Vlaanderen-Vuursche, Lage

VlaanderenalgemeenIn 1336 komt de Gentse bierbrouwer Jacob van Artevelde in opstand tegen de graaf van Vaanderen. De graaf vertrekt en Artevelde heeft enige tijd de macht in V. Hij wil het liefst  het bewind overdragen aan de prins van Wallis, zoon van Edward III. Zijn opzet mislukt. Artevelde wordt in 1345 door het volk vermoord.Zoon Filips van Artevelde is in 1382 aanvoerder van de Gentse opstandelingen. Hij verdrijft Lodewijk, graaf van Vlaanderen. De graaf roept de hulp van de Fransen in. Filips c.s. worden door Karel VI op 27 november 1382 in de slag bij Rosebeke verslagen.De Vlaamse steden zijn in de 14e eeuw al geplaveidIn 1404 en 1421 wordt de Hont of Westerschelde door tijrafeling van zandbanken geschoond [Fris blz. 10] Stormen in 1477, 1484, 1496, 1502, 1506 en 1516 [Fris blz. 11]In 1521 wordt het Doornikse veroverd [Fris blz. 2]In 1530 omvat Vlaanderen 10.000 km2. Eenderde groter dan het Vlaanderen van 1910. De grootste lengte is van Grevelingen tot Burcht voor Antwerpen 170 kilometer; de grootste breedte van Heist naar Dowaai 110 kilometer [Fris, blz. 2]. In 1530 wonen er meer dan 1 miljoen mensen. Er zijn 28 besloten steden 30 onbesloten gemeenten, rond 1150 dorpen en gehuchten [Fris blz. 16].  Overal rondom de vestingen talrijke windmolens op natuurlijke of aangelegde heuvels. Buiten de poort enkele lust- en drankhuizen [Fris blz. 17]Op 5 november 1530 een zware storm [Fris blz. 4]

belastingen=Uit een rapport van de stad Antwerpen van 7 november 1578 volgt dat, ziende naar de generaliteitsmiddelen over de periode januari 1578 t/m oktober 1578, Vlaanderen 340.000 gulden heeft opgebracht [Decavele, Mislukking, blz. 649]. =De onwil om heffingen toe te staan en inkomsten af te staan aan de generaliteit voor het voeren van een gecoördineerde strijd in de hele Nederlanden is .. een euvel waaraan niet alleen  Vlaanderen of Holland, maar ook alle andere gewesten zich schuldig maken. ... Volgens de taxatie, vastgesteld door de Staten-Generaal op 29 april 1579, moet Vlaanderen ..voor ruim een derde van alle lasten instaan, namelijk 34%, Holland en Zeeland dienen 15% op te brengen, Brabant 12% Gelderland 12% en Friesland 5%, de andere gewesten tussen 1-2,5%. Vlaanderen is wat de financiën betreft de grootste contribuant.  [Decavele, Mislukking, blz. 648]. Crawford Lomas voert de Engelse gezant Fremyn op die op 24 februari 1584 aan sir Francis Walsingham schrijft: "But everyone wishes to command in his town and province, without taking his Excellency's advice,... every town and province wishes to manage the money destined for the war at their will, giving the principal offices to themselves and their relations, both of State and war...If the resources of this State designed for the war were well and faithfully administered, it would not be necessary to seek for help outside. There would have been enough to entertain 6.000 horse and 20.000 foot for ten years and more.." [Crawford Lomas, Calendar, blz. 353-354]=Coenraad Jacob Gerbrand Copes van Hasselt (1777-1860) wordt in 1819 directeur en hoofdinspecteur der belastingen in Vlaanderen [Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 153]

bestuurstadhouder=Lamoraal, graaf van Egmond wordt door Philips II tot stadhouder van Vlaanderen benoemd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 181]economie=Vlaanderen telt in 1562 honderd boten in de haringvloot [Fruin, Tien, blz. 193]=Geen sprekender teken van de algemene ellende dan het plakkaat van 1591, waarbij Parma aan een ieder die wil vergunning geeft om de woest liggende gronden in Vlaanderen, zonder huur of pacht, voor eigen rekening te bebouwen, zolang de eigenaar niet opkomt en zich bereid toont weer zelf de hand aan het werk te slaan. Dat was dat bloeiende, volkrijke Vlaanderen van weleer, dat nog in Keizer Karel's tijd van overvloed brooddronken en niet te regeren was geweest! Naar de diepte van zijn val kan men de rampspoed der overige gewesten afmeten. Weer nieuwe ellende bracht het jaar 1594, een jaar van jammerlijk, misgewas; de prijzen der levensbehoeften stegen bovenmatig; de rijken putten zich uit om in hun nooddruft te voorzien, de armen schoot niets over dan te hongeren en te lijden [Fruin, Tien, blz. 237]


graafschap=Boudewijn de IJzere is in 878 de eerste graaf van Vlaanderen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]=Boudewijn II ook Boudewijn de Kale [....-918] wordt in 880 graaf van Vlaanderen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]=Boudewijn de Jonge [...-961] is de vierde graaf van Vlaanderen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]=Boudewijn V is graaf van Vlaanderen, getrouwd met Alix dochter van Robbert, koning van Frankrijk. Ze hebben een zoon Robbert, later als graaf van Vlaanderen, Robbert de Vries genoemd. Hij trouwt met de weduwe van graaf Floris I van Holland, Geertruida van Saxen. Hij wordt daarmee voogd over haar zoon Dirk, die later graaf van Holland wordt. Hij reist af naar het Heilige Land en keert daarvan ongeschonden terug. Robbert overlijdt in 1093 door een val van zijn paard tijdens een gevecht (Leeuw1883, blz. 2)=Boudewijn VI [.......-1034] is graaf van Vlaanderen. Hij vergroot zijn gebied met de Vier Ambachten, het Land van Waas en enkele Zeeuwse eilanden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]=in 1034 wordt Boudewijn de Goedertierene [.......-1067] graaf van Vlaanderen. Hij verwerft Aalst en Doornik [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 80]=in 1067 volgt zijn zoon Boudewijn van Bergen [......-1070] op als graaf van V [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 79]=Boudewijn van Hapkens [....-1119] is de 12e graaf van V [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 80].=Boudewijn [.....-1205] is de 18e graaf van V. Later keizer van Constantinopel [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 80]=Guy van Dampierre is graaf van Vlaanderen. Zijn dochter Beatrix trouwt o.g.v. het vredesverdrag van 1256 tussen 1268 en 1272 met Floris V, graaf van Holland [NNBW 1911, blz. 261]=Karel de Goede [....-1277] is graaf van Vlaanderen [Kobus/Rivecourt1.12]

oorlog=Parma had, sedert hij Sluis had ingenomen, zich met niets bezig gehouden dan met het bouwen en uitrusten van lichte transportschepen, het werven en oefenen van nieuwe troepen, die hij in Vlaanderen bijeentrok  [Fruin, Tien, blz. 16-17]
rechtspraakHof van Vlaanderen=Jakob Meertens is in 1565 president van het Hof in Vlaanderen [Chalmot Bio2 blz. 369]=in 1612 is Simon van Beaumont raad in het Hof [NNBW 1911, blz. 263]
Raad van Vlaanderen=P. van Roosbeek is raadsheer [NNBW 1911, blz. 263]
BRONNENliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 63 (13e e) Altmeyer, Marguérite, pp. 122 (16e e), 126-127(1524) Baelde, Collaterale, p. 52 (1533) Baelde, Domeingoederen, pp. 21 (1187), 23 (1551), 26-27 (id), 34-35 (16e e), 47-52 (id), 58 (id), 60 (id), 153-197(1551) Baelde, Financiële, pp. 21-22 (1531-51), 27 (1534) Beatis, Antonio de, Die Reise des Kardinas Luigi d'Aragona durch Deutschland, die Niederlande, Frankreich und Oberitalien (1517-1518), Freiburg 1906Becht, Statistische, pp. 51 (Rep), 68 (1168), 114e.v. (1580) Beke, Pieter van der, Kaart van Vlaanderen van 1538, Gent 1897Blink, Geschiedenis I, p. 280 (9e e) Blockmans, Controle Blockmans/Prevenier, Armoede, pp. 508-509 (15e-16e e), 512-515 (id), 520 (1440-1506) Blok, Geschiedenis I, pp. 144 (12e e), 203 (1317) Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 369 [1565]Chijs, Munten, blz. 2-3 (m.e.), 24 (id)Coppejans-Desmedt, Oorlogsfinanciering, p.326 (1648-49) Cosemans, Antoon, pp. 631 e.v. (1556) Craeybeckx, Moeizame, pp. 71 e.v. (1569-71) Crawford Lomas, S., Cqlendar of State Papers, XVIII , London 1914Decavele, J., De mislukking van Oranjes "democratische" politiek in Vlaanderen, in: BMGN 1984/4, blz. 626-650Deschamps de Pas, L., Essai sur l'histoire monétaire des comtes de Flandre de la maison de Bourgogne et de la maison d'Autriche . Paris , 1863-74 . 2 vol . Donker, Iets, p. 26 (1242) Engels, Geschiedenis, p. 20 (m.e.) Fris, Victor, Vlaanderen omstreeks 1530 met een kaart, Gent 1910, Fruin, R., De tachtigjarige oorlog. Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588-1598, 7e druk, Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage 1899, blz.  193, 237Fruin, Zeventien, pp. 11 (1569), 21 (1558) Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, p. 50 (1462) Gachet, Rapport, p. 55 (15e e) Gelder, Nederlandse, p. 5 (16e e) Goes, Register I, pp. 209 (1529), 219 (id), 221 (id), 271 (1530); II, p. 634 (1549) Gosses, Welgeborenen, pp. 18 (1127), 61 (1242) Gottschalk, Verval, p. 12(15e e) Halma, Tooneel II, p. 247Hane, Laurens van der , Vlaamsch Recht, dat is costumen ende wetten....Helsen, L., De verloning van dagloners op het Vlaamse platteland in de achttiende eeuw, in: Vlaamse Stam 2022/2Henne, Histoire I, pp. 176 e.v. (1508), 214-215 (1509), 281 (1511), 294 (1512); II, pp. 10 (1513), 25 (id), 124 (1515), 126 e.v. (id), 183 (1517), 213-214 (1518), 250 (1519), 319 (1520), 366 (1521); III, pp. 14 (1522), 174 (1532-36), 266 (1522), 288 (id), 290 (1523), 294 e.v. (1522-23), 302 (1523), 303-306 (id), 313 (id), 319 (id); IV, pp. 6-7 (1524), 23 (id), 26 (id), 28-29 (id), 32 (1525), 43 e.v. (id), 68 e.v. (id), 99-100 (id), 112 (1526), 135 (1527), 202 e.v. (1528), 229 (1529), 268 (id); V, pp. 134 (1520-30), 150 (1531), 178(1541), 361 (16e e); VI, pp. 112 e.v. (1536), 168 (id), 212 (1538), 229 e.v. (16e e), 235 e.v. (1485); VII, pp. 121 (1540), 130 (1521), 131 (16e e), 133 e.v. (id), 327 (1542), 360 (id); VIII, pp. 119 (1543), 139 e.v. (id), 200 (1544), 274 (1546), 378 (1549); IX, pp. 125-126 (1551-52), 153 e.v. (1552); X, pp. 17 e.v. (1553), 92 (1554), 152 (id), 195 (1555), 280 (id) Heyden/Hermesdorf, Aantekeningen, p. 180 (1515) Jansen, Middeleeuwse, p. 247 (16e e) Kemper, Nederlandsch, p. 26 (1293) Kerckhoffs-de Hey, Grote, p. 12 (1531); Grote (Bio), pp. 22 (1479), 134 (1497) Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 12Kooperberg, Margaretha, pp. 12 (15e e), 53 (id), 222 (1508), 239-240 (1509) Kruisheer, Oorkonden, p. 300 (1256) Lanz, Correspondenz I, pp. 71 (1522), 278 (1528); II, pp. 663 (1536), 665 (id), 668 (id)Lyon/Verhulst, Medieval (1 Ie- 13e e) Maddens, Hoe, pp. 405-418 (16e e) Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 193 (1532), 218 (id), 224 (1537), 353 (1559) Mercator, Geerard, Groote Kaart van Vlaanderen van 1540, Antwerpen 1882Meyerus, J., Rerum Flandricarum tomi decem, Brugis 1531Muller, Staat, p. 252 (1580) Muller, Stukken, p. 106 (1575)Navorscher V, p. 331 (1581); XV, p. 156 (17e e) Pirenne, Flamandes, p. 131 (11e-12e e) Pirenne, Histoire, pp. 13(1477), 110(1536)Prevenier, Financiën, pp. 471 e.v. (14e e) Prevenier, Quelques RdN XIV, pp. 214-215 (m.e.) Rees, Geschiedenis I, pp. 17 (1293), 45 (1064), 56 (1256), 70 (1344), 74 (1540)Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 171 (1535) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 15 (1470), 241 (1491) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 112 (1512), 115 (id) Soly, Vernieuwing, p. 523 (1554) Stallaert, Glossarium I, pp. 478 (1522), 574 (1549) T.S. Zeeland I, p. 5 (16e-18e e) Verhofstad, Regering, pp. 61 (1543), 63 (id), 64 (1545), 74 (16e e), 87 (1556), 89-90 (id), 101 (id), 104-105 (1557), 106-108 (id), 142 (1558), 145-146 (id), 156 e.v. (id) Verhulst, Organisation (11 e-13e e) Verhulst/Gijsseling, Compte (12e e) Verlinden, HoeVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 79-80Vlierberghe, Belastingstelsel (16e-17e e) Wee/Cauwenberghe, Histoire (14e-17e e)Wielant, Ph., Antiquités de Flandreoverige bronnenDDBVlaardingenalgemeen=in de periode 695-726 wordt door de geestelijke Heribald de "kerk met toebehoren...gelegen bij de Maasmond in de gouw Marsum" aan bisschop Willibrord geschonken en door hem in 727 gegeven aan het klooster in Echternach. Er wordt algemeen aangenomen dat die kerk in Vlaardingen moet worden gesitueerd [Muller/Bouman, Oorkondenboek I, nr. 2, blz. 1]. =in 1206 blijkt voor de eerste maal van inmenging van Hollandse steden in de staatkunde, toen de hulde van Dordrecht, Vlaardingen, Leiden en Haarlem, blijkbaar als centra van de hoofddelen van het grafelijk territorium, vereist werd voor de erkenning van Lodewijk van Loon  [Enklaar, D.Th., De opkomst van den grafelijken raad in Holland, in: BGN 1946, deel 1, blz. 25]
bestuurbaljuw=mr. Jan van der Heim [1680-1753] is hoogbaljuw van Vlaardingen en Vlaardingerambacht [Roelants, Gulden, blz. 37]
burgemeester=in 1753 is Abraham van der Linden burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]=Johannes Badon [1706-1790] is burgemeester [NBWW 1911, blz. 213]
raad=in 1652 is Dirck Tomasz Rijswijck raad en vroedschap in Vlaardingen . Hij beschikt in 1653 over 3 morgen leengoed in Vlaardingen. Hij wordt in 1654 beleend met 5 morgen land in Hillegersberg [Reuvers, Beschrijving, blz. 494]=Johannes Badon [1706-1790] is raad [NBWW 1911, blz. 213]

ontvanger der convooien en licenten

=Johannes Badon [1706-1790] is ontvanger der convooien en licenten [NBWW 1911, blz. 213]
schout =Cornelis Dircksz Spek is in de 16e eeuw schout van Vlaardingen [Ons Voorgeslacht 2018, nr. 706, blz. 41]
gemeenteburgemeester=in 1826 is H.L. van Linden van den Heuvel burgemeester in Vlaardingen [Gosselin, blz. XIV]
notaris=in 1826 is P. Verkade notaris [Gosselin, blz. XXII]
heerlijkheid=in 1753 is mr. Diderik van Leyden heer van Vlaardingen en Vlaardingerambacht en burgemeester van Leiden [Aa, Aard2, blz. 115; Groot Charterboek deel 1 blz. 38]=Pieter van Leyden is heer van Vlaardingen, Vlaardingerambacht, Babberspolder, Middelburg , Nieuwenhioven, Nieuwegoten, nieuwland, enz [Leeuw1883, blz. 85]=Willem van Ruytenburgh is heer van Vlaardingen [Leeuw1883, blz. 42]
oorlog=in augustus 1581, een maand na het Plakkaat van Verlatinge roep Dirck Sijmonsz. Latenburch , baljuw van Vlaardingen en Vlaardingerambacht de schout van het Ambacht en alle schepenen onder wie Claes Ariensz Trapper  en zijn zwager Adriaen Cornelisz. Jongeknecht en achtemannen bij elkaar, ontheft hen van de eed aan de koning van Spanje als graaf van Holand en laat ze een nieuwe eed afleggen aan de Staten van Holland [Ons Voorgeslacht 2018, nr. 706, blz. 42]
rechtspraak=De hoge rechtsmacht is aanvankelijk aan de grafelijkheid en behoort later tot het staatsdomein. De lagere rechtsmacht, ook die in Vlaardingerambacht, is in handen van een particulier. Bij Resolutie van 12 mei 1609 staan de Staten de ambachtsheer uitdrukkelijk toe dat er in zijn naam recht zou worden gesproken. De baljuw en vier schepenen werden aangesteld door de grafelijkheid; de schout en drie schepenen door de ambachtsheer. De schepenbank had de civiele en criminele rechtsmacht. De stad heeft verwoede pogingen gedaan om uit de ambachtsheerlijkheid te geraken maar de rechten van de heer werden in 1766 door het Hof van Holland en in 1791 door de Hoge Raad erkend [Ripperda, Politie21]
BRONNENliteratuurBergh, Handboek, blz. 40 (11e e), 80 (774), 118 (m.e.), 123 (1018)Becht, Statistische, p. 140 (1603) Blécourt/Meijers, Memorialen, pp. 29-30 (1429) Chijs, Munten, blz.  15 (m.e.), 17-18 (id), 20 (id), 31 (id), 34 (1063), 35 (898; 1047) Dobbelaar, Opgaven p. 138 (1754) Engels, Geschiedenis, pp. 37 (1413), 51 (1553) Fruin, Informacie, pp. 346-348 (1514), 363-364 (id) Goes, Register IV, p. 179 (1555); V, pp. 20 (1557), 94 (id) Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XIVGosses, Vorming, p. 253 (1276) Gouw, Ambacht, p. 72 (1545) Jansen, Middeleeuwse, pp. 64, 111 Kruisheer, Oorkonden, pp. 263 (1231), 323 (1273), 369 (1289) Navorscher XX, p. 86 (1526) Neve, Rijkskamergerecht, p. 87 (1 Ie e) Over. Alm. 1838,p. 213 (14e e) Soeteman, Sociale, pp. 8 (1608), 10 (18e e), 13(16e e) W.D.B.I.U.A. 1874, 7 februari, p. 2; 14 februari, p. 2 Wijnpersse, Statistiek, p. 386 (1854)overige bronnenDDB

Vlaardingerambacht

bestuur

schepenAdriaen Cornelisz Jonge Knecht  is schepen van V. in 1580 en 158 [Ons Voorgeslacht 2018, nr. 706, blz. 40]Claes Adriaensz (Jonge) Trapper is schepen van V. in 1581, 1589-1591, 1599, 1604-1615 [Ons Voorgeslacht 2018, nr. 706, blz. 42]

heerlijkheid

Diderik van Leyden is heer van Vlaardingen en Vlaardingerambacht  [Aa, Aard2, blz. 115]Pieter van Leyden is heer van Vlaardingen, Vlaardingerambacht, Babberspolder, Middelburg , Nieuwenhioven, Nieuwegoten, nieuwland, enz [Leeuw1883, blz. 85]
BRONNENliteratuur

Vladslo

algemeen

Er is in de 17e eeuw een groot kasteel

literatuur

Baelde, Domeingoederen, p. 157(1551), 250

overige bronnen

DDB

Vlagtwedde

Dorp in Groningen

algemeen

In 1800 behoort Vlagtwedde tot één van de tien gemeenten binnen de 7e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 2697personen verdeeld over 5 grondvergaderingen (Wedde en Frieschelo 1, Onstwedde, Vlagtwedde en Bourtange 3, Stellinge en Ter Apel 1)  [Covens, blz. 129]

literatuur

W.D.B.I.U.A. 1872, 29 juni, p. 3

overige bronnen

DDB

Vlake

algemeen

literatuur

Bergh, Handboek, blz. 111

overige bronnen

DDB

Vlamertinge

algemeen

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 176-179 (1551) 

Verlinden, Balfart, p. 120 (1350-70)

overige bronnen

DDB

Vledder

algemeenliteratuurLinthorst homan, J., Van kerspel tot gemeente. Schets van de geschiedenis van de Drentsche gemeente Vledder en haar landbouwleven, Van Gorcum 1938W.D.B.I.U.A. 1874, 20 juni, p. 2overige bronnenDDB

Vleuten

algemeen

Er zijn zeven ridderhofsteden: Bottestein, Den Engh, De Haar, Den Ham, het huis Vleuten, het huis Voorn en Zuileveld. Aanzienlijke huizen zijn: Den Eyck, Grauwert, Den Hoed, De Kleine Haar, Ter Mey, De Oude Haar (of De Wel), Hinderstein en Alendorp.Tot 1795 is Vleuten een gerecht.In 1954 wordt Vleuten verenigd met Haarzuilens, Oudenrijn en Veldhuizen in de gemeente Vleuten-De Meern.

belastingen

consumptiegeldIn 1584 wordt consumptiegeld gehevenIn 1617-1626 en 1639 wordt in V. consumptiegeld geheven.
huisgeldEr zijn over de jaren 1461 en 1470 registers van de zetting van het huisgeld.In 1501 blijkt uit de registers van de zetting van het huisgeld dat Loeff Pelgrumsz 11 morgen in Vleuten gebruikt; in 1511 is dat 32,5 morgen. Hij is pachter van vele tienden. Hendrick Claesz. op AlendorpIn 1525 wordt ook huisgeld geheven
ongeldenVoor 1577 is er een rekening van de ongelden.
oudschildgeldIn 1536 wordt oudschildgeld geheven. De grond is voor de helft in bezit van de kerk (kapittels, kloosters, parochiekerk en vicarieën), een derde van de elite (landadel en patriciaat) en de rest van de boeren.In 1600 wordt oudschildgeld geheven.

bestuur

schepenenJan Willem Aelbertsz is van 1533-1535 schepen van VleutenAntonis Gerritsz is schepen van Vleuten van 1538-1541 en 1547-1548Jan Gerritsz op Alendorp is schepen in Vleuten van 1540-1542Peter Evertsz is schepen in V. in 1543, 1545-1546 en 1552Gerrit Cornelisz van Rewijck is schepen van Vleuten in 1582 en van 1588-1591Van 1588-1590 is Dirck Aertsz Vereem schepen van VleutenIn 1597 is Goijert Jansz. schepen van VleutenSteven Sweersz. van Rossum is - met onderbrekingen- schepen in Vleuten van 1605-1623Cornelis Willemsz van Cothen is schepen van V. in 1607, 1609, 1612-1613Bastiaen Andriesz. van Sijll is schepen in Vleuten van 1613-1618 en 1632-1634Anthonis Jansz. van Weijen is, met onderekingen, schepen van V. van 1619-1641Gerrit Thonisz is schepen van V. in 1633-1634, 1641-1642, 1645-1649, 1657-1658, 1665Gerrit Hendricksz van Bijlevelt is tussen 1634 en 1677 met onderbrekingen schepenJasper Dircksz is schepen van Vleuten van 1635-1636 en 1657-1658Gerrit Jansz. van Schaijck is schepen van Vleuten van 1647-1649 en 1651-1653Cornelis Sebastiaensz van Zijl is schepen in Vleuten van 1658-1661 en 1664-1667Cornelis Jorisz van de Wel is in 1661, 1666 en van 1668-1670 schepen van V.Gerrit Jansz. van Spijck is schepen in 1661, 1669, 1671-1676Goijert Jansz. van Spijck is schepen in 1662Jan Cornelisz de Rou is van 1664-1666 schepen van VDirk Jaspersz. is van 1667-1669 schepen van VleutenJan Cornelisz van Ockhuijsen is schepen van 1668-1671Jan Jansz. van den Engh is van 1678-1680 schepen van V. [Verhoef, Drie]
schoutHet kapittel heeft het recht om een schout aan te stellen. De schout pacht zijn ambt en moet een borgsom betalen of borgen stellen. Zijn ambt is niet slechts rechterlijk maar strekt zich ook uit op fiscaal terrein. De schout beweegt zich ook op fiscaal terrein. Hij int belastingen, voorzover niet verpacht aan derden. De schout wordt bijgestaan of vervangen door een substituut-schout (geseth schout).schouten  en  substituut-schouten1500-1514  Aernt Folpertsz van Amerongen    Loeff Pelgrumsz  1510, 1512 1520-1531    Johan Regelinck                         Hendrick Claesz. op Alendorp 1527Loeff Pelgrumsz   1527-15321534-1557    Jan Bijndop                              Jan Gerritsz op Alendorp  1534-1539                                                Cornelis Gerritsz. van Rewijck 1536-15461560-1574    Cornelis Willemsz. van Hoevesteijn                                   1576-1610   Jan Gerritsz. van Heusden            1547-1579  Gijsbert Cornelisz van Schoonderwoert                                   diverse personen 1579-1589Hans Lievensz. Duijck van Wacken 1589-1616 Laurens Rutgersz van Amerongen [1638-1668]

godsdienst

Van oudsher bezitten de proost, de deken en de kanunniken van het kapittel van Oudmunster veel onroerend goed in Vleuten. Van de 1700 morgen in Vleuten is rond 520 morgen pachtgoed of leengoed van Oudmunster. De inkomsten van het kapittel van Oudmunster bestaan voornamelijk uit tienden.

heerlijkheid

Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken is heer van Vleuten [Adel1925, blz. 224]

rechtspraak

De rechtspraak is burenrechtspraak. Inwoners met een bepaald grondbezit treden op als oordeelvinders. Op vordering van de schout vellen ze een oordeel en wijzen ze vonnis. Het burenrecht wordt geleidelijkaan omgezet in schepenrecht. In 1527 verleent bisschop Hendrik van Beieren en de deken en het kapittel van Oudmunster schepenrecht aan Vleuten en de Harmelerwaard. 
BRONNENliteratuurRootselaar, Rekening, pp. 31 (1585-1586), 50 (1555-1585), 61 (1574-1585)Verhoef, Denis, Drie Vleutense schouten en hun nageslacht, in: Utrechtse parentelen vóór 1650, deel 3, Rotterdam 2012, blz. 59-223overige bronnenDDB

Vlieland

algemeen

In de 2e WO van Noord-Holland overgeheveld naar Friesland [Oudsten, blz. 51]

literatuur

Becht, Statistische, p. 141 (1592)

Bergh, Handboek, blz. 23, 34

Fruin, Informacie, pp. 156-157 (1514) 

Nip, Bengaert, p. 71 (1443-49) 

Oudsten, Bas den, Friesland. It bêste Lân fan d'Ierde, Haren 1972

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p. 400 (1527)

overige bronnen

DDB

Vlierden

algemeen

godsdienst

kerkelijk bezit

Herelaef, zoon van Badagar, schenkt op 12 december 721 aan de kerk van St. Petrus, St. Paulus en St. Lambert in Bakel, onder bestuur van bisschop Willibrord, goederen te Bakel, Vlierden en Deurne [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 34, blz. 24].

literatuur

ANF 1889, p. 36 (1624) 

Blink, Geschiedenis I, p. 210 (8e e) 

Navorscher IX, p. 367 (1553) 

W.D.B.I.U.A. 1873, 19 juli, p.3

overige bronnen

DDB

Vlieringhe

algemeen

heerlijkheid

Paulus van Croonendaal was heer van Vlieringhe [Kobus, blz. 397]

literatuur

Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  397

overige bronnen

DDB

Vlijmen

algemeen

literatuur

Fruin, Informacie, pp. 450-451 (1514) 

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 191 (1481)

overige bronnen

DDB

VlissingenStad in Zeelandalgemeen=Op 1 juni 1520 komt Karel V in Vlissingen aan [DDB]=Parma ondersteunde met al zijn gezag het plan van Santa Cruz, de kundigste van de Spaanse admiraals, de aangewezen bevelhebber van de armade, die, eer de vloot de Spaanse havens verliet, het bemachtigen van een haven aan de Noordzee voor diepgaande schepen noodzakelijk oordeelde, zonder welke een enkele storm de machtigste vloot vernietigen kon. Zulk een haven was Vlissingen alleen; en Parma maakte zich sterk, indien men hem de handen vrij liet, die binnen weinige maanden te nemen.  Werd hem dit toegestaan, dan hoopte hij verder uitstel te bedingen, en eerst al de Nederlanden te onderwerpen, eer Engeland werd aangetast   [Fruin, Tien, blz. 17]=Als onderpand voor haar hulp verlangde de Engelse koningin Elisabeth in 1585 twee steden: Vlissingen, dat Zeeuws was en Den Briel, een Hollandse stad. Zodra het verdrag na ondertekening in werking trad, moesten dezen haar afgestaan worden [BGN 1960/43; BGN 1968/140-144; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 93; Fruin, Tien, blz. 331].=Napoleon arriveert op 12 juli 1803 in Vlissingen. =Bij verdrag van 11 november 1807 wordt Vlissingen aan Frankrijk afgestaan [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 315]=Op 9 mei 1810 en 11 mei 1810 is hij er weer. Tenslotte komt hij op 27 september 1811 voor het laatst in Vlissingen [Navorscher 1870, blz. 15-16]belastingencommissaris van het collateraal=In 179 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] schepen van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36].
huisschatting
ontvanger der convoyen en licenten=In 1786 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] schepen van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36]
bestuurbaljuwin maart 1568 is Paulus Knibbe baljuw van Vlissingen [Aa, Bio, blz. 7]In .... is mr. Antoni Pieter Lambrechtsen [...-1792] baljuw van de stad en heer van Ritthem [Epen, Geslacht, blz. 28]
burgemeester=Andries Andriessen van Brugge is in 1493-1494 burgemeester [NNBW 1911, blz. 139] =A. van der Perre is burgemeester van Vlissingen=Van 1674-1677 is Jacob van Hoorn burgemeester [Epen, Geslacht, blz. 11]=In de jaren 1703-1704, 1707-17-08, 1710, 1714-1715, 1718-1719, 1722-1723, 1726-1727 is Nicolaas van Hoorn [1652-1734] burgemeester [Epen, Geslacht, blz. 14; Leeuw1883, blz. 83]=In 1720-1721, 1724-1725 en 1741 is mr Constantijn van Hoorn [1690-1752] burgemeester [Epen, Geslacht, blz. 22]=Johan Ghyselin is in..... burgemeester van Vlissingen [Epen, Geslacht, blz. 20]=In 1742-1743, 1746-1747, 1761, 1763, 1767 en 1769-1770 is mr. Nicolaas van Hoorn [1703-1776] burgemeester van de stad en heer van Burgh en Crayesteyn [Epen, Geslacht, blz. 25]=Matthijs Pruijst is in 1750 burgemeester van Vlissingen [Chalmot2.204]=In .... is mr. Antoni Pieter Lambrechtsen [...-1792] burgemeester van de stad en heer van Ritthem [Epen, Geslacht, blz. 28]=In 1778-1779 is Dr. mr Jan Cornelis van Hoorn [1744-1786] burgemeester van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 31]=in mei 1810 is Schorer burgemeester [Nav1870.14]
pensionaris=Michiel van Gogh [.....-1669] is pensionaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 241]=In 1586 wees de bekende Prouninck de regering van Utrecht op de vreemde afkomst van vele regenten. ‘Wordt bevonden (zegt hij) dat die pensionaris van Vlissingen ende de ierste edelman der Staten van Zeelant beyde Vlamingen zijn [Fruin, Tien, blz. 197]=in 1715 is mr Constantijn van Hoorn [1690-1752] pensionaris [Epen, Geslacht, blz. 22]=mr. Leonard Constantijn van Sonsbeeck [1739-1812] is pensionaris [Epen, Geslacht, blz. 33]
raadIn 1663 is Jacob van Hoorn raad [Epen, Geslacht, blz. 11]Mattheus del Corne wordt in 1671 benoemd tot raad [Nav1870.318]In 1672 is Nicolaas van Hoorn [1652-1734] raad van Vlissingen [Epen, Geslacht, blz. 14]In 1708 is Jacob van Hoorn [1677-1769] raad [Epen, Geslacht, blz. 20]In 1710 is mr. Hendrik van Hoorn [1687-1759] raad [Epen, Geslacht, blz. 21]In 1713 is mr Constantijn van Hoorn [1690-1752] raad [Epen, Geslacht, blz. 22]In 1725 is mr. Nicolaas van Hoorn [1703-1776] raad en heer van Burgh en Crayesteyn [Epen, Geslacht, blz. 25]In .... is mr. Cornelis Steengracht [1723-1781] raad van de stad en heer van Slangenburg, Wehl en de beide Souburgen [Epen, Geslacht, blz. 29]In 1753 is mr. Pieter Scheyteruyt de Vos heer van Nieuwervliet en raad van de stad Vlissingen [Groot Charterboek deel 1, blz. 36]In 1753 is mr. Nicolaas van Hoorn  heer van Burgt, Soetlingskerke, Duyvene, enz. raad en oud burgemeester van de stad Vlissingen [Groot Charterboek deel 1, blz. 34]Op 7 juli 1763 wordt Dr. mr Jan Cornelis van Hoorn [1744-1786] raad van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [ANF1888, blz. 22; Epen, Geslacht, blz. 31]In .... is mr. Antoni Pieter Lambrechtsen [...-1792] raad van de stad en heer van Ritthem [Epen, Geslacht, blz. 28]In 1770 is mr. Leonard Constantijn van Sonsbeeck [1739-1812]  raad [Epen, Geslacht, blz. 33]=Jhr mr. Frans Reinier Radermacher [1765-1816] is heer van 's-Gravenpolder en schepen en raad van Vlissingen [Epen, Geslacht, blz. 35-36]=In 1786 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] raad van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36]
schepenVan 1665-1673 is Jacob van Hoorn schepen [Epen, Geslacht, blz. 11]In 1677 en 1679 is Nicolaas van Hoorn [1652-1734] schepen [Epen, Geslacht, blz. 14]In 1705 en 1706 is Jacob van Hoorn [1677-1769] schepen [Epen, Geslacht, blz. 20]In 1728 en 1729 is Johan Nicolaas van Hoorn [1685-1749] schepen [Epen, Geslacht, blz. 21]In 1741, 1747-1751 en 1753 is Nicolaas Carel van Hoorn [1722-1753] schepen [Epen, Geslacht, blz. 28]in 1753 is mr. Pieter Willems Lammens schepen [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]In .... is mr. Cornelis Steengracht [1723-1781] schepen van de stad en heer van Slangenburg, Wehl en de beide Souburgen [Epen, Geslacht, blz. 29]In 1769-1770, 1772-1773 en  1775-1776 is Dr. mr Jan Cornelis van Hoorn [1744-1786] schepen van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 31]=Jhr mr. Frans Reinier Radermacher [1765-1816] is heerr van 's-Gravenpolder en schepen en raad van Vlissingen [Epen, Geslacht, blz. 35-36]=In 1786 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] schepen van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36]
secretarisIn 1710 is mr Constantijn van Hoorn [1690-1752] secretaris [Epen, Geslacht, blz. 22]In 1711 is mr. Hendrik van Hoorn [1687-1759] secretaris [Epen, Geslacht, blz. 21]In 1726 is mr. Nicolaas van Hoorn [1703-1776] secretaris van de stad en heer van Burgh en Crayesteyn [Epen, Geslacht, blz. 25]
thesaurierIn 1768 is Dr. mr Jan Cornelis van Hoorn [1744-1786] raad van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 31]=In 1791 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] thesaurier van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36]gemeenteadjoint-maireIn 1813 is Abraham van der Swalme adjoint-maire [ZA7387Inleiding]
burgemeesterVan 1837-1848 is Abraham van der Swalme burgemeester [ZA7387Inleiding]
ontvanger-Nota wegens de resolutiën en aanschrijvingen van Heeren Burgemeesteren opzigtelijk de comptabiliteit en het houden van registers etc. door den stedelijken Ontvanger", 1816-1831  [ZA3883]
raadslid-In de jaren 1808, 1809 en 1810 is Abraham van der Swalme lid van de raad [ZA7387Inleiding]-In 1816 is Simon van der Swalme [1748-1827]  lid van de raad [ZA7387Inleiding]
secretaris-van 1816-1837 is Abraham van der Swalme [1777-1848] secretaris van het stedelijk bestuur [ZA7387Inleiding]
wethouder-Van 1824-1827 is Simon van der Swalme wethouder [ZA7387Inleiding]
heerlijkheid=Maximiliaan van Bourgondië (1514-1559) was heer van Beveren, Veere en Vlissingen. Veere en Vlissingen werden door Karel V tot markgraafschap verheven (Kobus, blz. 232; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 82)=in 1567 worden Veere en Vlissingen door Philips II aangekocht maar niet betaald. Er vindt in Den Haag een openbare veiling plaats. Willem I koopt de beide heerlijkheden voor f 149.600 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 82]=Bij de openbare veiling der stede en heerlijkheid van oud en nieuw Vlissingen , den 18den October 1580, komt mede een vreemde bbzonderheid voor; men stelde namelijk als termijn voor de verhooging bij opbod den tijd, dien eene kaars zoude noodig hebben, om tot het einde toe op te branden [Navorscher 1852, blz. 251]
BRONNENarchievenZeeuws Archief, 7100 Stad en Gemeente Vlissingen, 1505-1914Zeeuws Archief, 7387 Familie van der Swalme, 1772-1848, InleidingZeeuws Archief, 7143 Ontvanger Gemeente Vlissingen 1809-1919, inv nr. 3883Zeeuws Archief, 7434 Burgerlijke Stand en Bevolking Gemeente Vlissingen, 1810-1994literatuurANF 1884, 8 maart, p. 3 (18e e)Andreae, Recht, p. 437 (1315)Becht, Statistische, pp. 51 (Rep), 54 (id), 114 (1580), 141(1573; 1651), 198 (16e-17e e) Blink, Geschiedenis I, pp. 168 (1452), 169 (1494) Blok, Financiën, pp. 44 (1477), 45 (1494) Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 204; Deinse, Over, p. 89 (1452) Fruin, Rechterlijke, p. 19 (m.e.) Halma, Tooneel,p. 178 (16e e) Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz. 232Meerman, J., Reise durch den Norden und Nordosten von Europa in den Jahren 1797 bis 1800 [DDB]Mulder, Honderd, p. 83 (1812) Muller, Staat, p. 28(1572) Navorscher 1870, blz. 14, 318Navorscher II, p. 251 (1580); VI, p. 335 (1606); VII, p. 91 (1585-1616); XV, p. 217(1748) Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 234 (1536) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 204-205 (1484)T.S. Zeeland I, p. 217 (16e e); II, p. 103 (m.e.) Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 82W.D.B.I.U.A. 1874, 22 augustus, pp. 2-3 Wijnpersse, Statistiek, p. 386 (1854)overige bronnenDDB

Vlist

algemeen

bestuur

burgemeester=Marcellus Bisdom van Vliet is rond 1870 burgemeester van Haastrecht en Vlist [Bakker, Onbekende, blz. 104]
BRONNENliteratuurBakker, Marco, De onbekende genealoog, in: Gens Nostra 2021, blz. 101-104Fruin, Informacie, pp. 396-397 (1514)overige bronnenDDB

Vlodrop

Ook Flodorp

algemeen

In 1651 bestaat voor de inwoners van Vlodorp molendwang voor de molen op de Gitstappen

Stiftsfräulein von Mirbach zu Gerresheim bezit een tiende in Vlodorp en de Gittstapper molen, 1713-1716 [DDB]

financiën

In 1525-1527 speelt de kwestie dat alle onderdanen van Vlodrop con amore belasting (Abgabe) hebben betaald maar dat Willenm van Vlodrop weigert over zijn leen te betalen. Hij verdedigt dit met de stelling dat al zijn goederen leengoederen van de Heer van Horn zijn [DDB]

In 1553 wordt Balthasar van Vlodrop, heer van Leut, met de heerlijkheid  Eisden beleend

Hertog Willem van Gulik en zijn vrouw Maria "übergeben" de molen in Vlodrop aan Steven Quadt, 16e eeuw [DDB]

Rekening over 1684-1689 m.b.t. de olie- en watermolen in de Gitzstappen met pachtbrieven [DDB]

In 1790-1794 zaak bij het Rokskammergerichtover het verlenen van diensten door de onderdanen van de heerlijkheid [DDB]

heerlijkheid

In der Auseinandersetzung um die Erfüllung des 1596 zwischen Wilhelm von Vlodrop und Hermann von Lynden geschlossenen Kaufvertrags über die Herrschaft Rijckholt mit allem Zubehör klagte der Käufer Hermann von Lynden vor dem Geheimen Rat des Bischofs von Lüttich auf vollständige Erfüllung des Kaufvertrags. Gegen das Urteil des Lütticher Geheimen Rats appelliert Wilhelm von Vlodrop an das RKG: Er erklärt das Lütticher Ratsgremium, zu dessen Mitgliedern der Appellat zähle, für nicht zuständig. Das Urteil müsse daher als nichtig angesehen werden, zumal es nicht öffentlich gefällt worden sei. Der Appellat erklärt die Angelegenheit dagegen für nicht ans RKG erwachsen, da der Geheime Rat kein Endurteil gefällt habe und die Appellation gegen die Bestimmungen des Lütticher Appellationsprivilegs verstoße [DDB].

Der Kläger Johann von Bronkhorst, graaf van Gronsveld vrijheer van Batenburg en Rimburg behauptet, daß der Beklagte Johanna van Vlodrop, weduwe van de overleden Willem van Vlodrop als vormaligen Lehnsnehmer der vormaligen Lehnsherrn aufgrund unterlassener Rekognitionsleistung für zwei von der Grafschaft Gronsveld zu Lehen gehende Güter diese verwirkt habe. Der Beklagte erklärt dagegen, dem Kläger bereits für diese Güter Rekognition geleistet zu haben, 1600-1613 [DDB].

Otto Heinrich von Vlodrop hatte in seinem Testament 1616 Wilhelm von Bongart, den Sohn seiner mit Werner von Bongart, Herr zu Wijnandsrade, verheirateten Schwester Anna Katharina von Vlodrop zum Universalerben eingesetzt und Adam Dries, den Drosten von Leut, zum Verwalter auf Lebenszeit ernannt. Nach dem gewaltsamen Tod Otto Heinrichs von Vlodrop Ende 1619 oder Anfang 1620 stellten daher sowohl Werner und Wilhelm von Bongart als auch Adrian Balthasar von Vlodrop, der einzige lebende Bruder Otto Heinrichs, Ansprüche auf dessen gesamtes Erbe. Dazu gehörten neben seinen Luxemburgischen Gütern auch die Reichsherrschaften Rijckholt und Leut, letztere mit Schloß und Ort Leut, mit Eisden (Eysden, B) und Meeswijk (Meswijk), Besitz im Jülicher Gebiet sowie mit den Höfen zu Veldwezelt, Lanklaar und Vernich und den zu Stokkem (Stockheim) und Dilsen gelegenen Schöffengüter. Im Verlauf der gegenseitigen Versuche, die Erbgüter in Besitz zu nehmen, kam es wiederholt zu Gewalttätigkeiten, und vier auf Seiten des Herrn von Vlodrop stehende Männer wurden durch Wilhelm von Bongart und die ihn unterstützenden spanischen Soldaten gefangen genommen und auf Schloß Leut inhaftiert. Gegen diesen Übergriff wendet sich Adrian Balthasar von Vlodrop an das RKG und erwirkt am 19.1.1621 ein Mandat gegen Werner und Wilhelm von Bongart sowie gegen Adam Dries. Die noch am 7.3.1621 geschehene Freilassung der Gefangenen erkennt der Kläger allerdings nicht als vollständige Parition an. Der Prozeß zieht sich daher weiter bis zur 1623 eingereichten Triplik des Klägers, ohne daß diese Prozeßhandlungen jedoch noch ins Protokoll aufgenommen worden wären [DDB].

literatuur

Maasgouw 1879-1881, p. 573 (1627) 

Venner, Inventaris, pp. 107 (1668), 148 (17e e), 153(1687) 

W.D.B.I.U.A. 1872, 3 augustus, p. 3

overige bronnen

DDB

Vloesberg

algemeen

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 243-245

overige bronnen

DDB

Voerendaal

algemeen

literatuur

Eversen, Bijdragen, p. 154 (Rep) 

W.D.B.I.U.A. 1873, 26 april, p. 3

overige bronnen

DDB

Voerst

algemeen

heerlijkheid

Roderik is in 1363 heer van Voerst [Adel1925, blz. 83]

Volendam

Dorp binnen de gemeente Edam. Ook Vollendam

algemeen

BRONNENliteratuurFruin, Informacie, p. 185(1514)overige bronnenDDB 
VollenhoveStad in Overijssel. Ook Vollenhoven, Vollenhoof, Vollenhoe, Vollenhoo.algemeen=in 1178 wordt door bisschop Godfried van Rheenen hier een slot gebouwd; hier werden meestal de kamerklaringen gehouden, rechtspraak door de bisschop; de provinciale rechtspraak heet Grote Klaringen en vindt in Deventer plaats [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 106]=eertijds Fries gebied [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 105]=deel van het Landdrostambt Vollenhove [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 105]=Het kwartier Vollenhoven van de provincie Overijssel bestaat in 1826 uit 12 schoutambten met 22.073 inwoners [Gosselin XLVII]bestuuralgemeen=in bestuurszaken heeft alleen de adel het gezag; de steden zijn niet stemhebbend; afgevaardigden worden alleen toegelaten als het gaat om het opleggen van belastingen en andere financiële zaken [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 105]=de regering bestaat uit vier burgemeesters [twee schepenen en twee raden] en een secretaris. Daarnaast is er de Volle Stoel, bestaande uit een aantal edelen en leden van de magistraat, die vooral kerkelijke zaken behandelen [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 107] =er zijn havezates: het Oldhuis, Tautenberg [niet het slot!], Rollekate, Nijenhuizen em Oldenhof [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 108]landdrostWolf Bentink wordt in 1638 landdrost van Vollenhoven. [ChalmotBio2,304]Johan van Isselmuden [1604-1674] was drost van Vollenhoven [Verwoert, Handwoordenboek I, blz 342]=in 1790 is Joan Arend Godert, baron de Vos van Steenwijk tot Nyerwal landdrost [Buesching Nieuwe, deel VI, blz. 106]schoutIn 1786  is mr. Willem Jan Nessing schout van V. het omliggende land en fortresse Blokzijl [Chalmot1, blz. VI]economie=men leeft er vooral van turflanden [Buesching Nieuwe, deel VI,, blz. 105]geestelijkheidKoning Otto I verbiedt op 26 november 944 om in den „pagus forestensis" in het graafschap van Everhard te jagen zonder verlof van de Utrechtse bisschop en beveelt de wildban van de Utrechtse kerk te handhaven. [Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 107b, blz. 113 [944]] Keizer Hendrik III schenkt in 1042 Vollenhove "met deszelfs Ommeland" aan bisschop Bernulf [Busching, Nieuwe, VI, blz. 12]gemeente=In 1820 is G.G.C. Scheidius notaris en schout van de schoutambten te Vollenhove en Blokzijl[Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXV]BRONNENliteratuurAlberts, Middeleeuwen, pp. 64-65 (14e e) Andreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 19 (944), 127 (1806) Avis, Directe, p. 43 (1347) Baelde, Domeingoederen, pp. 323-325 (1551) Bergh, Handboek, blz. 54 (1134), 102Blok, Geschiedenis I, p. 105 (943) Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 304 [1638]Doorman, Brouwerij, p. 23 (1395; 1429; 1461) Doorninck, Tijdrekenkundig V, pp. 7 (1496), 10 (id), 14 (id) Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XLVIIGosses, Stadsbezit, p. 25 (m.e.) Gosses, Vorming, p. 252 (14e e) Kuile, Overijssel, pp. 280 (1595), 281 (18e e) Kuile, Rechtskundige, p. 70 (944) Muller/Bouman, Oorkondenboek I. nr. 107b, blz. 113 [944]Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XXVRacer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 185, 200 (1133)Slicher van Bath, Landbouw, p. 165 (1790)T.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 86 (15e e), 187 (1580), 245 (1600), 249 (1602), 271 (1611), 273 (1615), 275 e.v. (1619), 316 (1550); IV, p. 186(1706)Wijnpersse, Statistiek, p. 384 (1854)overige bronnenDDB
Voorburgalgemeen
belastingenkoningsbedeUit de periode 1540 tot 1580 zijn 14 kohieren beschikbaar.  De opbrengst over 1540 is 76 gulden  [Spiegel, Koningsbede, blz. 45-47]
BRONNENliteratuurChijs, Munten, blz. 1 (m.e.), 40 (id)Fruin, Informacie, pp. 272-274 (1514) Goes, Register IV, pp. 31 (1555), 35 (id), 109 (id) Gosses, Welgeborenen, pp. 113 (1424), 135 (m.e.) Gouw, Ambacht, p. 55 (1400) Spiegel, Ronald A. van der, Koningsbede Voorburg 1540, in: Ons Voorgeslacht 2024, blz. 45-47]Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)DDBVoorhoutalgemeenheerlijkheidFilip Jacob van Borssele van der Hooge (1656 Middelburg - 1735) was heer van Voorhout [Kobus, bl. 215.
BRONNENliteratuurAndreae, Recht, p. 438 (1388)Chijs, Munten, blz. 41 (1063)Fruin, Informacie, pp. XXIX (1515), 321-322 (1514) Fruin/Colenbrander, Geschiedenis, p. 52 (1515) Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  215 Kruisheer, Oorkonden, pp. 5 (1397), 345 (1281)Maas, A., Baljuwschap van de ambachten Noordwijkerhout, Hillegom, Lisse en Voorhout, in: Hangkouserieën , jrg 30, 2022, nr. 89DDBVoornealgemeen
bestuurbaljuwIn 1465 wordt Gerrit van Abbenbroek baljuw van Voorne en Putten (Aa, Bio I, blz. 26) 
opzichter=Jan Jansz Blanken [1755-1838] werd in 1775 de eerste ordinaris opzichter van de Hollandse eilanden Voorne, Goeree en Overflakkee [NNBW 1911, blz. 357]
heerlijkheidDirk VI, graaf van Holland, is getrouwd met Sophia, dochter van Otto, paltsgraaf op de Rijn. Dirk vertrekt in 1139 naar het Heilige Land. Hij krijgt daar met Sophia een zoon, gedoopt in de Jordaan en genaamd Pelgrim van Holland. Dirk overlijdt op 5 augustus 1157. Pelgrim wordt later heer van Voorne en burggraaf van Zeeland [Leeuw 1883, blz. 19]Pieter de Voghet is leenman van Voorne en Putten [1340-1361] en gegoed in Briedorpe [Wapen]
waterstaatHet komt mij echter voor dat reeds van oude tijden in het land van Voorne het gebruik heeft bestaan dat de kosten van werken die ten bate van meer dan één polder werden aangelegd door dee polders naar evenredigheid van hun gemettalen werden betaald en onderhouden, zonder dat daaromtrent contracten werden gesloten. Zo vindt men dat in een som van 12.152 pond 10 st. die in 1588 voor het behoud van de Heindijk moest worden uitgegeven  gecontribueerd door de polders van Oostvoorne, Oud en Nieuw Rockanje, Strijpe en Lodderland, Rugge, 't Woud, Zuyrland, Colijnsplaat en Klein Oosterland tezamen 3962 gemeten [ARA, Verslagen 1888, blz. 369-370]Dirk van Duivenvoorde [....-1593] is baljuw van Brielle. [Kok13, blz. 53; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 171]
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der Aa, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel 1, Haarlem 1852, blz. 26Baelde, Domeingoederen, pp. 290-292 (1551) Bergh, Handboek, blz. 80Blécourt/Meijers, Memorialen, p. 70 (1432) Blink, Geschiedenis I, p. 169 (15e e) Blok, Financiën, p. 45 (1494) Blok, Holl. stad Bourg., p. 42 (1503) Boer, Rekeningen, p. XXV (1393) Chijs, Munten, blz.  19 (m.e.), 33 (1565), 34 (12e e)Fremery, J. de, De jaardagstijl, de jaarstijl van de Heeren van Naaldwijk, der Heeren van Voorne tot 1372 en de gemeene stijl van Holland, in: Aldaar III R IX, 105Fruin, Informacie, pp. VI (1486), XXVIII (16e e) Gallé, Beveiligd, pp. 34 (1361), 101 (1494) Goes, Register I, pp. 133 (1528), 702 (1543) Henne, Histoire X,p. 18 (1553) Kruisheer, Oorkonden, p. 370 (1206-1293) Lemmink, Staten, p. 75 (1372) Moquette, Strijd, p. 46 (1511-1521) Navorscher VI, p. 185 (1410); XIV, p. 179 (1410); XV, p. 253 (15e-16e e); XVII, pp.87 (1524-1561), 269 (16e-18e e) Overvoorde, Oude (16e-17e e) Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 256 (1492), 469 (1502), 476 (1504) Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, p.17(1505)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 171Wapenregistraties, in: Gens Nostra jrg 78, 2023/4, blz. 223overige bronnenDDB

Voorschoten

Dorp in Zuid-Holland. Ook Forschate. 

algemeen

Van kasteel Duivenvoorde zijn foto's beschikbaar in Bildindex

bestuur

baljuwIn 1747 is Adrianus Boers baljuw van Voorschoten en heer van Rijnsaterwoude [Leeuw1883, blz. 45]
BRONNENliteratuurANF 1883, 3 november, p. 2 (1248)Bergh, Handboek, blz. 100 (1569)Blok, Financiën, p. 52 (m.e.)Chijs, Munten, blz. 40 (m.e.)Fruin, Informacie, pp. 276-277 (1514)Gosses, Welgeborenen, pp. 53 (m.e.), 112 (1424), 135 (m.e.) Gouw, AmbachtKruisheer, Oorkonden, p. 280 (1248) Navorscher XLVIII, p. 411 (1522) Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)DDB

Voorst

algemeen

Van het slot Voorst bestaat een tekening uit 1699 [DDB]

heerlijkheid

In 1695 is Arnoud Joost van Keppel heer van de Voorst, 't Velde en den Dam [Adel1925, blz. 112; Navorscher 1851, blz. 245]
BRONNENliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 151 (893)Haak, Plooierijen, pp. 112 (1706), 157 (id), 159 (id), 164 (1683-1703) Heringa, Tijnsen, pp. 35 (m.e.), 38 (id), 61 (1558) Wijnpersse, Statistiek, p. 381 (1854)overige bronnenDDB

Voorstonden

algemeen

heerlijkheid

Gerrit Carel van Spaen is heer van Voorstonden [Adel1925, blz. 205]
BRONNENliteratuur

Voort, de

algemeen

heerlijkheid

In 1696 is Arnold de Raet heer van de Voort [Adel1925, blz. 165]BRONNENliteratuur

Voorthuizen

algemeen

financiën

Het klooster Elten verpacht de tienden in Voorthuizen voor de periode 1707-1726 [DDB]

literatuur

Sloet, Brieven, p. 317(1386)

overige bronnen

DDB

Vorchten

algemeen

literatuur

Hoefer, Vesting, p. 115 (1409)

DDB

VordenPlaats in Gelderland. algemeenbelastingenontvangerIn 1820  is J. Ensink ontvanger der directe belastingen te Vorden [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XIII]heerlijkheid=In 1814 is mr. Allard Philip Reinier Carel van der Borch heer van Verwolde en Vorden en benoemd in de ridderschap van Gelderland [Adel1925, blz. 25]BRONNENliteratuurHoefer, Uittreksel, p. 275 (1476) Nieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XIIIW.D.B.I.U.A. 1873, 31 mei, p. 3 Wijnpersse, Statistiek, p. 381 (1854)overige bronnenDDB

Vorehold

Zie Voorhout

Vorselaere

Dorp aan de Nethe

Muller/Bouman suggereert dat deze plaats Sprusdare zou kunnen zijn. Zie ook Viersel. 

Rauching (Rohingus) en zijne vrouw Bebelina schenken in de periode 695-726 aan de kerk van St. Petrus en St. Paulus te Antwerpen, staande onder beheer van bisschop Willibrord, een landgoed te „Sprusdare" in de gouw Rijen [Muller/Bouman, Oorkonden I, nr. 1, blz. 1]

Vortrappe

algemeen

literatuur

Chijs, Munten, blz. 8 (m.e.)

DDB


Vosholalgemeen
heerlijkheid=Cornelis van Aerssen verkrijgt Voshol in 1719 [Repertorium]=Cornelis van Aerssen is heer van Hoogerheide, Ossendrecht, Meteren, Triangel en Voshol. Hij bekleedt het ambt van ontvanger-generaal van Holland van 16 september 1678 t/m 8 september 1728 [Repertorium].=Cornelis van Aerssen van Voshol [1698-1766] is heer van Voshol [Repertorium]=Albrecht Niklaas baron van Beyeren Aerssen [....-1790] is heer van Voshol, Meteren en Triangel [Kok1, blz. 102]=In 1828 is jhr. Gerard Johannes Beeldsnijder [1791-1853], heer van Voshol en Vrije Nes [Adel1925, blz. 10; NNBW 1911, blz. 275]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 290Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 102

Vosmaar

Zie Vossemeer. Ook Vosmaer. 


VosselareBRONNENliteratuurStevens, A., Wat een rekeningboek van Steylaerts molen uit Vosselare ons leert, in: Het Land van Nevele 2022/2


Vossem

Een deel van de gemeente Tervuren

algemeen

literatuur

Baelde, Domeingoederen, p. 100 (1551)

DDB

Vossemeer

Plaats in Zeeland. Ook Vosmaar en Vosmaer

algemeen

In 1555 maakt Pieter Resen, gezworen landmeter een kaart van de dijk van het rechtsgebied van Vossemeer [Nav1870]

heerlijkheid

In Vossemeer sullen de heeren hebben aenboirt [recht van vernadering], totter heerlijckheijt behoeff, aen alle huijsen en gronden van erven , voer allen anderen. Noordewier, 262. 


BRONNENliteratuurKeiser, J., Nieuwe Kaart van het Eiland van Tholen, Nieuw Vosmaar en Philip[s]land, in: Nieuwe Kaart der Vereenigde Nederlanden, Blad 17Navorscher 1870, blz. 474T.S. Zeeland I, p. 110 (16e e); II, p. 75 (1515)

Ermerins, Jacobus, Eenige Zeeuwse Oudheden, uit echte stukken opgeheldert en in het licht gebracht, behelzende de Beschryving der Heerlykheden van Vossemeer en Vrybergen, Middelburg 1784 [DDB]

Navorscher XIX, p. 57 (1638)

DDB

Vranckendijck

algemeen

literatuur

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 448 (1493-96)

DDB

Vrasene

algemeen

literatuur

Henne, Histoire VI, p. 288 (1538)

Lyon/Verhulst, Medieval, p. 32 (1296) 252

DDB

Vred

algemeen

literatuur

Braure, Etude, p. 91 (1449)

DDB

Vredesteyn

algemeen

heerlijkheid

Mr. Willem Christoffel van Langen is heer van Vredesteyn (1652-1654). Hij is ontvanger (1679). 

Richard van Montfoort is heer van Noorden, Waarden en Achttienhoven, heer in Vredesteyn.

literatuur

overige bronnen

DDB

Vredeveld

algemeen

heerlijkheid

Jkhr Caspar Eeussum is heer tot Nijenoort en Vredevelt [Nav1870]
BRONNENliteratuurNavorscher 1870, blz. 588Telders, Niet, p. 194 (19e e)overige bronnenDDB

Vredewold

algemeen

heerlijkheid

In 1814 is mr. Haro Caspar von Inn- und Kniphausen heer van Nienoord en Vredewold [Adel1925, blz. 108]
BRONNENliteratuur
Vredenbestuurburgemeester=in 1673 is Jobst Schutte burgemeester [Formsma, Archivalia, blz. 6-7]richter=Henrick van Bueren is op 21 februari 1511richter te Vreden, [Formsma, Archivalia, blz. 10]=Bernhard van Buiren is op 27 april 1610 richter te Vreden [Formsma, Archivalia, blz. 11]BRONNENliteratuurFormsma, W.J. , De Archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidskamer, 1e aanvulling door B.H. Hommen, Oldenzaal 1943



Vreelandalgemeen
bestuurdrossaartHendrik van Soesdijk is drossaart van Vreeland [Nav1870]
heerlijkheidBRONNENliteratuurAvis, Directe, pp. 7 (1298; 1363; 1435), 43 (1303), 104 (m.e.) Gosses, Welgeborenen, p. 61 (1298) Jonker-Duynstee, J., De ambachtsheren van Vreeland [1], in: Vechtkroniek 2022, nr. 58Navorscher 1870, blz. 270T.G.O. 1837, pp. 82 (1340), 83 (1352)overige bronnenDDB

Vreendijke

algemeen

heerlijkheid

Willem, baron van Boreel, is heer van Vreendijke [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 71
BRONNENliteratuurVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 71

Vreeswijk

algemeen

Jan Adriaensz. Voorn is schepen van Vreeswijk.

literatuur

Avis, Directe, pp. 18(1458), 130(1507; 1515) 

Becht, Statistische, p. 140 (1588) 

Rootselaar, Rekening, pp. 36 (1585-86), 51 (1555-85), 63 (1574-85), 97 (1586)

overige bronnen

DDB

Vreemdijke

Ook Vrendijcke


Jacob Boreel laat zijn bezit na aan zoon Willem Boreel (1592 Middelburg-1668). Hij was heer van Duinbeke, Vrendycke, Steelant, enz. [Kok13, blz. 38; Navorscher 1852, blz. 131, 374]

Vries

Dorp in Drenthe

algemeen

In 1800 behoort de gemeente Wolvega tot één van de elf gemeenten binnen de 2e ring van het Departement van den Ouden IJssel. Er wonen 2928 personen verdeeld over 6 grondvergaderingen (Norg, Peest, Zuidvelde, Westervelde, Veenhuizen, Eer en Langelo 2, Vries en Rhee, Syen en ter Aard, Zeegse, Oude Molen, Taarlo en Tynaarlo, Yde en Punt, Bunne en de Winde en Donderen 2, Zuidlaaren, Midlaaren en Zuidlaarderveen 2) [Covens, blz. 131]

literatuur

Doorninck, Tijdrekenkundig V, p. 15 (1496) 

T.S. Drenthe, p. 80 (Rep)

overige bronnen

DDB

Vriezekoop

algemeen

heerlijkheid

Op grond van zijn verdiensten krijgt Pieter van der Does [1562-1599] van de Staten van Holland de ambachtsheerlijkheid van Rijnsaterwoude, Leimuiden en Vriezekoop. echtgenote juffr. Philippe  van Duvenvoirde 10 november 1600dochter Hendrina van der Does 14 december 1623neef Jacob van Wassenaar, heer van Warmond 8 mei 1654Johan en broer Dirk van Wassenaar 9 augustus 1650Johan van Wassenaar bij overlijden Dirk 17 juli 1685dochter Anne Hendrine van Wassenaar 17 juni 1688nicht Maria Isabella van Beyeren van Schagen, dochter van stiefzus Jacoba Maria van Wassenaarer volgt een splitsing; met Leimuiden en Vriezekoop wordt beleend bij opdracht van Maria Isabellamr Lieve Geelvinck voor de stad Amsterdam 13 mei 1728mr. Ferdinand van Collen voor de stad Amsterdam 19 mei 1745mr. Egbert de Vrij Temminck voor de stad Amsterdam 8 februari 1754 mr. Jan van de Poll voor de stad Amsterdam 21 december 1780mr. Pieter Elias voor de stad Amsterdam 28 april 1782Quirijn Willem van Hoorn voor de stad Amsterdam 24 mei 1784 [Leeuw1883, blz. 45]
BRONNENliteratuurJansen, Amsterdamse, p. 417 (1727)overige bronnenDDB

Vriezenveen


algemeen
belastingenimpost van de brandewijn en de gebrande wateren Stukken betreffende het proces tusschen Jan Hendrik Stulen, koopman te Amsterdam, ter eene en Hendrik Bloemen te Oldenzaal, in de jaren 1782-"85 Mei pachter van den impost van den brandewijn en de gebrande wateren over de heerlijkheid Almelo en Vriezenveen, ter andere zijde, over de betaling door partij ter andere zijde van aan haar afgeleverden brandewijn. 1790 [Formsma, Archivalia, blz. 19]ontvanger=in 1839 is J.J. Wilhelmi ontvanger in Vriezenveen (Aa, Aard1, blz. XXXII)
benaming=ook Vriesenveen, Friesenveen.
bestuurschout=Jan Hendrik Dikkers is schout in Vriezenveen [ANF1888, blz. 89]
heerlijkheid=Egbert van Heeckeren is heer van Almelo en Vriezenveen (WP8.191). =Egbert schenkt in 1420 diverse voorrechten aan de heerlijkheid (WP8.191). =Egbert schenkt in 1453 de heerlijkheid Almelo aan zijn zoon Johan (WP8.191). =Johan blijft kinderloos en draagt de heerlijkheid op aan zijn neef Sweder van Heeckeren, genaamd Rechteren (WP8.191). =In 1705 is Adolf Hendrik van Rechteren heer van Almelo en Vriezenveen [Adel1725, blz. 170]=in 1790 is de graaf van Rechteren tot Almelo heer [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 100]==Kennisgeving uit 1815 van de Algemeen Secretaris van Staat aan Frederik Reinard Berchard Rudolph graaf van Rechteren en Limpurg, van de dispositie van Z. K. H. de Prins van Oranje Nassau, Souverein Vorst der Verenigde Nederlanden, op zijn request om in alle rechten, regalia en verdere gerechtigheden in de heerlijkheid Almelo en Vriezenveen te worden hersteld als te voren zijn voorzaten bezaten [ Formsma, Archivalia, blz.  43] =de heerlijkheid Almelo en Vriezenveen omvat in 1839 Stad Almelo, Ambt Almelo en Vriezenveen, tesamen 11.187 bunder 1420 huizen en circa 8000 inwoners. [Aa, Aard 1, blz. 100-101]. =de heerlijkheid Almelo is in 1876 nog steeds in handen van de nakomelingen van Rechteren (WP8.191).BRONNENgeraadpleegde bronnenDDBliteratuurAa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. XXXIIDoorninck, Tijdrekenkundig V, p. 13 (1496) Dumbar, Gerhard, Verhandeling over het graafschap Goor en beschrijving van de Heerlijkheid Almelo en Vriezenveen, Deventee 1859, p. 30 (1452) [DDB]Formsma, W.J. , De Archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidskamer, 1e aanvulling door B.H. Hommen, Oldenzaal 1943Kuile, Heerlijkheid, p. 392(1797-1805) Racer, Gedenkstukken, deel 2, blz. 272 e.v. (1446), 280 (1781)T.S. Overijssel II, p. 254 (1641) Telders, Niet, p. 192 (Rep)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 191

Vrije Geer

algemeen

literatuur

Halma, Tooneel II, p. 271 (Rep) 

Jansen, Amsterdamse, p. 424 (18e e) 

Navorscher XX, p. 513 (1554)

DDB

Vrije Nesheerlijkheid=In 1828 is jhr. Gerard Johannes Beeldsnijder [1791-1853], heer van Voshol en Vrije Nes [Adel1925, blz. 10; NNBW 1911, blz. 275]
BRONNENliteratuur

Vrijberghe

algemeen

heerlijkheid

In 1484 wordt Cornelia Croesinck vrouwe van Vrijberghe [Adel1925, blz. 234]in 1547 wordt Willem Jacobse de Boet heer van Vrijberghe [Adel1925, blz. 234]

Vrijenban

algemeen

literatuur

Diepeveen, Vervening, p. 83 (16e e) 

Fruin, Informacie, pp. 367 e.v. (1514) 

Gosses, Stadsbezit, p. 25 (m.e.)

DDB

Vroonen

algemeen

Eertijds gelegen ten noorden van Alkmaar.

Rond 1300 verbrand en verwoest.

literatuur

Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 17

DDB


Vught

Ook Vucht

algemeen

bestuur

Dirk Willem Molhuysen [1799-1883] is burgemeester [Leeuw1883, blz. 72]
BRONNENliteratuurBergh, Handboek, blz. 109Nijenhuis, Bibliographie (Toevoegsel), p. 20 Wijnpersse, Statistiek (1854)overige bronnenDDB

Vuilkoop

Ook Vuijlcop, Vuijlkoop

algemeen

heerlijkheid

-Claes van Oostrum, ridder, is heer van Vuijlkoop en Wikkenburg (Leeuw1883, blz. 29)-Gerrit Ketel is heer van Vuijlcop. BRONNENliteratuurLeeuw 1883, nr. 1, blz. 29

literatuur

Avis, Directe, p. 18 (1458) 

Rootselaar, Rekening, p. 36 (1585-1586)

overige bronnen

DDB


Vuren

algemeen

ambtenaren=in 1826 is C. Pelgrim schout in Vuren [Gosselin, blz XVII]

heerlijkheid

Joannes Meerman, heer van Dalem en Vuren 
BRONNENliteratuurW.D.B.I.U.A. 1873, 21 juni, p. 2 Wijnpersse, Statistiek, p. 381 (1854)overige bronnenDDB

Vuursche, De

Ook Vürse (953), silva Wrs (1216), Furs (10e eeuw; 1085), silva in Vurse (13e eeuw), Foreste, Fuerst, Veursse, Vuersse, Vurst, de Vuurst, de Vursche, de Vuurt en Vuyrse.

Plaats in Utrecht in de gemeente Baarn.

algemeen

De gemeente ontstaat in 1798. [wikipedia]

Van 1 januari 1812 tot en met 31 december 1815 maakt de Vuursche deel uit van de gemeente Baarn. Daarna vormt het een zelfstandige gemeente. [wikipedia]

Brief met een staat van van de militaire transporten in 1813 en 1814 uitgevoerd door bewoners van de Vuursche , 1818 [Archief Eemland]

Uit 1832 dateert een "aanwijzende tafel" van grondeigenaren en eigendommen in de Vuursche

In 1840 telt de Vuursche 19 huizen en 243 inwoners. Daarvan wonen er 190 in 15 huizen in Lage Vuursche en 53 in vier huizen in Hooge Vuursche.  [wikipedia; plaatsengids]

In 1841 zijn er 222 inwoners [Beijer, blz. 341]

In 1850 zijn er 262 inwoners [SG Digitaal 14 juni 1850]

In 1855 zijn er in Lage Vuursche 12 huizen en zestig inwoners

De Vuursche is tot en met 7 september 1857 een zelfstandige gemeente [Wet 13 juni 1857, Stbl 1857,84]. De burgemeester van Baarn is dan tevens burgemeester van de Vuursche. Het wapen van Drakestein is ook gemeentewapen tot 1857   [wikipedia]. 

Vanaf 7 september 1857 behoort de Vuurche tot de gemeente Baarn

Op 1 december 1869 bij de volkstelling zijn er in het dorp en in Lage Vuursche 28 bewoonde en 6 onbewoonde huizen met 28 gezinnen, waarin 64 mannen en 64 vrouwen

In 1936 is er pas één telefoonaansluiting, namelijk nr. 216 van architect H.Th. Wijdeveld [Naamlijst 1936].

In 2004 zijn er in Lage Vuursche 1460 inwoners [wikipedia]

In 2015 zijn er rond 120 huizen met 300 inwoners in Lage Vuursche

ambtenaren

Rond 1685 is Louis Lahey schout van Zeist, Driebergen en de Vuursche

Rond 1779 is Buddingh schout van Vuursche

archieven

Er zijn bewaard gebleven doopregisters 1661-1813 en 1917-1918, lidmaten 1657-1823, begraven 1659 en trouwen 1657-1818. [genver.nl; geneaknowhow].

Het Utrechts Archief bezit onder inv.nr. 635 de Inventaris van het archief van huis Drakestein te De Vuursche en de heerlijkheid De Vuursche (1085)-1856 en van archivalia van de familie Bosch van Drakestein, 1665-1932

Archief Eemland beschikt onder inv.nr.  0482 over stukken van het Gemeentebestuur De Vuursche, 1816-1857; onder inv.nr. 0442 stukken over het gerecht De Vuursche, 1750-1811; onder 0481 stukken over het gerechtsbestuur De Vuursche, 1779-1811

armenzorg

Stukken de Vuursche betreffende armenzorg 1808-1811 [Archief Eemland]

economie

In de Vuursche wordt in de 14e eeuw veel turf gestoken. [wikipedia] Van economische activiteit is daarna niet of nauwelijks sprake.

financiën

Op de Vuursche Steeg, de weg van Hilversum naar de Bilt, aangelegd in de 17e eeuw, wordt tol geheven [plaatsengids]. Eén van de boerderijen is tolhuis.

Circulaires en brieven de Vuursche inzake de tarieven en voorwerpen van heffing van de belasting op consumptiegoederen 1779, 1801, 1811 [Archief Eemland]

Circulaires de Vuursche inzake het heffen van belastingen 1781, 1786, 1893, 1808, 1810 [Archief Eemland]

Brieven de Vuursche over het beschikbaar stellen van gewapede mannelijke inwoners, 1785 [Archief Eemland]

Circulaires de Vuursche inzake de inning van het hoorngeld en de belasting op het vee 1798 1811 [Archief Eemland]

Circulaires de Vuursche inzake het aanleveren van gegevens voor de heffing van verponding 1807-1808, 1810 [Archief Eemland]

Staat met namen van inwoners, gezinssamenstelling, beroep, huursom, hoeveelheid land, omvang veestapelen betaalde belasting, met bijbehorende brief van de landdrost, 1808 [Archief Eemland]

Stukken de Vuursche over wegenbeheer en tolgelden, 1808, 1811 [Archief Eemland]

Circulaires de Vuursche inzake de voorwaarden voor uitgifte van patenten, 1808, 1810, 1811 [Archief Eemland]

Circulaires en brieven de Vuursche van de Onderprefect van het arrondissement Amersfoort inzake de ontvangsten en uitgaven door de gemeente, 1809-1811 Archief Eemland]

Circulaire de Vuursche met verzoek tot opgave aan het Ministerie van Financiën van alle gebouwen en het aantal deutren en vensters i.v.m. een hierop te heffen belasting, 1810 Archief Eemland]

Algemene bepalingen voor het financieren van onderwijs binnen het departement Utrecht, 1810 [Archief Eemland]

Circulaire de Vuursche met algemene regels voor het beheer van de financiën, 1811 [Archief Eemland]

Stuken de Vuursche over het leveren van mankracht voor de bouw van vestingwerken in Den Helder [Archief Eemland]

In 1811 besluit Staatsraad Gogel tot aanstelling van Frans Pen als ontvanger van de "Droits Réunis" [Archief Eemland]

Brief van de Onderprefect van het arrondissement Amersfoort met verzoek tot het benoemen van zetters van de (nieuwe) belasting, met aantekening van door de Municipale Raad benoemde zetters, 1811 [Archief Eemland]

Brief van de Onderprefect van het arrondissement Amersfoort  met kopie van een instructie hoe renten door personen of administraties ontvangen kunnen worden in de hoofdplaats van het Departement, 1811 [Archief Eemland]

Bij KB van 19 juli 1853, nr. 43 wordt aan Frederik vergunning verleend tot begrinding van de Vuurse Steeg vanaf Drakenstein naar het logement aan de Vuursche en vandaar in rechte lijn tot aan het tolhek op de Dolder-Maartensdijkschen straatweg over een lengte van ongeveer 1800 ellen en een breedte van 3 ellen. Hij mag tol heffen en een tolboom plaatsen nabij het tolhuis. Het gaat om een bestemmingsheffing. De opbrengst moet worden aangewend voor het "goed en duurzaam onderhoud" van de weg. Een gedetailleerd tarief is bijgevoegd, het maximum enkelvoudig tarief is 33 cent en geldt voor een kudde schapen groter dan 80 dieren, het minimum een 1/2 cent voor een kalf, schaap of varken. Bij KB 25 maart 1859, nr. 57, Stbl. 1859,78 wordt de concessie opnieuw verleend [Dorp, Bijvoegsel, blz. 219-222]

Register van nieuwe, veranderde of gesloopte gebouwen in de kadastrale gemeente Vuursche, opgesteld ten behoeve van de grondbelasting, 1895-1926 [Archief Eemland]

De kohieren van het schoolgeld voor onderwijs in de Vuursche 1901-1926

godsdienst

De hervormde kerk dagtekent van 1650. 

In 1925 schenkt jonkvrouw Elisabeth Frederica Maria Bosch van Drakensteyn [1853-1931] een stuk grond in Lage Vuursche aan de congregatie van de Zusters van O.L.V. te Amersfoort. Voorwaarde is dat er een kapel ter ere van Maria wordt gebouwd. Niet alleen de kapel komt er (1927), maar ook een klooster Sint Elisabeth (1927) en een sanatorium (1938). In 1978 wordt het klooster omgebouwd tot verpleeghuis.

heerlijkheid

Drakenstein

Andere gevonden schrijfwijzen zijn: Drakestein, Draakenstein, Drakensteyn. 

Complicerend is dat er twee huizen met de naam Drakenstein zijn geweest:  één aan het "nonne lant" en een ander "geleegen in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern". Hoewel Drakenburg lange tijd is aangeduid met de naam "Drakesteyn" wordt hieronder het huis aan het "nonne lant" (ten noordwesten van Baarn bij Eemnes) om misverstanden te voorkomen steeds met de naam Drakenburg aangeduid en is de naam Drakenstein gereserveerd voor het andere huis, ten zuidwesten van Lage Vuursche.

De vroegst bekende vermelding van het gebied, waarin het huidige Drakenstein ligt, is het jaar 953. Keizer Otto de Grote, zoon van Hendrik I van Saksen, draagt dan het gebied de Vursche over aan Balderik, de 15e bisschop van Utrecht [Brink, Hofstede, blz. 18; Tirion, Tegenwoordige deel 12, blz. 274; Booy, Drakensteyn, blz. 88].

In 1085 is het gebied in bezit van de 22e Utrechtse bisschop Koenraad. Hij geeft de heerlijke rechten en tienden.  in dat gebied aan het in 1050 gestichte Utrechtse kapittel van Sint Jan [Oorkondenboek Sticht, 1920 nr. 245]. Het kapittel bezit bos, woeste grond en bouwland, het recht om de grove en smalle tiend te heffen en de hoge en lage rechtsmacht [Kos, Meenten, blz. 308].

In 1349 wordt het leen gesplitst, proost Henrick van den Rijn en deken Henricus van Loenersloot van het kapittel worden elk voor de helft eigenaar [Booy, Drakensteyn, blz. 88]

In 1359 worden door het kapittel aan Werner van Drakenborg voor 28 jaar in erfpacht gegeven de bossen en venen van de Vuursche. 

"dat ik gehuert ende in pachte ontfangen hebbe die Vuersche, mit hoeren Veenen die Vuersche en de mit anderen hoeren toebehoeren, alsoo alse geleegen is, tot agt en twintig jaeren .. dat ick die Vuersche bouwen, bruyken ende weyden mag, ende voort land dat ick daer in besayen wille, dat ick mach raden ende winnen, en de nyet anders uytgenomen die groote boomen, die daer inne staen, by der Oude Hofsteede, dier boomen en zal ick my nyet onderwinden mit wat houte anders daer inne stoet, dat mach ick houden ende nemen, mede the tymmeren ende the tuynen, ende anders dat my tot dier bouwinge ende huisinge nut is".

In 1360 ontvangt hij van de priorin van het vrouwenklooster in De Bilt een stuk veen "aan de Vuursche" in eeuwigdurende erfpacht met de hofstede "Drakesteyn". Werner heeft de hofstede zelf getimmerd. In 1362 draagt Werner de hofstede op aan bisschop Jan van Arkel en krijgt die direct ter leen 

"de Vuerse en eenre hofstede die daerin gelegen is daer Warnaer nu op getimmert heeft". 

De hofstede, "Werners Hofstede" genoemd, wordt op enig moment verbouwd en vergroot.

In 1387 wordt Drakensteyn gepacht door Werners zoon, Frederik van Drakenborg. 

Op 4 februari 1394 wordt Frederik in een contract gesloten met bisschop Frederik van Blankenheim beleend met de hofstede "tot Drakesteyn met gerecht, thins en thienden met anderhalven hoeve lants daer een steenen Huys op staet". Frederik krijgt in 1403 toestemming om op het kasteel te wonen zonder zijn burgerrecht te verliezen (buitenburger) [http://www.kasteleninutrecht.eu/Drakestein.htm]. Hij is schepen en burgemeester van Utrecht. Frederik wordt in 1434 beleend met Drakensteyn "gelegen aan der nonne lant", een gebied te zuidoosten van Lage Vuursche in bezit van het klooster Oostbroek bij de Bilt en beleend met het "huys metter hofstede Drakensteyn ...geleegen in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern". Hij bezit behalve Drakenburg en Drakenstein ook een steenhuis in Houten en kasteel Oudaen. Frederik overlijdt in 1436.  

Johan van Drakenburg krijgt de Vuursche in erfpacht en wordt in 1441 beleend met het kasteel. Hij overlijdt kinderloos in 1456. Zijn broer Johannes van Drakenburg, kanunnik van het Domkapittel, wordt in 1457 ermee beleend. Johannes heeft problemen met de schulden van zijn broer. Hij moet in 1460 Drakenstein tijdelijk afstaan aan het kapittel, omdat hij de achterstallige pacht niet kan betalen, maar het kapittel scheldt de schuld kwijt. Johannes wordt er in 1485 weer mee beleend. 

Johannes overlijdt op 7 oktober 1498.  Zijn bezittingen komen in 1499 in handen van de zoon van zijn oudere broer Ernst, neef Frederik van Drakenburg. Deze overlijdt in 1518 zonder "lyfserven". Zijn broer Johan wordt leenvolger op 25 mei 1519.

Johan overlijdt in maart 1520. Zijn dochterJosina van Drakenburg volgt op op 3 september 1520. Ze bezit niet alleen Drakenstein en Drakenburg maar ook de stadskastelen Oudaen en het gelijknamige Drakenburg. Ze trouwt met Dirk van Zuylen van de Haar. Ze krijgen 14 kinderen.

In 1570 draagt Josina van Drakenburg Drakenstein over aan haar zoon Nicolaas van Zuylen. In 1571 draagt die Drakenstein over aan Karel van Bourgondië. Zie verder hierna onder "Drakensteyn en de Vuursche"

De Vuursche

Stukken betreffende de hoge heerlijkheid van De Vuursche, 1085-1696 

In 1206 is ridder Hendrik van Amersfoort bezitter van de tienden in de Vuursche [Ned. Leeuw 1908 blz. 51]

In 1239 geeft Otto III aan het kapittel toestemming voor het graven van een wetering in hun veen in de Vuursche [Hilhorst blz. 45]

Staat van posten betreffende De Vuursche uit de rekeningen van het kapittel van St. Jan te Utrecht over de jaren 1379-1559  [Utrechts Archief nr. 635-4]

Register van akten betreffende het proces in 1471 en 1472 tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht gevoerd over hun rechten op de venen langs de grenzen van Gooiland. [Utrechts Archief nr. 635-3]

Eind 15e eeuw valt een flinke groep Gooiers de Vuursche binnen. Ze stelen heideplaggen, turf, hout, enz. en voeren dat met karren af. Het huis van Johan van Culemborg wordt vernield [Kos, Meenten, blz. 310]. De rechten die de Gooiers (= Holland) claimen op de Vuursche worden na lang bestaande onenigheden in het voordeel van De Vuursche beslist. De Vuursche is Utrechts gebied. [Kos, Meenten, blz. 312]

Register van akten en getuigenverhoren inzake het geschil van proost, deken en kapittel van St. Jan te Utrecht met het Vrouwenklooster bij Utrecht over hun rechten op venen bij De Vuursche, welk geschil door de Paus ter beslissing is opgedragen aan heer Martinus van Oed (van Kempen), officiaal van Keulen, 1519 [Utrechts Archief nr. 635-3]

Na een uitspraak van de Geheie Raad in 1536 wordt een deel van de lage Vuursche van Holland toegewezen [Perk, Hortensius, blz. 245]

In de sententie van de Grote Raad van Mechelen van 21 mei 1541 valt vrijwel geheel de lage Vuursche toe aan Utrecht [Perk, Hortensius, blz. 247]

Johan van Kuilenburg ook Culemborg, heer van Renswoude, wordt in 1546 door het kapittel van Sint Jan beleend met het landgoed de Vuursche met de hoge en lage jurisdictie. 

Stukken betreffende de schending van het grondgebied van De Vuursche door inwoners van Gooiland, 1550-1572 [Utrechts Archief nr. 635-4]

Vanwege drukke werkzaamheden in Brussel verhuurt Johan van Kuilenburg zijn leen in 1553 aan de schout van Oostveen. 

Rekening van de rentmeester van de Vuursche, 1554 [Utrechts Archief nr. 635-4]

Het kapittel verliest aan invloed als leenheer, van Kuilenburg gedraagt zich meer en meer als eigenaar. Zijn vrouw Agatha van Alkemade laat het gebied in 1563 na aan haar dochter Johanna van Kuilenburg, getrouwd met Karel van Bourgondië.

Zie verder hierna onder "Drakensteyn en de Vuursche".

Drakenburg

Drakenburg is al sinds het begin van de 12e eeuw bezit van het adellijk geslacht Drakenborg. Rond 1310 bezit Werner van Drakenburg de hofstede Drakenburg ten noordwesten van Baarn [Booy, Drakensteyn, blz. 88]

Op 4 februari 1394 wordt Frederik met Drakenburg beleend door bisschop Frederik van Blankenheim. Frederik krijgt in 1403 toestemming om op het kasteel te wonen zonder zijn burgerrecht te verliezen (buitenburger) [http://www.kasteleninutrecht.eu/Drakestein.htm]. Hij is schepen en burgemeester van Utrecht. Frederik wordt in 1434 beleend met Drakensteyn "gelegen aan der nonne lant", een gebied te zuidoosten van Lage Vuursche in bezit van het klooster Oostbroek bij de Bilt en beleend met het "huys metter hofstede Drakensteyn ...geleegen in 't Wilde veen in den Kerspel van Baern". Hij bezit behalve Drakenburg en Drakensteyn ook een steenhuis in Houten en kasteel Oudaen. Frederik overlijdt in 1436.

Johan van Drakenburg wordt in 1441 beleend met Drakenburg. Hij overlijdt kinderloos in 1456. Zijn broer Johannes van Drakenburg, kanunnik van het Domkapittel, wordt in 1457 ermee beleend. Johannes heeft problemen met de schulden van zijn broer. Hij moet Drakensteyn tijdelijk afstaan aan het kapittel, maar wordt er in 1485 weer mee beleend. 

Johannes overlijdt op 7 oktober 1498.  Zijn bezittingen komen in 1499 in handen van de zoon van zijn oudere broer Ernst, neef Frederik van Drakenburg. Deze overlijdt in 1518 zonder "lyfserven". Zijn broer Johan wordt leenvolger op 25 mei 1519.

Johan overlijdt in maart 1520. Zijn dochterJosina van Drakenburg volgt op op 3 september 1520. Ze bezit behalve Drakenburg ook de stadskastelen Oudaen en Drakenburg. Ze trouwt met Dirk van Zuylen van de Haar. 

Drakenburg wordt op 27 oktober 1536 verklaard een ridderhofstad te zijn.

Hun zoon Nicolaas van Zuylen van de Haar volgt op 4 november 1570 zijn moeder op en draagt Drakenburg over aan zoon Dirk van Zuylen van de Haar op 4 augustus 1602. Dirk overlijdt kinderloos. Hij wordt opgevolgd door zijn oudste broer Johan van Zuylen, heer van de Haar, op 31 oktober 1635. Ook hij overlijdt kinderloos. Hij laat Drakenburg na aan zijn vrouw Geertrui van Lennep. Na haar overlijden wordt Johan van Renesse van Zuilen van de Haar op 29 april 1654 met Drakenburg beleend. Na zijn dood wordt op 19 mei 1665 zijn minderjarige dochter Gisberta Antonia van Renesse van Zuilen van de Haar ermee beleend. Haar voogden hebben de ridderhofstad in 1672 verkocht aan luitenant-admiraal Willem Joseph, baron van Gent. Na zijn dood wordt in 1674 zijn zoon Nicolaas van Gent ermee beleend. Daarna wordt Drakenburg verkocht aan George Roeters. In 1768 wordt Pieter baron van Reede van Oudshoorn tot Nederhorst, heer van Oudshoorn en Gnephoek

Frederik Lodewijk Herbert Jan Bosch van Drakensteyn [geboren 17 november 1799 Utrecht -overleden 8 juli 1866 Lage Vuursche Drakestein] koopt in 1860 een groot deel van het landgoed Drakenburg. Hij voegt de titel heer van Drakenburg aan zijn naam toe. Zoon Paulus Jan Bosch van Drakestein (geboren 15 februari 1825 Utrecht - overleden 25 mei 1894 's-Hertogenbosch) en kleinzoon Frederik Lodewijk Herbert Jan Bosch van Drakestein (1871-1956) volgen hem op. 

Drakesteyn en De Vuursche

Uit het voorgaande volgt dat Karel van Bourgondië, heer van Sommelsdijk en Sint Annaland en zijn echtgenote Johanna van Culemborg zowel de Vuursche als Drakenstein in bezit hebben. Ze is een dochter van Jan van Culemborg (Johan van Kuilenburg), bezitter van kasteel Renswoude en landgoed de Vuursche. Karel wordt op 10 september 1571 beleend met Drakenstein.

Een proces inzake de grenzen van De Vuursche en het land van Vrouwenklooster, 1570-1571 [Utrechts Archief nr. 635-4]

Rekening van de rentmeester van De Vuursche, 22 februari 1570 - 22 februari 1571 [Utrechts Archief nr. 635-4]

Na het overlijden van Karel van Bourgondië wordt op 10 oktober 1597 hun tweede zoon Jan van Bourgondië, heer van Zevenhuizen, Zegwaart en van de Vuursche met de goederen Drakenstein beleend. Op 16 juni 1610 verkoopt hij de goederen aan mr. Simon van Veen, raadsheer in de Hoge Raad van Holland en West-Friesland. 

Een proces inzake het stelen van veen in de inham van De Vuursche, 1611-1617 [Utrechts Archief nr. 635-5]

Op een kaart uit 1619 is een L-vormig gebouw te zien. 

Na het overlijden van Simon van Veen volgt zijn zoon Simon van Veen jr. op. In 1625 gaat de Vuursche met alle ab- en dependenties als venen, vullingen en velden, alsmede vijf pachthoven en de oude hofstad Drakenstein naar mr Cornelis van Vianen c.s.  Eén van de leden van de societas, Ernst van Reede, heer van Nederhorst, verkrijgt De Vuursche en Drakenstein met hoge en lage jurisdictie. 

Het kapittel van Sint Jan ontslaat het huis Drakesteyn van leenroerigheid ten behoeve van Ernst van Reede. Ernst draagt zijn goederen op aan prins Frederik Hendrik, graaf van Buren, welke op 27 september 1634 vervolgens in leen geeft aan Ernst van Reede "de hooge en lage Jurisdictie en heerlijkheid van de Vuursche, mitsgaders de hooge heerlijkheid en Ridderhofstad van Draakstein"

Zoon Gerard van Reede volgt in 1640 op. Hij breekt de bestaande hofstede af en bouwt een achtkantig landhuis, met onderhuis, bel-etage en een verdieping. Na de herbouw is er sprake van een ridderhofstad, Gerard wordt in 1642 in de ridderschap benoemd. Gerard stelt in 1657 grond ter beschikking voor de bouw van een kerkje met pastorie, een molen, een school, een rechthuis tevens tolhuis [plaatsengids]. Op 13 oktober 1669 overlijden Gerard en zijn vrouw, nicht Margaretha van Reede. Ze laten zeven minderjarige kinderen achter en flinke schulden. Er wordt beslag gelegd door de crediteuren. Drakestein en De Vuursche worden verkocht voor f 27.800 gulden aan de Amsterdamse patriciër Johan Reynst (1636-1695), heer van Niel, die op 17 januari 1672 door Willem III met de goederen wordt beleend. In 1695 overlijdt hij. Na hem wordt op 18 november 1695 zijn weduwe beleend, Eva Hooftman (1643-1716). 

Hun oudste dochter Anna Reynst (1671-1691) trouwt met mr. David de Wildt, secretaris van de Amsterdamse admiraliteit. Haar dochter Johanna Maria de Wildt trouwt Jan Karel Barchman Wuytiers (1700-1759). Hij is schout-bij-nacht van Holland en West-Friesland. Hij wordt ermee beleend op 18 juli 1750 vanwege de minderjarigheid van zijn dochter  Isabella Lucretia Barchman Wuytiers (1731-1780). Zij trouwt in 1751 met de kolonel der cavalerie Pieter Anthonij Godin. 

Isabella verkoopt Drakestein en de Vuursche in 1779 na het overlijden van haar man aan de Amsterdamse koopman mr. Coert Simon Sander. Hij laat het huis moderniseren. Er zijn dan in de Vuursche 17 huizen.

Door de ridderschap wordt in 1780 in erfpacht uitgegeven aan Coert Simon Sanders van Drakestein 98 morgenuitgegraven en nog uit te graven gronden aan de Vuursche

Stukken uit 1227-1569, verzameld voor een proces voor het Hof van Holland door mr. A. van Voorst, als rentmeester van de kapittelgoederen van St. Jan, tegen mr. Coert Simon Sander, heer van Drakestein en De Vuursche, over de eigendom van de Riddervenen onder Baarn in 1782.

Rond 1793 meet de heerlijkheid Vuursche 250 morgens

In 1799 is De Vuursche 250 morgens groot

Sander overlijdt in 1807. Drakenstein en de Vuursche worden dan openbaar geveild. Nieuwe eigenaar wordt de burgemeester van Utrecht jhr. mr. Paulus Wilhelmus Bosch [geboren 13 november 1771 Utrecht - overleden 17 april 1834 Utrecht]. Hij krijgt in 1829 op zijn verzoek de adellijke titel jonkheer en neemt de geslachtsnaam "Bosch van Drakensteyn" aan (KB 21 februari 1836). 

In 1811 koopt Paulus Oud Amelisweerd en Nieuw Amelisweerd.

Bij keizerlijk decreet wordt per 1 januari 1812 de gemeente de Vuursche opgeheven.

Het patriciaat in Utrecht heeft weerzin tegen Paulus vanwege zijn katholieke achtergrond en zijn overduidelijke Fransgezindheid die hem ertoe brengt roomser te zijn dan de paus. Veelzeggend is dat hij in 1812 niet wordt toegelaten tot de eliteclub Sic Semper [de Bruin, Stilte, blz. 516]. De heerlijkheid krijgt op 25 juli 1822 een wapen. 

In de periode van 1812-1815 is de Vuursche deel van de gemeente Baarn.

Na zijn dood worden de drie huizen in 1834 onder zijn zonen verdeeld. Jhr mr. Frederik Lodewijk Herbert Jan Bosch van Drakensteyn [geboren 17 november 1799 Utrecht -overleden 8 juli 1866 Lage Vuursche Drakestein] erft Drakestein. 

Frederik koopt in 1860 een groot deel van het landgoed Drakenburg zodat beide kastelen in één hand zijn.

Zoon Paulus Jan Bosch van Drakestein (geboren 15 februari 1825 Utrecht - overleden 25 mei 1894 's-Hertogenbosch) erft in 1866 het huis. Hij is commissaris van de koning in Noord-Brabant (1856-1894), woont in Den Bosch en gebruikt Drakestein als buitenplaats. Hij zorgt voor afschaffing van de provinciale tollen op de wegen. Om de provincie te compenseren voor de mindere inkomsten wordt een belasting op de paarden ingevoerd. In 1873/1874 wordt zijn inkomen ten behoeve van de hoofdelijke omslag geschat op ƒ 25.000,-, in omvang het vierde inkomen van de stad Den Bosch. In 1875 wordt hij vermeld op de lijst van hoogstaangeslagenen voor ƒ 601,18. Het saldo van zijn nalaten­schap is ƒ 1.201.859,-. Saldo van de nalatenschap van zijn echtgenote is ƒ 1.085.999,56. In 1894 wordt het jaarinkomen ten be­hoeve van de plaatselijke inkomensbelasting als hoogste ter plaatse geschat op ƒ 37.000,- [Duijvendak, Rooms, blz. 301-302].

Zoon Frederik Lodewijk Herbert Jan Bosch van Drakestein (1871-1911) woont in het huis. Hij trouwt met Theresia Maria C?harlotte Rouppe van der Voort (1880-1973). Ze hebben twee kinderen Paulus Jan Bosch van Drakestein (1901-1955) en Herbert Paulus Josephus Boch van Drakenstein (1903-1965)

Paulus Jan trouwt op 6 juli 1929 in Brussel met Maria de la Concepcion Luisa Fernanda Timotea Antonia Sorela y del Corral. Ze hebben een zoon (Frederik Lodewijk Maria 1930) en een dochter (Maria Theresia Carmen Diana Catharina). Het kasteel met 20 hectare tuin, park en kapel wordt door de familie Bosch van Drakensteyn in 1959 verkocht aan prinses Beatrix [wikipedia]. Ze woont er vanaf 1963 alleen, nadien met prins Claus von Amsberg en later met haar gezin tot in 1981. Op 4 februari 2014 heeft de voormalige koningin zich laten inschrijven in de burgerlijke stand van Baarn. 

literatuur

Bakker, J.A., Opmerkingen over Drakestein voor 1640, in: Tussen Vecht en Eem 19, nr. 1, 2001, blz. 4-10

Bakker, J.A., De Steen en het Rechthuis van Lage Vuursche, in Tussen Vecht en Eem 2005, blz. 221-231

Beijer, J.C., Geschied- en Aardrijkskundige beschrijving van het Koningrijk der Nederlanden, het Hertogdom Limburg en het Groothertogdom Luxemburg, Deventer 1841

Booy, Frits, Drakensteyn, een liefelijk landgoed, in : Tussen Vecht en Eem 2013, blz. 88-95

Brink, L., De hofstede van de Vrouwe van Elten, blz. 18 noot 12

Bruin, R.E. de, Stilte na de storm: Utrecht in de eerste helft van de negentiende eeuw, in: BMGN 101, 1986, afl. 4, blz. 510-528

Bruin, R.E. de, Paulus Wilhelmus Bosch van Drakestein (1771-1834), maire van Utrecht, in: Utrechtse Biografieën 3, 1996, blz. 24-29

Centraal Bureau voor Genealogie, Nederlands Adelsboek, 38, 1940 (A-B), blz. 430-443

Dorp, B. van, Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden 1859, Gorinchem 1860, blz. 219-222

Hilhorst, J.H.M./Hilhost, J.G.M., Soest, Hees en Birkt: van de achtste tot de zeventiende eeuw, Hilversum 2001, blz. 45

Hilhorst, J.E.J., Jhr. mr. P.J. Bosch van Drakestein, in: Van Zoys tot Soest 26 nr. 2, 2005, blz. 13-19

Nieuwe Leidsche Courant 6 juni 1959, blz. 15, Jonkheer Frederik moest "Drakestein" wel verkopen

Olde Meierink, Ben, ‘Drakestein’, in: Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, tweede druk, Utrecht 1995, p. 175-179. 

Otten, W., Van stulp tot kerk, Kerkvoogdij NH Gemeente De Lage Vuursche, 1e druk 1988

Perk, A., Hortensius over de opkomst en ondergang van Naarden, met vertalingen en aanteekeingen van Prof. Peerlkamp, en nalezingen en bijvoegsels, Utrecht 1866

Postma, C., Inventaris van het archief van huis Drakestein te De Vuursche en de heerlijkheid De Vuursche (1085)-1856 en van archivalia van de familie Bosch van Drakestein (1665-1932), aangevuld door T.L.H. van de Sande. 

Rootselaar, Rekening, p. 34 (1585-1586) 

Schellart, A.I.J.M., Het huis Drakestein, Amsterdam 1962

Scheltema, J., Berigt aangaande het oude altaar, enz. in het dorp de Vuursche, in: Geschied- en Letterkundig Mengelwerk V, 2e stuk, blz. 33-45

Schenk M.G. en Spaan, J.B.Th. Drakensteyn en zijn bewoners, Baarn 1967. 

Tirion, Isaak, Tegenwoordige Staat der Verenigde Nederlanden, deel 12, blz. 274

Visscher, L.G., De Vuursche, in: Utrechtse Volksalmanak 1838, blz. 145 e.v.

Vugt, H.M.M. van, De ridderhofstad Drakenburg, Historische Kring Baerne, Baarn 1989. 

W.D.B.I.U.A. 1873, 1 februari, p. 3

Wijburg, W.A., Gegevens betreffende het geslacht Bosch van Drakestein, in: De Nederlandsche Leeuw 105, 1988, blz. 54-64

Wittert van Hoogland, E.B.F.F., Bijdragen tot de geschiedenis der Utrechtse ridderhofsteden en heerlijkheden. Tweede deel, ’s-Gravenhage 1912. 

Wolleswinkel, E.J., Het archief van de familie Taets van Amerongen (1160) 1259-1993, 'sGravenhage 2003

overige bronnnen

Google Search plaats; Google Boeken; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; BMHG; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher ....; Bergh; ANF 188..; 

archieven.nl; BGN; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; wikipedia; van der Aa; metatopos; Gahetna; DDB; Gijsseling; de Bouge; Goes1

Vuursche, Hoge

Zie de Vuursche

Vuursche, Lage

Zie de Vuursche