Idaard-Izegem


Idaardalgemeen
belastingen
geestelijkheid=aantekening uit maart 945 over inkomsten van de abdij Fulda o.a. te Diepenheim en „Edenwerfa" = Idaard  [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 109, blz. 114]

Idaarderadeelgemeente-in 1886 wordt Edo Johannes Bergsma secretaris van Idaarderadeelbestuurgrietman=op 1 augustus 1482 is Tjaard Gerrytsz., grietman in Idaarderadeel, =Ubbo van Aylva wordt in 1679 benoemd tot grietman van Idaarderadeel [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 324]
BRONNENliteratuurWie is dat, blz.45 [1886]Wijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)IeperStad in West-Vlaanderen. Ook Ypres, IJperen, Yperenalgemeen =in 1826 is Ieper behalve een stad ook de naam van een plattelandsdistrict. Het district omvat 37 plattelandsgemeenten met 59.278 inwoners [Gosselin, blz. XXXVIII]bestuurraadpensionaris=Hendrik de Codt was raadpensionaris van Yperen [NNBW 1911, blz. 301]
BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, pp. 50 (1556), 179(1551), 182 e.v. (id)Becht, Statistische, p. 116 (1580)Blockmans/Prevenier, Armoede, pp. 512 (1431), 515 (1469)Demey, Mislukte (16e-18e e)Demey, Vlaamse, p. 4 (1280) Diegerick, A., Essai de bibliographie yproise, Ypres, 1881. Diegerick, I.L.A., Analectes Yprois ou Recueil de documents inédits concernant  la ville d'Ypres, Brugge 1850,Doorman,  Brouwerij,  pp. 17 (13e e),  72 (1187)Gachard, L.P., Notice sur les archives d'Ypres, in: Anal. 47Gachard, L.P., Lettres, pp. 321 e.v. (1486), 410 (1488)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XXXVIIIGottschalk, Verval, p. 12 (15e e)Henne, Histoire I, p. 127 (1517); VI, pp. 115 (1536), 222 (1538); VII, p. 131 (1504), 313 (1541)Lambin, J.J., Extraits des Archives d'Ypres, in: Mess. Belg. VII, 349Lyon/Verhulst, Medieval, pp. 20-21 (12e e)Maddens, Hoe, p. 406 (1517) Pirenne, Histoire, p. 118 (1477)Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 339 (1538)Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 215 (1485), 344 (1499), 426 (1486), 446 (1495)Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II,p. 160 (1515)Stallaert, Glossarium I, pp. 356 (1380), 478 (1522)Vanderlinden, Structure, p. 273 (1535)

Ierseke

Dorp in Zeeland. Ook YersekebelastingenalgemeenDe oudste belastingregisters uit Yerseke zijn uit de jaren 1518, 1547 en 1588. Het zijn zogenaamde overlopers, ommelopers of treckboucken. Leggers waarin een landmeter om de zeven jaar belastingplichtige landerijen optekende met hun grootte, eigenaar en eventuele pachter. De overlopers dienden voor het vaststellen van het grafelijk schot, de polderlasten, dijklasten, wateringlasten, dijkonderhoud in natura . Indien uitsluitend de grootte telt worden goede en slechte landerijen gelijk behandeld. Daaraan werd tegemoetgekomen door wat van de oppervlakte af te doen. Ook bij opnieuw in gebruik genomen geabandonneerde landerijen werd deze regeling toegepast [Koman/Verouden, NGV, blz. 5-6]literatuurKoman, Ruben/Verouden, Aad, NGV Schepperle Award voor onderzoek naar Yerseker familie Koman en Komejan, in: Gen Nostra 2024/1, blz. 5-6Kraak, A,  De overlopers als historisch-geografische bron, in:Tijdschrift voor historische geografie 1984, blz. 47-52 Kraker, A. de, De Vlaamse en Zeeuwse ommelopers in de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw, in: C.L. Verkerk [red], Broncommantaren 4, Bronnen betreffende de registratie van onroerend goed in de Middeleeuwen en Ancien Régime, deel IV, 2001, blz. 167-232T.S. Zeeland II, pp. 282 (18e e), 284 (15e e) W.D.B.I.U.A. 1872, 28 december, p. 3

Iersekeroord

Becht, Statistische, p. 54 (1584)

Bergh, Handboek, p. 70 (15e-16e e)

Blok, Financiën, p. 57 (1495)

Enklaar, Stukken (15e-16e e)

Goes, Register I, pp. 7 (1524), 14 (id), 227 (1529), 232(1530) 

Jansma, Raad, p. 139 (1456) 

Kerckhoffs-de   Hey, Grote (Bio), pp. 16 (1466), 116 (1499), 160 (1500)

Meerkamp van Embden, Goudsche, p. 102 (1525) 

Moll, Rechten, p. 47 (1339) 

Schaap, Philips, p. 37 (1480) 

Smidt, Miscellanea, p. 59 (1504) 

Smidt/Rompaey, Chronologische III,   pp. 144 (1534), 210 (1535), 271 (1536), 378 (1539) 

Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 103-104 (1475),  263 (1493), 344 (1499), 402 (1466), 458 (1499), 459 (id) 

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 12 (1504), 59 (1508), 132 (1513), 191 (1517), 196  (1518),  308  (1523),  436-437 (1528), 480 (1529) 

T.S. Zeeland II, pp. 70 (m.e.), 156 (16e e), 285 (id) 

Unger, Tol (1321-1572) 

Water, Lijst, p. 75 (17e e)

IJhorst

Dorp in Overijssel aan de Reest

algemeen

=het vrouwenklooster aan het Zwarte Water is in 1227 gesticht door Rudolf, burggraaf van Coevorden [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 92]

IJlst

Dorp in Friesland. Ook Ylostins

algemeen

In de 13e eeuw krijgt IJlst stadsrecht [Oudsten, blz. 52]In 1379 verkrijgt IJlst marktrecht [Oudsten, blz. 52]In 1424 verkrijgt IJlst halsrecht [Oudsten, blz. 52]In 1800 behoort de gemeente IJlst tot één van de tien gemeenten binnen de 3e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 3215 personen verdeeld over 6 grondvergaderingen (IJlst 2, Oudega, Idsega, Gaastmeer, Sandvirde en Nieuwhuizen 1, Gaauw, Offingawier, Oppenhuizen en Uitwellingerga 1, Jutrijp, Hommerts en Heeg 2) [Covens, blz. 123]
BRONNENliteratuurFaber, Drie II, p. 578 (1643-1745)Oudsten, Bas den, Friesland. It bêste Lân fan d'Ierde, Haren 1972Wijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)
IJselaaralgemeenheerlijkheidJhr. Bartholomeus van Panhuys [1570-...] is heer van IJselaar en Soolhof [Leeuw 1883, deel 1, blz. 35]
BRONNENliteratuur

IJssel

Bergh, Handboek, blz. 72, 92

IJsselham

T.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 256 (1616)


IJsselmondebestuur
heerlijkheid=Henrietta Hechtermans is ambachtsvrouwe van Oost-IJsselmonde [NNBW 1911, blz. 345]=Jan Bichon [1716-1801] is vanaf 1743 heer van Oost IJsselmonde [NNBW 1911, blz. 345]=Jan Bichon [1716-1801] is vanaf 1778 heer van West IJsselmonde [NNBW 1911, blz. 345]=Marinus Cornelis Bichon van IJsselmonde [1781-1845] is heer van Oost- en West IJsselmonde [NNBW 1911, blz. 345]
BRONNENliteratuurChijs, Munten, blz.  25 (m.e.)Fruin, Informacie, pp. 596-598 (1515) Kruisheer, Oorkonden, p. 404 (1297) W.D.B.I.U.A. 1873, 26 maart, p. 3 Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)


IJsselmuiden

Dorp in Overijsselz

algemeen

het drostambt IJsselmuiden omvat het dorp IJsselmuiden en drie andere dorpen, wilsum of Wilsem, Kamperveen en Ens [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 87]

bestuur

drost-In 1602 wordt Hendrik Bentink drost van IJselmuiden-Hendrik Adolph Bentink is drost van IJsselmuiden -In 1638 wordt Wolf Bentink landdrost van IJsselmuiden-in 1790 is Adolf Warner, baron van Palland, drost van IJsselmuiden. Hij woont op een havezathe in Zuithem [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 70, 87]edelen en ridderschaptienden=het kapittel van Sint Lebuinus in Deventer trekt de tienden van de bezittingen van de kerk [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 87]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 287 [1602], 289 [Adolph], 304 [1638]Bergh, Handboek, blz. 95Doorninck, Tijdrekenkundig V, p. 8 (1496) Formsma, Nieuwe, p. 125(1587) Kuile, Ontstaan, p. 575 (1577) Racer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 201  (1133)T.S. Overijssel I, p. 65 (17e e)

IJsseloordAlberts, Geschiedenis, pp. 58 (m.e.), 166 (id) Niermeyer, Over, p. 26 (14e e) Schevichaven, Rijkstol, p. 12 (1384)IJsselsteinalgemeen=Rond 1208 wordt de ontginning voltooid van de gebieden Oudeland en IJsselveld. De ontginning vond plaats door de Utrechtse Mariakerk, die 10% van de oogst gaat ontvangen, en de heer van Benschop, die ook heer van IJsselstein wordt. Vanaf 1565 blijft het herenland dertig jaar lang leeg [Kemp, Tapperijen, blz. 101, 108]. In 1609 wordt een perceel van het Huis IJsselstein in leen gegeven aan Jan Luiten van Zevender=Schout Cornelis Jacobsz, glazenier uit Leerdam, is leenman van het kerkenland. Hij verhuurt het door aan de eigenaren van de sinds 1531 bestaande tapperij “In de Crieck”. Cornelis overlijdt in 1553. Zoon Jacob Cornelisz van Leerdam wil de verhuur beëindigen. Eind 1558 verkoopt hij zijn rechten op het kerkenland aan Jan van Linschoten. Hij huurt het land tot 1571. Daarna huurt  zijn dochter Cunera het land en woont er  [Kemp, Tapperijen, blz 103-104, 107]
belastingenOp 11 november 1699 wordt een belasting ingevoerd van twee stuivers per getapte flap [Kemp, Tapperijen, blz. 113]
bestuur burgemeesterJacob Cornelisz van Leerdam is een zoon van Cornelis Jacobsz. Hij is burgemeester van IJsselstein [Kemp, Tapperijen, blz. 103]schoutCornelis Jacobsz is rond 1520 schout van IJsselstein. Hij overlijdt in 1553 [Kemp, Tapperijen, blz. 102]
graafschapMaximiliaan van Egmond is graaf van Buren en Leerdam. Zijn dochter Anna (1533-1558) trouwt met Willem I, prins van Oranje. De beide graafschappen komen zo in bezit van de Nassaus, evenals IJsselstein, Sint Maartensdijk en Kortgene. Ze krijgen een zoon Filips Willem [AaBioI.307]
heerlijkheid=in de 13e eeuw is de heer van Benschop heer van IJsselstein  [Kemp, Tapperijen, blz. 101]=Baarte, erfdochter van IJsselstein huwde Gijsbert II van Amstel [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 538]=Arend van Amstel erft de goederen van IJsselstein [Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 539] =Willem van Egmond was heer van IJsselstein (Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 181-182)=In 1379 is Arnoud van Egmond, heer van IJsselstein [Leeuw1883, blz. 43]=Jan van Egmond moet in 1412 zijn heerlijkheid afstaan aan Holland en poogt in 1417 vergeefs die te herwinnen [Navorscher 1852, blz. 288]=Floris van Egmond (1469-1536) was heer van IJsselstein en graaf van Buren (Kobus, blz. 482)=Willem van Egmond (......-1483) was heer van IJsselstein, Leerdam, Schoonderwoert, Haastrecht en Baar (Kobus, blz. 482; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 181-182)=Everwijn, graaf van Bentheim, speelt in 1498 een rol in een geschil tussen de heer van IJsselstein met de ridderschap en de stad Utrecht, waarbij de uitspraak gedaan werd door de Utrechtsche bisschop, in wiens dienst Everwijn stond [NNBW 1911 blz. 292]=in 1515 wordt Friesland door hertog George overgedragen aan Karel van Oostenrijk. Op 23 juni 1515 verscheen daar zijn stadhouder, Floris van Egmond, heer van IJsselstein [NNBW 1911, blz. 293]=in 1559 is de prins van Oranje baron en heer van IJsselstein  [Kemp, Tapperijen, blz. 106]
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 307Fruin, Informacie, blz. XXVIII (1515)Goes, Register III, p. 469 (1554); IV, pp. 78 (1555), 102(id);V, p.94(1557) Gosses, Stadsbezit, p. 11 (1360) Kemp, Bob, Tapperijen aan de Eitersesteeg in IJsselstein, in : Ons Voorgeslacht, maart 2024, blz. 101-118Kobus/de Rivecourt, Biographische A-H, blz. 482Leeuw 1883, nr. 7, blz. 43 [1379]Meester, Onderzoek, pp. 60 (1579), 63 (1584), 65(1585),66(18e e) Navorscher VIII, p. 5 (1679) Neve, Rijkskamergerecht, pp. 199 e.v. (16e e) Regten vastgesteld  door Johan, Heer van Egmond en IJsselstein, anno 1423    Regten vastgesteld door Willem van Egmond, heer van IJsselstein, ten behoeve der poorte van IJsselstein en de Landen van Achtersloot, Benschop en Polsbroek, anno 1436, 1437, 1441, 1451 en 1557Sickenga, Omwenteling, p. 16 (18e e) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 36 (1506) W.D.B.I.U.A. 1872, 15 december, p. 3

IJsselt

Avis, Directe, p. 99 (1450)

IJzendijke

belastingen

In 1839 is F.P. Ermerins Ontvanger van 's Rijks Belastingen in IJzendijke (Aa, Aard1, blz. XXII)
BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 157 (1551) Becht, Statistische, pp. 51 (Rep), 142 (1604) W.D.B.I.U.A. 1873, 20 september, p. 3; 13 december, p. 2 Wijnpersse, Statistiek, p. 383 (1854)

IJzendoorn

algemeen

belasting

Rekeningen van de 80e en verdere penningen over Lienden, Lheede, Oudeweerd en IJzendoorn [ARA, Verslagen 1888, blz. 69]

heerlijkheid

=Ijzendoorn is een hoge heerlijkheid=lange tijd bezit van de familie van Wyhe. Het laatste mannelijk lid van de familie laat twee dochters na die ieder met een baron van Wassenaar trouwen. Frederik Hendrik, baron van Wassenaar, heer van Katwijk is tevens heer van IJzendoorn [Kok13, blz. 75]
BRONNENliteratuurKok, Jacobus, Vaderlandsch Woordenboek, deel 13 [Dr-En] met kaarten, plaaten en pourtraitten, Johannes Allart, Amsterdam 1785, blz. 75

Ilp, den

algemeen

In oude kronieken Ruige Ilp. Eén van de vroegst bewoonde plaatsen in Waterland.

In de 12e eeuw bestond  den Ilp waarschijnlijk al.

In 1410 behoort den Ilp onder de heerlijkheid.

In 1590 wordt een doopsgezinde gemeente gesticht. Het zorgt voor vergroting van de welvaart.

Tussen 1600-1650 een welvarend dorp. Telt 133 huizen

Op 1 augustus 1674 richt een orkaan forse schade aan

In 1839 zijn er 38 huizen

heerlijkheid 

Zie onder Purmerend. 

literatuur

Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 322-330

Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. XXII

Ilpendam

Dorp in Noord-Holland

algemeen

Ontleent de naam aan het watertje de Ilp.Bestaat waarschijnlijk al in de 12e eeuw.Lijkt in 1410 nog een buurtje onder Purmerland.In 1607 komt Ilpendam aan de steden Edam en Monnikendam.Door de bedijking in 1622 wordt de ban van Ilpendam 730 bunders groter.Het raadhuis wordt gebouwd in 1657Rond 1700 zijn er 113 huizen en circa 380 inwoners.In 1813 wordt Ilpendam hoofdplaats van de drie.Op 5 februari 1825 breekt een dijk door en stroomt Ilpendam onder. Er zijn geen mensenlevens te betreuren [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 339].In 1839 zijn er 119 huizen

heerlijkheid

Zie onder Purmerend.

oorlog

in 1574 lijden de Spanjaarden hier een gevoelige nederlaag [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 339]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. XXVIII (1496; 1515), 204-206 (1514) Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 311-321W.D.B.I.U.A. 1874, 28 maart, p. 3

Ilpenstein

Plaats met slot in Noord-Holland in Ilpendam

algemeen

=slot in 1622 gebouwd 
BRONNENliteratuur

Imanzakerka

Zie Heemskerk

Incourt

Baelde, Domeingoederen, p. 97 (1551)

Indië

bestuur


controleurIn 1839 is G.C. Schonk controleur der landelijke inkomsten in Passaroehan [blz XXIX]
gouverneur-generaal
Pieter Both                           [..........-1613]       bestuurder van 1610-1614 Gerrit Reijnst                        [..........-1615]       bestuurder van 1614-1615Laurens Reael Jacobsz      [..........-1637]      bestuurder van 1615-1619Jan Pietersz Coen               [1587-1629]      bestuurder van 1619-1623Pieter de Carpentier          [..........-1639]      bestuurder van 1623-1627Jan Pietersz Coen               [1587-1629]      bestuurder van 1627-1629Jacques Specx                     [1629-1632]      bestuurder van 1629-1632Hendrik Brouwer                [..........-1643]      bestuurder van 1632-1636Anthonie van Diemen       [1593-1645]      bestuurder van 1636-1645Cornelis van der Lijn          [..........-...........]      bestuurder van 1645-1650Carel Reinierszoon             [..........-1653]       bestuurder van 1650-1653Joan Maatsuiker                 [1606-1678]      bestuurder van 1653-1678Rijklof van Goens                [1619-1682]       bestuurder van 1678-1681Cornelis Jansz Speelman  [1628-1684      bestuurder van 1681-1684Johannes Camphius          [1634-1691        bestuurder van 1684-1691Willem van Outshoorn      [1635-1720]      bestuurder van 1691-1704
Johan van Hoorn [1653-1711]  bestuurder van 1704-1709, getrouwd met dochter van voorganger Outshoorn [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 324]
Abraham van Riebeek       [1653-1713]       bestuurder van 1709-1713Christoffel van Swol            [..........-1718]       bestuurder van 1713-1718Henrik Zwaardekroon        [.........-..........]       bestuurder van 1718-1725Mattheus de Haan             [1663-1729]       bestuurder van 1725-1729 [WP8, blz. 3]Diederik van Duiven          [..........-..........]       bestuurder van 1729-1732Dirk van Cloon                     [..........-1735]       bestuurder van 1732-1735Abraham Patras                  [..........-1737]       bestuurder van 1735-1737Adriaan Valckenier             [..........-..........]       bestuurder van 1737-1741Johannes Thedens             [..........-1743]       bestuurder van 1741-1743Gustaaf Willem Baron van Imhoff                            [..........-1750]       bestuurder van 1743-1750Paulus Albertus van der Parra                                      [..........-1775]        bestuurder van 1761-1775Jeremias van Riemsdijk   [..........-1777]        bestuurder van 1775-1777Reinier de Klerk                  [.........-1780]        bestuurder van 1777-1780Willem Arnold Altingh      [.........-1800]       bestuurder van 1780-1796Pieter Gerardus van Overstraten                          [1756-1801]        bestuurder van 1796-1801Johannes Siebergh            [..........-1804]       bestuurder van 1801-1804Albertus Henricus van Wiese                                     [..........-1810]        bestuurder van 1804-1808Herman Willem Daendels                              [1762-1818]         bestuurder van 1808-1811Thomas Stomfort Raffles                                   [..........-..........]         bestuurder van 1811-1816Godert Alexander Gerard Philip, baronvan der Capellen                [1777-1848]        bestuurder van 1816-1826   Hendrik Merkus de Kock [..........-...........]        bestuurder van 1826-1830Johannes graaf van den Bosch                                    [1780-1844]        bestuurder van 1830-1833Jean Chretien Baud          [..........-............]        bestuurder van 1833-1836Dominique Jacques deEerens                                   [1781-1840]          bestuurder van 1836-1840S.C.W. graaf van Hogendorp                          [..........-...........]         bestuurder van 1840-1841Pieter Merkus                      [1787-1844]         bestuurder van 1841-1844........Reijnst                             [..........-...........]         bestuurder van 1844-1845Jan Jacob Rochussen       [...........-...........]         bestuurder van 1845-........
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz.  XXIXHaan, Pieter de, Schetsen van de landelijke administratie van Java, 1829Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 3 (WP)

Indijk

BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 256-257 (1514)

Ingen

heerlijkheid

Willem IV van Lynden, heer van Leede, Vernhuizen, Ingen, Ommeren, enz., zoon van Floris en kleinzoon van Willem. Hij huwde in 's-Gravenhage in het jaar 1198, oud zijnde 31 jaar, met Christina van Brederode . In 1203 ging hij naar het Heilige Land en nogmaals in 1221 met zijn neef Otto van der Lippe, bisschop van Utrecht. Hij sneuvelde in den slag bij Ane in 1227 in de nabijheid van Gramsbergen [Leeuw 1883, blz. 19]

Irnsum

Faber, Drie I,p. 250(1752)

Isendic

Zie IJzendijke

Isny

algemeen

heerlijkheid

In 1818 is Otto von Quadt-Wickeradt heer van Wolferen, Loenen, Delwijnen, Lienden en IsnyBRONNENliteratuur

Italie

Belastingen  

"Cette guerre (entre Florence et Venise , contre Philippe Visconti) durait depuis cinq ans , et les Florentins, fatigués des impôts établis jusqu'alors , résolurent de les renouveler , afin qu'ils fussent en proportion avec les richesses des contribuables; il fut arrêté qu'ils seraient établis sur les biens et que celui, qui aurait cent florins de fonds, paierait un demi florin. La loi seule et non plus les hommes faisant la répartition de cet impôt, fut trouvé très onéreux pour les citoyens puissants, et ils le discréditaient, avant même qu'on l'eût mis en déliberation. Il ne fut soutenu que de Giovanni de Médicis, qui parvint enfin à le faire passer. Comme pour la répartition , on réunissait tous les biens de chaque citoyen , ce que les Florentins appellent accatatastare (amonceler) cet impôt fut nommé catasto. [Navorscher 1852, blz. 159; Machiavelli, Histoire de Florence, Livre IV, ann 1427]


Itteren

Eversen, Bijdragen, p. 152 (Rep) 

Maasgouw 1879-1881, p. 540(1673)

Izegem

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 6 (1470)