Elden in 1551-1580
Het jaar 1551
Krachtens een in 1551 tussen commissarissen van de Keizer en van de Hertog van Kleef gesloten tractaat dragen de geërfden van het Grote Griet onder Elden bij in de lasten van de Kleefse polder Malburgen en mogen in ruil daarvoor hun gronden laten afwateren op de wetering in Malburgen en bovendien één heemraad voordragen voor het polderbestuur.
In het Gelders Archief is aanwezig het Geërfdenboek van het Grote Griet met afschriften van aktes, rekeningen, memoranda, brieven en resoluties van geërfden uit de periode 1551-1775
In 1551 ontstaat een breuk in de Holthuizerdijk
BRONNENarchievenGelders Archief 2090, Polderbesturen, nr. 624overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1552
Heer Jasper van Delen is pastoor in Elden. Hij gaat samen met zijn nicht Aleytt Munters op 9 februari 1552 een ruil aan met de heeren van Sint Johan in Arnhem, vertegenwoordigd door Johan Beltgen, administrateur en procurator. Het gaat om de "halven Hulle in het ambt Ede in het kerspel Berynchem" eertijds in bruikleen en pandschap gegeven aan de ouders van Aleyt. Ze dragen het land nu weer over aan de heeren van Sint Johan voor een lijfrente van 4 molder rogge en twee paar hoenders per jaar, welke rente na hun dood aan de pitancien zal komen
Een voorbeeld van het zegel van de pastoor is te zien in het Gelders Archief.
Jasper van Deelen beschouwde de stichting van memoriediensten in 1552 als een testamentaire beschikking. Een jaar later stierf hij.
In het archief van de Gelderse Rekenkamer (RAG, Archief van de Gelderse Rekenkamer inv. no. 1725/1, bijlage bij de 6e rekening over 1554 van Thomas Gramaye, landrentmeester-generaal) is een opsomming opggenomen van enige goederen en cijnzen , die de rentmeester van het Gasthuis in 1552 in pacht had van particulieren. Als "rentmeyster" wordt hierin genoemd: "Coendert van Leyl". Het betreft goederen en cijnzen in het Ambt van Overbetuwe, in het kerspel Elden, binnen- en buitendijks
BRONNENarchievenGelders Archief, 0306 Commanderij van Sint Jan te Arnhem, Inventaris, 7. Regesten, 7.5 1501-1580, nr. 218literatuurJacobs, I.D./Kuijs, J.A.E./ Conrad, C.A.M. , Biografisch Woordenboek Gelderland deel 9: Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis, Uitgeverij Verloren, 1998 , blz. 37Leppink, Gerda B./Wientjes, R.C.M., Het Sint Catharinae Gasthuis in Arnhem in de eerste vier eeuwen van zijn bestaan (1246-1636), Uitgeverij Verloren, 1996 , blz. 149overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken
Het jaar 1553
Quitantie ter zake van de lossing van 's Hertogenland te Elden op 20 maart 1553
Jasper van Deelen overlijdt op 28 december 1553 en wordt begraven bij zijn broer in de Sint Nicolaaskapel aan de zuidzijde van de Sint Walburgkerk in Arnhem
BRONNENliteratuurJacobs, I.D./Kuijs, J.A.E./ Conrad, C.A.M. , Biografisch Woordenboek Gelderland deel 9: Bekende en onbekende mannen en vrouwen uit de Gelderse geschiedenis, Uitgeverij Verloren, 1998 , blz. 37overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1554
Bijlage bij de 6e rekening over 1554 van Thomas Gramaye, landrentmeester-generaal. Het betreft goederen en cijnzen in het Ambt van Over-Betuwe, in het kerspel Elden, binnen- en buitendijks (RAG, Archief van de Gelderse Rekenkamer, inv.no 1725/1). Het gaat hier om Thomas Gramaye II. Zie over hem en de financiële organisatie in Gelderland het boek van W. van de Pas, Tussen centraal en lokaal gezag, blz. 131 e.v.
Lijnpaden stonden onder bijzondere bescherming van de landsheer die vanwege de tolheffing, alle belang had bij een bloeiend scheepvaartverkeer. Zo vaardigde keizer Karel V in 1554 een plakkaat uit, waarin het gezag werd bevolen ervoor te zorgen dat alle hindernissen binnen zes weken door de betrokken eigenaren zouden zijn opgeruimd. Het pad diende daarna zo breed te zijn 'dat twee peerden mallickanderen bequamelick ende sonder belet sullen moegen gemoeten ende wycken' [AlterraRapport404].
Het laatste getuigenis van een bijzondere viering van het feest van Eusebius dateert uit het jaar 1554. In dat jaar wordt een uitgavenpost vermeld voor speellieden 'die dat spull spuelden op Sint Eusebiusdach van der doet'. [Meertens KNAW Bedevaarten]
Overeenkomst 3 april 1554 tussen Willem, hertog van Kleef, en Karel V als Gelders landvorst omtrent de wetering tussen Elden en Malburgen
Missive van het hof van 21 mei 1554 aan de ambtman van Overbetuwe. Naar aanleiding van een rekest van die van Elst en Elden wordt hem gelast voorlopig de postweg te sluiten en ieder te gelasten alleen van de gemene wegen gebruik te maken
BRONNENinternetGelders Archief 0124 Hof van Gelre en Zutphen, inv.nr. II.O Waterstaatszaken, nr. 2521Gelders Archief 0124 Hof van Gelre en Zutphen inv.nr. 811 Brieven van een aan het Kwartier van Nijmegen, nrs 2665a-b, 21 mei 1554overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1555
Er is een pastoor in Elden die van Dort heet.
Sweeder van Dortt, rentmeester van het land van den Berghe, verklaart op 10 juni 1555, ten behoeve van zijn zoon als "verus pastor" ontvangen te hebben van heer Cornelis Jordensz, pitanciemeester, en de conventualen van het Godshuis van St. Johan te Arnhem, 21 goudguldens als inlossing van 5 hond land, die de heeren van St. Johan indertijd verpand hadden aan de pastorie te Elden [Geld. Archief Commanderij St Jan nr. 535 ]
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1556
In 1556 wordt Elden ook Eelden gespeld
BRONNENinternethttps://www.plaatsengids.nl/eldenoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken
Het jaar 1557
Gerrit van Lennep en zijne vrouw Weindel erkennen verkocht te hebben aan heer Henrick Thonisz., provisor van het hospitaal van St. Peter te Arnhem, ten behoeve van dit hospitaal, een boomgaard met het "aenschot" van den bandijk, gelegen in het kerspel Elden ten Zuiden van de Arnhemsche straat, uit welk land een tyns en een rente gaan. Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert ind vierenveertig op St. Gregorius' dach martelaer. Afschrift in inv. no. 23, fol. 243 verso.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1558
Op 20 juli 1558 renversaal voor de verpanding van 60 1/2 morgen land onder Elden en zekere aldaar verschuldigde tynsen.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1559
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1560
Jan Touman en Gerit van Goch, erfpachters. - Johan van Have en Geertruyt, zijn vrouw, verkoopen een erfjaarrente van 18 hert. Phil. guldens, uit een stuk lands in de Oeyen, aan Wilhem van Hoculum en Rutger Dass, als voogden van de kinderen van Derick van Elden en Katarina, zijn vrouw, ; Jacob, Jut, Claes en Ydtgen van Elden. Gegeven int jaer ons Heren duysent vijffhondert ende tsestich opten twelleften dach aprilis des maendts. [Reg. Arch. Nijm. 469, Het Cellenbroederenhuis, de Ellendige en andere gevoegde Broederschappen 1330-1965, inv. nr. 1013, 12 april 1560]
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1561
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1562
Johannes Hoecker, priester, kanunnik te Elst, erkent in 1562 overgedragen te hebben aan Johan van Ryemssdick, zijnen zwager, als momber ten behoeve van Beell Henricks dochter en hare kinderen, de helft van 2 kampen weiland, het eene genaamd den Hoighenkamp, groot 3½ morgen, en de andere genaamd den Rymmenkamp, groot 2 % morgen, gelegen in het kerspel Elden in Elderweey, alsmede een stuk bouwland, genaamd dat Fijlken, groot 7 morgen, gelegen in het kerspel Bemmel, uit welke landerijen eenige renten gaan. Gegeven in den jaer ons Heeren duysent vijfhondert twe ind tsesüch den een ind dartichsten dach der maent Augusti. Oorspr. (inv. no. 431), met de geschonden zegels van den oorkonder, diens momber Peter van Stepraidt, Derick van Meeckeren en Gerit van ECK, erfpachters.
De prior van de St. Johans Orde te Arnhem verpacht op 30 september 1562 aan Evert Janszoon 5 hond land in de Averbetuwe, in het kerspel Elden bij de Wedeme, voor 6 jaar [Geld. Archief Commanderij St Jan nr. 547]
Eigendomsbewijs voor het St. Anthonie gasthuis van de helft van 6 morgen land in het kerspel Elden in Elderweide, afkomstig van de gebroeders Wijnen, 1657. Met oudere acte van overdracht, 1562
Op 31 augustus 1562 verkoopt de Elster priester Joh. Hoecker ten overstaan van twee erfrechters in
Overbetuwe, aan Johan van Riemsdick de hlelft van twee kampen weiland, den Hogenkamp en den Rymmenkamp onder Elden en een stuk bouwland genoemd "het Fijlken" onder Bemmel.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1563
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1564
Het halve goed Meinerswijk met heerlijkheid en toebehoren in het kerspel Elden op de Praest in de Overbetuwe, waarvan Johan van Mekeren Gijsbertsz. de andere helft heeft, oost: St. Nikolaas waard, zuid: de Meinerswijkse straat, west: Johan van Mekeren, noord: de Rijn . 19-3-1564: Maarten van Rossum bij overdracht door Pieter van Stralen voor wijlen zijn vader?, 62 fol. 27v, 65 fol. 11.
BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande , 1438-1733, in: De Nederlandsche Leeuw 2002, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1565
In 1565 breekt de pest uit
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1566
De beeldenstorm van augustus tot en met oktober gaat aan Arnhem voorbij
De heerlijkheid Meinerswijk is tot in 1566 in bezit van Gijsbert van Mekeren.
BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande, 1438-1733, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1567
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1568
Bezet door de Spanjaarden. In de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) raken de Zeventien Provinciën verdeeld.
De slag bij Heiligerlee op 23 mei 1568 vormt het begin
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1569
Het halve goed Meinerswijk met heerlijkheid en toebehoren in het kerspel Elden op de Praest in de Overbetuwe, waarvan Johan van Mekeren Gijsbertsz. de andere helft heeft, oost: St. Nikolaas waard, zuid: de Meinerswijkse straat, west: Johan van Mekeren, noord: de Rijn. In 1570 zijnde demhelft van erf en goed met gerecht hoog en laag en toebehoren tegenover Arnhem. Maarten van Rossum heer van Meoinerswijk mag belasten met f 1000 Brabants
BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande , 1438-1733, in: De Nederlandsche Leeuw 2002, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1570
Het halve goed Meinerswijk met heerlijkheid en toebehoren in het kerspel Elden op de Praest in de Overbetuwe, waarvan Johan van Mekeren Gijsbertsz. de andere helft heeft, oost: St. Nikolaas waard, zuid: de Meinerswijkse straat, west: Johan van Mekeren, noord: de Rijn . Op 29 oktober 1570. Op 29 oktober 1570 is doctor Gijsbert Pannekoek in bezit gekomen via overdracht door Maarten van Rossum Johansz
Rond 1570 wordt Sophia III van Besten geboren. Ze is een dochter van Wolter I van Besten en Agnes van Dedem. Ze is gegoed in Neuenhaus, Embszburren, Huissen, Angeren en Elden. Ze trouwt (1) met Godhart Wulfs en (2) Johan van Huessen.
Brieven van Henrick van Reedt, pastoor van Elden en deken van Batua, aan Peter van Teffelen, pastoor van Tiel en provisor van Batua, over hun onderlinge verhouding met betrekking tot de synodus, het straffen van delicten, de administratie van de H. Olie, het visiteren enz., volgens de nieuwe synodale statuten, met afschriften van antwoorden van de provisor, 1570-1571
Bezet door de Spanjaarden.
Rond 1570 wordt geboren Johan van Meeckeren, heer van Meinerswijk. Hij is een zoon van Johan van Meeckeren. Hij trouwt met Christina van Wyttenhorst [1570-1643]. Johan en Christina krijgen kinderen. Johan overlijdt op 9 oktober 1640. Hij wordt in 1640 begraven in Elden
BRONNENinternethttps://www.genealogieonline.nl/stamboom-baris/I61942.phpliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande , 1438-1733, in: De Nederlandsche Leeuw 2002, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1571
Heer Johan van Cruchten, rector, zuster Margaretha van Poelwijck, priorin, en het gemeen convent van het vrouwenklooster te Redynchem erkennen verkocht te hebben aan Derryck Mynrevoeth en diens vrouw Hendersken een losrente van 6 daalders 's jaars, gaande uit 5 morgen land in de Elderweyde in het kerspel Elden. Gegeven ynt iair ons Heren duisent vijfhondert und enentzoeventych up Sunt Martens avent yn den wynter.
Bezet door de Spanjaarden.
Kort na 1571 werden de laatste nonnen verplaatst uit het klooster in Rijkerswoerd naar het klooster te Huissen, dat toen buiten het gebied der Verenigde Provinciën lag (Monast. Batav. I. blz. 69-70. Suppl. blz. 49).
Brieven van Henrick van Reedt, pastoor van Elden en deken van Batua, aan Peter van Teffelen, pastoor van Tiel en provisor van Batua, over hun onderlinge verhouding met betrekking tot de synodus, het straffen van delicten, de administratie van de H. Olie, het visiteren enz., volgens de nieuwe synodale statuten, met afschriften van antwoorden van de provisor, 1570-1571
BRONNENarchieven Utrechts Archief 216 Domkapittel te Utrecht, inv.nr. 10.5.4., nr. 4227, 1570-1571overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1572
Historici noemen 1572 wel het beginjaar van het ontstaan van de Republiek [1572-1588]
Mattijs van Gestel is pastoor in Elden In het Jansenistische "Battavia Sacra" deel II, pag. 443 vinden we het volgende over Elden: "Elden, een dorp met eene Parochikerke, is in de Opperbetuwe, een mijl van Arnhem gelegen. In de Parochikerke van Elden, openstaande door de dood van Hendrik van Rhede, is in het jaar 1572 na voorgaande afkundiging2) ingestelt heer Mattijs van Gestel, priester. Doch alzoo Van Gestel afstand van de pastorije gedaan had, is in het jaar 1574, na voorgaande afkundiging tot pastoor aangestelt heer Godefridus van Lottem."
Bezet door de Spanjaarden.
Missive van den stadhouder van 30 augustus 1572 aan Caerl van Lynden, ambtman van Overbetuwe met last om door de huislieden van Elden hout en rijs aan de Proost te brengen tot herstelling van den weg aldaar en vervolgens den geheelen weg tot Nijmegen toe begaanbaar te laten maken.
Proces van 't Gasthuis tegen Jacob van Erkelens c.s. over roggerenten uit een goed in Elden in 1572
BRONNENarchievenGelders Archief 0124-663 Brieven uit en aan het Hof, inv. nr. 2859, 30 augustus 1572internethttp://www.lucasvanelden.nl/snuffelarijen/deel1.htmliteratuurHeussen, Hugo Franciscus van, Historie ofte Beschryvinghe van 't Utrechtse bisdom, Volume 3, blz. 284Leppink/Wientjes, Sint, blz. 47overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1573
Mattijs van Gestel is pastoor in Elden
Bezet door de Spanjaarden.
De heerlijkheid Meinerswijk is tot in 1573 in bezit van Gijsbert van Mekeren.
BRONNENliteratuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van de hofstede Rosande, 1438-1733, blz. 2overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1574
Mattijs van Gestel is pastoor in Elden. Ook komt Godefridus van Lottem als zodanig voor.
In dit jaar breekt de pest uit
Bezet door de Spanjaarden. Er wordt veel geplunderd. De koeien worden uit de wei geroofd
In mei 1574 vermaant stadhouder Gillis van Barlaimont de magistraat van de stad Arnhem om geschut op de wallen te brengen, staketten te maken en vooral de schatting naar behoren in te vorderen, tot verdediging van de stad. Voorts om de Spaanse ruiters te provianderen
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1575
Kaerll van Lynden, ambtman en richter in de Overbetouwe, oorkondt, dat Aelheidt Munters den verkoop bevestigt d.d. 30 september 1552 van 7½ morgen land te Elden door heer Johan van Delen aan heer Johan Beltgen, met de verplichtingen der koopers verschillende missen te zullen zingen, en onder beding, dat de commandeur het goed niet zal mogen bezwaren, verkoopen, ontvreemden of transporteeren, op straffe van verlies van het land aan de stad ten behoeve der armen van het St. Catharina- of St. Petersgasthuis [Geld. Arch. inv.nr. 262, 21 november 1575]
23 September 1575 Godert Pannekoek heer van Meijnerswijk ca Anton van Gent veerman aan de Praast Eischer had den veerman verboden voortaan aan zijne des eischers weerd aan of over te varen op boete van ƒ200 Het hof verstaat dat de veerschuiten aan het land van Pannekoek zullen aanvaren op eene plaats die op eene bijgevoegde kaart is aangewezen en zulks bij provisie tot dat de principale zaak tusschen den klager en den beklaagde of ook het kapittel van St Pieter te Utrecht en de stad Arnhem zou erkend zijn Civ Sent II 23 September 1575 [Registers op het Archief...
Bezet door de Spanjaarden.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1576
Bezet door de Spanjaarden.
Proces over vraagstukken over een uijtgang (grondrente) uijt een hofstede te Elden in 1576
BRONNENliteratuurLeppink/Wientjes, Sint, blz. 477, 1576overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1577
Bezet door de Spanjaarden.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1578
Bezet door de Spanjaarden.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1579
Het Rooms-katholieke geloof wordt in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (de noordelijke Nederlanden) verboden en zo ook in Elden. Het gebied van de noordelijke Nederlanden wordt beschouwd als een missiegebied en wordt ook wel aangeduid als: Hollandse Zending. In het geheim worden er in Elden Rooms-katholieke kerkdiensten gehouden, dat gebeurd in zogenoemde schuil- of schuurkerken. Volgens overlevering is er in de voorloper van de huidige boerderij Elderhof zo’n schuilkerk. De stadskapelaans van Huissen dragen in die periode de verantwoording voor de Rooms-katholieke Eldenaren, en krijgen in die periode de titel van “Missiepastoor van Elden”.
Gelderland trad in 1579 toe tot de op 23 januari 1579 ondertekende Unie van Utrecht . Arnhem wordt de hoofdstad van Gelderland
Missive van het hof aan den ambtman van overbetuwe. Ter voorkoming van fraude door kooplieden en schippers wordt hem gelast iemand te committeeren om te Elden toezicht te houden, dat geene goederen aan de Kaldeney aldaar ontscheept en over land naar den Rijn vóór Huissen gebracht worden. 1/3 van de aangehaalde goederen zal zijn voor den aanbrenger, 1/3 voor den heer en 1/3 voor de generaliteit 1579 [GA 8137]
De ruilovereenkomst uit 1579, waarbij het Gasthuis het perceel P op kaart no. 15 verkreeg "Elden, Derrick Roelifs en Jacob Reinen en Rikerswoert" (Leppink/Wientjes, Sint, blz. 354
De Eusebiuskerk behoorde tot aan de beeldenstorm, die in Arnhem plaatsvond in 1578-1579, tot de Rooms-Katholieke Kerk. Op 20 juni 1579 werd de kerk voor de katholieke eredienst gesloten
BRONNENarchievenGelders Archief 0124 Hof van Gelre en Zutphen. inv. nr. 827, nr. 8137overige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boekenHet jaar 1580
Heer Joachim Crab, prior, en heer Henrick Saelmaecker, priester van de Orde van St. Jan te Arnhem, verpachten op 21 februari 1580 vanwege de pitanciën aan Arndt van Mouwick en diens vrouw Christina 5 hond land te Elden, aan de Weem bij de kerk [Geld. Arch. inv.nr. ,
Rentmeester Grammaye wil een waterverbinding tussen Arnhem en Nijmegen.
BRONNENoverige bronnenGoogle Search jaar en plaats; Google Search boeken