Gaanderen-Gusaha

Gaanderen

Dorp in Gelderland bij Doetinchem. Andere benamingen Gernere (1200), Ghernere (1200). Gernhere (1215), Garner (1468), Garnere, Gander. De naam verwijst waarschijnlijk naar de heuvelrij die het dorp beschermde tegen overstromingen van de Oude IJssel.

algemeen

=in de 12e eeuw [wikipedia]                                                                     =Aan de Bielheimerbeek ligt het klooster Bethlehem  [wikipedia]                               =In 1322 komt in een akte de naam voor van Engelbertus de Gernere en in 1328 Hensekinus de Gernere                                                      =In de 17e eeuw één van de vijf buurtschappen van Doetinchem (Dichteren, Gaanderen, IJzevoorde, Langerak, Oosseld). Er zijn dan 120 inwoners en 20 boerderijen [wikipedia]                                                 =Op 1 januari 1828 zijn er 264 inwoners waarvan 232 rooms katholiek  [Greeven, Geschiedenis, blz. 84-85]=In 1843 zijn er ruim 450 inwoners  [Aa, Aard, deel 4, blz. 404]                                                                             =Op 1 december 1869 zijn er 170 huizen, 441 mannen en 438 vrouwen [Uitkomsten, blz. 40]                     =Tot en met 1919 deel van de gemeente Ambt-Doetinchem [plaatsengids.nl]                                               =Op 1 januari 2013 zijn er 5610 inwoners [wikipedia]

economie

=In 1689 begint Josias Olmius de eerste Nederlandse ijzergieterij aan de Bielheimerbeek, genoemd de Rekhemse hut. Er worden kogels, bommen, handgranaten en huishoudelijke voorwerpen gemaakt [wikipedia].=Eind 18e eeuw veel arbeiders in de bosbouw. Zij vormen de kern van het dorp [wikipedia]=In 1821 wordt aan de Akkermansbeek de ijzergieterij Vulcaansoord opgericht. Het bedrijf verschaft veel arbeidsplaatsen [wikipedia]=In 1977 gaat Vulcaansoord failliet [wikipedia].

godsdienst

=Tussen 1178 en 1182 wordt het klooster Bethlehem gesticht. Everardus de Heze, één van de stichters, schenkt dan een hoeve in Gernere aan het klooster. [NNBW deel 8, 1930, Evert van der Ese]                   =Op een lijst uit 1200 van de goederen van het klooster Bethlehem komen voor een akker in Duttinckheim, gekocht van Arnold van Gernere een akker bij Duttinckheim gegeven door Goebergen, een boerenplaats in Silvolde gegegevn door markgenoot Sueterus van Duttechem en een halve boerenplaats in Gernere gekocht van Volckwijn van Duttinckem [Greeven, Geschiedenis, blz. 34]=Bernard, proost van Emmerik en aartsdiaken te Utrecht bevestigt in 1218 de giften door zijn voorganger gedaan aan de kerk van St. Maria te Bethlehem van anderhalve mansus in Gernere. Getuigen zijn deken en kanoniken te Emmerik e.a. =Otto, bisschop van Utrecht, geeft in 1225 de eigendom van de grote en smalle tiend in Gernere met het recht dat Everhard van Wilp, die de tiend van hem ten leen hield, daarop bezat aan de kerk van St. Maria te Bethlehem. =Bernardus, miles in Ressa, geeft in 1229 een hoeve in Gernere behorende tot de curtis in Embrika aan de kerk van St. Marie te Bethlehem.=Bernardus, miles de Rese, ontslaat in 1235 de kerk te Bethlehem van de betaling der jaarrente van zes Deventersche penningen die zij hem uit zijn mansus in Gernere schuldig was.                                     =Het kapittel van Xanten geeft in 1236 zekere goederen gelegen in Gernere -tot dusver door Everardus de Hese en zijner zoon Stephanus bezeten- aan de kerk te Bethlehem in eigendom [Ketner, blz. 138].                                                                                                               =Otto, graaf van Gelre, bevestigt in 1250 de kerk te Bethlehem in de vrijstelling van het betalen van keppelkoorn, ploeggeld, voogdgeld, ploegbede, rumething en hospitium aan die kerk, verleend door zijn vader Gerard en zijn moeder Margareta voor hun goederen in Wichmunde, Stenre, Gernere en Brunsvelde                                                                                                                                            =In 1468 maakt Hendrik, heer van Wisch, bekend dat hij aan het klooster Bethlehem erfelijk schenkt een schepel zaailand en de tienden grof en smal van de buurschap Garnere, alsmede dat Proost Abt en Broeders van Bethlehem beloofd hadden ten voordele van de zielen van hem, zijn ouders en nakomelingen alle jaren op 12 bestemde tijden geheugenis te houden met waken, zielmissen en voorbidden en hen deelachtig te maken aan alle de goede werken die met zingen, lezen, vasten dagelijks het gehele jaar in het klooster geschiedden [Greeven, Geschiedenis, blz. 35]

heerlijkheid

Steven, graaf van Randwijk is in 1736 schout in Breda en heer van Homoet en Gaanderen [NL-HaNA, Nassause Domeinraad vanaf 1581, 1.08.11, inv.nr. 685]
BRONNENarchieven                                                                                         Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 6 (1218); Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 8 (1225); Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 12 (1229); Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 32 (1235); Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 37 (1236); Gelders Archief 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem, inv.nr. 5.01, regestnr. 68 (1250);literatuurAlberts, Geschiedenis, p. 154 (1200)                                                                         Bouwmeester, W.L., Het klooster Bethlehem bij Doetinchem, 1903                             Det, Hans van, Gaanderen in oude prenten, 1980                                                   Dorp aan de beek: terugblikken in de geschiedenis van Gaanderen, 2004                 Gaanderen van tijd tot tijd, Oudheidkundige Vereniging Gander 2007                 Geschiedenis van de parochies Terborg en Gaanderen, 1938                                     Greeven, K.H., Geschiedenis en Beschrijving van Doetinchem, Delfshaven 1830, blz. 34, 35, 84-85           Ketner, Frans, De oudste oorkonden van het klooster Bethlehem bij Doetinchem, Kemink & Zoon 1932, blz. 75, 102, 133, 138                                                                 Nijhoff, L.A., Het klooster Bethlehem of Bielheim bij Doetinchem, 1853                 Notten, Ton, Gaanderen: een eeuw in beeld, Oudheidkundige vereniging Gander 2011                               Pas, G.J., "Den Elshof", Gaanderen van 1648 via 1914 naar 1960                             Uitkomsten der vijfde tienjarige volkstelling in het Koningrijk der Nederlanden op den eersten december 1869, volume 1, blz. 40overige bronnenGoogle Search plaats;

Gaasbeek

Dorp nabij Brussel. Ook Gaesbeek, Gaesbeeck

algemeen

in 1851 zijn er 269 inwoners [Navorscher 1851, blz. 209]het slot is in 1851 nog volledig intact en wordt bewoond door een Italiaanse refugié Arrivabene [Navorscher 1851, blz. 209]

heerlijkheid

=een vrije heerlijkheid [Navorscher 1851, blz. 209]=de hoofdplaats van een meierij met dezelfde naam waaronder 15 dorpen vielen en "de allervermaerdste Heerlijkheid van geheel Brabant" [Navorscher 1851, blz. 184]=Zeger van Abcoude vermoordt in 1387 Everard T'Serclaes. De Brusselse burgerij verwoest uit wraak het kasteel [Navorscher 1851, blz. 184]=al vóór 1387 in handen van het Hollandse geslacht van Abcoude [Navorscher 1851, blz. 184]=Gijsbert van Abcoude verkreeg de heerlijkheid door zijn huwelijk met Johanna van Hoorn [Navorscher 1851, blz. 209]=In 1437-1439 is Jacob heer van Gaasbeek, Abcoude, Putten , Strijen, enz [NA]-in 1450 verkoop Jan of Jacob van Abcoude de heerlijkheid aan Phil. de Homes; hij herbouwt het kasteel [Navorscher 1851, blz. 210]=na de familie van Abcoude over in handen van van Hoorn en familie Schockaert, graven van Tirimont [Navorscher 1851, blz. 209]=in 1566 wordt het kasteel in brand gestoken [Navorscher 1851, blz. 210]

BRONNENhttps://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/3.19.38/inventaris?node=c01%253A0.c02%253A2 https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/3.19.38/inventaris?node=c01%253A0.c02%253A3 literatuurKort, J.C., Repertorium op de lenen van Gaasbeek, Historische reeks Kromme Rijngebied, deel 6, 2001Uytven, Vort, p. 109 (1565)
GaasterlandalgemeenIn 1915 is er in Gaasterland een interneringsdepot [NA529]Omdat een groot aantal families van geïnterneerde militairen moeilijk onderdak konden krijgen heeft de minister van Binnenlandse Zaken een commissie tot voorziening in de woningnood en onderstand van de gezinnen der geïnterneerde militairen benoemd, en zijn er in de nabijheid van de militaire kampen vier gezinskampen gebouwd, t.w. in Gaasterland, Harderwijk, Soesterberg en Oldebroek. Omdat de Nederlandse regering alleen zorgde voor huisvesting en voeding aan onbemiddelde vluchtelingen, moesten op particulier initiatief steuncomité's en verschillende fondsen worden opgericht ter financiering van deze werkzaamheden bestuurIn 1820 is jonkheer H.R. van Burmania Rengers grietman van Gaasterland [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXIV]BRONNENinternetNL-HaNA, Oorlog / Genie / Kaarten en tekeningen, 4.OGT, inv.nr. 529 literatuurNieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XXIVWijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)

Gaastmeereconomie...vermits van Workum, Gaastmeer en in het bijzonder van Heeg, in welker omstreken zeer veel paling wordt gevangen, jaarlijks vele duizenden ponden van deze vis naar Londen worden gevoerd [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. 2] BRONNENliteratuurNieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. 2

Gameren

algemeen

belastingen

molenpenningenVonnis van het gerecht van Zuylichem uit 1638 in het geschil tussen de gecommitteerden van de Gamerense en Nieuwaalse watermolens en de erfgenamen van Arndt de Raet Henrickss., als bezitters van de Paderbornse tienden te Gameren, over het bijdragen in de molenpenningen [NA1644] 

domein

Edwair, hertog van Ghelre en graaf van Zutphen, beleent op 15 mei 1370 Arnt van Loyenbergh, zoon van heer Willem van Hukelum, met het windrecht te Gameren en Nywel, behoudens 15 pond was 's jaars, en stelt op inbreuk op dit recht een boete van 3 pond kleine penningen [NAReg2]Akte van volmacht uit 1740 van Adriana Margrieta van Haeften op Barthold van Haeften om aan Hendrik Timmer te transporteren een gedeelte van een vogelkooi onder Gameren [NA1337]Akte van belening door hertog Eduard van Gelre van Arnt van Loyenbergh met het windrecht te Gameren en Nieuwaal [NA1216A]

heerlijkheid

De achterkleinzoon van de eerste Allard van Haeften, Otto van Haeften, verwierf in 1444 "de oude hoftad" te Herwijnen, ook genoemd Wayenstein, en verder nog, door zijn huwelijk met Jutta Pieck, de heerlijkheid Gameren. Zijn zoon Allard van Haeften erfde deze beide lenen; hij huwde met Aleid van Waardenburg. Op hen volgde Derk van Haeften, vanaf 1495 eveneens heer van Gameren en bezitter van het huis Wayenstein [NA26]Allard van Haeften verkocht in hetzelfde jaar Wayenstein. Hij had behalve de genoemde Frederik uit zijn huwelijk met Cunegonda van Keppel nog twee zoons, waarvan de oudste, Dirk van Haeften, Gameren en Herwijnen erfde [NA27]Dirk van Haeften is heer van Gameren. Hij is ondertekenaar van het Verbond van Edelen [WP8, blz. 20; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 272]Aantekeningen betreffende de beleningen met de heerlijkheid Gameren en het bezit van de vicarie van het Sint-Nicolaasaltaar aldaar van 1477 tot 1618 [NA1643]In 1683-1697 zijn Frederik Hendrik van Randwijk en Stephania Torck, heer en vrouwe van Rossum, Beek, Heesselt en Gameren [NA77]

tienden

Condities in de jaren 1814-1818 voor de verpachting van de krijtende tienden onder Gameren, Nieuwaal, Haaften, Hellouw en Tuyl [NA148]
BRONNENarchievenNL-HaNA, Brederode, 3.20.07, inv.nr. 77NL-HaNA, Financiën/Domeinrekeningen, 2.08.14.06, inv.nr. 148NL-HaNA, Mackay van Ophemert, 2.21.115, blz. 26-27; inv.nr. 1216A; inv.nr. 1337; inv.nr. 1643; inv.nr. 1644; Regesten2;literatuurWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 20 (WP)

Gansoyenalgemeenheerlijkheid=Johan van Weerdenborg, heer van Enspieck en Gansoyen is getrouwd met Willemina vanErp [BMHG 1877, blz. 363]=Dirk van Weerdenborg, heer van Gansoyen, is eerst getrouwd met een dochter van de familie van Zuyen van Hardenbroek, en naderhand met een dochter uit de familie van Mom [BMHG 1877, blz. 363]=Johan van Weerdenborg, heer van Gansoyen, is getrouwd met Anna Mom [BMHG 1877, blz. 363]=Johan van Weerdenborg, heer van Enspiek, is getrouwd met Diderica van Tuyl van Bulkensteyn [BMHG 1877, blz. 363]

Ganswijk

algemeen

Er is een kaart uit 1601 van de polder Ganswijk [NA1420]er is een kaart van de ban van Almkerk met zijn polders den Doorn, Uppel en Ganswijk [NA1403]Er is een kaart uit 1700 van de nieuwe Altenase polders, als: Emmikhoven, Ganswijk, Almkerk en den Doorn [NA1418]

heerlijkheid

Brief van P.M. Beelaerts van Emmikhoven uit 1773 aan Jan Adolf van Hardebroek om de tienden van Emmikhoven en Ganswijk te doen verleiden op Adriaan Pompe van Meerdervoort [NA45]Pieter Beelaerts is heer van Emmichoven, Ganswijk en Waardhuyzen [Leeuw1883, blz. 87]
BRONNENarchievenNL-HaNA, Heerlijkheid Kleine Lindt, 3.19.72, inv.nr. 45 NL-HaNAKaarten Hingman, 4.VTH, inv.nr. 1403; inv. nr. 1418; inv.nr.  1420literatuur

Gapinge


algemeen

heerlijkheid

in 1793 is Jan Pieter van den Brande, heer van Couwerve, Krabbendijke en Gapinge, en burgemeester van Middelburg [Navorscher 1852, blz. 132]

Garderen

algemeen



BRONNENliteratuurHeringa, Tijnsen, p. 35 (14e e)Sloet, Brieven, p. 317(1386)

Garnwerd

algemeen



BRONNENliteratuurBlécourt, Veer (17e-19e e)

Garrelsweer

algemeen


BRONNENliteratuurBergh, Handboek, blz. 132 (m.e.)Blécourt, Bewijsstukken, p. 89 (1057)

Gaspaarden

algemeen

=Behoort tot het domein van de familie Van Nassau [NA12.68]=In 1680 worden Everdingen en Goilberdingen gesplitst van Gaspaarden, Tullen en Honswijk [NA12.69]=In 1750 een akte van belening van de Staten van Holland met Gaspaarden [NA1690]=In 1752 een akte van belening van de Staten van Holland met Gaspaarden [NA1713]=In 1767 een akte van belening van de Staten van Holland met Gaspaarden [NA1713]
BRONNENarchievenNL-HaNA, Nassause Domeinraad vanaf 1581, 1.08.11, inv.nr. 12.68; inv. nr. 12.69; inv.nr. 1690; inv.nr. 1713literatuurAvis, Directe, p. 88 (1333)

Gasperen

Een stadje in Zuid-Holland bij Vianen. Ook Gasparn. 

algemeen

in 1405 belegerd, ingenomen en geslecht in de strijd van Willem VI en Frederik van Blankenheim tegen Jan van Arkel [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 220]
BRONNENarchievenVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 220

Gassel

algemeen

Op 19 december 1820 vindt in Grave de verkoop plaats van tot het domein behorende bouwhoeven en weilanden onder Gassel [NA32]
BRONNENarchievenNL-HaNA, Financiën / Verkoop Domeinen, 2.08.14.05, inv.nr. 32literatuurW.D.B.I.U.A. 1873, 9 augustus, p. 3

Gasselte

algemeen



BRONNENliteratuurGosses, Organisatie, pp. 137 (1633), 147 (id)T.S. Drenthe, p. 80 (Rep)W.D.B.I.U.A. 1874, 4 april, p. 3

Gasselternijeveen

algemeen


BRONNENliteratuurT.S. Drenthe, p. 80 (Rep)W.D.B.I.U.A. 1874, 28 maart, p. 3; 4 april, p. 3

Gastel

algemeen

Er is een kaart van 9 mei 1590 van o.a. de heerlijkheid Gastel [NA440]

belastingen

Notulen van de vergadering van 22 juni 1797 van dijkgraaf, gezworenen en ingelanden van de polder Heerjansland, genaamd Nieuw-Gastel, o.a. inhoudende verbod tot het plaatsen van houtgewas en opdracht aan het dijkcollege tot onderzoek naar een aanlegplaats voor schepen op Stampersgat en vervolgens tot het ontwerpen van een reglement voor haven-, laad- en losgeld [NA465]"Memorie uit circa 1800 voor ............... mr. George Michiel Otgens, wegens zijn ............ goederen, gelegen onder Oud-Gastel", met aantekening van de daarop rustende lasten [NA123]-Er is een veer van Kruisland op Gastel [NA167]

bestuur

penningmeester-Ordonnantie van 19 november 1569, verleend aan dijkgraaf, gezworenen en penningmeesters van Heerjansland (Nieuw-Gastel) door superintendent en gecommitteerde van het markiezaat van Bergen op Zoom [NA463]-Testament van 17 november 1653 betreffende Johanna van Steenhuys, weduwe van François de Pottere, penningmeester van Nieuw-Gastel [NA265]schepenIn 1544 zijn er ook reeds schepenen van Gastele [NAReg6]Testament van 21 mei 1710 betreffende Hermanus Godefridus de Pottere, oud-schepen van Oud-Gastel [NA270]

domein

Op 20 december 1819 worden tot het domein behorende bouwhoeven, landerijen en weilanden o.a. onder Gastel verkocht [NA31]Op 4, 5 en 6 september 1820 worden tot het domein behorende hofsteden, weiden, dijken en bouwland o.a. onder Gastel verkocht [NA31]

financiën

Acte van willige condemnatie van den Raad van Brabant van 21 maart 1691, verleend op een schuldbrief d.d. 1691 Februari 16, groot 18 000 gulden, ten laste der eigenaars van de polders onder Oud- en Nieuw-Gastel en ten name van Arent Symonse [NA464]

heerlijkheid

tienden

Verpachtingsvoorwaarden 1815-1818 voor tienden in Budel en Gastel voor domkapittel Aken [NA133]
BRONNENarchievenNL-HaNA, Financiën/Verkoop Domeinen, 2.08.14.05, inv.nr. 31NL-HaNA, Kaarten Hingman Suppl., 4.VTHR, inv.nr. 440NL-HaNA, Financiën / Domeinrekeningen, 2.08.14.06, inv.nr. 133; inv. nr. 167NL-HaNA, Otgens, 3.20.42, inv.nr. 123; inv.nr. 265; inv.nr. 270; inv. nr. 463; inv.nr. 464; inv.nr. 465; Reg. 6literatuurMoll, Rechten, pp. 52 (1480-94), 84 (14e-16e e), 103 (1393-96), 104 (1384), 105 (1453), 106(1496), 117 (16e e), 135 (id)W.D.B.I.U.A. 1873, 12 april, p. 3

Gauguerie

heerlijkheid

Josef Ignatius de Hooghe [....-1795]is heer van Gauguerie  en Ten Heerde [Nav1870]
BRONNENliteratuurNavorscher 1870, blz. 218

Gavere

algemeen

heerlijkheid

Karel Fresin is heer van Gaveren [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 213]
BRONNENliteratuurSmidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 454 (1497), 456 (1498)

Geel

Henne, Histoire I, p. 305 (1512)

Geer, De

Buurtschap in Zuid-Holland tussen Vlist en Stolwijk.

lgemeen

Frederik van Zevender wordt door zijn schoonvader Jan van de Lede op 17 maart 1253 beleend met de goederen van Cabauw, de Geer en Bonrepas [Kölker, blz. 11]

financiën

heerlijkheid

literatuur

Avis, Directe, p. 32 (1487-88)

Kölker, A.J., Haastrecht. Hoofdstukken uit het ontstaan en de ontwikkeling van "die Steede ende Landen van Haestregt" tot het begin van de 19e eeuw, Dordrecht 1974

Geerestein

algemeen

heerlijkheid

In 1842 is Hendrik Daniël Hooft ambachtsheer van Woudenberg en heer van Geerestein en Groenewoude [Adel1925, blz. 102]
BRONNENliteratuur
GeertruidenbergStad in Noord-Brabant.algemeenbelastingen=Graaf Willem verleent in 1213 aan die van Geertruidenberg vrijdom van tollen binnen de  jurisdictie op de jaarmarkten en buiten de jaarmarkten [Engels, blz. 23]=In de handvesten in 1213 aan die van St. Geertruidenberge verleend staat dat:  "ider wooninge binnen des stads vrijheid gelegen, betaald jaarIijks tot een chijns op de feestdag Lamberti ses penningen, wtgesteken der Schepenen manse." [Engels, blz. 30]=De voorrechten worden bevestigd in 1274 [Engels, blz. 22].gemeentesecretaris=in 1820-1826 is U.J. Blanckers Pasque secretaris van de stad [Gosselin, blz. V; Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. IX]heerlijkheid=Wanneer het Land van Geertruidenberg van het graafschap Strijen gescheiden is moeilijk na te gaan. Vermoedelijk heeft dat plaatsgehad bij de dood van Graaf Willem van Strijen in 1290. Dat het omstreeks die tijd een heerlijkheid heeft uitmaakte blijkt oa daaruit dat het als zodanig in 1319 door Heer Willem van Duvenvoorde, basterdzoon van Arent van Duvenvoorde, uit het huis van Wassenaar is gekocht of verkregen van Willem III, Graaf van Holland. Deze Willem van Duvenvoorde [1290-1353] verkrijgt in 1324 van Guido van Vlaanderen, heer van Rijckenburg, getrouwd met Beatrix, vrouwe van Putten en Strijen, in erfpacht het huis te Strijen dat in 1289 door Graaf Willem van Strijen gebouwd was en ook wel de Burgt of het Kasteel van Oosterhout genoemd wordt. Tot dit huis te Strijen behoren vele heerlijke goederen onder Dongen, Dorst, Ulvenhout, Wernhout, Steelhoven, Oosterhout en Zundert [Regt, blz. 42]=De prins van Oranje is heer van Geertruidenberg [Regt, blz. 22]oorlog=in 1304 verovert Jan II, hertog van Brabant [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=in 1420 houdt Dirk van de Merwede het slot voor Jacoba en tegen Jan van Beijeren bezet en gaf het eerst terug toe de hele stad in de as was gelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=op 6 maart 1489 neemt Jan van Naaldwijk met Hoeksgezinde Rotterdammers de stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=Willem I veroverde de stad op 28 augustus 1575 op de Spanjaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=in 1589 plegen de gelegerde Engelse soldaten verraad waardoor de stad overgaat naar naar de Spaanse hertog van Parma [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]. De vesting Geertruidenberg werd hem door de slecht betaalde en muitzieke bezetting in 1589 verkocht. Een belangrijke aanwinst, indien hij, zich onverdeeld aan de onderwerping der Nederlanden had mogen wijden. Uit Geertruidenberg, beter dan uit enige andere plaats, was de binnenvaart van Holland te fnuiken; geen schuit kon van Dordrecht of Gorkum uitlopen zonder van Geertruidenberg uit bespeurd te worden; een aantal roei-jachten, daar op post gesteld, zou de Hollandse scheepvaart gevoelig afbreuk hebben gedaan [Fruin,, Tien, blz. 23, 30]. In 1589 is Gerard Abrahams ("Lekkerbeetje") één van degenen die Geertruidenberg aan de Spanjaarden verkoopt (Aa, Bio I, blz. 31)=Maurits zou trachten Geertruidenberg, de enige stad van Holland, die de vijand in zijn macht had, te verrassen, of, zo dit mislukte, haar door belegering meester te worden. Behalve de groote voordeelen, die uit deze verovering zouden voortvloeien, zou men zoodoende tevens den vijand bezig houden en hem verhinderen in Frankrijk met aanzienlijker krijgsmacht op te treden. De beraamde verrassing is mislukt, gelukkig voor de krijgsroem van Maurits, want het daarop ondernomen beleg van Geertruidenberg is één van zijn beroemdste wapenfeiten, door de krijgsgeschiedenis uitvoerig geboekt [Fruin, Tien, blz. 134]=toen nu Geertruidenberg plotseling werd aangetast, bevond hij zich niet in staat om die vesting intijds te helpen, hoewel haar anders in vier dagen een leger van Brussel bereiken kon. Aan deze omstandigheid had Maurits het te danken, dat hij, vijf dagen na den aanvang van het beleg, reeds meester was van het sterke fort Steelhoven, dat de enige weg naar de stad beheerste, en aan welks bezit het lot der vesting hing [Fruin, Tien, blz. 134-135]=toen de vijand ten laatste tot ontzet kwam opdagen, was de legerplaats reeds in uitmuntende staat van tegenweer, van bolwerken, schansen, ravelijnen en wijde grachten voorzien, en sterker dan menige stad; de waterzijde der vesting, ruim twee derden van den gehele omvang, was ingesloten met een linie van vaartuigen, aan ankers vastgelegd en door kabels aan elkander verbonden. Zo nauw was de vesting omsingeld, dat geen bode uit 's vijands leger er kon binnen sluipen, en dat de briefwisseling door middel van duiven moest worden gevoerd [Fruin, Tien, blz. 135]=in 1593 neemt prins Maurits de stad in [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=in februari 1793 gaat de stad bij verdrag over aan de Fransen, maar op 8 april 1793 door Willem van Oranje weer bezet [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]=op 19 januari 1795 wordt de stad door de Fransen bezet en blijft in bezit tot 12 december 1813 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 31,ANF 1884, 1 maart. p. 5 (17e e) Becht, Statistische, p. 140 (1587)Blink, Geschiedenis I, p. 167Blok, Financiën, p. 56 (14e e)Chijs, Munten, blz. 37 (m.e.)Engels, Geschiedenis, blz. 22 (1213;1274), 23 (1213), 30 (1213)Enklaar, Stukken, p. 308 (16e e)Fruin, Informacie, pp. XII (15e e), XX (1514),521-525 (id)Fruin, Oudste I, pp. 59 (1401), 88 (1307)Goes, Register IV, pp. 34 (1555), 74 (id); V, pp. 93 (1557), 136 (id), 185 e.v. (id)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. VGosses, Stadsbezit, pp. 11 (1213), 18 (m.e.) Gosses, Welgeborenen, p. 44 (m.e.)Hall, Stedelijke, p. 567 (1213)Korteweg, Stadrecht (13e- 16e e)Kruisheer, Oorkonden, p. 337 (1278)Meyroos, Onze, pp. 11 (1515), 15 (16e e)MontéVerloren, Hoofdlijnen, p. 110 (1213)Mieris, van, deel I, blz. 158; 371Navorscher VII, p. 357 (1695); XVIII, p. 57 (18e e)Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen deel  1, A-B, Thieme, Zutphen 1820, blz. IXObreen, Stukken, p. 155 (m.e.)Rees, Geschiedenis I, p. 74 (1539)Voorthuysen, Mercantilisme, p. 34Wijnpersse, Statistiek (1854)

Geervliet

Dorp in Zuid-Holland. Ook Gerritshaven

algemeen

belastingen

ontvanger Nicolaas Anthony Roelants [1771-.......] is ontvanger in Zwartewaal, Heenvliet, Geervliet en Vierpolders [Roelants, Gulden, blz. 195]tolIn 1249 verpandde hij zijn tol te Geervliet om zijn zuster Margareta, die hij ,,de consilio principum et magnatum imperii" aan den graaf van Henneberg uitgehuwelijkt had, een huwelijksgift te doen [Enklaar, Opkomst, blz. 17]. 

gemeente

In 1860 in Jan Dirk Preuijt burgemeester van Geervliet [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 222]

heerlijkheid

Jhr mr. Paulus Gevaerts [1763-1836] is in 1815 heer van Geervliet, Simonshaven en de Biert en secretaris van Dordrecht [Adel1925, blz. 72; Epen, Geslacht, blz. 37]
BRONNENarchievenStreekarchief Voorne PuttenliteratuurANF 1883, 26 juli, p. 3 (18e e); 1889, p. 143 (1490)Andreae, Hoge, pp. 23 e.v. (m.e.), 30 (id), 34 (1570)Becht, Statistische, p. 68 (1168)Bergh, Handboek, pp. 58 (1195), 70 (1485)Blécourt, Heerlijkheden, p. 500 (1795) Blok, Financiën, pp. 48 (1195), 56 (id), 57 (1495)Chijs, Munten, blz. 35Diepeveen, Vervening, p. 20 (1386)Engels, Geschiedenis, pp. 20 (1195), 23, 94 (Rep)Enklaar, D. Th., De opkomst van den grafelijken raad in Holland, in: BGN 1946, deel 1, blz. 17De tol te Geervliet werd door Graaf Floris met Keizerlijk verlof geheven,welke tot den 20sten penning of 5 pct bedroeg en onder Dirk den VII in 1195 door Keizer Hendrik den VI bevestigd is. Deze tol, als bezwarend voor de vlaamsche kooplieden, had reeds eenen oorlog tusschen de Hollanders en Vlamingers veroorzaakt [blz. 20]Enklaar, Opkomst, p. 19Enklaar, Stukken (15e- 16e e)Fruin, Informacie, p. XXVIII (1515)Goor, Beschrijving, p. 139 (1552)Gosses/Japikse, Handboek, p. 77 Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 92Jansen, Middeleeuwse, p. 114Jansma, Raad, p. 139(1442; 1456)Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz. 439, 538Keizer Hendrik VI begiftigde Dirk VII met de tolheffing in Geervliet (blz. 439)Floris III legde een nieuwe tol in Geervliet. De Vlamingen hadden daar bezwaar tegen en hielden een strooptocht in het land van Waas (blz. 538)Kruisheer, Oorkonden, pp. 267 (1235), 282 (1249), 283 (id), 291 (1252), 315 (1270), 318 (1271), 320 (1272), 337 (1278), 351 (1283), 355 (1284), 356 (id), 389 (1293), 408(1298)Moll, Rechten, p. 47 (1339)Muller, Middeleeuwsche (Inl.), p. 354 (1316)Navorscher X,p. 188(1315)D.W. Nibbelink, Handvesten en oorkonden betrekkelijk de rechtsgeschiedenis van den Zwijndrechtschen Waard, Leiden 1860, blz."Volgens Alkemade in zijne Munten der Graven en Gravinnen van Holland, Voorberigt bl. 5, zou Graaf Floris III van Keizer Frederik Barbarossa in 1157 tol te Geervliet (...) en het regt om geld te munten verkregen hebben. Ook van Loon maakt in zijne Hedendaagsche Penningkunde bl. 34 melding van die beide giften, maar in een charter van 1195 (Van Mieris, Charterboek I, bl. 130), waarin de gift van dien tol aan Dirk VII bevestigd wordt, leest men niet van de gidt der munt".Nijhoff, Oud, p. 132(1610)Nijhoff, Staatkundige, pp. 29 (1165), 31 (12e e)Obreen, Stukken, pp.138 (1336),141 e.v. (1250-70)Overvoorde, Oude (16e-17e e)Rees, Geschiedenis I,  pp. 45 (12e e), 46 (1195), 70 (1344)Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 358-359 (1501), 370 (1502), 402 (1466), 407 (1472), 459 (1499), 460 (1480-1500), 463 (15e e)Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 106 (1511), 177 (1516), 196 (1518)Smit, Bespr. BGN, p. 151Zuylen, Inventaris I, p. 344

Geest- Gérompont

Baelde, Domeingoederen, p. 97 (1551)

Geesteren

Racer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 275 (1268)

Geestmerambacht

algemeen

bestuur

waterstaat

=Cornelis van Egmond van der Nijenburg [1530-....] is dijkgraaf in G. [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 179]
BRONNENliteratuurVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 179

Geffen

Dorp in Noord-Brabant 

algemeen

oorlog

in 1497 door de Geldersen in de as gelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1512 bij de inval van de Geldersen geheel afgebrand [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1794 veel schade door de blokkade van Den Bosch en Grave door de Fransen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1813 bij de stad een gevecht tussen Fransen en Pruissers [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]

't Gein

Plaats in Utrecht tussen Utrecht en Vreeswijk

algemeen

aanvankelijk een burcht en een met grachten omringde stad [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223-224]

heerlijkheid

In 1636 is Adriaan Ploos van Amstel heer van Oudegein, Lievendaal, Tienhoven en 't Geyn [Adel1925, blz. 158]Johan Adolf van Alendorp (1657-1729) is heer van de ridderhofstad en de heerlijkheid 't Gein en Oudegein (1698-1705), heer van Ravestein (Baarn) (1723)

oorlog

in 1225 door Floris IV in de as gelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1333 worden burcht en stadje door Willem van Duivenvoorden verwoest omdat de Stichtsen zijn rechter hadden gedood [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1356 bemachtigt Arnoud van Amstel de sterkte op de kastelein Snoijers [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 223]in 1402 wordt de stad door Jan van Arkel platgebrand en een met grachten omringde stad in 1482 wordt de burcht door die van IJsselstein overrompeld, geplunderd en verbrand [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 224]
BRONNENliteratuurBergh, Handboek, blz. 109Avis, Directe, pp. 7 (1295; 1363; 1435), 20 (1446), 104 (m.e.)Rootselaar, Rekening, pp. 30 (1585-86), 51 (1555-85), 63 (1574-85)

Geldenaken

Baelde, Domeingoederen, pp. 76 (1551), 96-98 (id)

Panhuysen, Omstreden, pp. 90-91 (13e e)

de Gelder

algemeen

heerlijkheid

In 1811 is Frederik Gijsbert van Dedem heer van de Gelder [Adel1925, blz. 49]

BRONNENliteratuur