Elden in de IJzertijd

Elden in de IJzertijd

De IJzertijd omvat de periode van 800 v. Chr tot de komst van de Romeinen. Ten zuiden van de Malburgse Polder langs de lijn Huissen, Holthuizen en Elden komen stroomafzettingen voor (circa 800 v. Chr. tot circa 250 na Chr.). Die afzettingen worden gevormd door zandbanken met fijn tot grof zand, bedekt met zavel en klei. Zij zijn een onderdeel van de pré-Romeinse IJssel. Bij hoge waterstanden zet de rivier op die afzettingen zware klei af. Rijn en IJssel splitsen zich in die tijd nabij de Gelderse Waard, noordoostelijk van Pannerden gelegen. De Rijn stroomt van Doornenburg langs Gendt, Haalderen, Bemmel en Elst naar Driel. De IJssel stroomt van Angeren, Loo, Huissen, Elden naar Meinerswijk. Daar buigt de rivier terug naar Arnhem om vervolgens naar het noorden te stromen. Naarmate de Waal aan betekenis wint, raakt de Rijnarm van Doornenburg naar Driel in onbruik In de IJzertijd wordt het rivierengebied steeds intensiever bewoond. In Elst is een deel van een kano gevonden daterend uit de periode 400-200 vóór Chr.

BRONNENliteratuur-Alterra-rapport nr. 405, blz. 20; -Alterra-rapport nr. 404; -Harbers en Mulder 1981, blz. 409-412.