Elden in de 15e eeuw

15e eeuw

algemeen

In de verbondsbrief van 1418 verklaren de steden en de ridderschappen dat het vorstendom Gelre en het graafschap Zutphen één en ondeelbaar is. Zij geven daarmee voor het eerst blijk van een Gelders saamhorigheidsgevoel.

Arnold, achterneef van de in 1423 kinderloos overleden Reinald IV, is de eerste hertog die duidelijk merkt dat de macht van de steden en de ridderschappen is toegenomen. Hij ligt voortdurend met hen overhoop. Hiervan profiteert zijn zoon Adolf. Hij neemt in 1465 zijn vader gevangen en laat zichzelf als hertog huldigen.

Karel de Stoute, de machtige hertog van Bourgondië, die al veel gewesten in de Nederlanden in bezit heeft en zijn begerig oog op Gelre heeft laten vallen, weet deze interne tegenstellingen handig uit te buiten. Zo laat Karel in 1471 door list Adolf van Gelre gevangen nemen en bewerkstelligt hij de vrijlating van Arnold. Deze wordt echter behalve in Grave (Brabant) nergens opnieuw als hertog erkend. Hij verpandt daarop zijn Gelderse bezittingen aan Karel de Stoute. Arnold sterft in 1473, voordat het pand is ingelost. De verpanding is echter onwettig, omdat de steden en ridderschappen er destijds geen toestemming voor hebben verleend. Karel de Stoute trekt zich hier niets van aan. Nog in datzelfde jaar bezetten Bourgondische troepen Gelderland - de eerste in een reeks Bourgondisch-Habsburgse bezettingen. Als Karel de Stoute in 1477 sneuvelt, lijkt Gelre snel zijn onafhankelijkheid terug te kunnen krijgen. Catharina van Gelre, zuster van Adolf, neemt het bestuur waar. Adolf sneuvelt echter in 1480 in Vlaanderen en zijn kinderen Philippa en Karel blijven in Bourgondische gevangenschap. In 1480-1481 wordt Gelderland opnieuw bezet, ditmaal door Maximiliaan van Habsburg, echtgenoot van Maria van Bourgondië. Het zal nog tot 1492 duren, voordat Karel van Egmond, zoon van Adolf, in Gelre terugkeert.

BRONNENliteratuurStenvert e.a. Monumenten in Nederland Gelderland, blz. 14.