Elden in de 9e eeuw

9e eeuw

Het jaar 800

Rond 800 bezit Meginhard I het gezag in dit gebied. In de Karolingische tijd (800-900 na Chr) wordt het gebied rond Elden en Malburgen intensief bewoond. Karel de Grote maakt een stroom van rijksverordeningen om "de zeden en de geestesontwikkeling van de priesterstand te verbeteren, om in de kerkorde evenzeer als in de maatschappelijke orde gebreken te herstellen, om het toezicht van de geestelijkheid op het godsdienstig en zedelijk leven van zijn onderdanen straffer te maken. Nooit is met groter doelbewustheid en volharding een poging gedaan om het zedelijk en intellectueel peil van een verwilderd en beneveld volk (...) te verheffen". Karel de Grote vertoeft graag in Nijmegen, waar een keizerlijke burcht voor hem wordt gebouwd, het Valkhof. "Zijn ambtelijke organisatie, berustend op de graven die aan het hoofd van de gouwen gesteld werden, onder het toezicht van reizende zendgraven, bracht onze streken voor het eerst sedert de Romeinse tijd onder het daadwerkelijk bereik van de centrale regering. In de chaos van het recht trachtte hij enige klaarheid te brengen en zijn instelling van de schepenbank, bedoeld om de kleine man van het veelvuldig dienen als jurylid te vrijwaren heeft juist in de Nederlanden de eeuwen getrotseerd". Karel de Grote voert in de landbouw het drieslagstelsel in op zijn eigen door het hele rijk verspreide domeinen.

BRONNENliteratuur-Alterra-rapport nr. 405, blz. 26-Geyl, P., Geschiedenis van de Nederlandse stam, deel I (tot 1581), Amsterdam/Antwerpen 1961, par. 2.a.overige bronnen Google Search boeken; Google Search jaar en plaats;