Een vorstelijk gebaar

HANDELINGEN DERDE VERGADERING STATEN-GENERAAL, maandag 14 AUGUSTUS 1815, blz. 6-8

Inkomen Koninklijk Huis

Den luister des Troons geëvenredigd te zien aan deszelfs waardigheid, moet het verlangen der ingezetenen zijn, en hiermede meenden wij het bepaalde inkomen van eene Koninginne-weduwe en van den Erfgenaam des Troons niet overeenkomstig te vinden. De nationale dankbaarheid zag gaarne de verdiensten van den Souverein, ook in deszelfs overgeblevene en afstammeling, erkend. Dan, wij werden onderrigt, dat Zijne Majesteit grenzen aan dat verlangen gesteld had; en dat Hij. die 's lands lasten altoos zooveel mogelijk opbeurt, de oude Hollandsche deugd van spaarzaamheid ook jegens de leden van Zijn eigen Huis wil in acht genomen hebben [Uit: Rapport ontwerp Grondwet]