hersteld en gehandhaafd in hun gildebrieven en privil;eges. Ze mogen  als van ouds weer gecommitteerden zenden om te assisteren bij de stadsrekening [Hildebrand, Reglement, blz. 41]

financiën

algemeen=op 31 januari 1579 besluiten de Staten-Generaal dat alle rechten en inkomsten in de provincie toekomend aan Filips II thans ten algemene nutte zullen worden aangewend [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143]=in midden van de 18e eeuw bestaat al geruime de situatie dat de noodzakelijke gewestelijke uitgaven niet uit de gewone inkomsten kunnen worden voldaan. Er worden voortdurend leningen uitgeschreven. Als de kredietwaardigheid van het gewest in het geding komt, kunnen leningen nog slechts worden uitgeschreven onder garantie van de SG [Hildebrand, Reglement, blz. 35]=de begroting voor 1748 schatte de inkomsten op 1,25 miljoen, de uitgaven op rond 2 miljoen. Leveranciers en het leger worden slecht betaald, ambtenaren ontvangen ongereld hun salarissen Zelfs de beul klaagt dat hij slechts een vijfde deel van zijn salaris ontvangt. Daar staat tegenover dat het volk zucht onder de zware belastingen[Hildebrand, Reglement, blz. 35]=er is een gewestelijke  Commissie van Financiën, jaarlijks gekozen uit de statenleden. Ze bereiden zaken voor de vergaderingen voor en rapporteren over allerlei kwesties [Hildebrand, Reglement, blz. 24]=de stad Groningen zorgt voor meer inkomsten dan de Ommelanden [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 141]=rekeningen van de ontvanger-generaal der provincie Stad en Lande en van de rentmeester van de provinciale goederen 1731-1793 [ARA, Verslagen 1888, blz. 272]=rekeningen van de stads advocaat-fiscaal [ARA, Verslagen 1888, blz. 286]=rekeningen van de ontvanger van de koopschatten 1728-1796 [ARA, Verslagen 1888, blz. 287]Ordonnantieboek op de koopschatspenningen van Groningen [ARA. Verslagen 1888, blz. 285] 
rekenkameralgemeen=er is een Provinciale Rekenkamer met 6 leden, drie voor de stad, drie voor het land. Ze zien toe op de provinciale financiën, onderzoeken vorderingen op de provincie,  zorgen dat quota aan de Unie worden betaald [Hildebrand, Reglement, blz. 24]=het college van de provinciale rekenkamer bestaat uit zes leden [3 van de stad; 3 van het land], een secretaris en een commies der finantien [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 146]ledenin 1749 is F.B. Conring lid [Hildebrand, Reglement, blz. 46]oorlog=in 1567 nemen de Spanjaarden onder gouverneur graaf van Aremberg de stad in [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=een poging in 1568  van graaf Lodewijk van Nassau om de stad te herwinnen mislukt [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=Alva komt met 16.000 soldaten naar de provincie [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=graaf Lodewijk van Nassau wordt op 21 juli 1568 bij Jemmingen verslagen met 7.000 man verlies [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=in 1576 Pacificatie van Gent [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=in 1580 verovert  de gouverneur, graaf van Rennenberg de stad [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]=in 1582 komt de stad door verraad van Rennenberg in Spaanse handen  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 142]=de Spaansgezinde regenten weten bij Filips II een octroy serviel te verkrijgen. De stad krijgt daarmee het gezag over de Ommelanden  [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 142]=in 1593 bleef  in Groningerland de krijg tussen Verdugo en Willem Lodewijk onbeslist voortduren [Fruin, Tien, blz. 137=op 23 juli 1594 verovert prins Maurits de stad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 258; Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 152]= in maart 1748 is er geen schipper te vinden die bereid is ammunitie en levensmiddelen naar de troepen in het zuiden wil vervoeren omdat ze niet worden betaald  [Hildebrand, Reglement, blz. 35]
rechtspraakalgemeen=in 1748 klagen de Ommelanden over rechters die de wetten niet respecteren, processen eindeloos rekken en daardoor financieel onmogelijk maken, onschuldigen onder druk zetten en schuldigen laten vrijkopen, partijdige vonnissen wijzen [Hildebrand, Reglement, blz. 3]
Hoge Justitiekamer [1597-1749]=ook genoemd Hoofdmannenkamer of Luitenant en Hoofdmannen, verkozen door de algemene staten, behalve 4 hoofdmannen die verkozen worden door de stad [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 143]. Geen appel mogelijk van vonnissen van het stadsgerecht, wel van civiele vonnissen van buitengerechten uit de kwartieren en onderkwartieren. De kamer hield vooral toezicht op het gedrag van de rechters. Aan bepaalde hoeves was het halsrecht toegekend; de eigenaren daarvan zijn dan beurtelings rechter. Ze heten redgers in Fivelgo en Hunsingo en grietman in het Westerkwartier [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 147]=aanvankelijk deed de rechter zelf onderzoek en vonniste als alleenrechter, zonder een mogelijkheid van appel of revisie. Hij behaalde voordeel uit de opgelegde boetes en de confiscatie van goederen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 148]. De nadelen van deze vorm van rechtspraak openbaarden zich regelmatig, o.a. een geruchtmakende zaak in 1731.  =in 1748 is de onpartijdigheid van dit orgaan twijfelachtig [Hildebrand, Reglement, blz. 3]
Hof van Justitie [1749-.....]algemeenOp 27 november 1749 verordend en van een Instructie voorzien. De stadhouder is president, bij afwezigheid vervangen door de oudste raad als de lieutenant. De overige acht raden worden hoofdmannen genoemd. Ze worden aangesteld voor het leven door de stadhouder. De raden mogen geen redgergericht hebben of betrokken zijn bij enig bestuursorgaan [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 149]. Ze houden elke dag zitting van 9.00 uur tot 12.00 uur in de stad Groningen. Ze behandelen alle civiele zaken van Stad en Land, in eerste of tweede instantie. Voorts de vonnissen in strafzaken in appel van  de burgemeesters en de raad van Groningen stad, van de drost van de Oldambten en van de rechters in de Ommelanden. Het Hof beschikt tenslotte over een procureur-generaal en twee secretarissen [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 150; Hildebrand, Reglement., blz. 32-33] Het Hof houdt toezicht op de rechters en de rechtspraak in de Ommelanden. De leden moeten zijn "doctores juris" of "licentiati juris", tenminste 25 jaar zijn en als bloed- of aanverwant tot elkaar niet in familieverband staan, tot in de vierde graad. De stadhouder heeft het "Regt van Pardon", na advies van het Hof en de p.g. [Hildebrand, Reglement, blz. 34]personenin 1749 wordt mr. P. Alberthoma lid van het Hof [Hildebrand, Reglement, blz. 47]in 1749 wordt mr. J.W. Menninga procureur-generaal [Hildebrand, Reglement, blz. 47]inm1752 wordt mr. A.J ter Borgh lid van het Hof [Hildebrand, Reglement, blz. 47]
Provinciaal Jachtgericht [1749-.....]algemeende stadhouder is opperhoutvester. Hij benoemt de leden van het gericht, de lieutenant-houtvester en de zes meesterknapen [Hildebrand, Reglement, blz. 34] In praktijk benoemde de stadhouder politieke personen met een belang. Art. 13 van de Instructie voor het Jagt Gericht regelt dat tweederde deel van de breuken toekomt aan  de Lieutenant-Houtvester en een derde deel aan de aanbrenger. Verweer tegen het vonnis was niet mogelijk [Hildebrand, Reglement, blz. 35]personenin 1749 wordt E.J Lewe van Hoogkerk benoemd tot meesterknaap [Hildebrand, Reglement, blz. 49]in 1749 wordt U.A. Alberda benoemd tot meesterknaap [Hildebrand, Reglement, blz. 49]
gerechtshof [1814-mr. G.J. Fabius is raadsheer in het provinciaal gerechtshof [Wal, Bijdragen 1842, blz. VI]mr. H.O. Feith is  raadsheer in het provinciaal gerechtshof [Wal, Bijdragen 1842, blz. VI]mr. G.W.H. baron van Imhoff is advocaat-generaal bij het hof [Wal, Bijdragen 1842, blz. VIII]mr. P.G. Sevenstern is procureur-generaal bij het Hof [Wal, Bijdragen 1842, blz. X]

staten

gedeputeerde statenJhr. mr. Melle Backer is lid van GS [Leeuw32]mr. G.J. Keizer was lid van G.S.  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 364]mr. J.A. Fruitier is in 1839 lid van GS [Aa, Aard2, blz. V; Wal, Bijdragen 1842, blz. VI]
provinciale staten [1814-1861]-van 6 juli 1847 t/m 24 september 1850 is H. Aalfs lid van PS namens de landelijke stand van Onderdendam [Repertorium-van 24 september 1850 t/m 1 juli 1856 is H. Aalfs lid van PS namens de landelijke stand van Onderdendam [Repertorium]mr. Jan Carel Ferdinand baron d'Aulnis de Bourouill is lid van PS [Leeuw1883, blz. 80]=van 24 september 1850 t/m 5 juli 1853 is H.N Addens lid van PS namens Winschoten [Repertorium]

waterstaat

=in februari en december 1277 watervloeden; een groot deel van de Oldampten en Reiderland in zee veranderd. Er verdwenen in een nacht 33 dorpen met kastelen en kloosters. Sindsdien is dit de Dollard [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 123]=in 1482 wil de stad Groningen een rechtstreekse verbinding met de Eems. Ze worden gesteund door die van Munster, die Emden dwars willen zitten. Samen is er veel geld ingestoken maar het is uiteindelijk stopgezet [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 129]=in 1636 wordt de kanalisatie het Winschoterdiep vanaf Westerbroek tot bij Winschoten voltooid [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 128]=in 1650 is het kronkelige Damsterdiep van Groningen tot Den Boer rechtgemaakt met een jaagpad ernaast, totale kosten f 30.690 [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 127]=in 1695, 1696 en 1740 aan de mond van de Westwolder Aa polders drooggemalen en ingedijkt door Anthoon de Hubert, heer van Kruiningen. Hij verkrijgt het vruchtgebruik van het nieuwe land voor een periode 60 jaar. In 1740 is dit op kosten van de stad gedaan [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 124]=in 1748 wordt geklaagd over de misbruiken bij het bestuur en de rechtspleging van de zijlvestenijen. Er is sprake van een "onverdragelijke last" en "exorbitante breuken" voor de ingezetenen [Hildebrand, Reglement, blz. 3]. De onderhoudsplichtigen van sluizen [zijlen] en de daarheen leidende wateren zijn verenigd in zijlvesten. Beheer en rechtspraak geschiedt door zijlrechters, gekozen door een zijleed De onderhoudsplichtigen van dijken zijn verenigd in dijkvesten met dijkrechters, verkozen door een dijkeed. Soms loopt dit door elkaar. Zijlrechters hebben dan jurisdictie in dijkzaken of andersom. Sommige zijlvesten heten schepperijen met een Schepper als voorzitter. Zijlvesten zijn soms verbonden in een gecombineerd zijlvest onder een Overste Schepper of Hooftmeester. Veel macht berustte bij de Scheppers. Zij hebben het toezicht, schrijven heffingen uit [dijkschot en zijlschot] en oefenen de daarmee samenhangende rechtspraak uit. van de criminele vonnissen is geen appel mogelijk. In andere zaken wel maar dan bij de naastliggende zijlvestenij "die daar naast aan volgt, na der sonnen ommegang" s=daarna nog op een derde zijlvestenij en tenslotte nog revisie voor een vierschaar van Scheppers van de drie colleges[Hildebrand, Reglement, blz. 38] In 1749 wordt appel mogelijk gemaakt tegen vonnissen van de Scheppers bij het Hof van Justitie, dat teven shet toezicht krijgt op de Scheppers, Zijlrechters en Dijkrechters [Hildebrand, Reglement, blz. 40]=in 1769/1770 is bij Finsterwolde ingedijkt [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 124]=op de kanalen, vaarten, bruggen en sluizen wordt toezicht gehouden door opzichters, scheppers genoemd. Ze worden aangesteld door de stemgerechtigden van de dorpen. Ze zijn verdeeld in 3 colleges [Buesching, Nieuwe, deel VII, blz. 129]BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 98, 344Baelde, Domeingoederen, pp. 328-329 (1551)Baelde, Financiële, p. 21 (1539-51)Blink, Geschiedenis I, pp. 221 e.v. (16e e), 248 (14e-15e e)Blok, Geschiedenis I, p. 509 (1479)Blok, RekeningenBoeles, Bezoek, pp. 215-220 (1545)Boeles, Heerschappij, pp. 100-102 (16e e)Boeles, Verdugo (1589-94) Bos, P.G., Bernhard Alting, in: Groninger Volksalmanak 1905, blz. 76-114Bos, P.G., Het Groningsche gild- en stapelrecht na de Reductie in 1594, in: Historische avonden II, Groningen 1907, blz. 200-448Brucherus, H.H., Gedenkboek van Stad en LandeDillen, Stukken, p. 73(1681)Donker, Iets, pp. 29 (14e e), 103-106 (19e e)Engels, Geschiedenis, pp. 62 (1551), 81 (1586;  1596), 82-83 (1616;  1672-73), 85 (1748), 175 (1842), 239 (1832), 240 (1835)Engelsman, Ontstaan (18e-19e e)Feith, Opdragt, pp. 145-146 (1672)Feith, J.A. , Catalogus der inventarissen van de Archieven der voormalige Zijlvestenijen en Dijkrechten in de Provincie Groningen, Groningen 1901Feith, J.A., Contracten van correspondentie in Stad en Lande, in: Handelingen en Mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden, over het jaar 1902-1903, blz. 3-29Formsma, Ommelander, pp. 15-18 (16e e), 35-37 (id)Formsma, VormenFormsma, WordingFruin, Zeventien, pp. 10 (1574), 12 (1571), 18 (id), 23 (1577)Halma, Tooneel I, pp. 37 (1498), 246 (1544)Halsema, Diederik Frederik Johan van, Oordeelkundige verhandeling over den staat en regeringsvorm der Ommelanden...., Groningen 1778   Halsema, Diederik Frederik Johan van, Het aloude Ommelander wetboek van Hunsingo....Hartgerink-Koomans, Proostdijen, p. 31 (m.e.)Heeres, J.E. Stad en Lande tijden shet erfstadhouderschap van Willem IV, in : BVG III, 4, blz. 252-344Henne, Histoire VIII, p. 270 (1545); IX, pp. 125-126 (1551-52); X, p. 18 (1553)Hildebrand, Reglement (1749-80)Hollestelle, Belasting, p. 185 (1753)Immink, Bespr. Buytenen, p. 131 (873)Kosters, Oude, pp. 65-67 (13e- 15e e)Leeuw 1883, nr. 1, blz.32Menalda, Behandeling, pp. 104-115Muller, Staat, p. 545 (1595)Rees, Geschiedenis I, p. 65 (1599)Reitsma, Willem, pp. 274-275 (1494-95), 290 (1521) Sickenga, Omwenteling, pp. 11-12, 14, 16 (1796), 42 (1798), 56, 77-78, 103Stratingh, Afkomst, p. 40 (1596; 1600)T.S. Overijssel I, p. 38 (1634); II, pp. 189 e.v. (16e-17e e)Theissen, Regeering, p. 155 (16e e)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 130Visser, Huwelijk, p. 25 (1651)Voorthuysen, Mercantilisme, p. 31, 106 (1599)Vries, Bespr. GeertsemaWeerden, Belastingboekje (1768-1806)Wichers, H.L., Verklaring van het Tractaat van de Reductie der Stadt Groningen aan de Unie van Utrecht, deel I 1794, deel II 1796Woltjer, Hervorming, p. 19 (1537)Wijnpersse, Statistiek (1848-52; 1853; 1854)

Gronsvoorde

heerlijkheid

Jozua van Belle is heer van Noord-Waddinxveen en Gronsvoorde [Epen, Geslacht, blz. 18]
BRONNENliteratuur

Groot-Ammers

W.D.B.I.U.A. 1874, 25 april, p. 4


Groote LindtbestuurschoutArie Leendertsz Paelink is schout [Molema 126]Leendert Jacobsz Paling is schout [Molema 127]in 1711 is Adriaen Palinck schout van Grote Lindt en Kleine Lindt
literatuurMolema-Smitshoek, W.T., Fragmenten uit mijn kwartierstaat in ‘s-Gravendeel, deel 5, De familie Vroman, in: Ons Voorgeslacht 2023, blz. 105-158

Grote Waard

Ook Zuidhollandse Waard. 

Bedijkt stuk land in Zuid-Holland.

algemeen

In een handvest van Willem van Henegouwen, graaf van Holland uit het jaar 1314 wordt dit gebied vanwege de verkrijging van vele vrijheden en privileges, de "Vrijen lnwaert" genoemd [Regt, blz. 27]

Van 6 april 1421 dateert een handvest van graaf Jan II over het opnieuw bedijken van de Grote Waard. Hij komt met de stad Dordrecht overeen

"dat die van Thiesselens Waert op dese tydt om onser bede wil ende om noodt des gemeenen Landts ten Groeten Weerde te bate komen sullen van hare Mergen tale met alsoo veel gelts als den gemeenen Dyck mergen van dien Grooten Waerde kosten sal in dezer Forme dat die gesworenen van den Grooten Waert ofte dengenen die Dyckagie bevolen sal werden tot elcke drie weken toespreken sullen Ottho Baerthouts, Jacob Ockersz, Jan Clemensz ende Pieter Pietersz of die een helft ofte het meerendeel van hen vieren ende heysschen hen ofte doen heysschen alsoo veel gelts als sy dan meenen sullen dat het den gemeenen Dyck mergen kosten sal mogen ende dan sullen die personen dat voor alsoo besorgen dat die betalinge ofte uytreyckinge daar af sal geschien binnen acht dagen na dat dese vermanìnge ende heyssinge geschlet is ende waer dat daer onwilligheyt in viele in der betaling soo soude des onwilligen landt 't eynden dese acht dagen rechte voort verbeurt wesen die eene helft aan ons ende die andere helft aen onser stede van Dordrecht verdycken ofte doen verdycken ende waert dat ons gebrake dat Wy dat rechte voort niet en verdyckten noch deden verdycken soo soude dat dan onse Stede van Dordrecht aen haer nemen ende dat verdycken metten gemeenen Lande, ende waert dat des onwilligen Landt niet goet genoegh en ware voor die Dyckagie soo soude des onwiiligen lyf daer voor gehouden wesen binnen der Dyckgraefschap ende dese hulpe ende betalinge sal gedueren ter tijdt toe dat dese Wiele ten vollen Dyck in syne grootte gemaeckt is behoudelyck aen beyden zyden hare Hantvesten ende haer Rechts. Voorts soo is ons seggen dat alle de genen die in den Thiesselings Waert gegoet zyn alle dese voorz poincten verwillekeuren sullen voor ons ende onser Stede van Dordrecht ende oock voor Rechten ende Heemraet binnen den Ambachte van Thiesselinghs Waert daer elck syn goeden gelegen zyn ende soo wie die willekeur niet en dede ende niet en betaelde als voorseyt is daer " [Regt, blz. 59-60]

Grootebroek

Ook Grootebrouck. 

Vormde in 1514 samen met Bovenkarspel, Hoogkarspel en Lutjebroek  

literatuur

Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 40 (1429)

Fruin, Informacie, pp. 106-109 (1514)

Goede, Swannotsrecht I, pp. 28 (1369), 224-225 (15e e), 297 e.v. (m.e.)

Gosses, Welgeborenen, pp. 44  (m.e.), 59 (1369) Korteweg, Stadrecht, p. 71 (1364)

Navorscher VI, p. 155 (m.e.)

Pols, Westfriesche I, p. LI (15e e); II, pp. 248 e.v.

Grootegast

Dorp in Friesland.

algemeen

In 1800 behoort de gemeente Grootegast tot één van de elf gemeenten binnen de 4e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 3043 personen verdeeld over 6 grondvergaderingen (Noordwijk en Marum 1, Niebert en Nuis 1, Grootegast 1, Oldekerk, Niekerk en Faan 1, Sibaldabuuren en Lucaswolde 1, Doesum en Opeinde 1) [Covens, blz. 125]

literatuur

W.D.B.I.U.A. 1873, 1 februari, p. 3

Groot-Loo

Baelde, Domeingoederen, p. 113 (1551)

Grosthuizen

Fruin, Informacie, pp. 78 (1514) 80 (id), 86-87 (id)

Gosses, Welgeborenen, p. 74 (1388)

Grouw

Dorp in Frieslad

algemeen

In 1800 behoort de gemeente Grouw  tot één van de elf gemeenten binnen de 4e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 3040 personen verdeeld over 6 grondvergaderingen (Irnsum 1, Grouw, Idaard en Aegum 3, Wartena en Wastiens 1, Warrega 1) [Covens, blz. 124]

literatuur

Faber, Drie I,p. 250 (1682)

Grubbenvorst

literatuur

Maasgouw 1879-1881, p. 173 (1735); 1890-1891, p. 67(1656; 1744); 1893, p. 92 (1308)

Taxandria II, p. 231(19e e)

Gruithuizen

Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  273

Lodewijk van Brugge (15e e) was heer van Gruithuizen


Gruitrodealgemeenbelastingenoorlog=in de jaren 1747-1748 is door de oorlog een schade van f 12.700 geleden. Het gaat om inkwartieringen met levering van eten en drinken voor soldaten en paarden, verrichten van diensten,betalingen om inkwartiering te voorkomen, plunderingen manu militari en het leveren van gidsen [Baelen, Militaire, blz. 187]
BRONNENliteratuurBaelen, P. van, De militaire doortochten te Gruitrode tijdens de Oostenrijkse Successieoorlog, in: Het Oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jaargang XI-1956, blz. 185-194Habets, Archeologische, p. 54 (1525-49)

Grunerie, La

algemeen

heerlijkheid

Marcus Mamuchet is heer van la Grunerie  en Houdringen.[Leeuw1883, blz. 35]BRONNENliteratuurLeeuw 1883, deel 1, blz. 35

Grunsfort

Kasteel in Gelderland bij de Wageningse berg in Renkum. Ook Gronsfort, Grensvoort, Grunsfoort, Grunsvoort

algemeen

=hertog Willem van Gulik [1372-1402] hield er vaak verblijf [Navorscher 1852, blz. 181]=in 1473  en 1481 wordt Gerrit van Rijswijk ermee beleend  [Navorscher 1852, blz. 181]=Gerrit transporteert in 1492 aan Arnt en Aalbert van Lawick, fratres [Navorscher 1852, blz. 181]=hertog Adolf schenkt Grunsfort aan zijn broer Johan. Deze wordt in 1478 geestelijke in het klooster van Mariendaal. Hij draagt G. voor een jaarlijkse lijfrente van f 50 over aan Catharina van Gelre  [Navorscher 1852, blz. 181]=Catharina schenkt het huis aan Johan, de oudste natuurlijke zoon van Johan onder de voorwaarde dat het huis na zijn dood zal toekomen aan Reinier, de tweede bastaardzoon van de Mariendaalse kloosterbroeder [Navorscher 1852, blz. 181]=Reinier komt door zijn huwelijk in bezit van de heerlijkheid Aarssen. Zijn weduwe Aleyt Schenk van Nijdeggen verkoopt Grunsfort in 1537 aan Karel van Gelre [Navorscher 1852, blz. 181]=daarna lange tijd bezit van de heren van Lynden [Navorscher 1852, blz. 181]=opgevolgd door de familie Goltstein  [Navorscher 1852, blz. 181]=op 25 december 1794 komen 1200 Engelse soldaten naar Renkum. De bevelhebber wil er 400 in Renkum, 400 in Heelsum en 400 op Grunsfort [Navorscher 1852, blz. 352]BRONNENliteratuurNavorscher 1851, blz. 320

Guesselt

algemeen

heerlijkheid


In 1817 wordt Carel Lodewijk Maria Gregorius Johan Baptista van Brienen van Guesselt, heer van Guesselt, in de ridderschap benoemd [Adel1925, blz. 32]BRONNENliteratuur

Gulik

algemeen

financiën

De erfgenamen van het hertogdom Kleef verzoeken de Staten-Generaal om hulp bij het innemen van Gulik. Prins Maurits vertrekt op 27 juli 1610 met 14.000 voetknechten en 3000 ruiters. Op 29 juli 1610 komt hij bij de stad aan [Clerc, Geschiedenissen2, blz. 27]

heerlijkheid

Joan Hartog van Kleef is graaf van der Mark en heer van Ravestein. Hij trouwt met Maria, de dochter van Willem, hertog van Gulik, Berge en Ravensburg op voorwaarde dat deze drie gebieden na het overlijden van Willem samengevoegd blijven [Clerc, Geschiedenissen2, blz. 24]

Gulpen

algemeen


BRONNENliteratuurEversen, Bijdrage, p. 175 (Rep)Franquinet, Verslag, p. 98 (1531)Maasgouw 1879-1881, pp. 342 (1598-1602), 503 (1738;1780); 1896, p.72 (1274); 1907, p. 28 (1716)Nuyens, Inventaris, p. 179(1866-77)Wijnpersse, Statistiek, p. 385 (1854)

Gunterstein

algemeen 

heerlijkheid

In 1745 is mr. Ferdinand van Collen heer van Gunterstein en Tienhoven. Hij was burgemeester van Amsterdam. Ook Kollen [Leeuw1883, blz. 45; Navorscher 1851, blz. 168]In 1815 is Ferdinand van Collen heer van Gunterstein en Tienhoven [Adel1925, blz. 45]
BRONNENliteratuur

Gusaha

Zie Goes

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Chalmot, J.A., Biographisch Woordenboek der Nederlanden, 2e deel , Amsterdam 1798, 427 blz.