Amsterdam
AmsterdamStad in Noord-Holland. Ook Amsteldam, Amstelredam, AmstelredammealgemeenIn 1105 schrijft Burchard, de 23e bisschop van Utrecht, in een brief over Wolfger, schout van Amestelle [Aa, Aard1, blz. 174]  Floris V spreekt in 1275 over "homines manentes apud Amstelredamme" [Aa, Aard1, blz. 174; Baert, Goor, blz. 23]In 1304 ondergaat de stad een gestreng vonnis. Omdat zij Jan van Amstel (vermoedelijk een zoon van de voortvluchtige Gijsbrecht), bij de inval van de Utrechtsche Bisschop, Willem van Mechelen, binnen haar vesten ontvangen heeft, worden de bruggen en muren afgebroken en de vrijheid van markten ontnomen, terwijl zij bovendien dubbel gruitgeld betalen moet, dat van de bierbrouwers gevorderd wordt [Aa, Aard1, blz. 220]In 1318 wordt A. weer als stad erkend door graaf Willem III en van nieuwe handvesten voorzien [Aa, Aard1, blz. 220]  =In 1346 woprdt het Begijnhof gebouwd  [Baert, Goor, blz. 23]Het eerste stadhuis wordt gebouwd rond het midden van de 14e eeuw [Aa, Aard 1, blz. 178]  In 1385 vergunning van de hertog om de stadsvrijheid te vermeerderen met 100 gaarden = roeden [Aa, Aard1, blz. 221].In 1388 betaalt A. 3000 ponden als vrijwillige gift bij de inhuldiging van de hertog "waarvoor deze stad zich in alle de vorige handvesten bevestigd zag, en de magt harer regering vermeerderd en uitgebreid werd; terwijl zij de eeuwige erfpacht bekwam van de maat van allerlei drooge en natte waren, het regt om de meters daarvan aan te stellen, alsmede de visscherij in 't gouden water buiten de stad, en dat de poorters wegens misdaad, binnen het jaar in regte moesten worden aangesproken" [Aa, Aard1, blz. 221].In 1411 staat er een inmiddels tweede stadhuis op de Dam [Aa, Aard 1, blz. 176]De Schreijerstoren wordt gebouwd. En de stad wordt voor de eerste keer uitgelegd [Aa, Aard 1, blz. 174]  Op 23 april 1421 brandt een derde deel van de stad af, waaronder de Nieuwe Kerk, Nieuwezijdskapel en het stadhuis [Aa, Aard 1, blz. 176, 191, 224-225]In november 1445 komt de hertog in de stad met krijgsvolk. Hij verjaagt de Hoeksgezinden en herstelt de eerdere regering. Hij legde de stad zware geldboeten op [Aa, Aard 1, blz. 226] Amsterdam zoude alzoo nog met meer luister het hoofd hebben opgestoken ware de stad niet weder door eenen fellen brand geteisterd, die in den nacht tusschen den 23 en 24 Mei 1452 ontstaan was, en bijna de halve stad in de as legde. Ter vergoeding van de hierdoor veroorzaakte schade, verkreeg de stad vrijverklaring van haar aandeel in de tienjarige bede, wordende zij in den brief, waarbij haar zulks verleend werd, door den Hertog de voornaamste koopstad van Holland genoemd. Spoedig werd de herbouwing ondernomen, waartoe die van Utrecht veel bijbragten, dan de bemuring der stad bleef, volgens voorwaarde. door den Hertog, bij het ontslag der bede, op 30 jaren bepaald, al dien tijd achter [Aa, Aard 1, blz. 226] In 1482 vindt de eerste vergroting van de stad plaats [Aa, Aard1, blz. 174]Voor het lossen en laden van grove waren en het inzetten en lichten van zware masten is er de Grote Kraan, op de hoogte van het Kamperhoofd in het IJ, die sedert het jaar 1498 bekend, in 1606 verbeterd en in 1824 geheel nieuw opgetimmerd is [Aa, Aard 1, blz. 171,182]  Op 15 oktober 1508 leidt de stad schade door een zware storm en een watervloed [Aa, Aard 1, blz. 221] De Waag op de Dam is gebouwd in de periode 1560-1565.In 1565 is de bouw van de Waag op de Dam na vijf jaar gereed [Aa, Aard 1, blz. 182]Op 1 november 1570 ondervindt A. schade van de watervloed [Aa, Aard 1, blz. 239] =In 1578 kiest het stadsbestuur de zijde van de Prins [Baert, Goor, blz. 23]In 1585 is de tweede vergroting van de stad [Aa, Aard1, blz. 174]  In 1586 woont graaf van Leicester in het voormalig Ceciliënklooster [Aa, Aard 1, blz. 178]  In 1593 is de derde vergroting van de stad [Aa, Aard , blz. 174]  In 1594 woont Maurits, prins van Oranje, in het voormalig Ceciliënklooster [Aa, Aard 1, blz. 178]  In 1597 wordt het latere stadhuis aan de Oudezijdsvoorburgwal de vergaderplaats voor het admiraliteitscollege en heet dan Admiraliteitshof of Zeekantoor [Aa, Aard 1, blz. 178] C. Grapheus is in 1598 notaris in Amsterdam [Navorscher 1851/283]In 1612 is de vierde vergroting van de stad [Aa, Aard 1, blz. 174]  In 1622 zijn er 100.000 inwoners  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 539] De Haarlemmerpoort wordt gebouwd [Aa, Aard 1, blz. 174]In 1638 is de vijfde vergroting van de stad [Aa, Aard1, blz. 174]  In 1638 neemt Maria de Medicis, koningin-weduwe van Frankrijk, intrek in het voormalig Zeekantoor [Aa, Aard 1, blz. 178] Het Paleis op de Dam wordt gebouwd in de periode 1648-1655. Het staat op 13569 palen  [Aa, Aard1, blz. 176] In 1649 zijn er diverse doorbraken in de Diemerdijk.In 1771 wordt de Muiderpoort gebouwd [Aa, Aard 1, blz. 175]=In 1796 zijn er 217.000 inwoners  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 539]-Op 21 maart 1808 neemt Lodewijk Napoleon zijn intrek in het Paleis [Aa, Aard 1, blz. 176,178, 254]Lodewijk Napoleon maakt de Sint Jorishof in de Korte Spinhuissteeg "tot zijn ministerie van Finantien" [Aa, Aard 1, blz. 185] In 1812 vaart keizer Napoleon in een sloep door de Amsterdamse grachten [Navorscher 1851/229]Op 29 maart 1814 en 30 maart 1814 vindt in de Nieuwe Kerk de aanneming van de Grondwet plaats en de inhuldiging van Willem I [Aa, Aard 1, blz. 191, 255]De stad kent in 1839 6 vredegerechten, 4 policiekantons, 60 burgerwijken en 5 buitenwijken. De stedelijke schutterij is 8 bataljons groot. Er zijn 8 poorten, 250 bruggen, 28.000 straatlantaarns en 8 poorten [Aa, Aard 1, blz. 171, 175]In 1839 is het stadhuis gevestigd op de Oudezijdsvoorburgwal in het voormalig Ceciliënklooster, nadien Prinsenhof geheten. Van der Aa leidt de lezer door het Amsterdam van rond 1847 en vermeldt een groot aantal bijzonderheden. =In 1883 zijn er 350.000 inwoners  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 539]archievenbelastingenaccijnsen"In 1398 levert A. meer dan 300 man en 4 grote schepen vergezeld van schepen met meel, haring en zout. De kogge met zout vergaat. Er wordt een algemene omslag  gehouden. Om nu Amsterdam in de gemaakte kosten en geleden verliezen tegemoet te komen, verleende Albrecht haar, bij brief van 1 oktober 1398, de vrijheid om binnen de stad of hare havens accijnsen te zetten op alle goederen, waarop het haar goeddunken zoude; terwijl de gebleven kogge uit 's Graven schatkist werd betaald met 450 Hollandsche schilden (742 guld. 75 cents), welke som gevonden werd, uit de heffing van eene jaarlijksche erfpacht, die de stad voor den Goudschen tol betaalde" [Aa, Aard1, blz. 222] Ook was de stad, te dien tijde (rond 1474), in eenen toestand, dat deze titel in waarheid op haar konde toegepast worden; want de geldmiddelen waren ten behoeve van den Hertog gebezigd, zoodat de regering zich genoodzaakt zag ter goedmaking van alle zware uitgaven, de accijnsen op de levensmiddelen Ie verhoogen; bovendien leden de kooplieden zware slagen, en eene menigte aanzienlijke personen verliet de stad. Om dit echter voor te komen, werd bepaald, dat niemand met der woon naar elders mogt vertrekken, zonder zijn aandeel in de stadsschulden betaald te hebben [Aa, Aard 1, blz. 227-228] Filips II, in 1494 de regering van zijnen vader Maximiliaan, die inmiddels Keizer geworden was, overgenomen hebbende, beroofde de stad wel van hare voorregten, maar onthief haar niet van de schulden, die gedurende het bewind van zijnen grootvader en vader gemaakt waren, zoodat er niets anders op was, dan nieuwe belastingen te heffen, die toen meer bezwaarden dan vroeger; want de stad had geen andere inkomsten, dan hetgene van de belastingen, de waag, de wijnaccijns en de paalkist kwam, maar uit dit laatste moesten weder de kosten tot onderhoud van baken en zeetonnen benoodigd, goed gemaakt worden; nogtans werd door Filips het Baljuwschap van Amstelland in pandschap gesteld, gelijk dan Burgemeesteren aldaar eenen Baljuw aanstelden [Aa, Aard1, blz. 230] algemeenLa province de Hollande, en conséquence de son opulence et de la grande part qu'elle fournit aux contributions publiques (faisant d'apres le dernier Etablissement des Quotes environ les deux tiers) a acquis une prépondérence des plus dangereuses dans la Republique - et la ville d'Amsterdam qui paye peu près la même proportion de la quote dela province d'Hollande, concentre en elle même toute cette influence et préponderence, suffisante pour controller ou plustôt pour prévenir telles mesures du souverain, qui quoique avantageuses pour le general, sont comunément en opposition avec les vues particulières des Bourguemaitres de la ville d'Amsterdam. Ce nonobstant cette ville ne possede qu'une voix dans la Province d'Hollande, et la Hollande ne possède aussi qu'une voix aux Etats Généraux des Provinces Unies [BMHG 1877, blz. 327]. bedeIn 1388 betaalt A. 3000 ponden als vrijwillige gift bij de inhuldiging van de hertog "waarvoor deze stad zich in alle de vorige handvesten bevestigd zag, en de magt harer regering vermeerderd en uitgebreid werd; terwijl zij de eeuwige erfpacht bekwam van de maat van allerlei drooge en natte waren, het regt om de meters daarvan aan te stellen, alsmede de visscherij in 't gouden water buiten de stad, en dat de poorters wegens misdaad, binnen het jaar in regte moesten worden aangesproken" [Aa, Aard 1, blz. 221].In 1411 wordt de stad bevestigd in het recht vijf waardijns of opzieners aan te stellen over de lakenhandel, nadat zij in de grafelijke bede hadden toegestemd [Aa, Aard 1, blz. 223] "In de eerste bede, die Filips van Bourgondië [1396-1467], in naam van den Graaf, deed, moest Amsterdam tot haar aandeel 5000 schilden van 15 stuivers (of f 2250 gulden) opbrengen, en hierop was de stad nog 100 schilden (of 75 gulden) schuldig, toen er eene tweede bede uitgeschreven werd, waarin zij 2833 schilden (of 1899 gulden 75 cents) betalen moest, doch daarentegen schonk Filips aan de stad, nadat deze den eed van getrouwheid aan hem afgelegd had, het voorregt van ongebonden te zijn om rekening of verantwoording te doen van de inkomsten der goederen van diegenen, welken gedurende deze oneenigheid, de slad ontzegd was, of die ze verlaten hadden; gevende Filips haar de vrijheid, om daaruit de kosten van den oorlog te bestrijden. Voorts schonk hij haar de tweejarige bede, voorheen door de dorpen van Kennemerland, West-Friesland en Waterland aan zijne nicht toegestaan, met het regt, om, ingeval eenigen dezer dorpen achterlijk mogten blijven, daarvoor de personen en goederen te mogen aanslaan en bekommeren" [Aa, Aard1, blz. 225] In 1452 krijgt de stad voor 30 jaar vrijstelling voor haar aandeel  in de tienjarige bede vanwege een felle brand die een flink deel van de stad verwoestte [Aa, Aard1, blz. 226]Bij de inhuldiging van Karel de Stoute, die zijnen vader Filips I, als Graaf van Holland in 1469 opvolgde beloofde deze aan de Afgevaardigden van Amsterdam, dat hij de stedelijke privilegien eerder zoude vermeerderen dan verminderen, maar hij vorderde tevens eene  beede waarin Amsterdam op 2875 schilden van 15 stuivers (2156 gld en 25 cents) werd geschat [...] [Aa, Aard 1, blz. 227] Na de inhuldiging van Maria van Bourgondië en Maximiliaan, Aartshertog van Oostenrijk met wie zij inmiddels gehuwd was, welke te Amsterdam in april 1478 plaats had, bezwoer Maximiliaan wel alle de stadsvoorregten, die, zoo door zijne voorzaten als door zijne gemalin aan de stad verleend waren en daaronder het Groot Privilegie, maar de stad had naast andere verplichtingen bovendien nog haar aandeel te dragen in een buitengewone bede van 60.000 Filipsschilden (of 50.400 guld.)" [Aa, Aard1, blz. 228] Gedurende de Gelderse oorlog, die, in het jaar 1481, met de inhuldiging der Landvorstin, eindigde, deed Maximiliaan weer eene bede van 80.000 Filips-klinkaarts (of 67.200 guld.) in het jaar, gedurende den tijd van acht jaren, waarin Amsterdam, na het bedingen van enige voorregten, bewilligde [Aa, Aard1, blz. 228] Onderscheidene schepen die te Amsterdam te huis behoorden, werden in de Zond aangehouden op last van Koning Christiaan, die zich van dat middel bediende, om de betaling te krijgen van de sommen, welke hem toegelegd waren, als bruidschat, bij gelegenheid van zijn huwelijk met Isabella van Oostenrijk, eene zuster van den toen regerenden Graaf Karel II , als Duitsch Keizer meer onder den naam van Karel V bekend. Te dezer gelegenheid verbond Amsterdam zich tot de betaling van 45.300 guld., op voorwaarde van die te mogen korten op de ingewilligde bede van 80,000 pond. Op deze belofte deed Karel aan Curistiaan toezegging , dat de geheele som der bruidschat zoude voldaan worden, waarop het ontslag der aangehouden schepen volgde; terwijl Karel, tot erkentenis van deze dienst, in het jaar 1519 alle de stads privilegiën en  voorregten, tot hiertoe aan haar verleend, bevestigden [Aa, Aard1, blz. 232-233]In het jaar 1528 bewilligde de stad in het verkoopen van renten ten behoeve van den Graaf. Ook stemde men voor stads aandeel in eene bede van 150.000 gld., ten behoeve van zijn huwelijk in 1529 [Aa, Aard1, blz. 233] Op een dagvaart der steden, alhier gehouden in 1533 was de Regering van Amsterdam de eerste, die stemde in eene buitengewone bede van 50.000 gulden, ofschoon zij tevens onwedersprekelijk bewees, dat de pas aangevangen oorlog aan de stad voor haar aandeel reeds meer dan 20.000 guld. gekost had; doch door deze bewilliging bewerkte zij ook dat 's lands vloot nog in de maand September in zee liep en voor de Nederlandsche koopvaardijschepen de Zond opende [Aa, Aard1, blz. 233] In 1542 moest men instemmen met "de bede van 60.000 gulden en daarenboven in het betalen van den honderdsten penning. Dit laatste, ofschoon slechts voor eens bepaald, moest in het volgende jaar ten tweedemale geschieden, en daarenboven moest men toen weder bewilligen in eene bede van 90.000 gulden, en eene leening van 6000 gulden, aan welke penningen de Regering niet zonder het invoeren van nieuwe imposten wist te geraken. [Aa, Aard1, blz. 235]Om den oorlog met de Protestanten in Duitschland voort te zetten, werd van de Stalen, voor den tijd van vier jaren, eene bede van niet minder dan 600.000 gulden gevorderd. De Regering van Amsterdam stemde, voor hel stads aandeel, daar gereedelijk in want door het gedrag der Wederdoopers had zij eenen haal tegen de nieuwe leer opgevat, en was meer geneigd tot vervolging geworden, waarin zij straf genoeg te werk ging. En omdat Burgemeesteren hierin hunnen moed te beter mogten koelen, vond de Keizer goed, om, in het jaar 1545, het ban- en vangeregt der stad eene mijl verder uit te breiden [Aa, Aard1, blz. 235] Om zich tegen Frankrijk te kunnen verzetten moest men weder toevlugt nemen tot de invoering van het haardstedegeld, ter goedmaking van eene som van 53.000 gulden, waarin Amsterdam gereedelijk bewilligde. Toen dit echter niet toereikende was, werden er in het volgende jaar nog voor 50.000 gulden aan los- en lijfrenten verkocht [Aa, Aard1, blz. 236]In 1553 moest men weder bewilligen in eene bede aan Holland gedaan van 500.000 gulden en in Augustus in eene tweede van 200.000 gulden; ter goedmaking van de eerste moest een tiende penning van de huizen betaald worden, hetgeen binnen de stad toen 13,000 en eenige honderd guldens bedroeg [Aa, Aard 1, blz. 235-236] In 1554 werd er weder eene bede van 200,000 gulden geeischt, waarom men genoodzaakt was voor 96.000 ponden erfelijke renten te verkoopen, waartegen de Keizer aan de stad het gruitgeld, zijnde een duit van iedere ton biers, voor 75 guld. in het jaar verpachtte. Filips stond dit gruitgeld naderhand voor 4500 ponden geheel aan de stad af [Aa, Aard 1, blz. 236] 
belastingdienst=In 1820 is H. Hartsink controleur van de in- en uitgaande rechten te Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XV]=In 1820 is  W. van Hogendorp directeur der registratie en domeinen te Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XVI]-In 1826 woont de hoofdcontroleur voor 's Rijks belastingen W.A. Bruijns in Amsterdam [Gosselin, blz. VI]. J.N. Fabritius ontvanger der registratie [Gosselin, blz. IX] en A.P. Wognum commies bij de directe belastingen, in- en uitgande rechten en accijnsen [Gosselin, blz. XXIV]-Er zijn in 1839 in de stad 6 ontvangkantoren (perceptiën, blz. 171).-In 1839 is het Amortisatie Syndicaat gevestigd in de Korte Spinhuissteeg in de Sint Jorishof  [Aa, Aard 1, blz. 185] -In de Oude Houtstraat zetelt het Kommissariaat voor de in- en uitgaande rechten [Aa, Aard 1, blz. 170] 
begraafrechtFrederik Duym deed weer de aangifte voor de belasting op het begraven bij het  overlijden van Adam Voskens op 27-9-1727, ditmaal in de tweede klasse, wat beroep en stand van de overledene ook zeer aannemelijk maakte. Maar hij werd op zijn vingers getikt en moest op 20-2-1728 bijpassen voor de eerste klasse, toen gebleken was dat de overledene ruim f 40000. - aan obligaties had nagelaten naast het huis op de Lauriergracht [Isabella Henriette van Eeghen., De Amsterdamse boekhandel 1680-1725, deel 5, 1978, blz. 285] 
convooigeldMinder zwarigheid maakte men in 1579 om toe te treden in de nadere Unie of Vereeniging tusschen Gelderland, Holland, Zeeland, Utrecht, Friesland en Overijssel. Ook werd ten aanzien van de Admiraliteit bewilligd in het heffen van convooigeld" [Aa, Aard1, blz. 244] 
exuerechtTen voordeele der Amsterdammers werd in dit zelfde jaar eene overeenkomst gemaakt met die van Zwolle, over den Bisschoppelijken tol, die men daar in pacht had en in 1470 werd het recht van exue, hetwelk hetaald werd van erfenissen, die aan buiten de stad wonende personen ten deel vielen, met die van Deventer vernietigd, zoo als in het vervolg met de meeste steden en landen plaats had  [Aa, Aard1, blz. 227] In het jaar 1507 kreeg Amsterdam nog eenige nieuwe voorregten van Christiaan, Koning tan Denemarken, die zeer ten voordeele van den koophandel strekten, daar ook het regt van exue, voor gestrande of verongelukte schepen en goederen , vernietigd werd [Aa, Aard1, blz. 231] Op 18 april 1726 nam de regering van Amsterdam het besluit dit recht voortaan met iedere stad te niet te willen doen bij acte van mortificatie [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 197]
gruitgeldIn 1304 ondergaat de stad een gestreng vonnis. Omdat zij Jan van Amstel (vermoedelijk een zoon van de voortvluchtige Gijsbrecht), bij de inval van de Utrechtsche Bisschop, Willem van Mechelen, binnen haar vesten ontvangen heeft, worden de bruggen en muren afgebroken en de vrijheid van markten ontnomen, terwijl zij bovendien dubbel gruitgeld betalen moet, dat van de bierbrouwers gevorderd wordt [Aa, Aard 1, blz. 220]Toen de Hertog, in 1402, door den Arkelschen oorlog in het nauw gebragt werd, bezorgde Amsterdam hem, behalve de manschap, die tot het voeren van den krijg vereischt werd, 1500 goede Gentsche nobelen (= f 6.000) tegen tien ten honderd jaarlijksche rente, waarvoor vele grafelijke goederen en renten aan de stad verpand werden, en daaronder de pacht van het gruitgeld, hetwelk te Amsterdam een zeer aanzienlijk deel der grafelijke inkomsten uitmaakte, aangezien die stad, ingevolge vonnis van het jaar 1304, verpligt was, dit dubbel te betalen. [Aa, Aard 1, blz. 223] In 1554 werd er weder eene bede van 200,000 gulden geeischt, waarom men genoodzaakt was voor 96.000 ponden erfelijke renten te verkoopen, waartegen de Keizer aan de stad het gruitgeld, zijnde een duit van iedere ton biers, voor 75 guld. in het jaar verpachtte. Filips stond dit gruitgeld naderhand voor 4500 ponden geheel aan de stad af [Aa, Aard 1, blz. 236] 
haardstedengeldOm zich tegen Frankrijk te kunnen verzetten moest men weder toevlugt nemen tot de invoering van het haardstedegeld, ter goedmaking van eene som van 53.000 gulden, waarin Amsterdam gereedelijk bewilligde. Toen dit echter niet toereikende was, werden er in het volgende jaar nog voor 50.000 gulden aan los- en lijfrenten verkocht. In 1553 moest men weder bewilligen in eene bede aan Holland gedaan van 500.000 gulden en in Augustus in eene tweede van 200.000 gulden; ter goedmaking van de eerste moest een tiende penning van de huizen betaald worden, hetgeen binnen de stad toen 13,000 en eenige honderd guldens bedroeg [Aa, Aard 1, blz. 236] 
honderdste penning=Toen de Staten in 1578 besloten eenen honderdsten penning te ligten werd door Amsterdam daarin niet bewilligd, en die stad bleef bij deze weigering volharden, niettegenstaande eene plegtige bezending der Staten derwaarts geschiedde [Aa, Aard1, blz. 244] =Albert Homoet [1665-1756] is commissaris van de 100ste penning [ANF1888, blz. 53]
klein zegelIn 1806 wordt Johannes Willem van Hasselt ontvanger van het klein zegel (WP8.153)
lastgeldEerst in 1540 gaven de Hollanders hun verzet op en besloten ze hun vissers aan de keizerlijke marine toe te vertrouwen, alsmede het gevraagde lastgeld te betalen. Wimmanus, een Skandinavisch reiziger, die dat jaar de stad Amsterdam en haar haven bezocht, weet ons dan ook te vertellen hoe hij een vloot van 300 buizen in volmaakte militaire formatie en onder escorte van de keizerlijke oorlogsschepen de Maasmonding zag verlaten om zee te kiezen en de visserij te beoefenen. Ook op het gebied van de konvooiering scheen de regering dus eindelijk haar doel te hebben bereikt, zodat ook hier voortaan meer eenheid heerste [Degryse, blz.44].
morgengeldGraaf Willem beveelt in 1413 en 1414 een morgengeld te gaderen in Rijnland zoowel binnen de steden als daar buiten ten bedrage van drie Leeuwen van elk morgen om den nieuwen watergang bij Amsterdam en de kolk te Gouda te betalen [Engels Geschiedenis blz. 31]
paalgeldIn 1563 raakt de stad in een geschil met Hoorn over het paalgeld, hetwelk, op grond der oude voorregten van 1542, door den Hoogen Raad, aldus ten voordeele van eerstgemelde stad werd uitgewezen: dat die van Hoorn aan de paalmeesters te Amsterdam, van alle paarden, koeijen en ossen, die het Vlie, of het Marsdiep, inkwamen, de daarop gestelde penningen betalen moesten.[Aa, Aard1, blz. 236]personeelcontroleur=in 1826 is W.A. Bruijns hoofdcontroleur voor 's Rijks belastingen in Amsterdam [Gosselin, blz. VI]ontvanger der registratie en domeinen=in 1820 is Pieter Christiaan Bondam ontvanger der Registratie en Domeinen [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. IX]=in 1826 is J.N. Fabritius ontvanger [Gosselin, blz. IX]
poorterrechtJan Asselijn [1610-1652] koopt op 24 januari 1652 het poorterrecht [NNBW 1911, blz. 188]
Staten van OorlogVanaf 1595 tot 1795 zijn, met enkele hiaten, de Staten van Oorlog beschikbaar in het archief van Amsterdam [Navorscher 1851/83]
tiende penningOm zich tegen Frankrijk te kunnen verzetten moest men weder toevlugt nemen tot de invoering van het haardstedegeld, ter goedmaking van eene som van 53.000 gulden, waarin Amsterdam gereedelijk bewilligde. Toen dit echter niet toereikende was, werden er in het volgende jaar nog voor 50.000 gulden aan los- en lijfrenten verkocht. In 1553 moest men weder bewilligen in eene bede aan Holland gedaan van 500.000 gulden en in Augustus in eene tweede van 200.000 gulden; ter goedmaking van de eerste moest een tiende penning van de huizen betaald worden, hetgeen binnen de stad toen 13,000 en eenige honderd guldens bedroeg [Aa, Aard 1, blz. 236] Alva wil een kasteel bouwen op de Gelderse kade bij de Bantammerbrug om de bevolking in toom te houden. De Regering zond in 1571 twee Burgemeesters naar Antwerpen, die het bouwen van dit kasteel en de inlegering van Spaansche krijgsknechten voor 200.000 gulden afkochten. Naauwelijks waren zij van deze vrees verlost of zij moesten naar middelen omzien, om den hernieuwden eisch van den tienden penning te ontgaan; dit bleef echter slepende tot in 1572 [Aa, Aard 1, blz. 239] 

tol-Er is een handvest van 1275 van Floris V waarin gesproken wordt over "homines manentes apud Amstelredamme". Er staat in "dat de Amsterdammers, tot vergoeding van zekere schade, hun door 's Graven volk aangedaan, verlof kregen, om hunne eigen goederen tolvrij door het gehele land te voeren" [Aa, Aard1, blz. 174]  Amsterdam krijgt in 1275 tolvrijheid van Floris de Vijfde , graaf van Holland [Aa, Nederland, blz. 8]-In 1351 schenkt Willem V tolvrijheid in Waterland. Op 15 december 1351 krijgt A. het recht om binnen de vrijheid elk bier te verkopen [Aa, Aard1, blz. 221]  -In 1360 vrijdom van de Wassenaarse tol gekocht [Aa, Aard1, blz. 221] -In 1367 vrijdom gekocht van de tol te Schoonhoven en Gouda [Aa, Aard1, blz. 221] -In 1399 "...kwam er verlof, dat alle schepen en goederen het Marsdiep en het Vlie van en naar Amsterdam zouden mogen in- en uitvaren, zonder aan eenige belasting onderhevig te zijn, dan alleen aan de Grafelijke tollen, waarvan evenwel de Poorters vrij verklaard waren" [Aa, Aard1, blz. 222]Albrechts zoon, Willem VI, volgde zijn vader in 1404 op. Hij verklaarde A. ter beloning van bewezen diensten, hem door hare ingezetenen, bij het beleg van Hagestein en Everstein bewezen, de stad vrij van alle markttollen te Woudrichem en te Heusden [Aa, Aard1, blz. 223] -In 1421 gaat A met enige schepen de strijd met Utrecht aan. De Hertog staat die van Amsterdam op 18 januari 1421 enige nieuwe rechten en vrijheden toe, onder welke ook was de tolvrijheld voor allen, die tot poorters zouden worden aangenomen [Aa, Aard1, blz. 224] Ten voordeele der Amsterdammers werd in dit zelfde jaar eene overeenkomst gemaakt met die van Zwolle, over den Bisschoppelijken tol, die men daar in pacht had en in 1470 werd het recht van exue, hetwelk hetaald werd van erfenissen, die aan buiten de stad wonende personen ten deel vielen, met die van Deventer vernietigd, zoo als in het vervolg met de meeste steden en landen plaats had  [Aa, Aard 1, blz. 227] In 1505 werd het verbod van uitvoer van granen weder ingetrokken, en de stad ontheven van de grafelijke tollen te Wezel, Keulen en Venlo; terwijl zij ook in het genot van ouderscheiden voorregten hersteld werd [Aa, Aard1, blz. 231] verlofgeldIn het jaar 1541 werd het verlofgeld op de granen door Keizer Karel V weder ingevoerd en dit maakte te Amsterdam zoo veel beweging, dat 's Keizers Ontvanger heimelijk ter stad uitgeholpen werd, om hem niet bloot te stellen aan de woede van het graauw; het verIofgeld  werd nu weder ingetrokken, op voorwaarde, dat Amsterdam een derde betalen zoude van 25.000 gulden, welke aan den Keizer moesten voldaan worden [Aa, Aard1, blz. 235] 
vermogensheffingIn 1674 wordt Meijndert van Keeren die op de Nieuwezijds Voorburgwal tussen de Lijnbaansteeg en de Mosterdpotsteeg aangeslagen voor een vermogen van f 5.000. Hij wordt ook aangeslagen als voogd over de erfgenamen van Willem van Schorel: vermogen f 7.000.
verpachtingTegen den 20 junij 1748 werd het volk, door briefjes, op den Dam bescheiden, om zich van de pachten te zien ontheffen; deze dag liep wel stil ten einde, maar op den 21 begon toch het  plunderen der pachtershuizen.En hoewel deze dolle woede aan achtttien huizen gepleegd was, zoo werden nogtans weinigen der aanhitsers van dit schendig feit gegrepen en naar verdienste gestraft. Zeker vrouwspersoon, bekend bij den naam van Mat van den Nieuwendijk, werd, benevens een manspersoon, ter wage uitgehangen, welke regtspleging, helaas, aan velen der aanschouwers het leven kostte, want eenige beweging onder de vele duizenden omstanders, men weet niet door welk toeval veroorzaakt, deed de gewapende burgers vuur geven, hetwelk zulk een gedrang veroorzaakte, dat dertien vertrapt en versmoord werden, terwijl negentien anderen in het Damrak verdronken" [Aa, Aard 1, blz. 250-251] verpondingmr. Willem van Kerchem is ontvanger van de extra ordinaris verponding in Amsterdam [Roelants, Gulden, blz. 265]vrijstellingHenry  Philippe de Limiers krijgt op 14 februari 1724 verlof tot het maken van een krant “met seclusie van allen anderen”. Hij krijgt daarbij gratis burgerrecht voor hem en zijn familie, exemptie van het familiegeld en van tocht en wacht [BMHG 1877, blz. 58]
waarborgrechtIn 1820 is M.A. van Peene Pz. ontvanger van het recht van waarborg te Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXIII]bestuuralgemeenIn januari 1444 is er onrust bij het vernieuwen van het wethouderschap. Overeengekomen wordt dat zowel Hoeksen als Kabeljauwsen zullen worden benoemd [Aa, Aard1, blz. 226]burgemeester-IJsbrand Heinen is burgemeester [Aa, Aard1, blz. 224]-Dirk Holland is burgemeester in Amsterdam [Aa, Aard1, blz. 225]-In 1414 is Thyman Hendriks burgemeester  [Aa, Aard1, blz. 224]-Jan Dirkzoon Helmer is burgemeester van 1428-1433 [Adel1925, blz. 18]-Heijman Jacobz van Ouder-Amstel is burgemeester  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 539]-In 1431 en 1449 is Jan Heusche Ottensz schepen en burgemeester van Amsterdam [Nav1870.262]-in 1535 is Pieter Kolijn burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 378]-In 1539-1564 is Hendrik Dirkszoon burgemeester [Kobus/Rivecourt1.95; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 298]-Adrianus Reiniersz Cromhout was burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 140]-In 1567 is Joost Buik [1506-1588] burgemeester [Aa, Aard1, blz. 238]. Is 16 x burgemeester=in 1590 is Balthazar Simonsz Appelman burgemeester  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]Jean Appelman is burgemeester [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]-Willem Bardes, Maarten Jansz Koster, Adriaan Reinierszoon Kromhout en Dirk Janszoon worden op 28 mei 1578 gekozen tot burgemeester door 36 nieuwe raden, nadat de vorige stadsregering was afgezet. Voorts worden aangesteld schepenen, vroedschappen en overige regeringsleden [Chalmot2.87; Aa, Aard1, blz. 243]. -in 1588 wordt Cornelis Pieterszoon Hooft burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 318]-Pieter Cornelis Boom is burgemeester [Aa, Aard1, blz. 245]-Herman van de Wal is burgemeester [Navorscher 1851, blz. 160]-in 1600 is Willem Huygens burgemeester [Navorscher 1851, blz. 192-Willem Bardes overlijdt in 1601. Bij het sluiten van de schoutsrekening in 1603 blijkt Willem nog 3200 ponden tegoed te hebben. Zijn zoon Willem krijgt daarvoor een jaarlijkse renten van 200 ponden [Chalmot2.92]-In 1601 is Jan Duivensz Benning burgemeester [Kok6.374]-in 1603 is Gerrit Pietersz Bicker burgemeester [Navorscher 1852, blz. 339]-Jakob Simonsz van Nek is burgemeester [Aa, Aard1, blz. 245]-In 1611 en 1618 is Dirk Bas burgemeester in Amsterdam [Chalmot2.115 Kobus/Rivecourt1.100]-Jacob Dirkszn de Graaf is in 1618 burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 249]-Pieter Pieterszoon Hasselaar bekleedde herhaaldelijk de burgemeesterlijke waardigheid. Hij was burgemeester o.a. in 1638 tijdens de komst van Maria de Medicis, koningin van Frankrijk [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 283]-In 1650 is Cornelis Bicker, Heer van Swieten, burgemeester van de stad [[Nav1851.158; Aa, Aard1, blz. 248; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 52]-in 1650 wordt Francis Banning Koch burgemeester   [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 374]-in 1651 wordt Johan Huijdekoper burgemeester en nadien vaker [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 336]-Jan Cornelis Geelvink is burgemeester. Zijn echtgenote Agatha van Oudshoorn verkoopt op 19 september 1664 het huis "De Zon" op het Singel bij de Blauwburgwal dat daarna een doopsgezinde kerk werd [Navorscher 1851, blz. 337]-in 1657 is Andries de Graaf burgemeester  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 249]-Symon van Hoorn [.....-1667] is meerdere malen burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 324]-in 1662 wordt Hendrik Hooft [1617-1678] burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 319]-in 1663, 1664, 1665, 1673 en 1674 is Nicolaas Tulp burgemeester [Navorscher 1852, blz. 165]-in 1665 is Gerard Hasselaar burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 184; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 282]-Nicolaas Witsen  is burgemeester en raad van Amsterdam [Navorscher 1852, blz. 177]-Nicolaas Korver is burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 137]=in 1668 is Nellesteyn burgemeester van de stad [BMHG 1877, blz. 341]-In 1672 is Joan van de Poll burgemeester [Aa, Aard1, blz. 248]-in 1688 wordt Jan Appelman burgemeester [Kobus/Rivecourt1.51; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 20]-Jan Trip is burgemeester van Amsterdam [Chalmot2.355]-in 1691 is Johan Six [....-1700] burgemeester. Hij is getrouwd met Margaretha Tulp    [Navorscher 1852, blz. 258]-op 13 mei 1695 is Jacob Boreel burgemeester [Kok13, blz. 38]-in 1708 wordt Gerrit Hooft burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 319]-Jan Corver [....-1716] is 19 maal burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 137]-Cornelis de Graaf is burgemeester van Amsterdam [Aa, Aard1, blz. 189]-Gerard Arnoud Hasselaar [1698-1766] is 11 x burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 282]- mr. Ferdinand van Collen, heer van Guntersteyn, was burgemeester. Ook Kollen [Leeuw1883, blz. 45; Navorscher 1851, blz. 168]-van 1731-1748 is Gerrit Corver negen maal burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. -Aegidius van Bempden is burgemeester [Navorscher 1852, blz. 70ppa]-In 1747 is Gillis van den Bempden burgemeester [Chalmot2.265; Kobus/Rivecourt1.125].-Willem van Heemskerk [1728-1784] wordt na 1753 burgemeester [WP8.196]-in 1753 is mr. Pieter Rendorp burgemeester en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-In 1754 is mr, Egbert de Vrij Temminck oud-burgemeester [Leeuw1883, blz. 45]-in 1761 wordt Gualtherus Petrus Boudaan [......-1781] burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]-in 1769 is Hendrik Hooft Danielsz burgemeester [Nav1870.74; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 319]-in 1778 is Egbert de Vrij Temminck [1700-1787] burgemeester [Navorscher 1851, blz. 230; NNBW 1911, blz. 1383]-Van Reenen is burgemeester van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 921]-In 1780 is mr. Jan van de Poll burgemeester [Leeuw1883, blz. 45, 46]-In 1782 is mr. Pieter Elias burgemeester [Leeuw1883, blz. 45]-in 1784 is Quirijn Willem van Hoorn oud-burgemeester van Amsterdam [Leeuw1883, blz. 45] -In 1787 is Marten Adriaan Beels burgemeester van Amsterdam Op 21 april 1787 afgezet [Chalmot2.207;Kobus/Rivecourt1.117]-Op de 1e dag van de wintermaand 1787 wordt Henrik Hooft Danielsz [1716....-1794 Loenersloot] uit zijn ambt van burgemeester gezet [Nav1870.77].commissaris=Henrik Hooft Danielsz is commissaris in 1738 [Nav1870, blz. 77]=Jan Berend Bicker [1746-1812] is in 1768 commissaris in Amsterdam [NNBW 1911, blz. 346]griffier=Jeronimo de Vries 1776-1853] is griffier van Amsterdam [Horst, Republiek, blz. 65]municipaliteit=Jan Berend Bicker [1746-1812] is in 1795 lid van de municipaliteit [NNBW 1911, blz. 346]=Anton Reinhard Falck wordt in 1801 tot lid van de municipaliteit  benoemd [NNBW 1911, blz. 846]pensionaris=in... is Nicaise de Sille pensionaris [Fruin, Toen, blz. 197]-In 1610 is Albert Veer pensionaris in Amsterdam [Clerc, Geschiedenissen2, blz. 27]-In 1637 is Willem Boreel pensionaris, heer van Duinbeke, Vrendijcke , Steelant, enz [Kok13, blz.  ; Navorscher 1852, blz. 131]-Coenraad van Heemskerk [1647-1702] is pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 288]-in 1660 is Pieter de Groot pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 261]-in 1666 is Cornelis Hop pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 325]-Coenraad van Heemskerk [1647-1702] wordt in 1672  pensionaris  [WP8.196]-in 1680 wordt Jacob Hop pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 326; NNBW 1911, blz. 265]. Ophef over een krantenartikel in 1687  [BMHG 1877, blz. 41]-in 1753 is mr.  Ernst Graeflandt pensionaris en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]-Engelbert Francois van Berkel  is  in 1762 tweede pensionaris van Amsterdam -In 1774 wordt Engelbert eerste pensionaris [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 346]-Albert de Veer [1564-1620] wordt  in 1589 mede-pensionaris en op 15 januari 1601 pensionaris [NNBW 1911, blz. 1516]Provisionele Representanten van het Volk van Holland-Henricus Aeneae [1743-1810]  is representant voor Amsterdam vanaf 20 februari 1795 [Repertorium]raad-In 1475 is Dirk Simonsz Bennink schepen en raad (Kok, Vaderlandsche, deel VI, 2e dr. 1787, blz. 374)-in 1525 is mr. Dirkszoon Hendrik raad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 298]-in 1547 wordt Kornelis Teunisse Antoniszoon raad. [Kobus/Rivecourt1.49; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 19]-In 1567 is Cornelis Antoniszoon raad van Amsterdam [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 19, 135]-Reinier Cant is burgemeester [NNBW 1911, blz. 531]-In 1578 zijn raden Jakob Jansz Benning, Jakob van Kampen, Jan Laurenszoon en Jakob Franszoon-in 1583 wordt Jan Jacobsz Bal Schepen [Navorscher 1851, blz. 344]-In 1595-1618 wordt IJsbrand Ben Elbertz raad van Amsterdam [Chalmot2.265]-Jan ten Grootenhuys [1573-1646] is van 1605-1646 raad [NNBW 1911, blz. 997]-in 1622 wordt Nicolaas Tulp raad [Navorscher 1852, blz. 165]-Pieter Pieterszoon Hasselaar is in het jaar 1626 raad in Amsterdam [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 283]-Jan Trip is raad van Amsterdam [Chalmot2.355]-in ... wordt Cornelis Pieterszoon Hooft raad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 318]-Frederik Sluysken is raad van de stad  [Roelants, Gulden, blz. 51]=in 1631 is Gerard Schaep raad en vroedschap van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 265]-in 1634 wordt Francis Banning Koch raad  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 374]-Kornelis de Graaf is van 1643-1661 burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 249]-Pieter Cloeck wordt in 1649 raad zonder ooit schepen te zijn geweest [NNBW 1911, blz. 611]-in 1653 is Hans Bontemantel raad van Amsterdam [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 68]-in 1654 is Joan Blaauw schepen en raad van Amsterdam [Navorscher 1851, blz. 180]-in 1655 wordt Jan Bicker raad [Navorscher 1852, blz. 339]-in 1666 wordt Jan Corver raad [Verwert, Handwoordenboek I, blz. 137]-in 1672 wordt Jan Appelman raad, benoemd door WillemIII [Kobus/Rivecourt1.51]-op 13 mei 1695 is Jacob Boreel raad [Kok13, blz. 38]-in 1696 is Jean Deuts raad en schepen [Aa, Aard1, blz. 371]-Willem Gerrit Dedel [1675-1733] is van 1705-1715 raad van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 693]-in 1706  is mr. Jacob Elias schepen [ANF1888, blz. 21]-in 1718-1725 is Kornelis Hop raad en schepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 326]-In 1723 is Gillis van den Bempden raad van Amsterdam [Chalmot2.265]-In 1745 is mr. Ferdinand van Collen raad van Amsterdam [Leeuw1883, blz. 45]-Jan van de Poll is raad van Amsterdam [Leeuw1883, blz. 46]-In 1748 is mr. Reinier Leendert Bouwens [1755-1798] is raad van Amsterdam [Leeuw1883, blz. 42, 45]-in 1753 is mr. Pieter Rendorp burgemeester en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-In 1754 is mr Egbert de Vrij Temminck raad [Leeuw1883, blz. 45]=Jan Berend Bicker [1746-1812] is van 1781-1787 raad in Amsterdam [NNBW 1911, blz. 346]-in 1785 is F. van Collen schepen en raad van Amsterdam-in 1787 is Balthasar Elias Abbema [1739-1805] raad in de vroedschap en schepen [Kobus/Rivecourt1.5]=Cornelis van Lennep [1751-1813] werd in 1803 raad  en wethouder [NNBW 1911, blz. 1264]schepen-In 1417 is Jan Eggerts schepen.-In 1431 en 1449 is Jan Heusche Ottensz schepen en burgemeester van Amsterdam [Nav1870.262]-In 1470 en 1473 Hendrik Jansz. Akkerman is  schepen van A. Hij staat in 1475 Karel de Stoute als hoofdman ter zijde bij het beleg van Neuss.-In 1475 is Dirk Simonsz Bennink schepen en raad (Kok6.374)-In 1476 is Hendrik Jansz. Akkerman schepen van A.-In 1492 is Jan Jansz Benning schepen (Kok6.374)-In 1543 is Jan Graeff schepen [Adel1925, blz. 78]-in 1544 is Kornelis Teunisse Antoniszoon schepen [Kobus/Rivecourt1.49; Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 19]-in 1578 is Balthazar Simonsz Appelman schepen  [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]-Balthazar’s  zoon Wijbrand is schepen [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]-Balthazar’s tweede zoon Sijbrand Baltenz. Appelman is schepen [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]-Jean Appelman is schepen [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]-In 1578 wordt Jacob Jansz Bennink tot schepen en raad aangesteld [Chalmot2.271; Kok2.373]-in ... wordt Cornelis Pieterszoon Hooft schepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 318]-Albert de Veer [1564-1620] wordt op 10 augustus 1588 secretaris van de schepenen [NNBW 1911, blz. 1516]-in 1590 is Gerrit Pietersz Bicker schepen en raad [Navorscher 1852, blz. 339]-In 1583 wordt Jan Jacobs Bal door de burgerschutterij verkozen tot schepen [Navorscher 1851/344]-In 1594 is IJsbrand Ben Elbertz schepen [Chalmot2.265]Jan ten Grootenhuys [1573-1646] is in 1602, 1605, 1607, 1608, 1610, 1613, 1614, 1616, 1617, 1619 en 16 20 schepen [NNBW 1911, blz. 997]-In 1614 is Joannes Pietersz de Witte schepen van de stad [Navorscher 1851, blz. 378]-Claas van Heemskerk [1536-1616] is schepen [WP8.193; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 287]Jan ten Grootenhuys [1573-1646] is in 1617 en 1620 president-schepen [NNBW 1911, blz. 997]-in ....is Jan Willemsz Bogaard schepen van Amsterdam [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 63]-In 1640 is Johan van Heemskerk [1597-1656] schepen [WP8.196]-Frederik Sluysken is schepen van de stad  [Roelants, Gulden, blz. 51]-Rond 1648 is Johan Huydecoper schepen [Aa, Aard1, blz. 248]-mr. Opmeer is schepen [Leeuw1883, blz. 21]-In 1651 wordt Joan Blaauw verkozen tot schepen en raad van de stad [Navorscher 1851/180]-in 1654 wordt Nicolaas Tulp schepen [Navorscher 1852, blz. 165]-in 1655-1656 is mr. Diederich Tulp schepen [Dirk] [Navorscher 1852, blz. 131]-Cornelis Cloeck [1622-1693] is sinds 1660 regelmatig schepen [NNBW 1911, blz. 611]-In 1672 is Coenraad van Heemskerk [1647-1702] schepen [WP8.196]-Cornelis Cloeck [1622-1693] is in 1677 en 1682 president-schepen [NNBW 1911, blz. 611]-in 1690 wordt mr. Nicolaas Corver [....-1692] schepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 137]-In 1694 is mr Daniel Jean Bernard [1668-1736] schepen [Leeuw1883, blz. 52]-in 1696 is Jean Deuts raad en schepen [Aa, Aard1, blz. 371]-in 1702 is mr. Jan van der Bempden schepen en raad [Navorscher 1852, blz. 165]-Willem Gerrit Dedel [1675-1733] is in 1705 schepen van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 693]-in 1708 wordt mr. Jan van den Bempden raad en schepen [Navorscher 1852, blz. 21]-in 1711 wordt mr. Jan van den Bempden president-schepen [Navorscher 1852, blz. 21]-in 1711 is Benjamin Pouille schepen en raad [Navorscher 1852, blz. 195]-in 1718-1725 is Kornelis Hop raad en schepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 326]-in 1724 in Gillis van den Bempden schepen van Amsterdam [Chalmot2.265]-Johannes Wolters is schepen van Amsterdam [Nav1870.590]-Gerard van Papenbroek is president-schepen  [Aa, Aard1, blz. 210]-in 1731 is Gerrit Corver, heer van Velzen, burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 136]-Gerrit Corver is schepen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 136]-in 1744 is Henrik Hooft Danielsz schepen [Nav1870.77]-mr. Jan Cypriaan van Ewyck, heer van Themaat later ook van Den Engh, is schepen  [Kok13, blz. 301]-In 1744 wordt Willem van Heemskerk [1728-1784] schepen [WP8.196; [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]-In 1746 is Mattheus Lestevenon schepen van Amsterdam [Chalmot2.355]-in 1747 is Gerrit Corver burgemeester [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 136]-in 1748 is mr. Bouwens schepen [Leeuw1883, blz. 42, 46]-Balthasar Huydecoper was in 1753 schepen in Amsterdam en baljuw van Texel [Navorscher 1852, blz. 193]-in 1753 is mr. Cornelis Backer oud schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]-in 1753 is mr. Jan van de Poll schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-in 1753 is mr. Antony Warin schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 38]-in 1753 is mr. Francois de Witt schepen en raad van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 38]-in 1753 is Jan van Tarelink schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]-in 1753 is mr.  Wilhem Cornelis Backer regerend schepen van Amsterdam en bewindvoerder van de OIC [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]-in 1753 is mr. Henrik Hooft schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]-in 1753 is mr. Pieter Cornelis Hasselaar schepen van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]-in 1753 is mr. Jacob van Stryen, schepen en raad van Amsterdam [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]=in 1772 is Jan Berend Bicker [1746-1812] schepen in Amsterdam [NNBW 1911, blz. 346]-Cornelis van Lennep [1751-1813] werd in 1782 schepen en raad [NNBW 1911, blz. 1264]-in 1785 is F. van Collen schepen en raad van Amsterdam-in 1787 is Balthasar Elias Abbema raad en schepen [Kobus/Rivecourt1.5]-Balthazar Huidecoper is schepen van Amsterdam [Nav1870.612]schout-In 1393 is Dirk Sijmonsz Benning schout van de stad -in 1405 is Jan Nottard schout van de stad -Jan Jan Heinenszoon is schout van de stad [Aa, Aard1, blz. 225]-In 1495-1496 is Jan Jansz Benning is schout -In 1508 wordt het schoutambt door Karel V verpand aan het wethouderschap voor f 20.000-In 1542 wordt Willem Dircksz Bardes [1496-1568] aangesteld tot schout van Amsterdam [Kobus/Rivecourt1.95]-In 1550 lost Maria van Hongarije de f 20.000 af  en benoemt Bardes-In 1563 komt het schoutsambt, voor eene somme van 20.000 guldens, weder voor den tijd van zes jaren aan de stad [Aa, Aard1, blz. 236]-Wille Dirksz Bardes is tot in 1566 schout. Hij overlijdt in 1601 [Aa, Aard1, blz. 242]. Op 8 november 1603 bekwam Willem Bardes [....-1619] van de Staten van Holland een losrentebrief op de domeinen van ƒ 200 (de eerste 22 jaren wegens achterstallen ƒ 400) 's jaars, ter zake van ƒ 3200, die zijne grootvader Willem Dirksz. B. bij zijn aftreden als schout van Amsterdam per slot van rekening te vorderen had, en waarvoor diens weduwe in 1577 een rentebrief verworven, maar slechts driemaal de betaling ontvangen had [NNBW 1911, blz. 237].  -In 1567 is Pieter Pietersz schout [Aa, Aard1, blz. 239]-Amsterdam mag zelf de schout benoemen. De stad heeft dit recht herhaaldelijk in pand. Bij de Satisfactie van 1581 behoudt ze dit recht [Ripperda, Politie33-34]secretaris=in …. is Wigboldus Slicher secretaris van de stad [BMHG 1877, blz. 340=in 1688-1702 is mr. Jan van der Bempden secretaris [Navorscher 1852, blz. 21, 165]=Willem Gerrit Dedel [1675-1733] is in 1691 secretaris van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 693]=in 1698 is Balthasar Boreel secretaris [Kok13, blz. 38]=in 1768 is Gerrit Hooft secretaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 319]=Coenraad van Heemskerk [1647-1702] is secretaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 288]=Johannes Wolters is secretaris [Nav1870.590]stadsbodeIn 1395 verklaart Albrecht van Beijeren dat hij bij het overlijden van de stadsbode ('s Graven knecht) Daniel Sappel dit ambt "ten eeuwigen dage" aan de stad zal afstaan [Aa, Aard1, blz. 221-222] thesaurier=in 1668 is Wigboldus Slicher thesaurier van de stad [BMHG 1877, blz. 340=Jean Appelman is thesaurier [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]=jkr mr. Gerard George Clifford [1779-1847] is thesaurier [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 127]=Jan ten Grootenhuys [1573-1646] is in 1606, 1609, 1611, en 1612 thesaurier [NNBW 1911, blz. 997]vroedschap=Jean Appelman is lid van de vroedschap [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 714]=Nicolaas Calkoen (1753-1817) is van 1782-1795 lid van de vroedschap [Horst, Republiewk, blz. 218]=Cornelis van Lennep [1751-1813] werd in 1808 benoemd in de vroedschap [NNBW 1911, blz. 1264]brandOp 23 april 1421 brandt een derde deel van de stad afIn 1432 wordt het stadhuis opnieuw door brand verwoest [Aa, Aard1, blz. 176]In de nacht van 23 op 24 mei 1452 is er opnieuw een felle brand. Driekwart van de stad gaat verloren [Aa, Aard1, blz. 176, 226]In 1645 is er weer een grote brand. De Nieuwe Kerk brandt af. Op 11 januari 1645 is er brand in de Nieuwe Kerk. Het herstel duurt tot in 1648 [Aa, Aard1, blz. 190]Op 7 juli 1652 gaat het Elisabethgasthuis door brand verloren [Aa, Aard 1, blz. 191]In 1662 sneuvelt de Brownistenkerk in de Barndesteeg door brand [Aa, Aard 1, blz. 191]In oktober 1762 ontstaat er brand in het stadhuis. De schade is niet groot [Aa, Aard1, blz. 178]In 1806 is er opnieuw brand is het stadhuis. De schade is gering, maar belangrijke papieren gaan verloren [Aa, Aard1, blz. 178]cultuurIn het jaar 1665 lieten Burgemeesteren van Amsteldam Ludolf Bakhuizen [1631-1709] een groot stuk schilderen, vol gewoel van allerlei schepen en jagten, en hun koopstad in 't verschiet, waarvoor zij hem 1300 guldens gaven, en nog ene verering daar te boven; dit konsttafereel verstrekte tot een geschenk aan Lodewijk de XIVe, Koning van Frankrijk , die er zo groot genoegen in nam, dat hij het in de Louvre, onder ene verzameling van de konstigste schilderstukken liet plaatzen. [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 35]
economieIn 1368 krijgt A. van de Zweedse koning Albert de vrijheid van vaart en handel op Denemarken en Schonen [Aa, Aard1, blz. 221]In 1391 geeft de hertog A. de vrijheid om jaarlijks een consul of voogd voor de handel op Schoonen aan te stellen [Aa, Aard1, blz. 221] In 1393 ontheft de hertog A. van het Dordtse stapelrecht [Aa, Aard1, blz. 221] Van Erik, Hertog van Saksen, bekwamen de Amsterdammers, in 1414, de vrijheid om in Saksen , Engeren en Westphalen te handelen, mits zij aldaar dezelfde tolgelden als te Hamburg betaalden" [Aa, Aard 1, blz. 22] Ook was de stad, te dien tijde (rond 1474), in een toestand, dat deze titel in waarheid op haar konde toegepast worden; want de geldmiddelen waren ten behoeve van den Hertog gebezigd, zoodat de regering zich genoodzaakt zag ter goedmaking van alle zware uitgaven, de accijnsen op de levensmiddelen Ie verhoogen; bovendien leden de kooplieden zware slagen, en eene menigte aanzienlijke personen verliet de stad. Om dit echter voor te komen, werd bepaald, dat niemand met der woon naar elders mogt vertrekken, zonder zijn aandeel in de stadsschulden betaald te hebben [Aa, Aard 1, blz. 227-228] In 1498 bestaat ter hoogte van het Kamperhoofd in het IJ de Grote Kraan voor laden en lossen [Aa, Aard1, blz. 182]In het jaar 1556 bewilligden Amsterdam en de Noordhollandsche steden, om zes schepen, bemand met 500 koppen, in zee te brengen, op voorwaarde, dat het gemeene land de kosten zoude dragen tot 19,000 gulden toe. Deze uitrusting geschiedde tot dekking van de graanvloot, die men reikhalzend uit de Oostzee tegemoet zag. alzoo er groot gebrek aan granen was, en de schaarschheid van levensmiddelen gemeen was terwijl deze ramp nog verzwaard werd door eene pestziekte die zoo hevig woedde, dat het gasthuis te klein was om alle de besmetten te bevatten [Aa, Aard 1, blz. 236] In het jaar 1560 werd Amsterdam met eenige voordeelen in den koophandel op Denemarken en Duitschland beschonken [Aa, Aard 1, blz. 236] In 1565 komt de waag op de Dam gereed [Aa, Aard1, blz. 182]In 1598 wordt in de stad de Kamer van Assurantie opgericht om geschillen op dit vlak te behandelen [Navorscher 1851/186, 210], geregeld in een ordonnantie (Groot Plakkaatboek deel I, blz. 842).=drie tot vierduizend vaartuigen liggen rond 1600  tegelijkertijd in Amsterdam op de rede; tweemaal 's jaars komen er vloten aan van tussen de vier- en vijfhonderd schepen, deels met koren bevracht van Dantzig, deels met wijn en zout van Frankrijk en Spanje; buitendien nog een aantal andere uit Indië en de nieuw ontdekte landen, rijk beladen met specerijen en kostbaarheden [Fruin, Tien, blz. 235]Op 20 maart 1602 wordt bij octrooi 'van "de Staten der Verenigde gewesten" de Oostindische Compagnie opgericht [Aa, Aard 1, blz. 245] In 1614 wordt in Amsterdam een maatschappij voor de walvisvangst opgericht. Er wordt voor 3 jaren een privilege verleend [Navorscher 1851, blz. 106]In 1617 wordt een korenbeurs opgericht [Aa, Aard1, blz. 181]In 1619 wordt de waag verlegd van Dam naar de Westermarkt [Aa, Aard1, blz. 182]In 1622 is er sprake van duurte en schaarsheid van graan  [Aa, Aard 1, blz. 245] "In het jaar 1653, toen, ten gevolge van den verderfelijken oorlog met Engeland, te Amsterdam wel 1400, anderen zeggen zelfs 3000, huizen ledig stonden, terwijl van alle deuren der waag er naauwelijks ééne geopend werd"  [Aa, Aard 1, blz. 248] In 1758 lijdt de koophandel door de Engelse zeerovers, in 1762 door Spaanse en Franse kapers en Barbarijse zeerovers. Er zijn vele failissementen. De wisselbank staat stil [Aa, Aard 1, blz. 251-252] In 1772 is er de val van diverse handelshuizen [Aa, Aard 1, blz. 252] In 1829 worden twee havens aangelegd, het Oosterdok en het Westerdok [Aa, Aard 1, blz. 174]In 1839 zijn er scheepstimmerwerven, mastenmakerijen, zeilmakerijen, lijnbanen, ankermederijen, een fabriek van scheepsbekledingsvilt, een koper-, metaal-, en klokgieterij, twee lettergieterijen, een pletterij, een scheepskombuizenfabriek,een brandspuitfabriek, rijtuigfabrieken; fabriek van stoomwerktuigen, instrumentenfsbriek, een pijpgazfabriek, fabriek van klein zilver en spijkers, goud- en zilverslagerijen, smederijen, draardtrekkerijen, juweliers, goudsmeden, diamantslijperijen, salpeterfabrieken, een sterk water-, terpentijn- en vermiljoenstokerij, een vermiljoen- en boraxfabriek, kamfer- en boraxraffinaderijen, fabrieken van chemicaliën; een spiegelfoeliefabriek, twee loodwitmolens, zegellakfabrieken, lijmfabrieken, teer- en traankokerijen, olieslagerijen, looierijen, een vitrioolfabriek, fabriek van verlakte leren hoeden en zadelmakers-, militair- en scheepslederwerk, hoedenfabrieken, leerlooierijen, marokijnfabrieken, reiskofferfabrieken, een glasbuigerij, glasslijperijen, wasbleeken, waskaarsenfabrieken, zijdefabriek, twaalf ververijen, sergiefabrieken, katoendrukkerijen, een tullefabriek, een lakmoesfabriek, twee fabrieken van behangselpapier, boek-, kaart- en plaatdrukkerijen, een fabriek van albasten kunstwerken, een plamuurderij, houtzaagmolens, korenmolens, een stoomrijst- en pelmolen, zeven bierbrouwerijen, vier azijnmakerijen, monterijen, 53 suikerraffinaderijen, chocolaadmolens, zeepziederijen en tabaksfabrieken [Aa, Aard1, blz. 170]Er zijn drie vismarkten, een ossenmarkt, een kalveren-, lammeren- en schapenmarkt, een varkensmarkt en een warenmarktIn 1851 bestaat A. uit vier kantons. De stad beschikt over een stoomsuikerraffinaderij, een distilleerderij, olie- en vernisstokerij, een kunstazijnmakerij, een snelazijnmakerij, een ijzergieterij, brouwerij van vreemde bieren, palmoliefabriek, drie stoomkorenmolens waarvan een tevens pelmolen, een stoomrijstpellerij, een stoomrijst- en garstpelmolen, een affineerfabriek, een pijpgasfabriek, een fabriek van draagbaar gaz, diamantslijperijen, chemicaliënfabriek, boraxraffinaderijen, kamferraffinaderijen, smaltfabrieken. Er komen in 1937 schepen de haven in, 1999 varen uit [Aa, Aard13, blz. 555]In 1851 komt in Amsterdam nog het gebruik van kerfstokken voor onder slachters en leerlooiers [Navorscher 1851/32-33]=De bereikbaarheid wordt vergroot door de Schellingwouderbrug in 1957, de Coentunnel in 1966 en de IJtunnel in 1968 [Baert, Goor, blz. 20]=Amsterdam levert rond 1968  ongeveer 11% van het binnenlands product [Baert, Goor, blz. 20]
financiën afkoopsomIn 1571 betaalt de stad 200.000 gulden om Alva te weerhouden van het bouwen van een kasteel op de Geldersekade [Aa, Aard1, blz. 239]algemeenRond 1477 wordt het burgers vanwege de precaire financiële situatie verboden de stad te verlaten zonder het aandeel in de stads schulden te hebben betaald [Aa, Aard1, blz. 228]beveiligingIn het begin van de XVe eeuw rust de stad op eigen kosten oorlogsschepen uit ter beteugeling van de Oostfriese zeeschuimers, de Victualiebroeders en Likedelers [Navorscher 1851/380].Op 20 april 1567 worden 400 burgers in soldij genomen [Aa, Aard 1, blz. 238] boeteIn 1366 moet een boete betaald worden aan hertog Albrecht van Beieren [Aa, Aard 1, blz. 221] derdenbijdragenOp 14 augustus 1423 belooft Delft 400 guldens te zullen bijdragen aan de herdijking van de Grote Waard [Regt, blz. 35]directeur van de publieke schatkist Jan Hinlopen [1759-1808] neemt deze functie enige tijd waar  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 309]gedwongen leningOp 27 november 1801 wordt vergaderd over het voorstel om met een gedwongen lening het krediet van de Stadswisselbank te redden. Een omstreden voorstel; zes leden van het Intermediair Gemeentebestuur stemden tegen [Horst, Republiek, blz. 60]kamer van geldmiddelenJacob Reingoud, heer van Kouwenberge stelt Requesens in 1586 voor een kamer van geldmiddelen op te richten, waarvan hij dan thesaurier zou moeten worden. Burgemeester Willem Bardes verzet zich daartegen. De oprichting kan niet zonder voorkennis van de Staten. De kamer werd toch opgericht en Reingoud werd thesaurier [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 91leningToen de Hertog, in 1402, door den Arkelschen oorlog in het nauw gebragt werd, bezorgde Amsterdam hem, behalve de manschap, die tot het voeren van den krijg vereischt werd, 1500 goede Gentsche nobelen (= f 6.000) tegen tien ten honderd jaarlijksche rente, waarvoor vele grafelijke goederen en renten aan de stad verpand werden, Ook had de stad vrijheid om voor de opgeschotene penningen lijf-en erfrenten uit te geven [Aa, Aard 1, blz. 223] "Omtrent te dien zelfden tijde sloot de Graaf een ander verdrag met de Heeren van Egmond en IJsselstein, tot welks nakoming zich, onder andere steden, ook Amsterdam verbond, op de belofte dat de Graaf haar deswege schadeloos zoude houden, belastende de stad zich, bij die gelegenheid, met eene schuld van 15.000 Fransche schilden (f 27.000 Nederl. guld.) ten behoeve van den Heer van Egmond." [Aa, Aard1, blz. 224] In 1490 wordt voor de strijd tegen de Hoeksen een lening van  12.000 Andriesguldens gesloten [Aa, Aard1, blz. 230]lijfrenten en erfrentenAlbrechts zoon, Willem VI, volgde zijn vader op. Hij verleende A. ter beloning van bewezen diensten, hem door hare ingezetenen, bij het beleg van Hagestein en Everstein bewezen, de vrijheid, om ten haren laste te mogen verkoopen lijfrenten of erfrenten, zoo haar dat oorbaarst dunken zoude; terwijl hij verder de schuld, door haar ter oorzake van het beleg van Hagestein gemaakt, voor zijn rekening nam ; verklarende hij, omstreeks dien tijd, de stad tevens vrij van alle markttollen te Woudrichem en te Heusden [Aa, Aard1, blz. 223] Na het overlijden op 31 mei 1417 van graaf Willem betaalt de stad, volgens belofte, zijn dochter, de gravin Jacoba van Beijeren een lijfrente [Aa, Aard1, blz. 224] De Graaf, ondertusschen met de voorheen gemelde bede nog niet toekomende, gaf vrijheid, om ten zijnen behoeve, in 1472, lijf- en losrenten in Holland te verkoopen, en verpandde daarvoor, te Amsterdam, de inkomsten van het schoutsambt, hetwelk toen jaarlijks 450 pond van 40 grooten (of 450 guld.) opbragt, alsmede een stuk lands , waarvan 186 ponden (of 186 guld.) kwamen , en de sluis te IJpesloot, die 87 ponden (of 87 guld. ) 's jaars opbragt. Alle deze zware sommen strekten ter goedmaking van den oorlog , waarin Karel met Frankrijk gewikkeld was [Aa, Aard1, blz. 227]Na de inhuldiging van Maria van Bourgondië en Maximiliaan, Aartshertog van Oostenrijk met wien zij inmiddels gehuwd was, welke te Amsterdam in april 1478 plaats had, bezwoer Maximiliaan wel alle de stadsvoorregten, die, zoo door zijne voorzaten als door zijne gemalin aan de stad verleend waren en daaronder het Groot Privilegie, maar bragt de stad daarentegen ook in de verpligting, om ten behoeve van Vrouw Maria, ter somma van 3300 ponden van veertig groot (uitmakende even zoo vele guldens van ons tegenwoordig geld), lijfrenten te verkoopen, waarvoor de grafelijke inkomsten van Wieringen, tegen den penning elf, door den Hertog verpand werden [Aa, Aard1, blz. 228] Maximiliaan, in 1488 door die van Brugge binnen hun muren gevangen gehouden zijnde, zag zich niet zodra in veiligheid, of hij trachtte zich over deze hoon te wreken, waartoe Albert, Hertog van Saksen, hem met een leger te hulp kwam. Tot betaling van dit leger moest ook Amsterdam het hare bijdragen, waartoe zij erfelijke rente verkocht, en van onderscheidene personen 10.240 pond van veertig grooten (zijnde even zoo veel guldens van ons tegenwoordig geld), tegen den penning 16 ontving; Maximiliaan ontving daarvan zelf, 9600 pond, en de overige 640 werden, op zijn bevel uitgekeerd aan Mr. Hendrik Wolfaards, die hem een dergelijke somme op het baljuwschap van Amstelland, Waterland en de Zeevang geschoten had. Ter vergoeding hiervan werd aan de stad beloofd, dat zij genieten zou de grafelijke inkomsten, als 200 pond van de gemelde baljuwschappen, 350 ponden van de sluis te Grootenbroek en 30 pond van die te Medemblik; maar, ofschoon daarvan goede brieven gemaakt waren, kon de stad de inkomsten van die twee gemelde sluizen nimmer bekomen [Aa, Aard 1, blz. 229-230]In 1554 werd er weder eene bede van 200,000 gulden geeischt, waarom men genoodzaakt was voor 96.000 ponden erfelijke renten te verkoopen, waartegen de Keizer aan de stad het gruitgeld, zijnde een duit van iedere ton biers, voor 75 guld. in het jaar verpachtte. Filips stond dit gruitgeld naderhand voor 4500 ponden geheel aan de stad af [Aa, Aard 1, blz. 236] obligatiesIn 1818 behoren tot de nalatenschap van Wacker van Zon vier obligaties op de stad [ARA Archief Mackay van Ophemert , inv.nr. 180]schenkingenDe schatrijke Thomas de Pinedo die overlijdt aan het einde van de 17e eeuw, heeft een testament -laat na aan de stad 5 tonnen gouds-leent de stad 10 jaar lang 1,5 miljoen zonder rente-leent aan de Regering tien tonnen gouds tegen 3%. De rente komt ten  goede aan de Joden in Jerusalem [Navorscher 1852, blz. 331]vrijwillige gift-In 1388 betaalt A. 3000 ponden als vrijwillige gift bij de inhuldiging van de hertog "waarvoor deze stad zich in alle de vorige handvesten bevestigd zag, en de magt harer regering vermeerderd en uitgebreid werd; terwijl zij de eeuwige erfpacht bekwam van de maat van allerlei drooge en natte waren, het regt om de meters daarvan aan te stellen, alsmede de visscherij in 't gouden water buiten de stad [Aa, Aard 1, blz. 221] -Toen Willem als Heer van Arkel gehuldigd werd , droeg Amsterdam met eenige andere Hollandsche steden er de kosten van; waarvoor zij in 1407 vermeerdering van vrijheid in de visscherij bekwam; den schout werd de magt gegeven om alle breuken te beregten, en de stad verkreeg het voorrecht om alle ambten te begeven" [Aa, Aard1, blz. 223] -Na de inhuldiging van Maria van Bourgondië en Maximiliaan, Aartshertog van Oostenrijk met wien zij inmiddels gehuwd was, welke te Amsterdam in april 1478 plaats had, bezwoer Maximiliaan wel alle de stadsvoorregten, die, zoo door zijne voorzaten als door zijne gemalin aan de stad verleend waren en daaronder het Groot Privilegie, maar bragt de stad daarentegen ook in de verpligting, om ten behoeve van Vrouw Maria, ter somma van 3300 ponden van veertig groot (uitmakende even zoo vele guldens van ons tegenwoordig geld), lijfrenten te verkoopen, waarvoor de grafelijke inkomsten van Wieringen, tegen den penning elf, door den Hertog verpand werden " [Aa, Aard1, blz. 228] In 1529 kocht de regering voor rekening van de stad, van de Heer van Brederode de ambachtsheerlijkheden van Amstelveen, Sloten, Sloterdijk en Osdorp, voor een som van 5000 Karelsguldens ééns, en voor 360 pond van 40 groot of 360 guld. onlosbare erfrente 's jaars [Aa, Aard 1, blz. 233] 
gemeentealgemeen=Op 31 oktober 1801 wordt in het stadhuis op de Dam met militair vertoon en enkele toespraken het Intermediair Gemeentebestuur geïnstalleerd. Het bestond uit 17, merendeels nieuwe leden. Ze vergaderden drie keer in de week enkele uren plenair. Het werk werd afgedaan in drie comités: Algemeen Welzijn, Financiën, Koophandel en Zeevaart. In kleine commissies ad hoc werden de plenaire- en comité-vergaderingen voorbereid. Het presidium bestond uit een president en een vicepresident. Elke twee weken trad de president af en werd opgevolgd door de vicepresident. Anton Reinhard Falck was lid van het Comité van Algemeen Welzijn en met het lid Bastert in het bijzonder belast met het toezicht op de nachtwacht. Hij was president van 4 december 1801 tot en met 17 december 1801 en vice-president van 18 december 1801 tot en met 1 januari 1802 [Horst, Republiek, blz. 60]=in 1826 zijn er tezamen met de jurisdictie 191460 [Gosselin, blz. 10]=in 1839 zijn er rond 200.000 inwoners. De stad is  groot 760 bunder, 41 v roeden en 46 v ellen [Aa, Aard1, blz. 170, 175]In 1839 zijn er meer dan 250 bruggen en 28.000 lantaarns [Aa, Aard1, blz. 172]In 1851 is A. groot 1388 bunder, 46 roeden en 44 ellen, waaronder 881 bunder, 60 roeden en 10 ellen belastbare grond . Er zijn 24532 huizen met 45969 gezinnen en 219.000 inwoners [Aa, Aard13, blz. 553]In 1867 valt A. onder de gemeente Amsterdam.In 1913 valt A. onder de gemeente Amsterdam. Er zijn 591637 op 4630 hectare [IJzerman].=op 1 januari 1921 worden aan Amsterdam toegevoegd: Buiksloot, Nieuwendam. Ransdorp, Sloten en Watergraafsmeer =in 1936 zijn er 781.645 inwoners [Lijst KNAG]=op 1 augustus 1966 wordt Weesperkarspel aan de stad toegevoegd =In 1968 zijn er 866.500 inwoners [waarvan 8.000 op het platteland], alles op 10.500 hectaren. De gemeente omvat Watergraafsmeer, Buitenveldert. Overtoomse veld, Westlandgracht, Slotermeer, Geuzenveld, Slotervaart, Osdorp, Sloten, Sloterdijk, Buiksloot, Buiksloterham, Nieuwendam, Nieuwendammerham, Schellingwoude, Durgerdam, Ransdorp, Holijsloot, Zunderdorp,Buikslotermeer, Banne Buiksloot, Tuindorp Buiksloot, Tuindorp Nieuwendam, Tuindorp Oostzaan en Oostzanerwerf [Baert, Goor, blz. 20]In 2014 is Amsterdam deel van de gemeente Amsterdam, postcodes 1000-1099. Er zijn op 1 januari 2014 810.937 inwoners op 165,89 km2 [metatopos]burgemeester=in 1813 zijn Charlé, Huydecoper van Maarsseveen, van Eijs, Hodshon en Ten Sande adjunct- maire [Horst, Republiek, blz. 170] =in 1838 is W.D, Cramer burgemeester van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 412]=in 1855 treedt Provo Kluyt af als burgemeester van Amsterdam [NNBW 1911, blz. 412]=in 1855 volgt Cornelis Hendrik Boudewijn Boot [1813-1892] Kluyt op. Hij blijft tot in 1858 en wordt dan minister van justitie [NNBW 1911, blz. 412]
raadslid=In 1820 is M.P. Brants  lid van de raad [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. X]. =In 1820 is A. van der Hoop lid van de raad van de stad Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XVI=In 1820 is A.A. Deutz van Assendelft lid van de raad [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XII] =Cornelis Frans Jacobus Blooker [1852] is lid van de raad vanaf juni 1892 [Wie is dat, blz. 56]=Meindert Wiardi Beckman [1793-1863] is raadslid [NNBW 1911, blz. 271]=Pieter Rutger Feith [1837-1909] is vanaf 1873 lid van de raad [NNBW 1911, blz. 853]
waterschout=in 1826 P. van Aardenburg [Gosselin, blz. IV]
wethouder-In 1839 is Hendrik Jan Deutz van Assendelft  [Aa, Aard1, blz. 371]-Cornelis Frans Jacobus Blooker [1852] is wethouder vanaf november 1896 [Wie is dat, blz. 56]
economieDe Noordse vorsten, die onder den alleenhandel der Hansa gebukt gingen, zagen met vreugde nieuwe mededingerstegen deze optreden, en begunstigden hen met een aantal gewichtige voorrechten. Aan die begunstiging dankt Amsterdam in de eerste plaats zijn opkomst. Maar ook de Westfriesche steden, Enkhuizen en Hoorn inzonderheid, en, hoewel in mindere mate, al de steden van Holland deelden in die voorrechten en in den daardoor veroorzaakten voorspoed  [Fruin, Tien, blz. 191]

godsdienstIn 1372 is Philips van Leiden pastoor in Amsterdam [Aa, Aard 1, blz. 188]In juni 1400 wordt door Willem VI aan Amsterdam toegestaan zelf de koster aan te stellen [Aa, Aard 1, blz. 188]In 1408 sticht de Amsterdamse koopman Willem Eggert, heer van Purmerend de Nieuwe Kerk [Aa, Aard 1, blz. 188]Rond 1595 vestigen de eerste Joden zich in Amsterdam [Aa, Aard 1, blz. 204]In 1839 is het aantal Joodse inwoners rond 19.000 [Aa, Aard 1, blz. 204]
heerlijkheidTot 1282 is Jan van Persijn, heer van Amsterdam. De heerlijkheid is hem geschonken door graaf Floris [Navorscher 1851, blz. 224; 1852/41; Aa, Aard1, blz. 220] . =Jan van Persijn staat het in 1282 aan graaf Floris af. Gijsbrecht van Amstel volgt op [Aa, Aard1, blz. 220]In 1300 wordt Guido van Avesnes heer van Amstelland. Hij schenkt A. keuren en voorrechten [Aa, Aard1, blz. 220]In 1304 is Jan van Amstel (zoon van Gijsbrecht ?) in de stad bij de inval van de Utrechtse bisschop Willem van Mechelen. Guido straft de stad; bruggen ne muren afgebroken geen vrije markten en de bierbrouwers moeten dubbel gruitgeld betalen [Aa, Aard1, blz. 220]In 1529 koopt de stad van de heer van Brederode de heerlijkheden Amstelveen, Sloten, Sloterdijk en Osdorp voor 3000 Karelsguldens direct en jaarlijks een rente van 360 pond van 40 groten onlosbare rente [Aa, Aard1, blz. 233]-Aan de stad behoren toe de ambachten Nieuweramstel, Ouderamstel, Sloten, Sloterdijk, Osdorp, de Vrije Geer, Diemen, Leimuiden, Vriezekoop, Urk, Emmeloord en de Sniep of het Varkenseiland [Aa, Aard1, blz. 251] 
natuurgeweldOp 15 oktober 1508 veroorzaken een zware storm en een watervloed grote problemen [Aa, Aard1, blz. 232]In 1530 was er een watervloed die schade aanrichtte en stegen de graanprijzen [Aa, Aard1, blz. 233]Op 2 november 1532 was er een verwoestende watervloed [Aa, Aard1, blz. 233]Op 1 november 1570 breekt de Diemerdijk door met zeer ernstige gevolgen [Aa, Aard1, blz. 239]Op 24 januari 1624 is er schade door de breuk in de Lekdijk  [Aa, Aard 1, blz. 247] De 14e december 1724 deed Amsterdam en hare ingezetenen groot nadeel ondervinden , door eenen storm, die des middags tusschen drie en vijf uren woedde, verscheidene voor de stad liggende schepen van hunne ankers rukte en ze naar Durgerdam en Nieuwendam dreef, waardoor eenigcn aan den grond geraakten en vele menschen hun leven verloren; terwijl ook de voornaamste gebouwen der stad veel schade leden" [Aa, Aard 1, blz. 249] "De rampen, veroorzaakt door den strengen winter van het jaar 1740 die het gebrek en de armoede ten top deed stijgen"  [Aa, Aard1, blz. 250] -Op 1 november 1755 ontstaat door een aardbeving een watervloed. [Aa, Aard1, blz. 251] -Op 18 februari 1756 is er rond 8.00 uur opnieuw een flinke aardbeving [Aa, Aard1, blz. 251] -Op 15 november 1775 is er een grote overstroming [Aa, Aard1, blz. 252] -Op 21 november 1776 dreigt er opnieuw gevaar van het water [Aa, Aard1, blz. 252] -Op 18 februari 1807 richt een zware storm grote schade aan [Aa, Aard1, blz. 254] 
oorlogDe stad is in 1396 in staat Albrecht van Beijeren, graaf van Holland, met enkele grote en 50 kleine schepen tegen de Friezen bij te staan [Aa, Nederland, blz. 8]In 1396 staat de stad de graaf met enkele grote en 50 schepen bij tegen de Friezen [Aa, Aard1, blz. 222]Toen de Hertog, in 1402, door den Arkelschen oorlog in het nauw gebragt werd, bezorgde Amsterdam hem, behalve de manschap, die tot het voeren van den krijg vereischt werd, 1500 goede Gentsche nobelen (= f 6.000) tegen tien ten honderd jaarlijksche rente, waarvoor vele grafelijke goederen en renten aan de stad verpand werden, en daaronder de pacht van het gruitgeld, hetwelk te Amsterdam een zeer aanzienlijk deel der grafelijke inkomsten uitmaakte, aangezien die stad, ingevolge vonnis van het jaar 1304, verpligt was, dit dubbel te betalen. Ook had de stad vrijheid om voor de opgeschotene penningen lijf-en erfrenten uit te geven [Aa, Aard1, blz. 223] In het beleg van Calais, dat Filips in 1436, toen hij met Frankrijk in oorlog was, ondernomen had, maar dat vruchteloos afliep, werd hij weder door Amsterdam met geld, manschap en schepen ondersteund [Aa, Aard1, blz. 225] In 1437 rustte A. vier baardsen met alle toebehoren uit [Aa, Aard1, blz. 225]Op 9 december 1481 behalen de Amsterdammers een overwinning op de Stichtsen [Navorscher 1851/258].In 1482 bouwen die van de stad een muur van kareelsteen om de stad om beter beschermd te zijn tegen aanvallen van buitenaf [Navorscher 1851/257].Maximiliaan, in 1488 door die van Brugge binnen hun muren gevangen gehouden zijnde, zag zich niet zodra in veiligheid, of hij trachtte zich over deze hoon te wreken, waartoe Albert, Hertog van Saksen, hem met een leger te hulp kwam. Tot betaling van dit leger moest ook Amsterdam het hare bijdragen, waartoe zij erfelijke rente verkocht, en van onderscheidene personen 10.240 pond van veertig grooten (zijnde even zoo veel guldens van ons tegenwoordig geld), tegen den penning 16 ontving; Maximiliaan ontving daarvan zelf, 9600 pond, en de overige 640 werden, op zijn bevel uitgekeerd aan Mr. Hendrik Wolfaards, die hem eene dergelijke somme op het baljuwschap van Amstelland, Waterland en de Zeevang geschoten had. Ter vergoeding hiervan werd aan de stad beloofd, dat zij genieten zou de grafelijke inkomsten, als 200 pond van de gemelde baljuwschappen, 350 ponden van de sluis te Grootenbroek en 30 pond van die te Medemblik; maar, ofschoon daarvan goede brieven gemaakt waren, konde stad de inkomsten van die twee gemelde sluizen nimmer bekomen [Aa, Aard1, blz. 229-230] Om de Hoekschen te temmen besloot Maximiliaan in 1490 tot de belegering van het Slot te Montfoort, dewijl de herovering van Woerden waaraan Amsterdam grootelijks gelegen was, daarvan afhing. Om dit met kracht door te zetten, werd bij den Raad der stad besloten, om 12.000 Andriesguldens bij leening op te nemen, ter uitrusting van eenige schepen van oorlog [Aa, Aard1, blz. 230] In 1653 leidt de oorlog met Engeland tot een economische achteruitgang [Aa, Aard1, blz. 248]In 1707 wordt door De Fordin aan het Franse hof voorgesteld Amsterdam volledig te vernietigen. Het voorstel vindt geen weerklank [Aa, Aard1, blz. 245] 
opstandIn januari 1444 is er een openbaar oproer bij de jaarlijkse vernieuwing van het wethouderschapOp 11 februari 1535 is er een oproer van de Wederdopers [Navorscher 1851/30]In 1617 wordt het huis geplunderd van Rem Egbertsz Bisschop (1572-1625) en Lijsbeth Philips (1566-1652) [Navorscher 1851/189].In 1672 is er een muiterssfeer door de oorlog met Engeland en Frankrijk. Het huis van de burgemeester dreigt te worden geplunderd  [Aa, Aard1, blz. 248] Op 4 september 1720 keert een menigte zich in de Kalverstraat tegen in een etablissement verblijvende actionisten (actiehandel John Law). Een handel die de echte koophandel deed stokken [Aa, Aard1, blz. 249] Tegen den 20 juni 1748 werd het volk, door briefjes, op den Dam bescheiden, om zich van de pachten te zien ontheffen; deze dag liep wel stil ten einde, maar op den 21 begon toch het plunderen der pachtershuizen.En hoewel deze dolle woede aan achtttien huizen gepleegd was, zoo werden nogtans weinigen der aanhitsers van dit schendig feit gegrepen en naar verdienste gestraft. Zeker vrouwspersoon, bekend bij den naam van Mat van den Nieuwendijk, werd, benevens een manspersoon, ter wage uitgehangen, welke regtspleging, helaas, aan velen der aanschouwers het leven kostte, want eenige beweging onder de vele duizenden omstanders, men weet niet door welk toeval veroorzaakt, deed de gewapende burgers vuur geven, hetwelk zulk een gedrang veroorzaakte, dat dertien vertrapt en versmoord werden, terwijl negentien anderen in het Damrak verdronken" [Aa, Aard1, blz. 250-251] Toen in november 1813 de tijding van de nederlagen der Franschen langs hoe meer bevestigd werd, en de krijgsbezetting zelfs Amstels muren verlaten had, het ongeduld van het gemeen, den 18 dier maand, ter laaije vlamme uitbarstte, zoodat dé huisjes der tolbedienden of douaniers, langs den buitenkant en aan het Rokin, verbrand, en enkele woonhuizen van Fransche beambtengeplunderd werden [Aa, Aard 1, blz. 254] 
rechtbank=Cornelis van Lennep [1751-1813] werd in 1795 lid en voorzitter van het Comité van justitie dat de schepenbank vervangt [NNBW 1911, blz. 1264]=Gerrit Brender à Brandis [1751-1802] is lid van de rechtbank [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 92]=in 1802 wordt nog een verdachte door slagen met de bullepees tot een bekentenis gebracht [Navorscher 1851/81]=M.C. van Hall (1768-1858) is president van de rechtbank van 1831-1850 [Horst, Republiek, blz. 233]=In 1820 is E. E. Burgklij Glimmer vice-president van de rechtbank te Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XIV]=In 1820 is P.J. van Naamen van Scherpenzeel raad en rechter in de rechtbank van Amsterdam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXI]=Op 4 oktober 1836 wordt het paleis van justitie aan de Prinsengracht door de voorzitter van de rechtbank mr. M.C. van Hall geopend  [Aa, Aard1, blz. 179]=Pieter Rutger Feith [1837-1909] wordt op 29 december 1861 substituut-griffier bij de rechtbank [NNBW 1911, blz. 853]=Pieter Rutger Feith [1837-1909] wordt op 21 mei 1864 rechter  bij de rechtbank [NNBW 1911, blz. 853]vredegerecht=in 1826 is mr. H.J. Momma vrederechter van kanton nr. 4 [Gosselin, blz. XV]=In 1839 zijn er zes vredegerechten [Aa, Aard1, blz. 170]=mr. C.J. van Hasselt is rechter in de rechtbank [Wal, Bijdragen 1842, blz. VII]ziekteIn 1601 overlijden 700 tot 800 mensen aan de pest [Aa, Aard1, blz. 245] In 1622 is sprake van een hevige pest  [Aa, Aard1, blz. 247] In 1635 is er weer een uitbraak van pest. elke week zijn er 1200-1300 doden. Aan het eind van het jaar totaal 17502  [Aa, Aard1, blz. 247] Van 3 Julij tot 25 December 1656 duurde de pest, er werden 13.287 menschen weggerukt. Zeven jaren later werd deze ziekte hier weder aangebragt door eenige matrozen, die van Algiers kwamen. In het jaar 1663 stierven daarvan 9.752 en in het volgende jaar 24.148 menen  [Aa, Aard1, blz. 248] In het jaar 1727 werd de stad weder bezocht door eene hevige sterfte, welke veroorzaakt werd door hete koortsen, zodat er in de herfst weken waren in welke tussen de 700 en 800 lijken begraven werden; daar het gewone getal, in dat jaargetijde, anders niet boven de 200 beliep [Aa, Aard1, blz. 250] BRONNENgeraadpleegde bronnenGenVer; Lijst KNAGliteratuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 169-255Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorinchem 1851, deel 13, blz. 546, 553-554 (1275; 1396)Aa, Cornelis van der,  Beknopt en echt verslag van de oproerige bewegingen binnen de stad Amsterdam, op den 15en en 16en Nov. 1813, vervat in twee missives enz. (1813) Alberts/Jansen, Welvaart, blz. 95 (14e e)Allan, Enkhuizen, blz. 29 (1452)Altmeyer, Relations, blz. 65 (1519)Andreae/Downer, Plakkatenlijst, blz. 37 (1527)ANF 22 september 1883, blz. 4 (16e e), 18 oktober 1883, blz. 4 (1613-1615); 12 februari 1884, blz. 2 (16e e); 1885, blz. 301 (1635)Avis, Directe, blz. 111 (1502) Baelde, Domeingoederen, blz. 49 (1554), 51 (1558)Barbour, Violet, Capitalism in Amsterdam in the seventeenth century (17e e)Becht, Statistische , blz. 51 (Rep), 58 (1652-1657), 62 (1643-1647), 140 (1584), 142 (1591), 163 (1469)Bel, Linnenhandel (18e e)Blécourt, Bespr. Prausnitz, blz. 472 (15e-16e e)Blécourt/Meijers, Memorialen, blz. 82 (1433), 211 (1436)Blok, Financiën, blz. 57 (1559), 64(1389), 71 (1542), 80 (1344; 1352; 1391), 81 (1316-1337), 82 (1474)Blok, Holl. stad Bourg., p. 240 (16e e) Boer, Stukken (19e e) Breen, J. van, De grenzen van de vrijheid en van de omwalling der stad Amsterdam in de XIVe en XVe eeuw, in: Jaarboek genootschap Amstelodamum deel 45Calisch, N.S.,  Liefdadigheid te Amsterdam, Amsterdam 1851 [zie DDB]Carasso, Groei Carter, Dutch Foreign Investment (1738-1800), in the light of the Amsterdam "Collateral Succession" Inventories, in: TvG deel 66, Catalogus van de Bibliotheek der Stad Amsterdam. Amsterdam 1876 Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 87 [1508, 1542; 1550], 92, 115, 207, 265, 269 [1393; 1405], 271 [1496; 15041581], 355 Commelin, Historische beschrijving van Amsterdam, deel 2, 1693Craeybeckx, Organisatie, p. 206 (1552) D..., dr. O., Historische Beschryving der Stadt Amsterdam, Amsterdam 1663 [zie DDB]Degryse, R., De gemeenschappelijke grote visserij van de Nederlanden in de XVIe eeuw, in: BGN 1953, blz. 44Diederiks, Collecteurs (18e e) Diederiks, Opspraak (16e e) Dillen, Cohier( 1585) Dillen, Effectenkoersen, p. 4 (18e e) Dillen, Leiden, p. 44 (1625-30) Dillen, Opstand, pp. 25 e.v. (16e e) Dillen, Stukken, pp. 70-106 (1681)Doorman, Brouwerij, pp. 20 (1599), 77 (1323), 86(1559) Eeghen, Faillissement, pp. 95 (1742),112 (1763),169 (18e e) Eeghen, Kohier (1742) Elias, J.E., De vroedschap van Amsterdam van 1578-1795, 2 delen 1903-1905, herdr 1965, deel I, blz. 511Engels, Geschiedenis, pp. 24 (1326), 31 (1413-14), 43 (1405), 49 (1443-44), 51 (1543), 60-62 (15e-16e e), 65-67 (16e e), 85 (1748), 124 (1792), 139 (Rep), 143 (1791), 170 (Rep) Fokkens, M., Beschrijvinge ....van Amstelredam, 1662Fruin, Informacie, blz. XXVII (1550), XXXI, 8 (1514), 15 (1514), 38 (id), 40 (id), 42-43 (id), 45 (id), 63 (id), 78 (id), 87 (id), 93 (id), 96 (id), 103 (id), 167-185 (id), 219-220 (1514), 384 (id), 604 (id), 614 (id)Fruin, Oudste I, p. 147 (1543) Fruin, R., De tachtigjarige oorlog. Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588-1598, 7e druk, Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage 1899, blz. 191, 197, 235Gebhard, Dagboek, p. 61 (1672) Gelder, Zestiende, p. 157 (1569) Goes, Register I, pp. 37 (1525), 60 (1526), 62 (id), 94 (1527), 108 (id),  122 (1528), 180 (id), 186 (id), 276 (1530), 282 e.v. (id); II, pp. 542 (1549), 572 e.v. (id), 627 e.v. (id); III, pp. 340 e.v. (1353); IV, pp. 7 (1555), 8 (id), 11 (id), 25 (id), 74 (id), 152 (id), 156 e.v. (id), 193 (id); V, pp. 64 (1557), 93 (id), 123 (id) Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. IV, VI, IX, XV,10Gosses, Meerderheid, p. 48 (Rep) Gosses, Stadsbezit, p. 15 (13e e) Gosses, Welgeborenen, p. 73 (m.e.) Gouw, Ambacht, p. 48 (1360)Gouw, Jan ter, Geschiedenis van Amsterdam, deel 1, De Amsterdamsche oudheid, Amsterdam 1879Hall, Nederlandsche, p. 303 (1795) Hall, Stedelijke, p. 588 (1342) Halma, Tooneel I, pp. 61 (1569), 62 (1452), 423(1427; 1468); II, p. 271 Hendrickx, Geschil (1561-71) Heinsius, Auke, Amsterdam in 1787, in: Vragen van de Dag 1787Heinsius, Auke, Schetsen uit de geschiedenis van Amsterdam, 2e druk 1896Henne, Histoire II, p. 197 (1517), 249 (1519) Heringa, Zelfstandig, pp. 88 (1752), 93 (1750-60)Hoboken, W.J. van, Een merkwaardig conflict tussen Amsterdam en zijn admiraliteitHoutzager, Hollands, pp. 113 (1555), 181 (1668) Jansen, Amsterdamse (1795-1848) Jansma, Raad, p. 162 (1444) Kernkamp, Aansprekersoproer (1696) Kernkamp, G.W., De regeeringe van Amsterdam, deel II, Klein, Gouden, p. 550 (18e e) Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 5, 49, 51, 95, 100, 125 Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 195Kok, Vaderlandsche, deel VI, 2e dr. 1787, blz. 371 [1393], 373, 374 [1495-1496]Kruisheer, Oorkonden, pp. 328 (1275), 384 (1292) Laan, AutonomieLeeuw 1883, deel 1, blz. 42Lemmink, Staten, p. 112 (1442-43) Long, Isaac le, Historische Beschryvinge van de Reformatie der Stadt Amsterdam, Amsterdam 1729 [zie DDB]Meerkamp van Embden, Goudsche (1525-60) Meilink, Hollandsche, p. 187 (17e e)Meilink, Rapporten (16e e)Meyroos, Onze, pp. 8-9 (1404; 1515), 10-12 (1319; 1515) Moll, Schat (17e e) Mulder, Honderd, p. 83 (1812) Navorscher 1851, blz. 30, 32-33, 81, 83, 106, 158, 180-181, 186, 189, 210, 224, 257, 283, 344, 378, 380; III, p. 292 (1627-28); Bijbl. IV, p. LIII (1589); IX, pp. 48 (1633-37), 141 (19e e); X, p. 318 (1609); XI, p. 292 (1806); XII, p. 130 (19e e); XIV, pp. 29 (17e e), 367 (1751); XVII, p. 11 (17e e); XX, pp. 166-167 (1813), 386 (1806), 511 e.v. (16e e) 513 (1544); XXII, p. 208 (1769); XXIII, p. 190 (18e e); XLI, pp. 441 (1578), 442 (1573), 443 (1550-55), 444 (1574-75); XLVI, pp. 439 (19e e), 651 (id), 679 (1776) Navorscher 1870, blz. 74,  77, 262, 590Nierop, Leonie van, Het kohier van de personele quotisatie te Amsterdam over het jaar 1742 en de Amsterdamse vrouw.Nierop, Leonie van, Het zielental van Amsterdam in het midden van de achttiende eeuwNierop, Honderd (1813) Nierop, Quaede, p. 439 (15e-16e e) Nierop, Stukken, pp. 151(1681), 153 e.v. (id) Nierop, Verzet Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. IX, X, XI, XIV, XV, XXI, XXIIIOldewelt, W.F.H., De beroepsstructuur van de bevolking der Hollandse stemhebbende steden volgens de kohieren van de familiegelden van 1674, 1715 en 1742, in: EHJ deel 24Rees, Geschiedenis I, pp. 74 (1505), 92-93 (14e-16e e), 107(1505), 112-116 (16e e) Roever, Belastingoproer (1835) Scheltema, P., Het archief van Amsterdam , Amsterdam 1862,  74 blz. [zie DDB]Scheltema, P., Hendrik van Brederode te Amsterdam in 1567, Amsterdam 1846Sickenga, Omwenteling, pp. 94, 102, 134 (18e-19e e) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 333 (1498), 353 (1501), 388 (103), 395 (1504), 455 (1498) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p.44 (1506) Smit, Verschillende (13e- 14e e) Sterck, Opkomst (m.e.) Sterck, Oude T.S. Overijssel I, pp. 9 (1696), 90 (14e e); III, pp. 46 e.v. (14e e), 52 (1387); IV, p. 188 (1711) T.S. Zeeland I, p. 217 (16e e) Telders, Niet, p. 195 (19e e) Unger, Bespr. Dillen (1585) Vervat, J.M., De Pruisen voor Amsterdam in 1787, Amsterdam 1887 Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 19, 20, 52, 63, 68, 79, 104, 106, 127, 135, 136, 137, 140, 184Voorthuysen, Bespr. Faber, pp. 407-410 (1856) Vries,  Economische, pp. 6 (1690-1805), 7 (1726-88), 8 (1676-1780) Vriese, Voormalige Waal, Leer, p. 14 (16e e) Wagenaar, Beschrijving van Amsterdam, delen I t/m VIIIWagenaar, Amsterdam in zijne opkomst en aanwas, deel IWagenaar, Geschiedenis van Amsterdam, deel IWegwijzer door Amsterdam, Amsterdam 1713, 475 blz. [zie DDB]Westermann, Statistische (17e- 19e e) Wijnpersse, Statistiek, pp. 382 (1854), 395 (1853)W.D.B.I.U.A. 1872, 13 juli, p. 4; 1873, 26 april, p. 3; 2 augustus, p. 3; 1874, 7 februari, p. 2; 5 mei, pp. 2-3; 22 augustus, p. 2Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 196 (WP)Zesen, Filips von, Beschreibung der Stadt Amsterdam ..., Amsterdam 1664 [zie DDB]overige bronnenDDB

10  bladzijden