PLAATSNAMEN
Aa-Aalsmeerderbrug 

Aa   Plaats in Anderlecht. Tha de wijken La Roue [Het Rad]  en Zoningen,  Ook Ax. Nu de wijk Het Rad ( La Roue) onderdeel van Anderlecht. algemeen=in 1826 is Aa deel van de gemeente Anderlecht, arrondissement Brussel, provincie Zuid-Brabant [Geonames; Gosselin, blz. 1]belastingeneconomie=al voor 1348 wordt een graanwatermolen opgericht op de linkerarm van de Zenne in het "gehucht" Aa. heerlijkheid =rond het op een eilandje in de Zenne gebouwde villa van de machtige familie van Aa ontwikkelt zich in het midden van de 11e eeuw het gebied van Aa in de Zennevallei en Anderlecht. De villa stond op de plaats waar later de kasteelhoeve van Waesbroeck is gebouwd en thans Ceria is gelegen. De familie heeft vele leenmannen en speelt een belangrijke rol op het stadhuis in Brussel en in het hertogdom Brabant [Berghe178; Wikipedia] =Folcard I van Aa, baron van Anderlecht, geboren rond 998, is équyer, vicomte en châtelain van Brussel, heer van Aa, Anderlecht en Lembeek. Hij is getrouwd met een Inga de Reves en overlijdt in 1057 in Lembeek.  Cette famille était très importante et possédait un vaste territoire au sud de Bruxelles et qui englobait Waterloo, Braine l'Alleud, Lillois, Rêves, Frasnes-lez-Gosselies, Seneffe, etc... ce domaine sera vite démembrer entre les descendants de Folcard 1er et donnera naissance à d'autres lignées. Folcard en Inga  krijgen kinderen +Folcard II van Aa 1027-1093; +Liebert van Aa 1030-.... heer van Reves, Lillois, Genappe, Thiméon, etc  [trouwt met Garswine en krijgen kind Hellin 1060-1099]+Ade van Aa 1035 [trouwt met Onulf van Brussel 1036-1100 en  krijgen het kind Steppon van Aa 1049-1133] [Genealogieonline; Geneanet]. =Folcard II van der Aa  [1027-1093] ridder, baron van Anderlecht, châtelain  en vicomte van Brussel, heer van Aa, Erpe, Heembeek en Kumtich. Hij wordt in 1050 proost.Hij trouwt in 1057 met Regelinde van Brussel 1025-1080. Ook Reinilde, Remilde of Rainilde. Ze krijgen kinderen+Nicoline van der Aa 1045-1080 [trouwt met Walter Walacher de Quiévrain 1036-1109]  +Guidon de Feluy van Aa 1048-1099,  +Ledbert [....-1080]  +Fredesende [1058-.....] [trouwt met Steppon van Aa 1049-1133 krijgen kind Leon I van Aa 1095-1164] +Prelende van Aa 1065 [trouwt met Othon de Loupoigne 1060-1105]+Siger [1067-1099]+Francon I van Anderlecht 1070-1131 [Geneanet; http://daniel.derigal.free.fr/Oxygene%202014/n399517.htm; MyHeritage]Rond 1078 doet Regelinde, de weduwe van Folcard II van Aa, een schenking aan de broeders van Sint Pieter. Ze schenkt een kapittel van kanunniken. Elke kanunnik beschikt over een prebende, aan hem toegewezen opbrengsten uit rechten en bezittingen van de heer. Bij het overlijden van de kanunnik keert de prebende terug naar de heer [Jacobs blz. 22, 38]. =Francon I van Anderlecht [1070-1131], zoon van Folcard II, treedt vervolgens als heer op [BeckNeu1; Geneanet]. Hij is heer van Aa, Anderlecht en Saint Gilles, kastelein en burggraaf van Brussel [MyHeritage]. In 1095 is Francon I nog heer van Aa (BeckNeu1) en châtelain van Brussel. Hij is getrouwd met Gisela de Bruxelles 1070.  Ze krijgen een kind+Francon II van Anderlecht 1100=Francon II  [1100-1173], châtelain van Brussel, heer van Aa, Arquennes, Seneffe , Petit Roeulx, Braine en Haut Ittre. Zoon van Francon I. Hij trouwt Aelis de Braine [1128-....]. Ze krijgen een zoon ,+Francon III 1120-1183 [http://daniel.derigal.free.fr/Oxygene%202014/n399596.htm]=Francon III [1120-1183], châtelain van Brussel, heer van Seneffe, Hij trouwt met Helvide de Trazégnies . Hij krijgt drie kinderen (Godefridus de Seneffe van Aa 1150-1183, ook Godefroi, Léon I van Aa, Marguerite van Aa en Bernard van Aa). [http://daniel.derigal.free.fr/Oxygene%202014/n399411.htm=Godefridus de Bruxelles 1150-1183. Hij trouwt met Helwide van der Aa 1150. ze krijgen een zoon, Léon de Bruxelles 1180 [http://daniel.derigal.free.fr/Oxygene%202014/n79283.htm]=Leon I  de Bruxelles [] getrouwd met Sophia, dochter van Willem van Hornes. Leon heet ook Leunis. Godefroid, seigneur de Seneffe, donne aux frères de la milice du Temple de Jérusalem: Un cens de huit muids d’avoine, à la mesure de Nivelles, de 4 deniers, monnaie de cette ville, qu’il tenait en fief de son frère Léon, châtelain de Bruxelles, sur huit bonniers de terres situées au territoire de Seneffe. Un autre cens de 12 deniers, même monnaie, et d’un demi muid, qui lui était dû annuellement sur 5 ½ bonniers de terre près de la marnière de longsart et qui relevait aussi de son dit frère. Autorisation de prendre dans la terre de Seneffe, la marne nécessaire à la culture de 13 ½ bonniers précités. Il déclare que son frère le châtelain, qui est son seigneur, et lui, ont délivré les choses ci-dessous aux dits religieux, sur l’autel de vaillaupont https://www.geni.com/people/Godefroi-de-Seneffe/6000000009304984884 . Kinderen:  Wauthier en Léon II=Walter I of Wauthier [....-1191]-Leon II [......-1215] getrouwd met Clementia, burggravin van Beaumont. Ze krijgen twee kinderen [Mathilde van Aa 1230-1298; Walter van der Aa [1200-1236]-Walter II van Aa [1200-1236] heer van Aa, Grimbergen en Pollaer. Getrouwd met Oda Berthout, dochter van Arnoud II van Berthout. Ze krijgen twee kinderen Imaine van Aa; Leon III van Aa] In de jaren rond 1200 bezitten de heren van Aa in de beide Lennicken en in O.L. Vrouw Lombeek meer goederen en rechten dan de heren van Gaasbeek [Berghe, blz. 178]. Tussen 1227 en 1230 zijn de van Aa's betrokken bij verkaveling van heides en natte gronden (Jacobs38).  -Leon III van Aa [], heer van Grimberge, Pollaer, Buggenhout en Baasrode. Bij het overlijden van zijn vader in 1236 is hij onmondig. Als voogd treedt op Arnold II, heer van Stein, getrouwd met Margaretha van Grimbergen. Zij is een dochter uit het eerste huwelijk van Sophia van Alphen [Vogels, Graafschap Rode] Uit het huwelijk van Catherine wordt Leo IV geboren; uit het huwelijk met Imaine  Gerard van Aa, heer van Grimbergen-Mathilde van Aa wordt in 1284 als vrouwe van Aa genoemd (Beck, Neu, blz. 1). Ze is erfgename van een groot deel van de heerlijkheid Aa. Ze trouwt met Diederik I van Walcourt. Ze gaan wonen op de burcht [Berghe blz. 180]. Zo komt de heerlijkheid door een huwelijk in de familie Walcourt (Wikipedia). -Diederik II van Walcourt en zijn neef Jan van Aa vechten mee in de slag bij Woeringen in 1288 [Berghe181]. -Diederik II wordt opgevolgd door zijn zoon Diederik III. Hij bevecht meermalen de Vlamingen. In 1334 doen de Vlamingen een inval in Brabant en verwoesten de burcht [Berghe181]. -Diederik III wordt opgevolgd door Jan van Walcourt. Hij laat een dochter na, Marie. Zij trouwt met Willem van Abcoude [Berghe183]. -Tot in 1379 speelt de familie Walcourt er een rol. Daarna wordt de heerlijkheid Aa deel van de heerlijkheid Gaasbeek (Wikipedia). -In 1381 draagt Marie van Walcourt aan haar zwager Sweder van Abcoude, heer van Gaasbeek, zoon van Gisbert van Abcoude en Jeanne van Hoorne, al haar erfgoederen af in ruil voor bezittingen in Holland [Berghe183]. Het slot blijft leeg. -In 1479 wordt het Hof van Aa verkocht [Wikipedia; Berghe181]. =In 1612 is het slot nog een bouwval. De heren van Aa wonen dan tot in 1617 op 't hof ter Biest [Berghe181].=Marie Isabelle van Ophem  [1625-1707] is vrouwe van Aa, enige dochter van Jacques van Ophem, ridder, heer van Neder en Over Heembeek, Aa en Luttre. Ze is  getrouwd met Paul Melchior de Villegas [1628-1677]  ridder op octrooi van15 januari 1675, Baron d'Hovorst, Heer van Bouchout, enz., Adviseur en Griffier van Domeinen en Financiën van Zijne Majesteit in Nederland [Wikipedia; https://nl.frwiki.wiki/wiki/Famille_de_Villegas]. Ze hebben een zoon, Gaspar Melchior de Villegas=Melchior de Villegas  [1670-......], jongste zoon van de eerder genoemde Paul Melchior de Villegas (1628-1677), heer van Aa. Hij huwde Marie Caroline de Dongelberghe, burggravin van Zillebeke, vrouwe van Bergh, dochter van Charles de Dongelberghe, burggraaf van Zillebeke, raadslid van de Brabantse raad. Er is een "Cheijnsboeck van de Cheijnshoven van Don Melchior de Villegas, heere van Aa, in den lande van Gaesbeke 1550-1705"  https://nl.frwiki.wiki/wiki/Famille_de_Villegas https://www.angelfire.com/realm/gotha/gotha/brb7.htmlhttps://www.genealogieonline.nl/genealogie-richard-remme/I335838.php =Melchiors zoon Ferdinand-Melchior-Charles de Villegas [1707-1748], heer van Aa, werd in 1729 toegelaten tot de Roodenbeke [https://nl.frwiki.wiki/wiki/Famille_de_Villegas]. Hij trouwt Anne Therese Cornet. Met haar heeft hij een dochter Anne Francoise de Villegas, vrouwe van Aa =Zijn zoon Charles-Emmanuel de Villegas van Aa [...-1774], seigneur de Louvrange. licencié-ès-lois le 5 octobre 1731, admis dans le lignage de Roodenbeek en 1703 (2), échevin puis trésorier de la ville de Bruxelles, mourut en cette ville le 22 septembre 1774. Il était fils de Ferdinand-Melchior-Charles de Villegas, seigneur d'Aa et de Bollebeck. Charles trouwt in 1737 met Louise-Josèphe-Claire Claudine van der Dussen [....-1766], dame de Louvrange en in 1767 met zijn nicht Anne Françoise de Villegas, dame héritière d'Aa, dochter van Ferdinand-Melchior-Charles de VillegastiendenDe heren van Aa hebben bezittingen in Anderlecht, Sint Pieters Leeuw, Huyssinghen, Dworp, Sint Genesius Rhode, Audenaken, Vlesenbeek, Itterbeek en Dilbeek. Vrijwel steeds hebben ze in die dorpen het recht op de tiend of diem [Berghe178]BRONNENinternethttps://www.wikiwand.com/nl/Guido_van_Anderlechthttp://www.geonames.org/2757819/de-aa.html; https://www.vankeerberghen.be/vkb/fam7140.htmlgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; Google Search; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; SG Resolutiën 1576-1625literatuur  Beck, Jakob Christoph/Jakob Christoph Iselin/August Johann Burtorff, Neu-vermehrtes Historisch- und Geographisch Allgemeines Lexicon, etc., 3e Auflage, deel 1 (A-Be).                 Berghe, G. Vanden, Anderlecht door de tijden heen, in : Anderlecht, 10e jrg nrs 55-56, Brussel 1930, blz. 178,181,183    Butkens, Christophre. Trophées tant sacrés que profanes du duché de Brabant volume II (The Hague, 1724) Charruadas, Paulo. Croissance rurale et essor urbain à Bruxelles: Les dynamiques d’une société entre ville et campagnes (1000-1300) (Académie Royale de Belgique, 2011). [Digital copy at the website of the Académie Royale de Belgique] Enckels, Raymond, Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk van de 14de tot de 18de eeuw, in: Het Oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jaargang XI-1956, blz. 83-90Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Jacobs, Roel, Een geschiedenis van Brussel, Lannoo Tielt 2004, blz. 22, 38Marez, Guillaume des, Note sur la ministerialité en Belgique, Rapport sur le mémoire de M. Ganshof, Etude sur les ministériales en Flandre et en Lotharingie, Extrait du Bulletin de l'Academie Royale de Belgique, Classe des letteres, 7 april 1924, Bruxelles, blz. 70-100   Nicholas, David, Stad en platteland in de Middeleeuwen, 1971 Nys, Suzanne. “Le chapitre de Saint-Pierre d’Anderlecht dès origines à la fin du XIIIe siècle” in Cahiers Bruxellois IX pp. 189-291 (1964). Potter, Frans de/Broeckaert, Jan, Geschiedenis van de gemeenten der Provincie Oost-Vlaanderen, deel 2, Gent 1864-187Service de recherches historiques et folkloriques de Brabant. De Brabantse folklore, deel 10 Uytven, Raymond van, Geschiedenis van Brabant: van het hertogdom tot heden, 2004 Vogels, Graafschap Rode     Wauters, Alphonse. Histoire des environs de Bruxelles vol. 1 (Brussels, 1855).overige bronnenAa, van der; ANF 11; Archieven.nl; Bergh; Bouge, de; Delpher Boeken; Gahetna; Gallica; Geneanet; Gijsseling; Goes1; Google Boeken; Google Search plaats; Gosselin; Halma; Hiele, van; IJzerman; KB-Catalogus;  Metatopos; MyHeritage; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; SG Digitaal;  Vries, de;
Aa, deBuurtschap in Noord-Brabant in de gemeente Bergeijk gelegen bij Luijksgestel aan de Achterste Aa. algemeenbelastingenBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; GenVer; Google Search; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; SG Resolutiën 1576-1625internet  http://www.geonames.org/2757820/de-aa.html overige bronnen                                                                                                                       Google Search plaats; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; 
Aa, deBuurtschap bij Vriezenveengeraadpleegde bronnenBaert, Goor; 
Aa, de Buurtschap in Noord-Brabant bij BoekelBRONNENgeraadpleegde bronnenGenVer
Aa, de Buurtschap in Gelderland in de gemeente Duiven, ten zuidoosten van Groessen bij de Leuvensestraat.algemeenbelastingenBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; GenVer; Google Search; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; SG Resolutiën 1576-1625overige bronnen                                                                                                                           Aa, van der; ANF 11; Bergh; Bouge, de; Delpher Boeken; Gahetna; Gijsseling; Goes1; Google Boeken; Gosselin; Halma; Hiele, van; Histopo; IJzerman; KB-Catalogus;  Metatopos; MyHeritage; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; SG Digitaal;  Vries, de; WvhR
Aa, HogeEen buurtschap in Brabant. Hoge Aa komt voor in 1826, 1843, 1855, 1865, 1869. Ook Hoogenaaie, Hoogenaale (1840), Hooge Aarle (1869) en Hoogen-Aarle, Hoogen Aa.algemeen-in 1826  deel van de gemeente Gemert [Gosselin, blz. 1]belastingenBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; DBNL; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911internetwww.plaatsengids.nl/hoogen-aarleliteratuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 5
Aa, Nieuwer ter Dorpje op de westoever van de Aa in Utrecht in het Nederkwartier. Ook Draai. Ligt op de plaats waar vroeger de ridderhofstad "Huis Ter Aa" heeft gelegen (zie ook daar) .algemeen=Tot 1798 deel van de heerlijkheid Ter Aa [Wikipedia]=De naam komt voor sinds het decreet van de Koning van Holland van 29 april 1807=Van 1807-1810 maakt Nieuwer ter Aa deel uit van Amstelland, eerste kwartier [NHArchief 13]. =In 1810 deel van het Département du Zuyderzée met Amsterdam als "tribunal de première instance"=In 1826 deel van de gemeente Ruwiel [Gosselin, blz. 1]. =In 1827 is Ruwiel onderdeel van de gemeente Nieuwer ter Aa [HandTK1827-1828]. =In 1829 is er een voorstel om Breukelerwaard, Nieuwer Ter Aa, Portengen-Noordeinde, Loenersloot (met Oukoop en Ter Aa) samen met Ruwiel in een nieuwe gemeente te laten opgaan. =In 1833 wonen in Ruwiel, Breukelerwaard en Nieuwer ter Aa 411 inwoners [Verslag1833]. =In 1839 gelegen in Nederkwartier, provincie Utrecht, groot 60 bunder 69 v. roeden en 22 v. ellen [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 6]=In 1840 zijn er in Ruwiel, Breukelerwaard en Nieuwer ter Aa 465 inwoners.  =In 1840 valt Nieuwer ter Aa onder de gemeente Ruwiel [Alfabetisch1]. =In 1867 deel van de gemeente Ruwiel [van Hiele].     =In 1964 is het dorp opgegaan in de gemeenten Kockengen en Breukelen [Wikipedia]. =over Nieuwer ter Aa: "een vlek aan de A2, vijfhonderd zielen, twee kerken".Zomeren, Koos van, Het verkeerde paard, 1986, blz. 62="In Nieuwer ter Aa zat iedereen binnen. Alleen een auto van de post. Supermarkt gesloten, bakkerij gesloopt". Zomeren, Koos van, Saluut aan Holland, 1992, blz. 41  =In 2004 telt het dorp 1210 inwoners. Het vormt een deel van de gemeente Breukelen. =In 2011 wordt het dorp deel van de gemeente Stichtse Vecht.[Wikipedia]=in 2023 heeft het dorp 725 inwoners. De buurtschappen Oud-Aa en Oukoop zijn onderdeel van het dorp[Wikipedia]belastingen=Het staatsbesluit van 31 december 1805, nr. 25, Bijage B rekent Nieuwer ter Aa voor de middelen te lande tot het ressort Weesp [Procureur1806economieDe bevolking leeft in 1839 hoofdzakelijk van vervenen en landbouw [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 6]financiën.=In 1825 schrijven GS van Utrecht een brief aan de ambachtsheer van Ter Aa over het onderhoud van de weg van Over Holland tot in Nieuwer ter Aa [RHC1024]. =Overeenkomst uit 1826 tussen de gemeentebesturen van Loenen, Loenersloot, Oukoop, Ter Aa en Ruwiel, en Jan Pieter Christiaan Baron van Reede van Ter Aa, ambachtsheer van Nieuwer ter Aa, over het onderhoud van de Ter Aasche zuwe [RHC1042/1127]geestelijkheid=Bisschop Andreas van Cuyck besluit in 1138 dat, los van Loenen, de parochie Nieuwer ter Aa moet worden gesticht. =Op de rechteroever van de Aa tegenover de kerk van Nieuwer ter Aa staat het Huis ter Aa. =Uit de 15e eeuw dateert de hervormde kruiskerk. =Verklaring van 1 juli 1441 van het Karthuizer-klooster Nieuwlicht bij Utrecht omtrent zijn verplichting tot uitkering o.a. aan het Regulierenklooster te Utrecht van een deel van de rente uit 27 morgen land te Nieuwer ter Aa, aan eerstgenoemd klooster onder last van lijftocht geschonken door Bertelmeeus Zoudenbalch c.u. te Utrecht [Utrechts Archief709] =Van 1522-1534 heeft het Kartuizerklooster inkomsten uit Nieuwer ter Aa [Utrechts Archief1006]  gemeenteburgemeester=In 1840 is Jan Pieter Christiaan van Reede burgemeesterherindeling=In MvT TK 1961-1962, 6611, nr. 3 wordt over de gemeentelijke herindeling van de Vechtstreek opgemerkt: De westelijke grens van deze (nieuwe) gemeente (Loenen) kan dan langs de genoemde snelverkeersweg worden gelegd. Westelijk van deze weg zijn de nederzetting Oukoop en de kern Nieuwer ter Aa gelegen; deze laatste ligt op de grens tussen de gemeenten Loenersloot en Ruwiel. Oukoop en Nieuwer ter Aa hebben met Loenen weinig contact; de bewoners zijn voornamelijk op het verzorgende centrum Breukelen georiënteerd. De afstand, met name van Nieuwer ter Aa naar Breukelen, is gering. De mogelijkheid moet aanwezig worden geacht, dat deze kern, indien aan haar bestuurlijke verdeeldheid over twee kleine gemeenten een einde wordt gemaakt door haar geheel bij Breukelen in te delen, in deze gemeente tot een levenskrachtig goed geoutilleerd forensendorp zal kunnen uitgroeien. In verband met een en ander wordt voorgesteld, Oukoop en Nieuwer ter Aa met omgeving, te weten het overgrote deel van het grondgebied van de gemeente Loenersloot en het noordoostelijke deel van het territoir van de gemeente Ruwiel, bij de gemeente Breukelen in te delen (blz. 11). Overeenkomstig de suggestie van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap wordt voorgesteld, de buurtschap Den Bosch, bestaande uit een zestal boerderijen, evenals de kern Nieuwer ter Aa, waarop de nederzetting is georiënteerd, bij de gemeente Breukelen onder te brengen (blz. 12). =In MvA TK 1961-1962, 6611, nr. 4 wordt over de gemeentelijke herindeling van de Vechtstreek opgemerkt: In de kern Nieuwer Ter Aa, die tot voor kort uit 60 woningen bestond, biedt het in januari 1962 door Gedeputeerde Staten goedgekeurde plan van uitbreiding in onderdelen ruimte voor de bouw van ongeveer 68 woningen. Thans zijn reeds 30 woningen in aanbouw, respectievelijk gereed gekomen. Weldra zal met de nog resterende capaciteit van 38 woningen niet meer aan de vraag tot vestiging kunnen worden voldaan (blz. 2). (....). De inwoners van de buurtschap Oukoop en van de kern Nieuwer Ter Aa zijn geheel georiënteerd op Breukelen en bepaald niet op Loenen en Vreeland. De afstand van Nieuwer Ter Aa naar Breukelen is betrekkelijk gering; het openbaar vervoer (bus) maakt gebruik van de brug bij Breukelen over het Amsterdam-Rijnkanaal. Een directe busverbinding tussen Nieuwer Ter Aa en Vreeland of Loenen ontbreekt; voor het bereiken van deze dorpen zijn de bewoners in het algemeen op een pontveer over het Amsterdam-Rijnkanaal aangewezen. Niet alleen de oriëntatie van de bewoners, doch ook de overweging, dat een versterking van het agrarische element in Breukelen van belang is, pleit er voor - in overeenstemming met de door de bevolking kenbaar gemaakte voorkeur - Oukoop en Nieuwe Ter Aa met omgeving (te weten het overgrote deel van het grondgebied van de gemeente Loenersloot en het noordoostelijke deel van het territoir van de gemeente Ruwiel) bij de gemeente Breukelen in te delen (blz. 3).heerlijkheid=In 1528 wordt Gijsbert van der Aa  door de bisschop gevangen genomen en onthoofd. Gijsbert behoort tot de stichtersfamilie, maar is geen heer van Ter Aa "Vroeger stond op eenen kleinen afstand van dit dorp, hetwelk door de landlieden gewoonlijk Draai wordt genoemd, eene Ridderhofstad Het Huis Ter Aa geheeten (...), welke het tot eene ambachtsheerlijkheid verhief, die thans toebehoort aan den H.E.H.G. Heer Jan Pieter Christiaan Baron van Reede van Ter Aa en haar eigen regt had tot op de inlijving van ons Vaderland in het Fransche Rijk" De ambachtsheer heeft collatierecht [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 6]=In 1825 schrijven GS van Utrecht een brief aan de ambachtsheer van Ter Aa over het onderhoud van de weg van Over Holland tot in Nieuwer ter Aa [RHC1024]. =Overeenkomst uit 1826 tussen de gemeentebesturen van Loenen, Loenersloot, Oukoop, Ter Aa en Ruwiel, en Jan Pieter Christiaan Baron van Reede van Ter Aa, ambachtsheer van Nieuwer ter Aa, over het onderhoud van de Ter Aasche zuwe [Archieven.nl]onroerend goed=er is een manuaal van de inkomsten uit goederen en renten, genoten in Nieuwer ter Aa, van het Kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht over de jaren 1522-1534 [Archieven.nl]=Het gereformeerd burgerweeshuis beschikt in 1598 over 6 akkers land onder Nieuwer ter Aa [Utrechts Archief, 725 gereformeerd burgerweeshuis, nr. 285]. =In de kern Nieuwer ter Aa, die kort voor 1962 uit 60 woningen bestond biedt het in januari 1962 door G.S. goedgekeurde plan van uitbreiding ruimte voor de bouw van 68 woningen. Reeds 30 woningen zijn gereed of in aanbouw. Met de resterende 38 woningen kan niet aan de vraag worden voldaan [TK 1962-1963, stuknr. 6611, nr. 6, blz. 2] =In 1966 wordt Nieuwer ter Aa als beschermd dorpsgezicht aangewezen. De kerk, enkele boerderijen en de bebouwing langs de Kerklaan vormen het beschermd dorpsgezicht [TK 1966-1967 - 8800, Rijksbegroting 1967, Hoofdstuk XI, nr. 8, blz. 3, onder 5]oorlog=In 1568 veroorzaken de Spanjaarden grote overlast [Monde, Utrecht, blz. 403]. =Bij de Pruisische veldtocht van 1787 komen de soldaten door het dorp [Pfau, Geschichte, blz.. 125, 131]BRONNEN                                                                                                                                                 archieven   NH Archief, 13 Gewestelijke besturen in NH, inv.nr. 1.2.5.1.RHC Vecht en Venen, 1042 Gemeente Ruwiel 1573-1963                                                                         RHC Vecht en Venen, 1027 Gemeente Loenersloot 1663-1964    RHC Vecht en Venen, 1042 Gemeente Ruwiel 1573-1963, nr. 1127RHC Vecht en Venen. 1024 Gemeente Loenen, 1595-1943, nr. 682   Utrechts Archief, 709 Archieven bewaard bij het stadsbestuur van Utrecht, nr. 976]. Utrechts Archief, 1006-3 Kartuizerklooster Nieuwlicht bij Utrecht, nr. 270].                                            geraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuur                                                                                                                                                   Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. 6 Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Hand. TK 1827-1828, XV ondernr. 4. Bijlagen Vel 150, blz. 597Manten, A.A., Huis Het Honderd te Nieuwer ter Aa was van 1578 tot 1652 een R.K. schuilkerk, in: Historische Kring Breukelen, jrg 9, nr. 1 Michielse, Geuzen en Papen, blz. deel 2 blz. 64    Monde, Utrecht blz. 403Muiswinkel, J. van, Breukelen en Nieuwer ter Aa Alphen aan den Rijn 1973     Pfau, Geschichte, blz. 125, 131                                        Philips, D., Nieuwer ter Aa, in: Jaarboek Nift. 1923, blz 18 e.v.     Procureurszakboekje 1806Verslag G.S. 1833                                                       overige bronnen                                                                                                                            Aa, van der; ANF 11; Bergh;Bouge, de; Delpher Boeken; Gahetna; Gallica; Gijsseling; Goes1; Google Boeken; Google Search plaats; Gosselin; Halma; Hiele, van; Histopo; IJzerman; KB-Catalogus;  Metatopos; MyHeritage; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; SG Digitaal;  Vries, de; WvhR; 
Aa, OudOud Aa is een buurtschap in Utrecht. Ook Aa, de Aa, Ouder Ade of Ade. De benaming A komt voor in 1156, 1164, 1169, 1172, 1178, 1185, 1186, 1196, 1208, Oud-Aa wordt genoemd in 1794, 1847 en 1868. Oud Aa komt voor in 1860. Groot Oud-Aa is in 1837 een district van Breukelen. Er is ook een waterschap Groot- en Klein-Oud-Aa (KB 1 september 1867, nr. 51). Bij de volkstelling in 1889 wordt Oud-Aa genoemd.algemeen=In de 9e eeuw is er sprake van een kasteel Handria. =In 1537 is sprake van "ondersaten, die turf door die sluyse by Oud Aa voor by Meester Rutgers wooninge gevoert hebben in de Vecht.." =In de tuin van de boerderij Splintersvelt (Oud AA 38) is een haardplaat uit 1565 gevonden. =Akte uit 1724 waarin mr. Willem van Oudenallen, schout van Ruwiel, aan de schouten Hendrick Block van Otterspoorbroek en Oud Aa-Nijenrodegerecht en Adriaen Doublet van het gerecht Oudhuizen laat aanzeggen om voor het Hof van Utrecht te verschijnen. =In 1746 zijn in Oud Aa 27 woningen. =In 1839 rond 100 inwoners (Aa, Aard I, blz. 52). =In 1867 deel van de gemeente Ruwiel bestaande uit het gehucht Ruwiel, het dorp Nieuwer ter Aa en de buurtschap Breukelerwaard. Deze gemeente heeft 476 inwoners [Heusden, Handboek, blz. 484] =In 1867 deel van de gemeente Breukelen-Nijenrode [van Hiele]. =In 1910 wordt een ijspakhuis gebouwd aan Oud Aa 4. =Tot 1948 deel van de gemeente Breukelen-Nijenrode, daarna deel van Breukelen. =In 2008 heeft Oud Aa volgens het CBS 220 inwoners en een oppervlakte van 606 hectare. =Vanaf 1 januari 2011 behoort het tot de gemeente Stichtse Vecht. De buurtschap is gelegen tussen Breukelen en Nieuwer ter Aa. Nu een wijk tegen het centrum van Breukelen. Nieuwer ter Aa ligt ingeklemd tussen de wijken Oukoop en Oud Aa. Bij Oud Aa was het kasteel Ruwiel gelegen.belastingenbakovengeld=Kohier van het haardstedengeld en bakovengeld voor het gerecht Ruwiel. 1693. N.B. betreffen Kortrijk, Portengen-Zuideinde, Portengen-Noordeinde en Oud Aa (blz. 28). haardstedengeld=Kohier van het haardstedengeld en bakovengeld voor het gerecht Ruwiel. 1693. N.B. betreffen Kortrijk, Portengen-Zuideinde, Portengen-Noordeinde en Oud Aa (blz. 28). hoefslag=Hoefslagplicht voor herstel weg Oud Aa (Gahetna)tienden=De bisschop van Utrecht heeft voor de ontginning van Otterspoorbroek en Oud Aa een locator aangetrokken, aan wie later ook rechtsmacht, tijns en tiend in leen wordt gegeven, kennelijk als dienstgoed. tijns=De bisschop van Utrecht heeft voor de ontginning van Otterspoorbroek en Oud Aa een locator aangetrokken, aan wie later ook rechtsmacht, tijns en tiend in leen wordt gegeven, kennelijk als dienstgoed. geestelijkheid=De ontginning Oud Aa is rond 1050 voltooid. =De bisschop van Utrecht heeft voor de ontginning van Otterspoorbroek en Oud Aa een locator aangetrokken, aan wie later ook rechtsmacht, tijns en tiend in leen wordt gegeven, kennelijk als dienstgoed. =In 1138 wordt in Oud Aa een kerk gesticht "juxta lacum qui vocatur A", waarschijnlijk een houten schuur met een stenen fundering. Oud Aa wordt een  "gerecht" genoemd. De rechtsmacht binnen het gerecht wordt uitgeoefend door ministerialen van de bisschop. Daar door de Heer van Dolre. =Rond 1255 is dat recht door die heer in leen gegeven aan het Breukelerhof. Rechtsopvolger van Van Dolre is van Vianen. =Akte van schenking uit 1421 ten overstaan van schout en buren van Oud-Aa door Aliit Dirc Hughensoensdr., weduwe van Sluusman Everts, en haar dochter Vrencke Sluusmans aan Johan Petersz., priester, ten behoeve van het convent van Onze Lieve Vrouw in de Wijngaard in de Kampstraat, van 10 morgen land in Breukelen [Utrechts Archief, 780 Bewaarde Archieven, 4.3.0.4. Brigittenklooster, inv. nr/1098] =In 1461 keurt bisschop David van Bourgondië als overleenheer een belening goed.heerlijkheid =Het huis Oud Aa of Oudaen wordt in de 13e eeuw gebouwd. Het huis Oud-Aa ligt tegenover het huis Nijenrode. "Ziet hier Oud-Aa aan d'eenen kant. Aan d'and'ren Nyenrode, praalen" =Vanaf 1474 behoort het gerecht Oud Aa tot het bezit van de heren van Nijenrode. =In 1504 ontvoert Willem Turck of Torck, drost van Goch, wonend op kasteel Roosendaal bij Arnhem, met geweld twee minderjarige dochters van de overleden Jan III van Nijenrode. Hij trouwt met de erfdochter Josina van Nijenrode en laat de ander gaan. =Tot 1533 was Oud Aa een zelfstandige bestuurlijke eenheid. In dat jaar worden de oudtijds bijzondere gerechten Oud-Aa, Otterspoorbroek en Portengen op verzoek van Willem Turck na vergunning door Karel V in het gerecht Breukelen-Nijenrode verenigd. Het ten noorden van het gerecht Breukelerwaard grenzende gerecht Ter Aa dient niet te worden verward met het ten westen van de rivier de Aa gelegen gerecht Oud Aa (Ahoud, blz. 10). =In 1536 door de Staten tot riddermatig hof verklaard [Beknopte, blz. 211]. =Leenbrief van 6 mei 1566 inzake 1½ morgen land gelegen in het gerecht van Oud Aa, ten behoeve van Mr. Diederik van der Kerck, advocaat van het sticht van Utrecht, verleend door Elisabeth Turck, vrouwe van Nijenrode [Utrechts Archief 29-29 Huis Nijenrode te Breukelen, inv. nr. 39]. =Van 1676-1704 woont Jan Jansz van Weijen de Jonge "op de hoffstede Oudaen". =In 1686 wordt genoemd Jan Teunisz van Meerwijck "coopman in bijen, woonende in Oud Aa". "Ik bezag het zelve van onder en boven van binnen van buiten anno 1707 en weder anno 1708 in de maand April als wanneer ik hoorde dat het nu een Huurplaats was eigen aan gemelden Heer van Bonenge wegens zyne vrouw zuster van de drie Heeren van Oud Aa van welke de laatste was Heer Jacob van der Burgh" [Smids, Schatkamer, blz. 3]. =In 1719 is Philibert de Clerque, Heer van Bonenge, een Gentenaar, eigenaar van het huis Oudaen, omdat hij getrouwd is met een zus van één van de heren van Oud Aa. oorlogIn 1673 wordt kasteel Ruwiel vernietigd door de Franse troepen.waterstaat=de polder Oud Aa 1680-1719 [Archieven.nl]BRONNEN                                                                                                                                                      geraadpleegde bronnenArchieven.nl; DBNL; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911internethttps://www2.fgw.vu.nl/oz/monasticon/noot.php?idnr=147&nootnr=42KB 6 mei 1903, nr. 45 [TK 1904-1905, nr. 174, ondernr. 4, blz. 148: H.M. beschikt bij KB dat voor de toepassing van de Armenwet Geertje Schoenmakers Utrecht als woonplaats heeft. Geertje wordt geboren op 29 april 1868 in Breukelen en trouwt op l februari 1899 met Hermanus Oostveen. Ze wordt op 14 mei 1902 opgenomen in het Wilhelmina­gasthuis in Amsterdam, vanwaar ze naar het Rijkskrankzinnigengesticht in Medemblik wordt overgebracht. Geertje is, na aanvankelijk met haar man in Loenen te hebben gewoond, in het voorjaar van 1901 bij haar vader in Oud-Aa (gem. Breukelen-Nijenrode) gaan wonen. Haar man is haar kort daarna gevolgd. Hij heeft echter een jaar later zijn intrek genomen bij zijn schoonzoon Kragten in Utrecht. Hij is vervolgens op 8 maart 1902 aldaar in het bevolkingsregister ingeschreven. Tussen de gemeentebesturen van Breukelen-Nijenrode en Utrecht is geschil ontstaan over de woonplaats van deze lijderes. Gedeputeerde Staten is er niet in geslaagd dat geschil bij te leggen. Zelfs wanneer de geestvermogens van Geertje nooit volkomen normaal zijn geweest, de nood­zakelijkheid om haar in een gesticht voor krankzinnigen op te nemen is eerst gebleken is na 8 maart 1902, toen haar man zich te Utrecht metterwoon gevestigd had. Geertje heeft op dat tijdstip krachtens art. 78 B.W. haar woonplaats in Utrecht.KB 12 november 1956, nr. 22 [TK 1957-1958, nr. 5230, ondernr. 2: Beslist wordt het geschil over de vraag, in welke gemeente de "arme krankzinnige" W. T.  vóór zijn opneming in de psychiatrische inrichting in Wolfheze thuishoort. W. T., geboren op 27 mei 1907, wordt op 26 augustus 1955 opgenomen in de psychiatrische inrichting "Wolfheze" in Wolfheze. Over de betaling van de kosten van verpleging ontstaat een geschil tussen Breukelen en de gemeente N.  B&W van B. voeren aan, dat W. T. sedert 10 juni 1955 in het bevolkingsregister van hun gemeente staat ingeschreven. Volgens door de NV Sterovita verstrekte gegevens heeft hij op deze fabriek in loondienst gewerkt vanaf 20 mei 1955. Op 20 juli 1955 wordt hem ontslag verleend. T. is gedurende zijn verblijf in de gemeente kostganger bij weduwe J. S.-V., wonende te B., Oud Aa 14. Na zijn ontslag is hij als gevolg van ziekte nog enige tijd daar gebleven. Op 25 augustus 1955 heeft hij, met medeneming van zijn bezittingen, de gemeente verlaten om zich naar A. te begeven. B&W van N. voeren aan, dat T. reeds op 6 mei 1955 uit hun gemeente is vertrokken en niet meer is teruggekeerd. Beslist wordt dat T. voor de toepassing van de Armenwet in B. woont.geraadpleegde bronnenliteratuur                                                                                                                                                      Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 7Ahoud, W.F.M., Inventaris van de archieven van de voormalige gemeente Ruwiel 1573-1964, Arnhem 1994, blz. 10, 28 Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 9             Manten, Arie A., Bieraccijnsen in Breukelen en omgeving in de jaren 1426-1432overige bronnen                                                                                                                                 Aa, van der; ANF 11; Archieven.nl; Bergh; Bouge, de; Delpher Boeken; Gahetna; Gijsseling; Goes1; Google Boeken; Google Search plaats; Gosselin; Halma; Hiele, van; Histopo; IJzerman; KB-Catalogus;  Metatopos; MyHeritage; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; SG Digitaal;  Vries, de; WvhR
Aa, OverGehucht in Noord-Brabant in de gemeente Prinsenhage in de regio Breda. Het ligt aan de oostelijke oever van de Aa of Weerreis. Ook Over-Aa, Overa. algemeenEr zijn in 1845 20 huizen en 144 inwoners [van der Aa, Geschiedkundige, blz. ]financiënBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; DBNL; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-;  NNBW1911literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 7overige bronnenNederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; Google boeken; Google Search plaats; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ....; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; 
Aa, TerBuurtschap in Utrecht bij Loenen aan de westzijde van de Vecht. Ook Ter Aade, Ecclesia de Aa en Aha, Aa, Aadealgemeen=Het gehele gebied van de heerlijkheid blijft aangeduid met Ter Aa. De latere naam is Nieuwer ter Aa. Het ten noorden van het gerecht Breukelerwaard gelegen gerecht Ter Aa dient niet te worden verward met het ten westen van de rivier de Aa gelegen gerecht Oud Aa [Ahoud, Inventaris, blz. 10]. =Op 19 september worden in het Album Studiosorum Rheno-Traectinae 1636-1886, blz. 218 genoemd de heren Hendrik Wilhelm Theodorus Schouten Lambrechts van Ter Aa en Amos Lambrechts van Ter Aa [https://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k5849579x/f147.item.r=Aagtendijk]Huis ter Aa=Onder Keizer Otto I (Otto de Grote) is al bekend dat het gebied Ter Aa toebehoort aan Graaf Hatto. Deze vergrijpt zich aan de keizerlijke majesteit. Het Sticht en de stad Utrecht worden door hem geterroriseerd en de scheepvaart op de Vecht onmogelijk gemaakt. Als straf worden al zijn goederen op 21 april 953 verbeurd verklaard en voor het merendeel, o.a. Loenen, aan bisschop Balderik van Utrecht [917-977] geschonken. =In die tijd moet er al een versterkte plaats hebben bestaan, die we Huis ter Aa noemen, ook Aha. De gift is bevestigd op 6 juni 975 door Otto II. [Halma, Tooneel, blz. 1-2; Monde, Utrecht, blz. 403-404; Aa, Aard 1, blz. 8; Laan, Restauratie; Kok, Vaderlandsch, blz. 8; De Navorscher deel 10, 1860, bl. 362; Muller, Openbare, blz. 9 ; Buitelaar Stichtse, blz. 117; Baron Sloet., Oorkondenboek, blz. 103, nr.107;  Winter, Middeleeuwers, blz. 86; Heussen, Kerkelijke, blz. 30; Mieris, Groot, blz. 44; Manten, Breukelen, blz. 135; Muller, Oudste, blz. 7, 28, 260; Clercq/Muller, Regesten, blz. 6; Allan, Stad, blz. 36;  Craandijk, Wandelingen, blz. 304; Diest Lorgion, Kerkgeschiedenis, blz. 67; Dist Lorgion, Geschiedenis, blz. 98; Hoogstraten, Groot, blz. 2; Manten, Breukelen, blz. 135; Muller, Openbare, blz. 19; Rijk, Wandelingen, blz. XXIII; Smids, Schatkamer, blz. 259; Verwoert, Handwoordenboek1, blz. 1; Witkamp, Geschiedenis, blz. 511; Witkamp, Aardrijkskundig, blz. 747;  Craandijk, Supplement, blz. 136; Postma, Holland, blz. 136; Salmon, Nederland, blz. 136]=Ministerialen van de Utrechts bisschop met de familienaam Van der Aa komen voor vanaf de tweede helft van de 12e eeuw. Aangenomen wordt dat eerdere bewoners van het huis een centrale rol hebben gespeeld in de organisatie van de ontginning van de veengebieden aan weerszijden van de Aa (Oukoop, Aa, Demmerik), die plaatsvond in de tweede helft van de elfde en begin twaalfde eeuw. Kennelijk is huis ter Aa verwoest. In 1156 wordt het door Wouter van der Aa, daar of elders in Ter Aa herbouwd. [BMHG 1909, blz. 211]  =Het huis was gelegen op de rechteroever van de Aa, een zijtak van de Vecht, tegenover de kerk van Nieuwer ter Aa. Fundatio parochialis ecclesiae ad amnem dictae ter Aa 1246. =Het kasteel Ter Aa is vanaf de 15e eeuw al sterk in verval. =Op de van 27 oktober 1536 daterende eerste lijst van door de Staten van Utrecht erkende vrije, riddermatige ridderhofsteden wordt het huis vermeld met het stichtingsjaar 1106. [Aa, Aard1, blz. 8; Kok1, blz. 7; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 1=In oktober 1566 verblijven Lodewijk van Nassau en Brederode in Huis ter Aa [BVGO 6e reeks deel 9 (1930), blz. 16-17]. =In 1646-1647 is er een afbeelding van Roeland Rochman[Muller, Catalogus, nr. 480]=In 1667 verkoopt van der Perre het kasteel aan Frederik van Renesse van Moermont, heer van Zuileveld en Ter Aa (1667-1683) [Utrechts Archief, 305 Heerlijkheid Ter Aa, inv. nr. 83]. =In 1672 wordt huis ter Aa in brand gestoken door de Fransen [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 8; Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 1]. =Er zijn prenten uit 1690 [Muller, Catalogus, nr. 481-483]=In 1704 beschrijft Smids de resterende ruïne. [Laan Restauratie; Kok1, blz. 7; Muller, Catalogus, nr. 484]=Er zijn prenten uit 1720 1729 en 1731 [Muller, Catalogus, nr. 485-487]]=Rond 1741 geeft de ambachtsheer opdracht de ruïne af te breken tot op de fundamenten. Het puin wordt gebruikt om de weg langs de Ter Aasche vaart van de straatweg tot Ter Aa te verbeteren [Laan Restauratie]=In 1839 is J.P.C, baron van Rheede van der Aa eigenaar van de grond [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 8]Aastein=De hofstede met bijbehorende hoeve land direct ten zuiden van leengoed Ter Aa in het aangrenzende gerecht Loenen maakt vanaf 1411 eveneens deel uit van het complex. Onder de naam Aastein fungeerde deze hofstede na 1411 als woonplaats van de heren van Ter Aa. In de vijftiende eeuw bleef dit complex steeds in handen van de familie Van der Aa. Frederik laat ter plaatse van de oude hofstede Ter Aa het huis Quakkenburg bouwen, nadat het huis Aastein in 1673 ten prooi was gevallen aan de verwoestingen van het terugtrekkende Franse leger. [Hermans, Middeleeuwse, blz. 204; Genealogische 1913, blz. 234-235Utrecht=De familie van der Aa beschikt in de stad Utrecht over het kasteel Aastein. Rond 1650 is Aastein gelegen in de stad Utrecht in bezit van Anna van Renesse van der Aa. Later werd dit het Sint Ceciliaklooster en daarna de Rijksmunt. Anna verkoopt in 1666 het kasteel kort voor haar dood aan Theodorus van der Perre. Uit een willig decreet van 17 september 1666 volgt dat Reijnier van Assendelft, heer van Assendelft, woont op Aastein. In 1667 verkoopt van der Perre het kasteel aan Frederik van Renesse van Moermont, heer van Zuileveld en Ter Aa (1667-1683) [Utrechts Archief, 305 Heerlijkheid Ter Aa, inv. nr. 83]. =Baron van Reede noemt zich in 1875 "Baron van Reede van ter Aa en Aastein". [Nederlandsche Kunstbode...etc, deel 2, 1875, blz. 182]Quakkenburg=Frederik laat ter plaatse van de oude hofstede Ter Aa het huis Quakkenburg bouwen, nadat het huis Aastein in 1673 ten prooi was gevallen aan de verwoestingen van het terugtrekkende Franse leger. De echtgenote van Jacob Frederik van Renesse van Roermond is Josina Sara van Brederode, vrouwe van Ter Aa. Een leenbrief van 23 mei 1696 vermeldt als rechthebbende van deze "Heereplaats ter Aa"  "Vrouwe Josina van Brederode. Douariere van Jacob Frederick van Renesse van Moermond, in leven Heer van Ter Aa". Josina verdedigde haar rechten met verve tegen inbreuken. =Er is een prent uit 1730 van het huis [Muller, Catalogus, nr. 771].=De nazaten van Jan Pieter bewoonden in de negentiende eeuw het huis Quakkenburg. Het landhuis Quakkenburg is in 1889 gesloopt [Utrechts Archief, 305 Heerlijkheid Ter Aa, Inleiding; belastingenalgemeenBrief uit 1573 van Francisco de Valdes, gouverneur-generaal, over de fortificaties van Holland en Utrecht aan de schouten van de dorpen Ter Aa, Ruwiel, Demmerik en Vinkeveen, waarin hen wordt bevolen wekelijkse betaling te doen aan de te Kamerik gelegen hopman.  Ook Valdez.belasting in naturaStukken uit 1795 betreffende de levering van goederen en diensten t.b.v. de Franse troepen door de ingezetenen van het gerecht. belasting op de buitenbierenIn 1674 wordt in het Nederkwartier eenmalig een belasting op de buitenbieren geheven. generale middelenAkte van benoeming van Egbert Baltuszn als pander van de generale middelen in de Weerd, Hoge en Lage Weide, Vleuten, Themaat en de Haar, Breudijk-Gerverskop, Kockengen en Spengen, Zuideinde van Portengen en Gieltjesdorp, Zegveld, Kamerik en 's-Gravensloot, proosdij van St. Jan, Oudhuijzen en Vinkeveen, Abcoude c.a., Nigtevecht, Overmeer, Vreeland, Kortenhoef en Ankeveen, Loenen en Loenersloot, Ter Aa c.a., Breukelen en Maarssen c.a.. logiesgeldIn de winters van 1625 en 1626 en in de zomers van 1625 tot en met 1627 worden in het Nederkwartier logiesgeld en nieuwe specien geheven. morgengeldTer Aa staat in 1759 in de lijst der morgentalen van het Sticht slechts voor 86 morgen aangeslagen en moet 25 st. per morgen betalen. Ter Aa is rond 1794 slechts 87 morgen (74 ha) groot, volgens de lijst van de morgentalen. De belasting bedraagt 25 stuivers. [Laan, Restauratie] omslag dorpslastenZettingen en omslagen van de dorpslasten of buurlasten van Loenersloot, Oukoop en Ter Aa over de jaren 1687-1729 en 1736-1807. ontvanger der registratieIn 1832 is  J.P.C. Baron van Reede (1828-1871) de heer van Ter Aa. Hij is ook ontvanger der registratie in Loenen. oudschildgeld=In het oudschildgeld van 1585/1586 draagt "Adriaen van Renessen gerecht" bij XXXI oudts XXXVIIII [W.F.N. van Rootselaar Rekening van het Oudschildgeld 1585/86, in; BMHG 1881, blz. 29]. quotisatieVerzoekschriften uit 1651, 1652 en 1660 van gerecht en buren van Ter Aa aan de Staten van Utrecht, terzake van een geschil met schout en gerecht van Loenersloot omtrent de omslag der quotisatie. rekening en verantwoordingVerzoekschrift uit 1697 van schepenen van het dorp en ambachtsheerlijkheid van Ter Aa aan de staten van Utrecht, waarin wordt gevraagd om de schout en gadermeester Jacobus van Hees op straffe van gijzeling te gebieden om van diens financieel beheer rekening en verantwoording af te leggen. schoolgeldStaten uit de jaren 1941-1943 van aangeslagenen in het schoolgeld voor de bijzondere lagere school te Ter Aa.zeedijksgeld=Zettingen en smaldelingen van het zeedijksgeld voor de gerechten behorende onder de waarschappij van Breukelen en gesepareerd zijnde van de waarschappij van Loenen en het kerspel Breukelen, 1698-1712, 1714-1765, 1783-1810, 1812, 1813. =Rekeningen en omslagen van het zeedijksgeld over de jaren 1814-1824. economie=Gebod in 1677 voor de ingezetenen van Loenen, Loenersloot, Oukoop en Ter Aa om hun graan in de Loenense molen te laten malen. =Gebod in 1735 voor de ingezetenen van Loenen, Loenersloot, Oukoop en Ter Aa om hun graan in de Loenense molen te laten malen.geestelijkheid=Onder Keizer Otto I (Otto de Grote) is al bekend dat Ter Aa toebehoort aan Graaf Hatto. Deze vergrijpt zich in aan de keizerlijke majesteit. Als straf worden al zijn goederen in 953 verbeurd verklaard en voor het merendeel, o.a. Loenen, aan bisschop Balderik van Utrecht geschonken [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 8]. =Een oude vermelding dateert uit 1106, maar de betrouwbaarheid van die aantekening is onzeker. Ministerialen met de familienaam Van der Aa komen voor vanaf de tweede helft van de 12e eeuw. Aangenomen wordt dat eerdere bewoners van het huis een centrale rol hebben gespeeld in de organisatie van de ontginning van de veengebieden aan weerszijden van de Aa (Oukoop, Aa, Demmerik), die plaatsvond in de tweede helft van de elfde en begin twaalfde eeuw. De ministerialen van de bisschop van Utrecht hebben in het eerste kwart van de 12e eeuw rechtsmacht, tijnsen en tienden in Ter Aa. In 1138 wordt Demmerik als "nova terra" genoemd. Het ontgonnen gebied valt onder de parochie Ter Aa. Demmerik behoort in het kerkelijke onder Ter Aa en de inwoners betalen de helft der onderhoudskosten van kerk, pastorie en school te Ter Aa [BMHG 1909, blz. 211]=Bisschop Andreas vergunt in 1138 met goedvinden van de proost van Oudmunster, aan de inwoners van Ter Aa, om een kerk te bouwen, die ook voor de inwoners van Demmerik als parochiekerk zal dienen [BMHG 1909, blz. 210]. =Demmerik, dat onderdeel vormt van de Kring der Ronde Venen, wordt in 1138 aangeduid als nova terra; de inwoners van dit nieuw ontgonnen gebied zullen gaan ressorteren onder de parochie Ter Aa, die in dat jaar wordt gesticht [Buitelaar, blz. 209]. =Uit de merkwaardige vorm en samenstelling van het territoir van de parochie Ter Aa kan worden afgeleid dat de ministerialen van de bisschop van Utrecht reeds in het eerste kwart van de 12e eeuw door het bezit van rechtsmacht, tijns en tiend gevestigde belangen hadden in de nieuwe ontginningen (blz. 225) ... dat Werner en Gijsbert waarschijnlijk hebben behoord tot respectievelijk de ministerialen-familie Van der Aa en Van Ruwiel, die beide als locatores de leiding hebben gehad over de ontginning van de verschillende gebiedsdelen in de parochie Ter Aa en daarover ook de rechtsmacht met tijns en tiend hebben verworven [Buitelaar, blz. 226]. =Akte van 23 januari 1505 waarbij Dirk van Eck, kapelaan van het S. Sebastiaans altaar, en Claes Roll, kapelaan op het S. Anthonis altaar, erkennen 4½ morgen land bij Ter Aa op het Angstelveld en 1½ morgen land in Loenen-Stichts gerecht te hebben ontvangen van Beatrijs Dirksdochter van Kronenburg onder de last van het houden van memoriediensten. =Verzegeling uit 1554 van Rudolphus Valcke pastor van O.L. V. kerk ter Aa, waarbij door dezen pastoor voor den tijd van dertig jaren worden verhuurd 37½ roeden land, "vnde de crana bij die nije brugge an die oester zijdt van dat reijtdeep," aan Vbbe Schutemaker en echtgenoot. =In 1954 wordt f 45.000 Rijkssubsidie toegekend voor restauratie van de N.H. kerk [TK 1953-1954, nr. 3200 VI ondernr. 8]. In 1955 f 30.000 [TK 1954-1955, nr. 3700 VI  onder nr. 8]gemeente=In een beschrijving van 1759 schat men het aantal huizen in het eigenlijke dorp op 18, het aantal inwoners op 140. =In 1798 zijn in Ter Aa 99 inwoner=op 1 april 1817 is Vrijhoeven afgesplitst=In 1826 deel van de gemeente Loenersloot [Gosselin, blz.1]. =Tot 1832 onderdeel van de gemeente Ruwiel en Breukelerwaard.=In 1839 deel van de gemeente Loenersloot-Oukoop en Ter Aa [Aa, Aard1, blz. 8] =In 1840 deel van de gemeente Loenersloot [Alfabetische, blz. 1]. =op 1 januari 1841 is Vrijhoeven toegevoegd=In 1851 ligt deels in de gemeente Loenersloot (8 huizen, 70 inwoners) en deels in de gemeente Ruwiel (15 huizen, 130 inwoners). =In 1867 deel van de gemeente Loenersloot [van Hiele].=op 1 januari 2007 opgegaan in Nieuwkoopheerlijkheidalgemeen=Huis Ter Aa, soms genoemd Aha, wordt door heer Walter of Wouter van der Aa gesticht in 1156. Zijn zonen zijn Heinricus of Henrik en Helyas of Elias. Vader en zoons worden genoemd in een brief uit 1145 van keizer Koenraad III en -in 1156- in een brief van de Utrechtse bisschop Godefried van Rhenen [Hoogstraten 1, blz. 2].=Henrik komt voor in een brief van 1172 van Godfried van Rhenen en in een brief van dezelfde in 1178 samen met zijn broer Elias [Hoogstraten 1, blz. 2].=Jacob en Gerard [Gerrit, Gheryt] van der Aa duiken op in een brief van 1208 van bisschop Dirk van Are of Ahr [...-1212] [Hoogstraten 1, blz. 2].=In 1226 wordt Gerardus beleend.  Zijn naam komt voor in brieven uit 1225, 1227 en 1228 van bisschop Otto II=In 1282 komen in het leenregister van graaf Floris V [1254-1296] voor Gerard en Jacob. =In de 14e eeuw is de rechtsmacht aanvankelijk in handen van het ministerialengeslacht van Loenersloot. =In de loop van de 14e eeuw besluit de familie van der Aa een nieuw kasteel te bouwen. Dit kasteel wordt meer naar het oosten gebouwd en bestaat oorspronkelijk uit een woontoren. Gerard van der Aa bezit anderhalve hoeve in Demmerik volgens het register van Graaf Floris [BMHG 1901, blz. 160]. =De ridderhofstad Ter Aa wordt in 1380 door de bisschop in leen gegeven aan Hadewich van der Aa, getrouwd met Berend uten Enge. =Volgens de oudste bisschoppelijke leenadminstratie was die hofstede ter A mit negen ende twintich mergen lants, mit den gerechte, tynse ende tiende' in 1394 in het bezit van Hadewich, weduwe van Berend uten Enge en afkomstig uit het geslacht Van de Aa. Het leen behelsde tevens een hofstede met 20 morgen aan de overzijde van de Aa (het latere huis Clarenborg of Over de Aa), de kerkgift van Ter Aa en de tijns, tiend en gerecht van twee stukken land in de parochie Breukelen. =Geryt van der Aa [Archieven.nl]=Twintig jaar later op 8 juli 1411 wordt Ter Aa beleend aan Gijsbert van der Aa [......-1436], bestaande uit 27 morgen land met dagelijks gerecht en tiend en de kastelen ter Aa, Aastein en Clarenborch (ook Over die A). Deze drie huizen blijven vanaf dat jaar zeer lang in het bezit van de familie [Genealogische en Heraldische bladen, deel 8, 1913, blz. 234-235, 241]=Gerit van der Aa beleend op 18 januari 1436 [Archieven.nl]=In 1452 en 1453 behouden de heren van Ter Aa in de overeenkomsten met de geërfden van Heycop zich het visrecht voor [BVGO 6e reeks, deel 8 (1929), blz. 164]. =Gerit van der Aa beleend op 18 januari 1457 [Archieven.nl]=In 1460 is Arend van Zwieten Dirckszn (1447-1473) heer van Loenersloot, Oucop en Ter Aa [Dagvaarten voor 1544, deel 2.1 (1433-1467), blz. 205]. In 1470 is het stamhuis Van der Aa in de mannelijke linie uitgestorven en huwt Gerard van Renesse van Everingen met Agnes van der Aa, erfdochter van Gerard, heer van Ter Aa, en Woutera van Gend [....-1470]. [NNBW deel 3 , blz. 1055]. Deze Gerard van Renesse bekwam alzoo de Heerlijkheid van Ter Aa en noemde zich voortaan, evenals zijne nakomelingen, Renesse Van der Aa. Heer Gerard overleed in 1495 en Vrouwe Agnes in 1539. Beiden werden bijgezet in de familiegrafkelder te Ter Aa, aldaar nog aanwezig [Laan, Restauratie]. =Op 31 december1484 wordt Agnes van der Aa beleend met de heerlijkheid na de dood van haar vader Gerard van der Aa. Het goed komt daarmee in de familie Van Renesse. [NNBW deel 3 , blz. 1056; Archieven.nl]=In het begin van de 16e eeuw behoorde Ter Aa aan vier heeren en dus heeft men behalve Ter Aa sedert nog: Loenersloot, Oukoop en Ter Aa , Oud-Aa Nijenrodes gerecht en de streek waar het dorpje Oud-Aa ligt en die aan het huis Ruwiel behoorde, daarom Ruwiel genoemd werd [BVGO 6e reeks, deel 8 (1929, blz. 171]. =In 1528 wordt Gijsbert van der Aa  door de bisschop gevangen genomen en onthoofd. Gijsbert behoort tot de stichtersfamilie, maar is geen heer van Ter Aa. Heer van ter Aa is dan Gerrit van Renesse van der Aa [DBNL]=Akten uit 1532 waarbij Karel V in Loenen-Stichts gerecht en in Loenersloot, Oucoop en Ter Aa het buurrecht omzet in schepenrecht. =Op de gemene dagvaart der Staten van het Land van Utrecht gehouden op 27 oktober 1536, wordt Ter Aa gerekend tot de vrije riddermatige hofsteden [Halma, Tooneel, blz. 2; Aa,  Laan Restauratie;  Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 8]=Leenbrieven uit de waarbij heren van Ter Aa worden beleend met de heerlijkheid en het huis Ter Aa [Archieven.nl]=Johan van Renesse van der Aa wordt op 20 maart 1539 met Ter Aa beleend, na de dood van zijn grootmoeder Agnes van der Aa. Hij overlijdt in 154 [Archieven.nl]=in 1548 wordt Adriaan van Renesse van der Aa, heer van Woudenberg, beleend met Ter Aa  [NNBW deel 3, blz. 1056]=Joost van Amstel van Mijnden (1553-1615), heer van Loenersloot, Ter Aa en Oucoop van 1568 tot 1616 [NA]=Op 19 mei 1591 wordt Gerard van Renesse van der Aa met Ter Aa beleend [Archieven.nl]=Joncker Gerard van Renesse is in juni 1593 heer van Ter Aa [Res. S.G. deel 8 (1593-1595, GS 57), OR, blz. 6]. =Hij treedt op in de S-G namens de Staten van Utrecht. In 1594 trouwt hij met Anna van Assendelft. Hij overlijdt kinderloos in 1610. Ze hebben twee dochters o.a. Agnes [1597-1634] die op 23 november 1610 wordt beleend met Ter Aa en in 1619 trouwt met Nicolaas van Renesse van Elderen. =Jacob van Amstel van Mijnden († 1633).heer van Loenersloot, Ter Aa, Oucoop en Zuylenburg (1616-1633) [NA]=Op 10 oktober 1635 wordt Hendrik van Renesse van der Aa met Ter Aa beleend [Archieven.nl]=Akte uit 1643 waarbij Nicolaes van Renesse, heer van Ter Aa, aan de inwoners van het dorp en de heerlijkheid van Ter Aa toestemming verleent tot de uitoefening van het schepenrecht in plaats van het buurrecht [ARA, Verslagen 1888, blz. 384]. =Gerard en Anna hebben een dochter, Agnes van Renesse, baronesse van Elderen, vrijvrouwe van Assendelft. Ze wordt op 22 augustus 1662 met Ter Aa beleend =Belening op 8 oktober 1664 van Frederik van Renesse van Elderen, baron van Mal. Kinderloos overleden. De heerlijkheid keert terug naar Anna van Renesse. Ze verkoopt op 13 december 1666, vlak voor haar dood, de heerlijkheid aan Theodorus van de Perre de Jonge [Archieven.nl]=Belening op 4 oktober 1667 van Theodorus [Archieven.nl]  Theodorus verkoopt de ridderhofstad aan Frederik van Renesse van Moermont, heer van Zuijleveld, die er op 4 oktober 1667 mee wordt beleend. Hij koopt op 17 maart 1670 op een openbare veiling de ambachtsheerlijkheid [Archieven.nl]=De echtgenote van Frederik is Josina Sara van Brederode van Bolsweert. Ze trouwen in 1668. Frederik laat ter plaatse van de oude hofstede Ter Aa het huis Quakkenburg bouwen, nadat het huis Aastein in 1673 ten prooi was gevallen aan de verwoestingen van het terugtrekkende Franse leger. Frederik overlijdt in 1680 [Archieven.nl]=de weduwe van  Frederik was eerder, in 1657, getrouwd met Pieter Nicolaas van Bodeck tot Marwitz. Hun dochter Susanna Geertruid (1659-1741) trouwt met Maximiliaan Jacob van Renesse van Wilp, heer van Wezenhorst  [Archieven.nl]=universeel erfgenamen is Frederiks nicht Kornelia Elisabeth van Tuyll van Serooskerke. Ze doet afstand van zijn boedel in 1686 [Archieven.nl]=op 28 april 1694 wordt Josina Sara van Brederode van Bolsweert met de hh beleend [Archieven.nl]=Een leenbrief van 23 mei 1696 vermeldt als rechthebbende van deze "Heereplaats ter Aa"  "Vrouwe Josina van Brederode. Douariere van Jacob Frederick van Renesse van Moermond, in leven Heer van Ter Aa". Josina verdedigde haar rechten met verve tegen inbreuken. =Verzoekschrift uit 1697 van schepenen van het dorp en ambachtsheerlijkheid van Ter Aa aan de staten van Utrecht, waarin wordt gevraagd om de schout en gadermeester Jacobus van Hees op straffe van gijzeling te gebieden om van diens financieel beheer rekening en verantwoording af te leggen. =Josina draagt de ridderhofstad in 1702 over aan haar schoonzoon Maximiliaan Jacob [Archieven.nl]=Maximiliaan Jacob wordt  op 19 november 1705 met de hh beleend [Archieven.nl]=Verzoekschrift uit 1710 van Josina Sara van Brederode, vrouwe van Ter Aa, aan Gedeputeerde Staten van Utrecht, waarin wordt gevraagd om een lening te mogen afsluiten ter bekostiging van de reparatie van de kosterswoning in Ter Aa. Er wordt gunstig beschikt. =Op 3 juni 1711 wordt Maximiliaan Jacob van Renesse heer van Ter Aa door vererving. Hij is getrouwd met Suzanne Geertruid van Bodeck. Op 23 februari 1734 overlijdt Maximiliaan. =Vanaf 10 maart 1741 is de zoon van Maximiliaan, Reinoud Abraham van Renesse (1699-1776) heer van Ter Aa en lid van de ridderschap van Utrecht [Archieven.nl; Kok1, blz. 8].  Reinoud overlijdt kinderloos op 12 maart 1776. =Leenakte van 15 april 1773, waarin mr. Andries Jan Strick van Linschoten, heer van Loenersloot, Oucoop, Ter Aa etc. verklaart dat aan Johanna Charlotta Verschuyr, weduwe van Johan Brandt in leen is overgegaan 24 morgen land in de Marsch te Lienden en 28 morgen, genaamd de Groote Griet. =Reinouts neef Jan Pieter Nicolaas van Reede van Amerongen [1721-1797], zoon van Johan Frederik baron van Reede tot de Parkelaar en Joanna Adriana van Renesse van Wilp (1694-1762) erft in 1777 de heerlijkheid en wordt er op 22 maart 1777 mee beleend [Archieven.nl; NNBW deel 3, blz. 1032] =Akte van voordracht uit 1782 van twee nieuwe schepenen en een buurmeester voor Loenersloot, Oukoop en Ter Aa, door schout en schepenen aan de ambachtsheer mr. Andries Jan Strick van Linschoten. De voordracht wordt gevolgd. =Akte van voordracht uit 1783 van twee nieuwe molenmeesters voor Oukoop en Ter Aa-Loenerslootsgerecht, door schout en molenmeesters aan de ambachtsheer mr. Andries Jan Strick van Linschoten. Aanstelling geschiedt conform. =Leenakte van 22 januari 1787, waarin mr. Andries Jan Strick van Linschoten, heer van Loenersloot, Oucoop, Ter Aa etc. verklaart dat Geertruid Heurdt, als enig erfgenaam van Johanna Charlotta Verschuyr, wordt beleend met 24 morgen land in de Marsch te Lienden en 28 morgen, genaamd de Groote Griet. =In 1832 is Jan Pieter Christiaan Baron van Reede (1782-1875) de heer van Ter Aa [Aa, Aard1, blz. 6,8]. Hij is ook ontvanger der registratie in Loenen. Hij overlijdt in 1875Zoon Jan Pieter is dan al overleden. Zijn vrouw Agatha Gillot volgt op [Archieven.nl] =Op 13 maart 1891 ontvangt de Tweede Kamer een verzoek van J.K. Catz en andere ingezetenen van Ter Aa tot wijziging van de wet op de jacht en visserij met vergemakkelijking tevens van de afkoopbaarstelling van het heerlijk jachtrecht.=Na het overlijden van Agatha Henriette Charlotte Gillot, douarière van Jan Pieter Christiaan baron van Reede [1828-1871], komt Ter Aa in 1905 aan hun dochter Johanna Petronella Christina Henriette. Het landhuis Quakkenburg is dan inmiddels verdwenen. [Utrechts Archief, 305 Heerlijkheid Ter Aa, Inleiding]. schout=In 1664 is Nicolaes Palsgraeff schout. =In 1681 is H. Rijnevelt schout.=van 1689-1727 is Simon Vlaer schout.=van 1727-1756 is Everard Vlaer schout. =van 1757-1766 is Jacob Smit schout. =van 1766-1770 is Adriaan Hoogeveen schout. =van 1770-1783 is Florens Eilbracht schout. =van 1784-1797 is Theodorus Koppen schout. =van 1784-1811 is Gerrit Horst schout. =van 1803-1811 is Theodorus Koppen schout. =in 1811 zijn Jan Galesloot en Willem Mulders schout.secretaris=D. Toll is in 1681 secretaris. =secretaris is van 1688-1714 Johan van Dorssen. =Everard Vlaer is van 1728-1738 naast schout tevens secretaris. onderwijs=Het loon over 1798 voor de schoolmeester van Ter Aa wordt betaald door mr. Joan Gideon Loten, ontvanger van het Comptoir der Gebeneficieerde goederen 's Lands van Utrecht, in welk kantoor de inkomsten van "Pastoryen, capellanyen en andere Revenuen" worden geadministreerd [BMHG 1881, blz. 610]. =Vanaf 1 januari 1908 geniet de 44-jarige L.O.-onderwijzer F.J. Hoffman f 600 wachtgeld [TK 1920-1921, nr. 2 Va ondernr. 15]. In 1918 geniet hij dat nog steeds.onroerend goedPrivilege van 1472 van Gijsbert van Nijenrode en Eleonora van Borssele, heer en vrouwe van Zuilen, voor hun pachters in Wilnis, Ter Aa, Mijdrecht en Westveen.oorlog =In 1568 bezorgen de Spanjaarden grote last. =Aastein wordt op 21 juli 1673 door de Fransen verwoest en op die plaats wordt een nieuwe buitenplaats Quakkenburg gebouwd (rond 1680). Het kasteel was lange tijd bezit van de familie Corver.       rechtspraakGerecht Loenersloot, Oukoop en Ter Aa 1633-1811 [Archieven.nl]                                                                       waterstaat=In 1527 wordt in de Aa bij de kerk een dam gemaakt. =Verklaring van 19 juni 1536 door Gherrit Zweerszn, waersman van het K.M. (Kamerik Mijzijde??) gerecht, over het overlopen en dichtmaken van de dam ter Aa. =Akte uit 1581 waarbij Willem van Oranje, stadhouder, de baljuw van Amstelland machtigt, de dam bij Ter Aa voorlopig te doen herleggen.=correspondentie uit 1792 over de bijdrage van Abcoude S. Pieters in het onderhoud van de zuwen tussen Demmerik en Ter Aa. BRONNENarchief Er is op internet beschikbaar informatie over personen: dopen (1612-1811), huwelijken (1610-1811), begraven (1783-1812) en lidmaten (1662-1848) [http://www.hogenda.nl/hogenda-bronnen/?letter=A]geraadpleegde bronnenArchieven.nl; BMHGalle; DBNL; Gallica; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuur                                                                                                                                                         Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 498                                     Ahoud, W.F.M., Inventaris van de archieven van de voormalige gemeente Ruwiel 1573-1964, Arnhem 1994, blz. 1   Allan, Francis, De stad Utrecht en hare geschiedenis voorafgegaan door eene algemeene geschied- en aardrijkskundige beschouwing over de provincie Utrecht, Amsterdam 1856, blz. 36Baron Sloet, L.A.J. W. , Oorkondenboek der graafschappen Gelre en Zutfen tot op den slag van Woeringen, 5 juni 1288. 1e deel, Den Haag 1872, blz. 103Brouwer-Verheijen, G.W., Trouwen Ter Aa 1610-1811, Hogenda website                                                     Brouwer-Verheijen, G.W., Doopboek Ter Aa 1612-1811, Hogenda website                                                   Brouwer-Verheijen, G.W., Begraven Ter Aa 1783-1812, Hogenda website  Bruin, Servaas de, Historisch en Geographisch Woordenboek, deel 1,  Leiden 1869, blz.  2               Buitelaar, A.L.P.,  De Stichtse ministerialiteit en de ontginningen in de Utrechtse Vechtstreek, Hilversum 1993, blz. 117 (953), 209 (1138), 225-226 (12e eeuw) BVGO 1929, blz. 161Cortgeen, Stichts Kronijkje Craandijk, Jacobus, Wandelingen door Nederland, Supplement, 1888 blz. 136Craandijk, Jacobus/Schipperus, P.A., Wandelingen door Nederland met pen en potlood, deel 2, Haarlem, blz. 304Diest Lorgion, Evert Jan, Kerkgeschiedenis van de Nederlanden, 1873, blz. 67Diest Lorgion, Evert Jan, Geschiedenis der Christelijke kerk in Nederland, deel I, Arnhem 1859, blz. 98Gelder, Nederlandse, blz. 80 (1543) Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Gosses, Welgeborenen, blz. 113 (1424), 135 (1527)                                                                             Grevenstuk, W.F., Het dorp Ter Aa en omgeving in vroeger eeuwen, in: Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap Niftarlake, 1947, blz. 76-86     Hermans, Taco, Middeleeuwse woontorens in Nederland:  de bouwhistorische benadering van een kasteelvorm, Band 1 Teksten, blz. 204Heussen, Hugo Franciscus van, Kerkelijke Historie en Outheden der zeven verenigde provincien, Bisschoplyke Munten, deel 6, blz. 30Hoogstraten, David van/Brouërius van Nidek, Matthaeus, Groot algemeen historisch, geographisch, genealogisch, en oordeelkundig Woordenboek...etc., 1e deel,  Amsterdam/Utrecht/Den Haag 1725, blz. 2                                                        Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 7-8Kort, Repertorium, blz. 1-4   Laan, A. van der, De Restauratie der Kerk te Ter Aa en eenige Historische Herinneringen, in: De Huisvriend, jrg 2 1900 blz 180 ev Lintelo de Geer van Jutphaas, Barthold Jacob, Een paar bladzijden uir de Utrechtse geschiedenis Manten, Arie A., Bieraccijnsen in Breukelen en omgeving in de jaren 1426-1430, in: Tijdschrift Historische Kring Breukelen, 1986/3, blz. 104-106                                               Manten Arie A., De grote huizen van Nieuwer Ter Aa in de tweede helft 17de en begin 19de eeuw, in: Tijdschrift Historische Kring Breukelen, 1992/3, blz. 162-169    Manten, Arie A.,  Breukelen en omgeving tussen 400 en 1200, Hilversum 2001, blz. 135, 228-231Mieris, Frans van, Groot Charterboek der graven van Holland, Zeeland en Heeren van Vriesland, deel 1, Leyden 1753, blz. 44             Muller Fzn, Samuel, Openbare verzamelingen der Gemeente Utrecht. Catalogus van den Topographischen Atlas der provincie Utrecht, Utrecht 1878, blz. 19Muller Fzn, Samuel, Het oudste cartularium van het Sticht Utrecht, 1892, blz. 7Muller Fzn, Samuel, Catalogus van den topographischen atlas der provincie Utrecht, Utecht 1878, nr. 771Nederlandsche Kunstbode...etc, deel 2, 1875, blz. 182Nieuwe Bijdragen voor rechtsgeleerdheid en wetgeving, deel 10, blz. 22Post, C.G., in: Verslagen en Mededelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeling Letterkunde, deel 2; 1885, blz. 329Postma, Coenraad, Holland in vroeger tijd, delen 9-10, blz. 136Res. SG  Oude Reeks deel 8 (1593-1595), blz. 6 (1593)   Rijk, J.A. de, Wandelingen door Gooi- en Eemland en omstreken, 1905, blz. XXIIIRootselaar, Rekening, p. 29 (1585-1586)Salmon, Thomas, Nederland in vroeger tijd, delen 10-11, 1965, blz. 136Smids, Ludolph, Schatkamer der Nederlandsche oudheden, etc. Amsterdam 1774, blz. 259Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 1-2Waller Zeper, S.A., Inventaris van het archief van de heerlijkheid Ter Aa (1227) 1537-1903, herzien door K. van VlietWinter, Johanna Maria van, Middeleeuwers in drievoud, hun woonplaats, verwantschap en voeding, Hilversum 2017, blz. 86Witkamp, Pieter Harme, Geschiedenis der Zeventien Nederlanden, deel 2,  1873, blz. 511Witkamp, Pieter Harme, Aardrijkskundig woordenboek van Nederland, 1877,  Tiel,  blz. 747Woertman, Dirk, Korte Notitie van 't geene gebeurt is bij occasie van 't afsterven van de heer Boudaen, Raad in de Vroedschap der stad Utrecht (...), in: BMHG 1882, blz. 265overige bronnen                                                                                                                                   Nederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; Google boeken; Google Search plaats; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ...; archieven.nl; BGN; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
Aa en HunzeGemeente in Drenthe.algemeen =Aa en Hunze wordt per 1 januari 1998 een nieuwe gemeente, gevormd uit Anloo, Gasselte, Gieten en Rolde (Stbl. 1997, 283). De grens van Aa en Hunze wordt gewijzigd ten voordele van Zuidlaren (Provinciaal blad van Drenthe 1998, 44). =Op 1 januari 2014 zijn er 25.853 inwoners op 276,09km2 land en met 2,78km2 water. Het dorp telt 35 kernen (Wikipedia)=foto van het dorp op DDB BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; DDB; DBNL; Gallica; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipediainternethttps://www.ensie.nl/miniwiki/aa-en-hunzeoverige bronnenGallica; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; metatopos
AachtOok Sint Aagt. Oude benaming voor Beverwijk.BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 9
AackingeBuurtschap bij Appelscha in de grietenij Stellingwerf. Ook Ackinga, Aekinge, Aekinga, Akinga, Aeckinge en Aeckinghe. Genoemd naar Ake of Eke.algemeen=In 1721 behorend bij het dorp Appelscha [Halma, Tooneel, blz. 2]. =in 1839 gelegen in kwartier Zevenwolden en grietenij Stellingwerf-Oosteinde  [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 9] =In 1840 deel van het dorp Appelscha. Er zijn 6 huizen met 31 inwoners. =In 1867 valt A. onder de gemeente Ooststellingwerf. De buurtschap telt nu ongeveer 15 huizen met rond 40 inwoners.BRONNEN                                                                                                                                                       geraadpleegde bronnenArchieven.nl; DBNL; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911internethttps://www.ensie.nl/betekenis/aackinge?q=AackingeliteratuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 10overige bronnenNederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; Google boeken; Google Search plaats;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
AackmarijpZie Akmarijp, EagmarypBRONNEN                                                                                                                                                      geraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 9Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 10WvhR 22 maart 1880; WvhR 14 april 1881overige bronnenNederlandsche Leeuw 1883-1932;
AadeDorp in Utrecht. Ook Oude-AadealgemeenAade valt op 11 maart 1561 binnen de grenzen van het bisdom UtrechBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Nationaal Archief; literatuuroverige bronnen                                                                                                                        Nederlandsche Leeuw 1883-1932; WvhR; Google boeken; Google Search plaats;   Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AadorpBuurtschap in Overijssel tussen Almelo en Vriezenveen aan de Aa. Ook Aa, Aabrug (1867), Aadorp (1913, 1925).algemeen=In Aadorp ligt "Erve De Kooy" en een herberg.=Na 1900 is het veengebied geleidelijkaan afgeturfd in de Binnen Woesten en Buiten Woesten. In het kader van de werkverschaffing wordt het gebied ten westen van het kanaal ontgonnen. =Sinds 3 november 1930 worden de buurtschappen De Woesten en Buitenwonen verenigd onder de naam Aadorp. Aadorp-West is het vroegere De Woesten; Adorp-Oost het vroegere Buiten Wonen=In 1953 zijn er 775 inwoners. In de Nota Noorden des Lands 1972 wordt voor de stichting van een school in Aadorp f 364.000 vermeld [TK 1972-1973, nr. 12010, ondernr. 7, blz. 6]. =tot 2001 behoort Aadorp tot de gemeente Vriezenveen [Wikipedia]=in 2001 wordt Aadorp deel van de gemeente Almelo [Wikipedia].=In 2014 deel van de gemeente Almelo, wijk 20, postcode 7611. Er zijn rond 600 huizen en circa 1500 inwoners [Wikipedia].=in 2023 zijn er 1550 inwoners [AlleCijfers.nl]belastingenfinanciën=Voor de aanleg van een sportveld in Aadorp waarvoor de gemeente Vriezenveen opdrachtgever is, worden 172 manweken geraamd [TK 1968-1969, nr. 9800 XV ondernr. 14].=In 1972 deel van de gemeente Vriezenveen. In de Nota inzake de werkgelegenheidssituatie in 1972 wordt in het Financieringsprogramma voor Overijssel genoemd "riolering en reconstructie wegen Aadorp-west f 965.000" [TK 1971-1972, nr 11711, ondernr. 3, blz. 8]. BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Gallica; GenVer; Baert, Goor; Google Search; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; SG Resolutiën 1576-1625; Wikipediainternet                                                                                                                                                http://www.geonames.org/2757818/de-aa.html https://www.ensie.nl/miniwiki/aadorpliteratuuroverige bronnenWvhR; Google Boeken; Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ....; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; 
AaftinkBuurtschap is Overijsselalgemeen=Aaftink is een deel van de gemeente HaaksbergenfinanciënBRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Baert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911internet overige bronnen                                                                                                                                  WvhR; Google Search plaats; Google Boeken; Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica.
Aagst GermondsOude benaming voor Abbekerk.BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 15
Aagte, Sint Plaats bij Cuyk. Ook Sint Agathealgemeengeestelijkheid-in 1371 kapel gebouwd door Jan van Cuyk IV  en met toestemming van de bisschop van Luik geschonken aan de Kruisheren op voorwaarde dat die daar een klooster zouden bouwen, hetgeen in 1379 geschiedde [Kok1, blz. 15]-in 1582 geplunderd en verwoest [Kok1, blz.  15]-in 1609 teruggegeven  [Kok1, blz. 15]-op 8 januari 1644 is het klooster verbeurd verklaard  en eigendom van de Prins van Oranje [Kok1, blz. 15-1]-op 14 augustus 1648 zijn de geestelijken er met geweld uitgedreven. Rond die tijd waren er 18 priesters, 11 lekebroeders en twee klerken  [Kok1, blz. 15]-later krijgen de geestelijken weer het gebruiksrecht tegen de betaling van f 2000 aan de domeinkas van de prins [Kok1, blz. 1]BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 10Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 15
Aagt, 'tStreek in de gemeente Eenrum. algemeenNa 1800 ontgonnen. Vroeger een meer.BRONNENgeraadpleegde bronnenArchieven.nl; Baert, Goor; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 10Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz 498-499overige bronnenWvhR
AagtdorpBuurtschap in Noord-Holland in het kanton Alkmaar ten noorden van Bergen en ten zuiden van Schoorl met de Aagdorperpolder. Ook Ekthorp (1226), Aagtendorp, Aaghtendorp (1726), Egchtdorp (1745), Aagdorp, Aachtdorp, Eechtrip, Elchtrip, Eechtrop (1750), Echtrop (1778), Echt Dorp (1778). Verwijst naar de heilige Agatha. Aagt betekent laag gelegen weiland.algemeen=De Egmondse annalen bevatten een oorkonde waarin abt Lubbert (1206-1226) verklaart dat hij 15 mud land in "Asmundelf" heeft verkregen van een zekere Willem van Aagtdorp en diens vrouw, in ruil voor gronden in Aagtdorp en Schoorl. =In 1226 wordt de naam Ekthorp gebruikt. =Mogelijk werd in Aagtdorp in 1345 het kasteel Poelenburg, ook wel Huis te Eechtrop, gebouwd. Het vermoeden bestaat dat op de funderingen van het middeleeuws kasteel in de zeventiende of achttiende eeuw een herenhuis werd gebouwd met dezelfde naam (www.landschapwaterland.nl). =Aagdorp behoort tot het baljuwschap van Brederode [Aa, Aard1, blz. 9-10]. "Aaghtendorp, een heeren huys en hofstede, gelegen in noord kennemerland by het dorp Schoorl en aldus in den Jaare 1726 na 't leeven getekent door den konstlievende Abraham de haan de Jonge en aan ons medegedeelt". (Atlas Schoemaker). Dit huis werd ook Poelenburg genoemd. Ook was er een huis Hazendaal. =In 1750 verhalen Wagenaar c.s.: "Tusschen Schoorl en Bergen legt nog eene andere kleine Buurt en Polder Eechtrop genoemd, mooglyk by verbaftering van 't woord Aagtendorp; in dezelve vindt men het Huis Poelenburg doorgaans 't Huis te Eechtrop geheeten. Het bestaat uit een vierkant Gebouw, van eenen Vyver omvangen; wel niet zeer oud, maar op zeer oude grondslagen herbouwd Sommigen houden dit voor het Stamhuis der Poelenburgen die uit de Brederodens gesprooten zyn. Het behoort aan den Graave van Nassau, Heere van Bergen". (Tegenwoordige Staat, deel 8, blz. 299). =In 1771 is van het huis Eechtrop vlg (Buys, Nieuw en volkomen woordenboek..., blz. 489)."niets meer overig dan den blooten Naam". =In 1776 is sprake van een jongedochter "van Aagdorp onder Schoorl". gemeente=In de 19e eeuw (1810; 1849) was Aagdorp een straat of weg in Schoorl. =Het Reglement van 12 mei 1819 (Stcrt 26 juni 1819) bevat een beschrijving van een linie van toezicht=Een Reglement inzake de douane van 1822 bevat de volgende beschrijving van een linie van toezicht: "...tot aan de scheipaal van Bergen en Schoorl, en van gezegden scheipaal, in eene regte lijn op het huis Poelenburg genaamd. Van daarin eene regte lijn op het huis van Jan Visser, vandaar op het huis van Simon Swaving, aan het oosteinde van het gehucht Aagdorp gelegen, van dit huis in eene regte lijn kruissende de Schouwbeek op den hoek van de Molenlaan en het Zeugdijkje, van dezen hoek in eene regte lijn op den weg loopende beoosten de kerk van het dorp Schoorl..." (KB 27 november 1822, Stbl. 48).  =In 1826 is Aagtdorp deel van de gemeente Schoorl (Gosselin, blz.1). =In 1839 is het deel van de gemeente Schoorl-Groet-Harger en Camp. De tot Aagdorp behorende Aagdorperpolder 189 bunders groot. De linie van toezicht loopt nog hetzelfde als in 1822 [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 9-10]=In 1840 bestaat Aagtdorp uit 19 woningen met 111 inwoners. In dat jaar is A. deel van de gemeente Schoorl [Alfabetisch, blz. 1]. =Van 1842 tot en met 1853 vormt Aagtdorp onderdeel van het 1e kanton Alkmaar van het 2e arrondissement Alkmaar. =In 1847 behoort de polder Aagtdorp tot het heemraadschap Schoorl en Groet.=In 1867 deel van de gemeente Schoorl (van Hiele). =In 1893 worden de laatste fundamenten van het huis Poelenburg opgeruimd. =In 1920 deel van Schoorl [IJzerman]=in 2001 gefuseerd met Bergen en Egmond tot de gemeente Bergen [Ensie]BRONNEN                                                                                                                                                       archieven                                                                                                                                                      Nat. Archief 3.20.09 Inventaris van het familiearchief Cousebant, nrs. 693-707geraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuur                                                                                                                                                         Buys, Nieuw en volkomen woordenboek, blz. 489 Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Muller Fz, S. De oudste goederenlijsten der abdij van Egmond, in: BMHG 1914, blz. 38-39Pijnacker Hordijk, C., Opgaven omtrent inkomsten, goederen, hoorigen, dienstmannen en rechten der abdij Egmond uit den tijd van abt Walter (7 september 1130-28 november 1161), in: BMHG 1900, blz. 184Wagenaar, Tegenwoordige Staat, deel 8, blz. 299WvhR 11 mei 1863; WvhR 24 maart 1924overige bronnen                                                                                                                    Google boeken; Google Search plaats; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica

AagtekerkeDorp in Zeeland op Walcheren bij Veere. Ook Aagtenkerk, Aaghtekerke, Aegte, Agtekerke, Agtekerken, Aachtekerk, Aagtekerk, Agathekerk, St. Aachtekerken, Aachtenkerk, Aegtenkerkalgemeen =Uit de oudheid dateert een vlietberg.  De ambachtsheerlijkheid Aagtekerke komt onder de naam Domburg buiten voor op de steenrol bewesten Schelde. =Er was een kapel, daterend uit 1325. Rond die tijd duikt de naam Aagtekerke op. =Vroeger deel van Domburgerambacht blijkens rekening van rentmeester B.W.S. over 1331-1333. =Veel schade bij het beleg van Middelburg in 1572-1574. belastingenaccijns Octrooi, door de Staten van Zeeland in 1694 verleend aan mr. Hendrik Velters, heer van Aagtekerke en Poppekerke, tot heffing van een parochie-accijns te Aagtekerke ten laste van de tappers, tot onderhoud van een molenpad.belastingdienst  Het ontvangkantoor belastingen is in 1858 in Domburg met C. Modera als ontvanger.boetes In 1500 wordt Jacob van Domburg wegens een misdrijf uit Middelburg verbannen. Hij mocht terugkeren als hij de stad 100.000 stenen voor de stadsmuur zou hebben geleverd. Hij kocht de steenboete echter af voor 15 pond Vlaamsch.controle  In 1886 onderzoekt de Algemene Rekenkamer de gemeenterekening van Aagtekerke.directe belastingen =In 1892-1893 zijn in Aagtekerke 195 personen aangeslagen in de directe belastingen, uitgezonderd het patentrecht [TK 1892-1893, nr. 57 ondernr. 12 blz 135]. =In 1892 heeft A. 5 art. 1b kiezers 2 art 1c kiezers. Eén wordt vanwege het feit dat hij bedeeld wordt van de lijst afgevoerd [TK 1892-1893, nr. 57, ondernr. 11]. grondlasten =Aagtekerke heeft aan schotbaar land 2273 gemeten 208,5 roeden, leen 111 gemeten en 152,5 roeden, gepretendeerd vrij land 13 gemeten 271 roeden, cruijsland 1 gemet 75 roeden, vroon 106 roeden, vrij land 1 gemet en 74 roeden. =In 1885 worden 60 inwoners aangeslagen in de grondbelasting voor een bedrag van f 12 en meer [TK 1886-1887, nr. 6, ondernr. 22, blz. 105]. =Van de 562 inwoners ultimo 1885 [TK 1886-1887, nr. 6, ondernr.19] zijn 60 personen voor f 12 of hoger in de grondbelasting aangeslagen [TK 1886-1887, nr. 6 ondernr. 22, blz. 108]. =In 1899 wordt de pastoor grote tiende 2e hoek verkocht aan P. Maljaars uit Aagtekerke. =Op 11 april 1898 vindt afgifte plaats van de pastoor groote tiende 2e hoek aan P. Maljaars Jzn in Aagtekerke. Nominaal kapitaal f 1800 tegen 2,5 %. =Op 2 maart 1905 wordt de Nederlandsche tiende 1ste hoek verkocht aan Stoomtram Walcheren N.V. bestaande uit een grote hoeveelheid bouwland en een huis [TK 1906-1906, nr.183, ondernr. 3, blz. 14-15].invoerheffingen =Op 25 januari 1822 ontvangt de Tweede Kamer van de heer Corré en vijf andere landbouwers uit Aagtekerke een verzoekschrift waarin wordt verzocht om een wet ter beperking van de invoer van granen [Hand TK 1821-1822, 25 januari 1822, blz. 96].naturaheffing Volgens een Recueil Militaire van 1868 biedt Aagtekerke de mogelijkheid tot huisvesting van 130 manschappen en voorts 70 paarden in de zomer en 15 in de winter.opcenten In 1856 heft A. 100 opcenten op het binnenlands gedistilleerd, 60 op het buitenlands gedistilleerd en 40 op de buitenlandse likeuren. [Bijlagen TK 1856-1857, nr. CXXI, ondernr. 7, blz. 1165]passagiegeld, e.d. Op 28 november 1803 besluiten de Staten van Zeeland op een reeds op 17 september 1801 ingediend rekest van de geoctrooieerden (mr. Martinus Johan Veth van de Perre de West-Cappelle, cum suis) van de Zandweg van Oostkapelle via Aagtekerke naar Westkapelle het octrooi voor onderhoud van de weg te prolongeren voor de periode 1 januari 1803 t/m 31 december 1827 met het recht om van de eigenaren of gebruikers van de landerijen ter weerszijden van de weg in te vorderen drie stuivers per strekkende roede en om een slagboom te plaatsen en passagiegeld in te vorderen conform het voorafgaand octrooi van 30 mei 1768; daarbij geldt dat degene die f 2 of meer betaalt aan stuivers per roede zullen zo lang het boomgeld wordt geheven zelf en met de hunnen vrij zijn van de betaling daarvan; wie minder dan f 2 betaalt aan stuivers per roede betaalt boomgeld totdat de f 2 is bereikt en landlieden die geen drie stuivers per roede betalen moeten jaarlijks aan boomgeld betalen zes schellinge en acht groten Vlaams, behalve vrachtrijders van Westkapelle, die betalen maximaal per jaar vijf schellingen; van de staten en de brede geërfden van Walcheren te vorderen een jaarlijkse contributie van 50 ponden Vlaams, en de Zandweg aan weerszijden te beplanten, zonder daardoor de weg te belemmeren of onbruikbaar te maken.Daaraan zijn nog de volgende voorwaarden verbonden: (1) de gehele opbrengst moet worden besteed aan het onderhoud van de Zandweg en aan kapitaallasten; (2) jaarlijks moet tenminste 50 ponden Vlaams worden afgelost van het geïnvesteerde kapitaal of zoveel meer als de financiële toestand toestaat; (3) eens in de twee jaar wordt rekening en verantwoording gedaan in het bijzijn van een of meer gecommitteerden uit het Statencollege en uit de Brede Geërfden; (4) de afgehoorde rekening moet worden overgebracht naar de departementale rekenkamer; (5) als tijdens de looptijd een generale directie voor straten en wegen wordt geïntroduceerd dan eindigt het octrooi, met schadevergoeding als bevonden zal worden te behoren binnen zes maanden na de dagtekening van de concessie moet die bij de departementale rekenkamer worden geregistreerd op straffe van nulliteit (Notulen 1803, blz. 604-605)personele belasting  In 1894 is A. voor de Personele Belasting een gemeente van de 7e klasse. In 1894 behoort A. tot de 7e klasse in de Personele Belasting voor de grondslagen meubilair, haardsteden en huurwaarde [TK 1894-1895, nr. 180, ondernr. 2]quotisatie In de quotisatie van 1808 van 30 mln. neemt Aagtekerke deel voor f 700.tol =Bij KB 25 september 1868, nr. 2, Bijvoegsel Stb. 1868/288 wordt aan de raad concessie verleend tot tolheffing op de Kloosterweg. =Bij KB 12 november 1871, nr. 13, Bijvoegsel Stbl. 1872/298 wordt voor drie jaren verlengd de concessie verleend aan Aagtekerke tot heffing van tol aan de daar bestaande tolboom op de Kloosterweg (Dijckmeester, Bijvoegsel, blz. 548).verzet tegen heffing Adriaan van Domburg verklaart in 1571 dat de inwoners van Buttinge, Sint Janskerke en Aagtekerke niet zullen contribueren als de steden niet het voorbeeld geven. Jacob Jansz. van Grijpskercke is algemeen ontvanger van de tiende penning op Walcheren. Eewout Louf en de schout zijn daar de ontvangers.vrijdom  =Graaf Floris V verleent rond 1297 aan het nonnenklooster vrijdom van alle lasten en beden over 700 gemeten land (Kruger, Potamo II, blz. 112). =In 1450 wordt tegen die vrijdom geprotesteerd door de dijkgraaf van de Vijf Ambachten (Kruger, Potamo II, blz. 112)bestuur  =Op 28 juli 1797 is A. Schietekatte schout van Aagtekerke. economie=De bevolking leeft vooral van de landbouw [Aa, Aard1, blz. 10]=Hoofdmiddelen van bestaan zijn de landbouw en veeteelt (Stoppelaar, Willem, blz. 137).=uit 1801  dateert de houten 6-kantige =In 1881 wordt de sluitingstijd van tapperijen, enz vastgesteld op de periode 10 uur 's avonds tot 5.00 uur 's morgens (TK 1880-1881, nr. 22, ondernr. 5). =In 1883 zijn er 3 vergunningen verstrekt voor verkoop van sterke drank in het klein. Opbrengst vergunningsrecht f 30.=in 1968 vooral landbouw en veeteelt [Baert]financiën=In 1889 leveren de plaatselijke belastingen het volgende op [TK 1889-1890, nr. 188, ondernr. 4]: vaste uitkering 4/5 deel der personele belasting f 1108; eigen directe belastingen f 618; 40 opcenten op gebouwde eigendommen f 206; 10 opcenten op ongebouwde eigendommen f 286=In 1897 is de Rijksuitkering per inwoner f 1415. =In 1899 is de Rijksuitkering per inwoner f 1108. =Op 1 januari 1907 is de belastbare opbrengst gebouwde eigendommen f 12.385. Die wordt nader herzien tot f 11.918 [Bijlagen TK 1906-1907, nr. 203, ondernr. 6]. =In 1928 is het aandeel in het Gemeentefonds f 1522. A. heft geen opcenten [TK 1928-1929, nr. 182, ondernr. 12]. =In een later stuk [TK 1928-1929, nr. 182, ondernr. 35] wordt 1 opcent vermeld met een bedrag van f 268. =Op 1 maart 1933 staat op de agenda van de TK een adhesieverklaring van de raad van Aagtekerke aan het adres van de raad van de gemeente Ambt-Hardenberg betreffende vermindering van het bedrag der belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen [Hand. TK 1932-1933, 1 maart 1933, blz. 1841].subsidies=In 1955 is uitbetaald een Rijkssubsidie van f 19.890 voor de restauratie van de Hervormde kerk [TK 1956-1957, nr. 4500 VI ondernr 14]. =In 1956 is uitbetaald een Rijkssubsidie van f 27.573 voor de restauratie van de Hervormde kerk [TK 1957-1958, nr. 4900 VI ondernr 16]. =In 1957 is f 3.042 Rijkssubsidie uitbetaald voor de restauratie van de Hervormde kerk [TK 1958-1959, nr. 5300 VI ondernr. 15]. =In 1958 is f 10.653 Rijkssubsidie uitbetaald voor de restauratie van de Hervormde kerk [TK 1959-1960, nr. 5700 VI ondernr 18]. =In 1964 wordt Aagtekerke een rijksbijdrage van f 103.200 toegekend voor reconstructie- en saneringsplannen m.b.t. de Kom [TK 1969-1970, nr. 10300 XI ondernr. 3]. =In 1972 is het exploitatietekort op het projekt Kom Aagtekerke f 115.000. Een tiende deel daarvan zal voor rekening van de gemeente komen [TK 1971-1972, nr. 11634, ondernr. 3]geestelijkheid=In juni 1271 bevestigt de elect Jan in een oorkonde de O.L. Vrouwe Abdij in Middelburg in al haar bezittingen en voorrechten. Aagtekerke komt daarin voor met de naam "Dumburgh infra castellum". =Floris V stichtte in 1297 een cisterciënzer nonnenklooster in Waterlooswerve (Noortdijke) ten zuidoosten van Aagtekerke [Aa, Aard1, blz. 10=Graaf Floris V verleent rond 1297 aan het nonnenklooster vrijdom van alle lasten en beden over 700 gemeten land (Kruger, Potamo II, blz. 112). =In 1327 wordt een Doedijn genoemd die kapelaan is in "atrio sanctae Agathae". De kerk wordt reeds in 1327 vermeld. =In 1450 wordt tegen die vrijdom geprotesteerd door de dijkgraaf van de Vijf Ambachten (Kruger, Potamo II, blz. 112). =Uit een stuk van 1459 blijkt dat Theodericus Pollart, kanunnik van Koudewater, door den aartsbisschop van Keulen gemachtigd tot de inzameling van hetgeen de geestelijken van het bisdom Utrecht moeten opbrengen ten behoeve van wijlen Walraven van Meurs, erkent van den pastoor van Aagtekerke 6 Rijnsguldens ontvangen te hebben [BGN 1901, blz. 384]. Daarbij wordt, gelijk uitdrukkelijk wordt gezegd, de waarde d. w. z . het jaarlijksch inkomen der pastoorsplaats gesteld op 90 Rijnsguldens. De tiende bedraagt hier dus 1/15 van het jaarlijksch inkomen [BMHG 1901, blz. 365, 384]. =Over het beroepen van een predikant stemt de ambachtsheer mee (Aa, Aard I, blz. 10)gemeenteburgemeester1806-1812  Pieter Janse Maljaars, in 1813 waarnemer1812-1831  Laurens Verhage1831-1853  Klaas Maljaars1853-1878  Jan de Visser1878-1903  Jan Peper1903-1926  Johannes de Visser 1926-1954  Jan Bosselaar; vanaf mei 1953 waarnemer1954-1962  Jacob Geuze; vanaf 1961 waarnemend1962-1966  Jakob Melse; waarnemendindeling  =Bij decreet van 8 november 1810, nr. 6106 wordt Aagtekerke ingedeeld in het kanton Veere [Forfelier, blz. 137; Bulletin, blz. 471]. =In 1826 behoort de gemeente A. tot het district Middelburg. Het is een zelfstandige gemeente =In 1829 en in 1846 wordt door Gedeputeerde Staten gepoogd Aagtekerke en Domburg te verenigen. Het verzet is te groot (Kesteloo, Wandelingen, blz. 92). =In 1851 aan belastbaar land 837 bunder, 2 roeden en  60 ellen [Aa, Aard13, blz. 499]=In 1867 valt A. onder de gemeente Aagtekerke (van Hiele).=Op 5 april 1900 wordt Aagtekerke een zelfstandige gemeente [Wikipedia]=Op 19 oktober 1965 is in de TK aan de orde wetsontwerp 6950 inzake Gemeentelijke herindeling van Walcheren en van het tot Zuid-Beveland behorende gedeelte van het Zuid-Sloe [Hand. TK 1965-1966, 19 oktober 1965, blz. 307-344]. Het wetsontwerp wordt op 19 oktober 1965 zonder hoofdelijke stemming aangenomen. =Tot 1 juli 1966 is het een zelfstandige gemeente [gemeentegeschiedenis] =Per 1 juli 1966 wordt de gemeente opgeheven. Aagtekerke wordt onderdeel van de gemeente Mariekerke [wikipedia; Baert; gemeentegeschiedenis]=In 1997 wordt A. onderdeel van de gemeente Veere. =In 2014 is A. deel van de gemeente Veere, postcode 4363 [metatopos]. inwoneraantal=1796   277 (Covens, Alphabetische, blz. 1).  =1824   357 =1825   345 (I.v.B., Nieuwe, blz. 1).  =1826   345 (Gosselin, blz. 1).  =1830   336  =1836   340 =1839  340 inwoners in 56 huizen in de gemeente [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 10] Aard1, blz. 10). =1840  380 inwoners in 56 huizen; er kunnen 106 militairen worden ingekwartierd en 43 paarden. =1841   355. =1847  360. =1850  422 (Hand TK 1849-1850, 24 juli 1850, blz. 2).=1852  424 (Stoppelaar, Willem, blz. 137; Krüger, Potamo II, blz. 111). =1855  433 inwoners en 20 kiezers. =1862  413. =1863  401 (Stoppelaar, Willem, blz. 137). =1864  390 en 16 kiezers (TK 1863-1864, nr. LXIX, ondernr. 5).  =1868  440 waaronder 19 kiezers. =1870  455  =1871  471  =1873  471 (Heringa, Aardrijkskundig, blz. 75). =1874  490 inwoners en 27 kiezers. =1874  499 inwoners en 27 kiezers (TK 1874-1875, nr. 113, ondernrs. 5 en 10). =1875  517 inwoners en 33 kiezers. =1876  516 inwoners en 33 kiezers (TK 1877-1878, nr. 83, ondernr. 4). =1882  542 inwoners en 43 kiezers [TK 1882-1883, nr. 92, ondernr. 5]. =1883  545 inwoners en 33 kiezers. =1884  567 inwoners en 32 kiezers (TK 1884-1885, nr. 1 13, ondernr. 7)=1885  562 [TK 1886-1887, nr. 6, ondernr.19]=1889  585 (TK 1892-1893, nr. 57, ondernrs. 6 en 12).=1890  299 mannelijke bewoners (TK 1892-1893, nr. 89, ondernr. 22)=1896  600 inwoners en rond de 100 kiezers (TK 1897-1898, nr. 117, ondernr. 2).=1898  632 inwoners en 97 kiezers (TK 1899-1900, nr. 79, ondernr. 2). =1913  717 inwoners. =1928  763 inwoners  [Bijvoegsel Ned. Stcrt. 30 januari 1933, nr. 21, blz. 1]=1930  759 inwoners (TK 1930-1931, nr 2 X, ondernr. 11, blz. 35)=1936  741 inwoners; mannen 375, vrouwen 366; 844 hectare [CBS, Bevolking 1936, blz. 19; Lijst KNAG]=1962  741 inwoners [TK 1962-1963, nr. 6950, ondernr. 3, blz. 19]=1963  722 inwoners [CBS].=1966  800 inwoners=1968  850 inwoners [Baert, Goor, blz. 9]=2010  1479 [Wikipedia]=2023  1465 [Wikipedia]omvang=In 1851 omvat de gemeente 837 bunder, 2 roeden en 60 ellen belastbaar land. =De oppervlakte van Aagtekerke is in 1913 844 hectare (IJzerman). =In 1925 is Aagtekerke 767 hectare groot [Oosthoek deel I, blz. 4]. =In 1962 is A. 8.44 km2 groot [TK 1962-1963, nr. 6950, ondernr. 3, blz. 19].heerlijkheid=In 1513 is Jacob van Domburg (1473-1553) heer van Aagtekerke, Sint Janskerke, Oostrum, Spraelandt, Domburg buiten en Buttingen. Aagtekerke behoort hem vrijwel geheel toe (1430 gemeten in 1535). [NNBW deel 8, blz. 405] Hij is ridder van Jeruzalem en is in 1515 burgemeester van Middelburg. Hij voert zijn taak op zodanige wijze uit dat hij uiteindelijk niet langer kan worden gehandhaafd. Hij duikt rond 1525 op in Gelderland waar hij stadhouder en rentmeester van Karel van Gelre wordt (1531). Hij overlijdt in 1553. De heerlijkheid komt in handen van dochter Maria van Domburg, gehuwd met Johan van Eyll (1485-1545). =Hun zoon Jacob van Eyll volgt op. Jacob overlijdt kinderloos in 1592. =Zijn tweede vrouw, Helena Turck volgt hem op. Ze woont in Huis Te Werve in Rijswijk. =Ze laat de heerlijkheid in 1607 na aan haar neef Augustijn Turck (1550-1629) =Jan Lambrechtsen Coolen [1554-1619] is heer van Aagtekerke [NNBW deel 7 blz. 320]=Hij laat na aan zijn zonen Jacob  Turck(1570-1629), Nicolaas (1597-.....), Steven (1600-.....) en Herman Turck (1602-...). =Op 18 oktober 1629 wordt de heerlijkheid verkocht aan Jacob Porrenaer in twee partijen, ieder groot 405 gemeten 193 roeden en 9 voet. Zijn dochter is Isabella Porrenaer. Ze trouwt met Hendrik Thibaut, een zoon van de in 1602 overleden Henric Thibaut, stamvader van de Thibauts, en koopman in Ieperen (Nagtglas, Grafschriften, blz. 223; Hendrik Dale, Bijdragen, deel 3-4, blz. 223). =In de NH kerk is een in 1669 door Rombout Verhulst gemaakt wit marmeren grafmonument van Hendrik Thibaut (1604-1667)=Hendrik Thibaut [1604-1667] is via zijn derde echtgenote ambachtsheer van Aagtekerke, burgemeester van Middelburg, sinds 1654 rentmeester-generaal van Zeeland Bewesten Schelde en bewindhebber van de VOC, zijn echtgenote Isabella Porrenaer (...-1667) en hun dochter Jacoba Thibaut (...-1669) [Wikipedia]. De heerlijkheid is groot 608 gemeten, 140 roeden, 7,5 voeten. =De zoon van Hendrik is Johan Thibaut (1634-1670), heer van Aagtekerke en -sinds 1664- griffier van de Rekenkamer van Zeeland.. Akte van verbetering uit 1664 van een kwaad in een goed leen van 13 gemet 163 roede 4 voet leenland in Aagtekerke, ten behoeve van ridder mr. Henrick Thibaut [BMHG 1934, blz. 198]=De heerlijkheid gaat op.....voor 3/4 over op Isabella Porrenaer, op haar nicht de dochter van Jacobs' zoon Henri Porrenaer en op een tante één van de dochters van Jan Lambrechtsen Coolen. Voor 1/4 op Jacomina de Waert en een andere tante, te weten een dochter van J.L. Coolen. =Het 3/4 deel van de heerlijkheid komt op 12 april 1668 in handen van Johanna Thibaut, gehuwd met Frederik Huyssen. Het 1/4 deel, groot 202 gemeten, 246 roeden, 10,5 voeten, gaat na het overlijden van Jacomina voor de helft naar dochter Maria Reigersberg, gehuwd met Willem, baron van Liere, heer van beide Katwijken. =Op 22 augustus 1669 is de heerlijkheid deels (3/4) eigendom van Johan Huyssen. Het kwart gaat voor de helft (1/8) over op Willem van Liere op 22 maart 1675. De andere helft (1/8) gaat op 25 september 1675 naar zoon Jacob Reijersberg. =Op 18 november 1676 koopt Francois Velters 3/4 van de heerlijkheid. Hij is getrouwd met Henriette Thibaut, een dochter van Hendrik en Isabella. Akte van belening uit 1676 van Franchois Velters met 101 gemet 123 roede 5 voet 3 duim ambacht in Aagtekerke, afkomstig van jhr. Willem van Leyere, heer van de beide Katwijken. Akte van belening uit 1676 van Franchoys Velters met 101 gemet 123 roede 5 voet 3 duim ambacht in Aagtekerke, afkomstig van jhr. Johan van Reygersberge, heer van Kouwerve en Krabbendijke. =Akte van belening uit 1679 van François Velters met 1207 gemet 213 roede 1 voet 6 duim ambacht in Aagtekerke en Domburgambacht buiten, afkomstig van jhr. Johan Huyssen Fredrickszoon .Francois koopt op 30 mei 1679 het ontbrekende deel van de heerlijkheid van Johan Huyssen (1/4). =Op 22 mei 1680 verwerft Hendrik Velters  [....-1732] de heerlijkheid. =Octrooi, door de Staten van Zeeland in 1694 verleend aan mr. Hendrik Velters, heer van Aagtekerke en Poppekerke, tot heffing van een parochie-accijns te Aagtekerke ten laste van de tappers, tot onderhoud van een molenpad. =Dagvaarding in 1699 van burgemeesters en schepenen van Veere door de Hoge Raad namens mr. Hendrik Velters, heer van Aagtekerke, rekenmeester van Zeeland wegens Middelburg, in cas van maintenue in het recht van voorzitting in het Collegium qualificatum van Aagtekerke. =Hendrik laat de heerlijkheid op 30 december 1732 na aan Johan Willem Thibaut, heer van Aagtekerke, schepen en raad van de stad Middelburg en bewindhebber van de WIC [AaBio2.1, blz. 689] =Akte van belening uit 1732 van mr. Johan Willem Thibaut met 811 gemet 87 roede 6 voet ambacht bij den breede in Aagtekerke, afkomstig van Hendrik Velters. =Akte van belening van Johan Willem Thibaut in 1733 met 399 gemet 72 roede 6 voet ambacht in Domburg-ambacht buitenkwartier, afkomstig van Elisabeth Clara Buyzero. =Octrooi uit 1737, door de Staten van Zeeland verleend aan mr. Johan Willem Thibaut, heer van Aagtekerke, om bij testament te beschikken over de lenen, door hem gehouden van de grafelijkheid van Zeeland. =Akte van belening uit 1743 van Johan Wilhem Thibaut met 205 gemet 157 roede 1 voet 6 duim ambacht in Domburg, afkomstig van mr. Johannes van de Wijnperse. =Aanstelling in 1753 van mr. Johan Willem Thibaut, heer van Aagtekerke, tot leenman van Zeeland Bewesten Schelde [Kok1, blz. 9]=Akte van belening van 19 februari 1760 van jhr. Willem Thibaut, geboren 11 september 1732, met 1416 gemet 17 roede 1 voet 6 duim ambacht in Aagtekerke en Domburg-ambacht-buiten, afkomstig van mr. Johan Willem Thibaut. =Willem Thibaut trouwt (1) op 7 juli 1762 met Barbara Adriana van de Perre, bij wie hij drie kinderen heeft. =Octrooi uit 1763, door de Staten van Zeeland verleend aan mr. Willem Thibaut, heer van van Aagtekerke, om bij testament te beschikken over de leenen, door hem gehouden van de grafelijkheid van Zeeland. =Willem trouwt (2) op 17 juli 1770 met Maria Magdalena van Hoorn, met wie hij geen kinderen krijgt. [Epen, Geslacht, blz. 32] =Willem trouwt (3) op 3 september 1775 met jonkvr Cornelia Willemina van Hoorn, met wie hij twee zoons en twee dochters krijgt [Epen, Geslacht, blz. 32] =Op 7 juli 1790 overlijdt in Middelburg mr. Willem Thibaut, heer van Aagtekerke, schepen en Raad van de stad Middelburg, bewindhebber der West-Indische Maatschappij, secretaris bij het Edel Mogende Collegie te Admiraliteit in Zeeland, kiesheer van Middelburg, voorzitter van het Collegie der 24 Commissarissen uit de Gelanden des Eilands van Walcheren, eigenaar van de buitenplaats 't Huis ten Duine. =Octrooi uit 1790 door de Staten-Generaal verleend aan Willem Thibaut d'Aagtekerke, secretaris van het College ter admiraliteit in Zeeland, om bij testament te mogen beschikken over zijn goederen. =Akte van belening van 13 oktober 1790 van Johan Willem Thibaut [1776-1815] met 1416 gemet 17 roede 1 voet 6 duim ambacht in Aagtekerke en Domburg-ambacht-buiten, hem aangekomen door het overlijden van zijn vader Wilhelm Thibaut d'Aagtekerke [Adel1925, blz. 219]=Concept-opgave in 1795 van de inkomsten van de heerlijkheid Aagtekerke, ingevolge de publicatie van de provisioneele Representanten van het volk van Zeeland. =De heerlijkheid gaat in 1839 over op Willems dochter Wilhelmina Cornelia Jacoba Thibaut, gravin van Limburg Stirum [Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 10]=In 1844 is F. G. Graaf van Limburg Stirum via zijn echtgenote de ambachtsheer [Aa, Aard13, blz. 499]=De dochter van Wilhelmina, Maria Albertine Otteline van Limburg Stirum, is in 1866 eigenaresse van de heerlijkheid. =In 1890 rusten heerlijke jachtrechten op 837 hectare in A (TK 1890-1891, nr. 189 ondernr. 3). onderwijs=Op 1 januari 1882 zijn er nog 40 leerlingen op de O.L.S. [TK 1884-1885, nr. 79 ondernr. 26] =In september 1882 wordt het hoofd van de O.L.S. ziek. De school is wegens ziekte van het hoofd tot november gesloten. Van november 1882 tot 1 juli 1883 is er een tijdelijke vervanger. Het hoofd overlijdt op 22 maart 1883. Op 17 juli 1883 besluit de raad van de Gemeente A. dat de o.l.s. wegens een te gering aantal leerlingen (34) wordt opgeheven.  G.S. onthouden goedkeuring aan dat Besluit. Het beroep op de Koning slaagt niet omdat niet blijkt, dat aan openbaar lager onderwijs geen behoefte bestaat [TK 1884-1885, nr. 79, ondernr. 2]. =Op 1 januari 1888 zijn er 20 kinderen die lager onderwijs volgen. De Rijksvergoeding is f 250. =Op 1 januari 1889 volgen van de 100 kinderen 11,24 geen lager onderwijs [TK 1889-1890, nr. 104, ondernr. 32, blz. 449]. =Op 15 januari 1900 zijn er 106 leerlingen. Het hoofd is G.E. Overweg. Vermoedelijk uit te geven f 300 voor hoofd en f 200 voor onderwijzer [TK 1900-1901, nr. V 2, ondernr. 2]. =De Vereeniging Diaconieschool heeft op 15 januari 1902 81 leerlingen. In 1901 is f 314,40 schoolgeld geheven. Het hoofd is G.E. Overweg. =In 1903 wordt op de school van de Vereniging Diaconieschool, Dorp 66, f 313,20 schoolgeld geheven. Er zijn 85 leerlingen. Het hoofd Gerardus Egbertus Overweg verdient f 360 per jaar, een onderwijzer voor f 260 en één voor f 200; de klaslokalen kosten f 65,50, tesamen f 945,50. Uitgekeerd in 1901 f 400 [TK 1904-1905, nr. 2 V ondernr. 2; TK 1902-1903 nr. 2 V, ondernr. 2]. =Op de O.L.S. zijn 9 leerlingen. Het hoofd verdient f 950 [TK 1904-1905, nr. 155 ondernr. 2]. =De raad besluit bij Besl. 10 oktober 1904, nr. 30 tot sluiting van de openbare school op 31 december 1904. Goedgekeurd door GS Zeeland 18/21 november 1904, nr. 24. =Bij KB 28 december 1904, Stb 1904,266 worden de besluiten geschorst tot 1 mei 1905. =In 1904 uitgekeerd voor onderwijs f 685,50; aan schoolgeld is geheven f 317,70 (TK 1905-1906, nr. 2 V, ondernr 2). In januari 1905 87 leerlingen; hoofd plus onderwijzer, totale kosten f 685,50  (TK 1905-1906, nr. 2 V, ondernr 2). =Vanaf 1 mei 1905 ontvangt J. van den Ende (50 jaar), hoofd O.L.S. in Aagtekerke, f 475 wachtgeld tot 1 juni 1920 (TK 1905-1906, nr 2 V ondernr. 9; TK 1906-1907 nr. 2 V ondernr. 9; TK 1908-1909 nr. 2 V ondernr. 10; TK 1910-1911, nr. 2 V, ondernr. 10; TK 1911-1912, nr. 2 V, ondernr. 5; TK 1912-1913 nr 2 V ondernr. 10; TK 1913-1914 nr. 2 V ondernr. 10; TK 1914-1915 nr. 2 V ondernr. 10; TK 1916-1917 nr. 2 V ondernr. 10; TK 1917-1918, nr. 2 V ondernr. 10; TK 1918-1919, nr. 2 V, ondernr. 10; TK 1919-1920 nr. 2 V A ondernr. 16). =In 1907 verdient het hoofd f 950 de onderwijzer f 750 (TK 1907-1908, nr. 2 V, ondernr. 2). =In 1912 wordt op de school van de Vereniging Diaconieschool f 377,75 schoolgeld geheven. =In 1914 zijn er 125 leerlingen op de school van de Vereniging Diaconieschool. Hoofd is G.E. Overweg. Hij verdient f 1050. De andere onderwijzers samen f 1700. =In het Onderwijsverslag 1926-1927 wordt vermeld dat in A. geen OLS is omdat er geen behoefte aan is, de ouders verlangen bijzonder onderwijs (TK 1929-1930, nr. 121, ondernr. 2)onroerend goed= de buitenplaats Waterlooswerve was vroeger een bekend klooster onder Aagtekerke [NNBW deel 3, blz. =Schepenakte van Middelburg van 2 september 1638 over transport van twee stukken zaailand in Aagtekerk in Jan Pier Geersen blok door Elisabeth Coppier van Culenburch weduwe van mr Anthony Duijck, raadspensionaris van Holland, aan Johanna Colle weduwe van mr Job Porrenaer te Vlissingen. =Op 19 april 1821 wordt verkocht  6 gemeten 30 roeden zaailand voor f 261 per gemet.  =In 1851 bezit de gemeente 837 bunder, 2 roeden en 60 ellen belastbaar land. =Op 21 april 1877 wordt de Gasthuistiend, 2e hoek, in Middelburg verkocht aan J. Maljaars Jzn. in Aagtekerke, inschrijving f 8100 2,5%.politiek=In 1953 bestaat de gemeenteraad uit 7 leden, 3 S.G.P., 2 C.H.U, 1 A.R.P., 1 partijloos. Ondanks de oproep van Van Dis [Hand. TK 1955-1956, 24 november 1956, blz. 2273] om bij burgemeestersbenoemingen meer rekening te houden met de politieke verhoudingen is niet een SGP burgemeester benoemd, terwijl er z.i. drie geschikte kandidaten waren. sociale voorzieningen=In 1861 wordt in A. een armbestuur opgericht en een armbestuur opgeheven (TK 1862-1863, nr. LXVI, blz. 1665). In 1875 klaagt de diakonie van de Hervormde Gemeente van Grijpskerke bij de CdK over de verplaatsing van een behoeftig gezin uit Aagtekerke naar Grijpskerke. Na een ingesteld onderzoek volgt een terechtwijzing [TK 1877-1878, nr. 122, ondernr. 2, blz. 7]. In 1897 speelt opnieuw een woonplaatskwestie voor de Armenwet. =S. Bosschaart, als dienstbode inwonend in bij J. de Klerk te Oostkapelle wordt op 25 Mei 1897 wegens ziekte uit haar dienst ontslagen en door haar broeder Jacobus Bosschaart, arbeider in Aagtekerke , naar zijn huis meegenomen, waarna  zij op 1 Juni 1897 naar het krankzinnigengesticht Bloemendaal te Loosduinen is overgebracht om daar te worden verpleegd. Zowel B&W van Oostkapelle, als die van Aagtekerke menen dat zij niet de woonplaats van deze krankzinnige zijn. G.S. wijzen Oostkapelle aan. In KB 1 december 1897, nr. 32 wordt overwogen dat de verschijnselen van krankzinnigheid zich by S. Bosschaart, reeds hebben geopenbaard, toen zij bij J. de Klerk in Oostkapelle als dienstbode inwoonde. Uit het op 21 Juli 1897 aan de burgemeester van Oostkapelle gerichte schrijven van den geneesheer J. H. Zilver Rupe aldaar blijkt, hoe in de 8 dagen, gedurende welke door hem als patiënte ten huize van J. de Klerk werd behandeld, "bij haar meer en meer verschijnselen van hersen-irritatie op den voorgrond zijn getreden", en hij haar reeds toen wel enigszins abnormaal in het hoofd achtte, al werd het door hem niet noodig geoordeeld om patiënte naar een gesticht te doen overbrengen. Reeds twee dagen nadat Sentina Bosschaart naar de woning van haar broer was overgebracht, bleek zij niet meer enkel verward in het hoofd te zijn, doch woest en geneigd tot handtastelijkheden, wanneer zij niet aanstonds haar zin kreeg, weshalve arts Duyvis het toen geraden heeft geoordeeld haar naar een krankzinnigengesticht over te brengen. Voor de kantonrechter te Middelburg heeft deze arts onder ede de verklaring afgelegd dat hij tot de overtuiging is gekomen, dat S. Bosschaart, reeds in Oostkappelle in staat van krankzinnigheid heeft verkeerd. Nu Sentina krankzinnig is geworden, terwijl zij als inwonende meerderjarige dienstbode, volgens het bepaalde in art. 79 Burgerlijk Wetboek, te Oostkapelle haar woonplaats had, wordt deze woonplaats als woonplaats voor de Armenwet aangewezen.=In 1904 zijn in Aagtekerke drie besturen voor huiszittende armen (TK 1906-1907, nr. 125 ondernr. 3). In 1910 voorzien kerkelijke en particuliere liefdadigheid in Aagtekerke "op zoodanige wijze in de behoeften, dat niet bedeeld behoefde te worden door de gemeente of door het burgerlijk armbestuur" (TK 1911-1912, nr. 250, ondernr. 4). Een burgerlijk armbestuur bestaat in A. niet (TK 1912-1913, nr. 276, ondernr. 4). In 1915 wordt in Aagtekerke regeringsbrood gedistribueerd. De meelprijzen voor en na 14 juli zijn f 9.80 (TK 1915-1916, nr. 55, ondernr. 3). In 1936 wordt de Rijkssteunregeling in Aagtekerke niet toegepast en er bestaat geen gesubsidieerde werkverschaffing (TK 1935-1936, nr. 2 XII nr. 8, blz. 30)varia=Op vrijdag 23 mei 1861 verlaat koning Willem III om 8.00 uur Middelburg. Hij neemt de weg over Grijpskerke en Aagtekerke naar Westkapelle om daar een bezoek af te leggen en de zeedijk te bekijken. In A. wordt de koning door het bestuur verwelkomd. "Eene veelkleurige eerepoort wees er de plaats aan, tot Zijne ontvangst bestemd". Hij schudt de hand van de burgemeester en de dominee en zet vervolgens onder luid gejubel van de bevolking en begeleid door zeventien plaatselijke ruiters koers naar Westkappel. =In 1887 is er in Aagtekerke geen arts en geen vroedvrouw (TK 1886-1887 nr. 2 V, ondernr. 14). =In 1894 zijn 2 inwoners lotelingen bij de landmilitie. Ze kunnen beide lezen en schrijven (Bijlagen TK 1894-1895, nr. 119, ondernr. 34 blz. 151). =In 1969 wordt het Nederlanderschap verleend aan de in Aagtekerke geboren Cornelia Vos, geboren op 21 december 1918. Ze is gezinshulp, woont in Bergen op Zoom en is getrouwd met Peter Mac Leod. =In 1978 wordt het Nederlanderschap verleend aan de in Aagtekerke wonende Anarkalli Marjana Bimmel geboren op 1 januari 1960 in Domburg.  waterstaatIn 1809 brengen collectes n.a.v. dijkdoorbraken in A. f 70.9.10 op. In 1825 is sprake van een watersnood. Bij een algemene collecte brengt het dorp f 112,79 opBRONNEN geraadpleegde bronnenAa, Bio; Baert, Goor; BMHGalle; Gemeentegeschiedenis; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuur                                                                                                               Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz 498-499                                                                              ARA 1919, p. 29 (Rep.)  Baert, A.G.C., Van Goor's Aardrijkskundig Woordenboek van Nederland, 3e druk Den Haag/Brussel 1968, blz. 9                               Broeksma, F.A., De veldnamen van Aagtekerke, Domburg, Meliskerke, Oostkapelle, Westkapelle, Heemkundige Kring Walcheren, Middelburg 1997                                                                             Bulletin des lois de l'Empire francais. 4e série, tome treizième, nrs 299 à 341, Paris  1811, blz.        Covens, Cornelis,Alphabetische Naamlyst van alle de steden, dorpen en gehuchten binnen de Bataafsche Republike gelegen, etc, Amsterdam 1799, blz. 1Davidse, P., Aagtekerke in vroeger tijden, Deboektant Oostvoorne 1997                                                 Davidse, P./Wel, Arend van der, Mariekerke van 1900 tot nu: kijk op honderd jaar Aagtekerke, Grijpskerke en Meliskerke, Van Geyt Productions 1994                                                                             Dijckmeester, H.J., Bijvoegsel tot het Staatsblad van het Koningrijk der Nederlanden 1871, Gorinchem 1872, blz. 548                     Engelvaart, J.J., Mariekerke in oude ansichten: waarin afbeeldingen van Aagtekerke, Buttinge, Grijpskerke, Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Hogelande. Klein Mariekerke, Meliskerke, Poppendamme en Sint Jan ten Heere, Europese Bibliotheek Zaltbommel 2009 (kopie van 1974)             Flipse, Bram, Philipse, Flipse, Philips: een geslacht van de Zeeuwse eilanden, afkomstig uit Walcheren, Aagtekerke, Serooskerke, vanaf ca 1650, genealogie, Vlissingen 1996Forfelier, Jules, Encyclopédie des lois: dictionnaire général annoté des lois, décrets, ordonnances et règlements depuis 1788 jusques et y compris la session de 1837, avec suite à partir de 1838. Tome 1,Partie 1, Volume 1 / par Jules Forfelier,... ; précédée d'une introduction par M. Teste... - 1837-1839, blz. 137     Fossen, H., Domburg, Aagtekerke: bevolking 1811, Ned. Genealogische Vereniging-Afd. Zeeland, Kapelle 1993                           Fruin, R., Servitia, tienden en exemtiegelden, opgebracht door de O.L. Vrouwen-Abdij te Middelburg, in: BMHG 1901, blz. 365, 384Gemeenteraad Aagtekerke, Besluit en verordening omtrent de plaatselijke belasting op het gedestilleerd en de likeuren 1859 Gemeenteraad Aagtekerke, Besluit en verordening omtrent de plaatselijke belasting op het gedestilleerd en de likeuren 1863 Gemeente Aagtekerke, Verordening op de heffing en invordering van den hoofdelijken omslag in de gemeente Aagtekerke 1901                 Heringa, S. Gille, Aardrijkskundig Handwoordenboek van Nederland, derde druk, Utrecht 1874, blz. 75 I.v.B., J.W. van, Nieuwe Alphabetische Naamlijst van al de steden, dorpen en der meeste gehuchten of buurtschappen, Maastricht 1825, blz.   Kesteloo, H.M., Aagtekerke. Altorffer Middelburg 1893Kesteloo, H.M., Wandelingen door de voormalige smalstad Domburg, Middelburg 1871, blz. 92  Kramer-Vreugdenhil, Jacoba, Eilandbewoners: bezetting en inundatie in drie Walcherse dorpen: Aagtekerke, Grijpskerke, Meliskerke (1915-1950), ADZ Vlissingen 2001   Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 9Krüger, Joannes Baptista, Potamo-chorographie of Naauwkeurige navorschingen over de Schelde, etc, deel 2, Bergen op Zoom 1854, blz. 111-113                                                                               Meerkamp van Embden, A./Mulder, Abr., Beschrijving van een verzameling stukken meerendeels afkomstig van ambachtsheeren van Aagtekerke, 1916                                                     Nagtglas, F., Grafschriften in de Koorkerk te Middelburg, in: Janssen, H.Q./Dale, J.H. van, Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis inzonderheid van Zeeuwsch-Vlaanderen, deel 4, Middelburg 1859, blz. 223                                                                         Notulen van het departementaal bestuur van Zeeland beginnende met den 2 July 1803, Delpher Boeken, blz. 604-605               Renesse, Theodore de, Dictionnaire des Figures Héraldiques, tome V, Bruxelles 1900, blz. 472; tome VI, Bruxelles 1902, blz. 80, 438 Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 490 (1540)       Stoppelaar, J.H. de, Jacob van Domburg, ridder, heer van Aagtekerke, van de Werve enz. Een burgemeester uit den ouden tijd 1870               Stoppelaar, mr. J.H. de, Willem III in Zeeland, Middelburg 1863, blz. 137   Stoppelenburg, H.M., Uit de dagen van ouds: de geschiedenis van de Gereformeerde Gemeente te Sint-Jan ten Heere-Aagtekerke en van de gereformeerde gemeenten op Walcheren, Den Hollander Aagtekerke 1976                                                       Veldhuis, N., Inventaris van het archief van de hervormde gemeente te Aagtekerke 1624-1950, Rijksarchief in Zeeland 1992         Verhage, J.C., Akten van transporten en plechten van Aagtekerke 1668-1675, Rijksarchief in Zeeland 1995                                          Verhage, J.C., Register van transporten en plechten van Aagtekerke 1676-1691, Rijksarchief in Zeeland 1991                                         Verhage, J.C., Rechterlijk archief Zeeland - eilanden: gerecht Aagtekerke, 2e helft (23 mei 1691 t/m 2 mei 1729), Rijksarchief in Zeeland 1993 Verhage, J.C., Akten van transporten en plechten van Aagtekerke 2 mei 1729 - 5 november 1749, Rijksarchief in Zeeland 1994     Vernhout, J.H. Kasteelen en buitenplaatsen op Walcheren I: Aagtekerke en Biggekerke, 1950Winkelen, C. van, Aagtekerke in oude ansichten, Europese Bibliotheek Zaltbommel 2008WvhR 22 april 1852; WvhR 4 augustus 1856; WvhR 22 juni 1857; WvhR 3 juli 1862; WvhR 13 augustus 1863; WvhR 14 februari 1870; WvhR 8 januari 1872; WvhR 28 maart 1876; WvhR 3 mei 1877; WvhR 9 december 1880; WvhR 11 december 1891; WvhR 21 mei 1900; WvhR 18 jul 1900; WvhR 30 januari 1901; WvhR 27 november 1901; WvhR 15 oktober 1932 WvhR 15 december 1932; WvhR 28 oktober 1933; WvhR 16 november 1938.overige bronnen                                                                                                                    Google boeken; Google Search plaats; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica

Aagtekerke

AagtemanDorpje onder Harreveld, gemeente Lichtenvoorde.BRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911overige bronnenWvhR
Aagtendijk, SintOok Sint Aagtenweg, Aaghtendijkalgemeen=Reeds in de 13e eeuw bestaat de dijk als waterkering van de Wijkermeer. Door Floris V aangelegd. De Sint Aagtendijk strekt zich uit van de Hoflanderweg bij Beverwijk tot aan de Assendelver Zeedijk. Hij is met die dijk doorlopend op iedere 50 Hondsbossche roeden van stenen nummerpalen voorzien. De lengte van de dijk is 1650 roeden d.i. rond 5570 meter [Pabon]. =Over de rol van dijkgraaf en heemraden in de periode 1641-1659 [de Jonge]. =In 1851 heeft de dijk een lengte van 7 Ned. ellen [Aa, Aard13, blz. 499]belastingenVoor dijkgeld, molengeld, sluisgeld en schutgeld, zie onder Waterstaatfinanciën=De lasten van de dijk worden gedragen door de dorpen Heemskerk, Uitgeest, Wijk aan Duin, Castricum, Bakkum en Limmen en door de Damheren [Aa, Aard13, blz. 499]waterstaat=Doorbraken in 1623, 1628, 1633, 1651 en 1663 [Aa, Aard1. blz. 407; Aa, Aard13, blz. 499]=In 1675 breekt de dijk door, een groot deel van Waterland loopt onder water [Aa, Aard 1, blz. 11].=In 1717 op drie plaatsen een doorbraak [Aa, Aard13, blz. 499]=Het heemraadschap van St. Aagtendijk is bij resolutie van de Heren Staten van Holland en West-Friesland van 23 juni 1719 opgericht. De dijk wordt van een verstoelde dijk een gemene dijk, beheerd door zeven heemraden. Het heemraadschap is bevoegd tot  het maken van keuren, ordonnanties en reglementen, tot welstand en behoud van de dijk. Ze worden nader geauthoriseerd om de noodzakelijke werken aan te besteden. Ze moeten daarvan en van de kosten van dien, kennis geven aan de regenten van Castricum (712), Limmen (208), Uitgeest (1254), Heemskerk (1790), Wijk aan Duin (805), Baccum (464) en de Damheeren (337). Deze plaatsen dragen bij in het onderhoud van de dijk voor het tussen haken genoemde aantal meters. De zeven dorpen benoemden elk een heemraad. De zeven heemraden kiezen uit hun midden de dijkgraaf en een secretaris-penningmeester. Toezicht vindt plaats door de Gecommitteerde Raden van de Staten [Pabon]. Alle ingelanden van de dorpen die eigenaar van tenminste 15 morgen land zijn zullen worden uitgenodigd tot het verkiezen van gecommitteerden, om met de regenten van het dorp, waartoe zij behoren, de omslag van het dijkgeld te reguleren. Uit de gecommitteerde ingelanden zullen jaarlijks zeven ingelanden worden gekozen, om de rekeningen van de dijkgelden, met de bijbehorende documenten te onderzoeken. Daartoe zullen die stukken veertien dagen voor Pasen aan hun worden gegeven. De ingelanden zullen die rekeningen dinsdag na Pasen moeten goedkeuren of bespreken. Alle debatten gevoerd over de rekeningen, en alle meningsverschillen moeten worden gebracht voor de Heren Gecommitteerde Raden van de beide kwartieren, om aldaar de plano te worden afgedaan. De omgeslagen dijkgelden zullen moeten worden ingevorderd op bevel van de regenten van ieder district. Die gelden mogen niet worden vermengd met het molengeld, sluisgeld, of andere binnenlandse kosten. De onwillige debiteur zal bij parate executie tot betaling worden genoodzaakt. De ingevorderde penningen door regenten en Damheeren, zullen jaarlijks voor de eerste oktober moeten worden overgegeven aan de penningmeester, om daaruit de nodige betalingen te doen, op straffe van daartoe, volgens het gewoon dijkrecht, te worden gedwongen. Dijkgraaf, secretaris, of heemraden, die op een bijeenkomst absent zijn, mogen geen daggeld declareren, en hun daggelden zullen door de presenten niet genoten worden. Voor schutgeld van een paard of koe zal betaald worden tien stuivers, indien het dier aan de eigenaars van de buitenlanden toebehoort maar als het toebehoort aan vreemden of aan eigenaars of gebruikers van de binnenlanden, zal voor schutgeld van een paard vier, en van een koe drie gulden moeten worden betaald. Niemand zal een kluft of oprit, aan de binnen- of buitenzijde van de dijk mogen maken, zonder schriftelijk consent van Dijkgraaf en Heemraden, op straffe van een boete van vier en twintig guldens, "te bekeeren een derde voor den Dijkgraaf, een derde voor de gemene Dijkagie, en een derde voor den Armen. De daggelden van de Dijkgraaf zijn gereguleerd op f 3: -:-, van de Heemraad op f 2: 10: - en van de Secretaris en Penningmeester op f 5. Aldus het Reglement van de Staten van Holland van 11 februari 1729. [Rechtskundig Placaat blz. 1]. =Vanaf 1822 geschiedt de benoeming van heemraden door de Koning op voordracht van de betreffende colleges [Pabon]. BRONNEN                                                                                                                                                       archieven   geraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuur   Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. 407Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz 499  Jonge van Ellemeet, B.M. de, Inventaris der oud-rechterlijke en weeskamerarchieven, 1932, blz. 136.Pabon, Nic.Jac., Verzamelde inventarissen van de archieven der opgeheven waterschappen, waarvan de taak is overgegaan op het hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier, 1935, X, blz. 76-81WvhR 14 oktober 1933; WvhR 8 september 1934; WvhR 8 september 1934overige bronnenGoogle Search plaats; Google Boeken; Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF ....; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; wikipedia; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
Aagtenkerke, SintOude benaming voor Beverwijk in Noord-Holland. Ook Agathenkyrica (1063), Agathenkiricha (1063; 1148), Agathenkerka (1156), Agathenkereca, Agatenkereca (1156), Aaghtenkerk, Sint Aagtendijk, Aacht, Aagt, Sanct Aagt, Aachtendorp, St Agathendorp, Sint Aagtendorpe, Aaghtendorp, Sint Aghetendorpealgemeen=De oudste vermelding van Sint-Aagtenkerke of Sint-Aagtendorpe is in het jaar 1063. =Op 28 december 1063 erkent bisschop Willem het recht van de abt van Echternach op de helft van verschillende kerken in Holland. Deze kerken zijn door Karel Martel aan Sint Willibrord geschonken en door graaf Diederik III van Holland en diens zonen in bezit genomen. In de oorkonde komt Aagtekerke voor onder de naam "Agathenkyrica". =In oorkonden van een eeuw later wordt ook Agatenkereca vermeld. =In 1156 dragen abt en convent van Echternach al hun rechten op de kerken te Velsenburch, Agatenkereca, Imasenkerka (Heemskerk) en Aschamanedelf (Assendelft) over aan de graaf van Holland. =Graaf Dirk VII sterft zonder zonen na te laten. Er ontstaat dan een strijd om de erfopvolging tussen dochter Ada, die gehuwd is met graaf Lodewijk van Loon en Dirk’s broeder Willem. Vele edelen in Kennemerland staan aan de zijde van Willem. Bij de inval van Lodewijk in 1204 in Holland, weet hij in Kennemerland door te dringen tot bij Egmond. Op deze tocht legt hij Sint-Aagtendorp en het daaromtrent gelegen kasteel van Albertus Baniaert in de as. Baniaert is een grafelijk leenman en waarschijnlijk ook heer van de plaats [NNBW deel 1 blz. 235]=De naam Sint Agheten dorpe vindt men in een charter van 10 maart 1250. Omstreeks dezelfde tijd wordt de benaming Sint-Aagtenkerke gebruikt. =In een oorkonde van 1267 wordt de plaats aangeduid als “Wijc”. =In 1276 treft men in de privilegebrief van Floris V de naam Beverwijk aan. =In de oorkonden van de 14de eeuw komt nu eens de naam Wijk dan weer de naam Beverwijc voor. =In de 15de eeuw verdwijnt de benaming Wijc bijna geheel in de officiële stukken. In de volksmond blijft die naam algemeen in gebruik.belastingenheerlijkheidJacob Boreel (1552 Middelburg-1636) was vanaf 1610 heer van Duinbeke, Westhoven,  Domburg en Sint Aegtenkerke [Kok13, blz. 38; Navorscher 1852, blz. 131]BRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuuroverige bronnenWvhR; Google boeken; Google Search plaats; Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
Aagtenrode, SintPlaats in België. Ook Rode Saint Agatheheerlijkheid-bij brieven van 11 mei  1651 door Philips IV tot graafschap verheven; heer is dan Thomas Lopes à Ulloa [Kok1, blz. 17] BRONNEN   geraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911                                                                                    literatuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 16

Aaien

Spelling volgens Lijst KNAG. Zie Ayen
AaigemBuurtschap in de gemeente Erpe-Mere binnen het arrondissement Aalst. Ook Aingem (1019-1030), Hadingehem [1038], Hadengim (11e e), Haingem (1079), Aingien (1116), Anchin (1123), Hadenghem [1163-1177], Aygem, Addingahem, Aigem, Aiengem (1142), Haienghem (1222). Genoemd naar Ado of Ago.algemeenVanouds behorend tot het Land van Aalst en daarbinnen bij het Land van Haaltert of Rotselaar [Wikipedia]economieIn 1501 wordt een molen vermeld. Er waren ooit 3 molens: de Engelsmolen en de Ratmolen uit de 16e eeuw en de Zwingelmolen. Verder landbouw en melkerijen [Wikipedia]geestelijkheid=Eertijds vermoedelijk domeingebied van de Gentse Sint Pietersabdij [Wikipedia]=De villa van Hadeghem is door koning Dagobert I (629-639) aan Amandus gegeven. De abdij heeft er 20 aaneengesloten gelegen mansi ter grootte van rond 14 hectare bij elkaar. =In de 7e eeuw schenkt de vorst delen van het koninklijk domein dat Aaigem en de omgeving van de Blandijnberg langs de Schelde omvat. =In de 9e eeuw bezocht door de Noormannen. Aaigem vormt al tussen 830 en 892 een afzonderlijke entiteit (villa). Het domein van de Sint Pietersabdij bevat een ,,reserve", samengesteld uit een veldencomplex (cultura), twee weiden, grond, die om de drie jaar met haver bezaaid werd, een eikenbos en een wijngaard; daarenboven 25 mansi, alle onverdeeld en door een enkele grondgebruiker met zijn familie bezet en gehouden. 20 dezer mansi waren op enige afstand van de abdij in het huidig stadsdeel, dat toen Aaigem werd genoemd, gegroepeerd [BGN 3e deel (1949), blz. 84]. =De kerk is rond 1100 in bezit van van abdij van Anchin bij Dowaai. Die abdij heeft  tot de Franse Revolutie veel grond in bezit [Wikipedia]gemeenteindeling=Bij KB van 3 januari 1818 is Aaigem afgestaan aan Aalst. =in 1826 een gemeente in het district Aalst  in Oost-Vlaanderen [Gosselin, blz. 21]=Tot 1976 een zelfstandige gemeente. Daarna onderdeel van de gemeente Erpe-Mere (Wikipedia). inwoners=1816  1538  =1826  1662=1830  1857=1831  1872=1846  1738=1856  1665=1866  1653=1880  1772=1890  1813=1900  1904=1910  2003=1920  2011=1930  1905=1947  1811=1961  1838=1970  1862=1976  1866=2003  2116=2006  2098[cijfers ontleend aan Gosselin, Wikipedia]omvang=Op 1 januari 2003 zijn er 2116 inwoners op 7,32 km2 (Wikipedia). =Op 1 januari 2006 groot 732 hectare, bewoond door 2098 inwoners.heerlijkheid=In de 12e eeuw vormt Aaigem met Vlekkem een meierij en schepenbank binnen de heerlijkheid Land van Rotselaar in het gebied van Aalst. Aaigem valt dan onder de benedictijnenabdij van Anchin. De abdij is dan de grootste grondbezitter in Aaigem. Het land van Haaltert, ook land van Rotselaar genoemd, is een heerlijkheid die zich uitstrekt over Haaltert, Denderhoutem, Aaigem en Heldergem (Vangassen, bl. 17). =Wie in de 13e eeuw in Aaigem de oogst binnenhaalde was verplicht een schoof tarwe en een schoof haver voor de meier apart te zetten. =Een leen te Aaigem in oktober 1443 dat afhing van het leenhof van Haaltert ging over van Simon Utenhove naar messire Roeland van Wedergrate [ARA,RK, nr. 1093 fol 13v]. =Abraham van Campene trouwde met Elizabeth Schutijzer van Ninove. Zij woonden te Aaigem doch hadden 't ongeluk al hunne kinderen te verliezen in de groote peste van Bruessele die hen op hunne beurt ten grave sleepte in 1490. =Abraham was uitwijzens het register der schepenen van gedeele (akte van 18 februari 1490) poorter van Gent (Potter, Dagboek, blz. XII). =De Van Campenes schijnen afkomstig te zijn uit het land van Aalst. Een tak der familie bewoonde het kasteel van Aaigem in de XVIe eeuw; andere leden vestigden zich te Gent, te Aalst, te Brugge, te Boelare, enz. (Potter, Dagboek, blz. XI)BRONNENarchievengeraadpleegde bronnenGenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; WikipedialiteratuurGosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 21Potter, Frans de, Dagboek van Cornelis en Philip van Campene, etc. Gent 1870, blz. XIPotter, Frans de, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen: Erpe-Mere, Aaigem, Bambrugge, Burst, Erondegem, Erpe, Mere, Ottergem, Vlekkem, Heemkundige Kring 1980Potter, Frans de, Geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Reeks 5. Arrondissement Aalst, deel 1: Aaigem, St-Antelins, Appelterre, Aspelare, Baardegem, Bambrugge, Bavegem, Bosbeke, Burst, Denderhoutem, Denderleeuw, Denderwindeke, Elene, Erembodegem, Erondegem, Erpe, Erwetegem, St-Lievens-Essche, 1894Souffreau, Registers van wettelijke passeringen van de heerlijkheid Aaigem-Vlekkem, Register 2218 (1666-1682) en Register nr. 2219 (1686 - 1696, 2012Troyer, Roger de/Lievens Robert/Scheerlinck, John, Gezinsreconstructie van Aaigem (1600 - 1900), Heemkundige Kring van Erpe-Mere, 2005Vangassen, H., Geschiedenis van Ninove II, p. 17overige bronnenGoogle Search plaats; WvhR; Google boeken; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica.
Aaigem, Sint PietersVoormalige buurtschap bij Gent, gelegen bij de Kortrijkse poort, thans een wijk van die stad. Hatingem (9e eeuw); Atingehem (995); St. Peetersayghem [1770]. Genoemd naar Hatho.algemeen   =Eertijds gelegen in het landelijk gebied van het latere dorp Sint-Pietersdorp ten zuiden van de stad en eigendom van de Gentse Sint-Pietersabdij. =Aaigem zou geschonken zijn door Dagobert I (603-639) aan Amandus, "apostel der Franken" (ca 600-ca 680). =De laten van Blandinium te Sint-Pieters-Aaigem bij Gent en te Douchy waren, vóór de Xe eeuw, verplicht ieder jaar de wijnoogst te helpen binnenhalen [Werveke, Hans van, Kritische studiën betreffende de oudste geschiedenis van de stad Gent, 1933, blz. 52]. =Het noordelijk deel van het dorp wordt in de middeleeuwen gevoegd bij de stad. Het zuidelijk deel blijft landelijk met enige bebouwing. =Tot de bezittingen van de in 1768 overleden Marie Livine Mertens behoren o.m. een hofstede met gronden in de Duifhuisstraat te Sint-Pieters-Aaigem, nog een hofstede met gronden te Sint-Pieters-Aaigem en een huis (twee woonsten) te Sint-Pieters-Aaigem (Archives de la ville de Gand, Zwarte Doos, Regesten Gedele, 1771). ==rond 1789 worden de kerkelijke goederen afgeschaft en komt A. onder stedelijk gezag [Wikipedia]=Midden 19e eeuw bestaat de buurt nog [Wikipedia, Atlas der Buurtwegen]. =In 1867 beschikt Guillame Paternotte bij diens overlijden over een groot buitengoed in Aaigem economieIn 1401 is er een houten korenwindmolen financiënBRONNENarchieven Kaart van de Gentse wijken Sint-Pieters-Aaigem en Sint-Pieters-Aalst, die deel uitmaakten van een register van heerlijke cijnzen van de Gentse Sint-Pietersabdij, opgemaakt door P. Ryckewaert [RA Gent, inv.nr 065, archiefnr. 1032].geraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedialiteratuuroverige bronnenWvhR; Google Search plaats; Google Boeken; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF; archieven.nl; BGN; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica

Aaksberg

Dorp in de gemeente Denekamp; 22 meter hoge heuvelBRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG
AaksensBuurtschap in Friesland. Ook Aaxensalgemeen=Gelegen in de gemeente Wonseradeel bij Blauwhuis.  BRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911;Wikipedia    overige bronnenNavorscher 1851; WvhR
AaksternestBuurtschap bij BeertaBRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911  overige bronnenNavorscher 1851; WvhR
AalGehucht en kasteel in Zuid-Holland in het land van Altena. Tegenwoordig Aalburg algemeenHet kasteel dat hier stond is op 27 augustus 1521 door die van Bommel verbrand. Vlg [Aa, Aard 1, blz. 12; Kok1, blz. 17].BRONNENarchievengeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911   literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 17overige bronnenWvhR; Google boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; AFN 11; archieven.nl; BGN; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AalbeekBuurtschap in Limburg nabij Valkenburg. Aanvankelijk deels onder gemeente Hulsberg en deels onder Wijnandsrade, nu gemeente Nuth. Ook Albeeck, Aelbeek, Oelbeek (1324). Niet te verwarren met Aalbeek of Aalbeke in West-Vlaanderen bij Kortrijk. algemeen=Eertijds een Romeins villacomplex. Eerste vermelding in 1324 [Wikipedia]=Zeven Bokkenrijders, terechtgesteld of verbannen rond 1775, zijn afkomstig uit Aalbeek.  =Aalbeek heeft een kasteel uit de 17e eeuw [Aa, Aard1, blz. 12; Wikipedia]=in 1826 deel van de gemeente Hulsberg [Gosselin, blz. 1]=dorp in de gemeente Beekdaelen [Wikipedia]belastingen=In 1862 is er een tol op de weg van Aalbeek naar Valkenburg. =Bij KB 2 december 1895 wordt goedgekeurd het door de Provinciale Staten van het hertogdom Limburg vastgestelde Reglement op de heffing en invordering van tolrechten voor het gebruik der provinciale wegen in Limburg. O.m. op de weg van Meersen naar Amstenrade met de zijtak van Aalbeek naar Valkenburg zijn twee hele en drie halve tollen. Tol 2a is een halve tol in Aalbeek "midden tusschen de kilometerpalen 6 en 7, met eene concurrentie van 500 meter in beide richtingen, dus tot aan die twee kilometerpalen". Tol 2b is een halve tol bij kilometerpaal nr. 9 in Hunnecum, met "eene concurrentie naar de zijde van Aalbeek van 500 meter en naar die van Nuth van 1000 meter" en de halve tol 2c op de de zijtak bij kilometerpaal nr. 1 met "eene concurrentie van 70 meter in de richting van Aalbeek en van 1200 meter in die van Valkenburg". Bij de halve tollen wordt de helft van het art. 6-tarief verschuldigd [TK 1895-1896, nr. 114 ondernrs. 2-4]gemeente=In 1826-1839 is Aalbeek deel van de gemeente Hulsberg in het arrondissement Maastricht [Gosselin; Aa, Aard1, blz. 12]. =Vanaf 1840 zijn er 65 huizen, 57 met 294 inwoners onder Hulsberg en 8 met 36 inwoners. =In 1840 deel van de gemeente Wijnandsrade [Alfabetisch, blz. 1]. =In 1843 zijn er 292 inwoners. =In 1846 zijn in Aalbeek 36 inwoners. Met Wijnandsrade, Swier en Vinck erbij 473 inwoners. =In 1867 is Aalbeek deels van de gemeente Wijnandsrade [van Hiele], deels van de gemeente Hulsberg. =Bij de volkstelling van 1869 heeft Aalbeek zeven huizen met zeven gezinnen. Er zijn 17 mannen en 19 vrouwen. =In 1913 deel van de gemeente Hulsberg en Wijnandsrade [IJzerman]. De gemeente bestaat uit het dorp Hulsberg en de buurten Aalbeek en Heek.=Van 1970 tot 2009 stijgt het aantal huizen tot 115 met 300 inwoners [Wikipedia]=in 1982 worden Hulsberg en Wijnandsrade bij Nuth gevoegd [Wikipedia]=In 2014 deel van de gemeente Nuth, postcode 6336 [metatopos]. Zie http://genwiki.nl/limburg/index.php?title=Aalbeek voor nadere informatie godsdienst=Op 9 november 1881 overlijdt in Aalbeek Philippe de Mehlem. In 1933 overlijdt in Aalbeek H. Dettmer S.J., geboren in 1873 in Wohle (Dld) [Gallica]landgoed=In 1381 ontvangt Arnold van Hulsberg, zoon van de in 1379 overleden Frank van Hulsberg, van Hendrik van Birclaer een aantal renten waaronder 19 vaten half rogge/half haver die van de Schaloenshof te Aalbeek afkomstig zijn. Deze ‘Schaluynshof’ in Aalbeek is een laathof, die aanvankelijk voor de helft en later geheel eigendom was van de familie Van Hulsberg genaamd Schaloen. =In 1642 gaat de boerderij bij gebrek aan mannelijke erfgenamen in die familie over in andere handen. In de 17e eeuw ontstaat landgoed Aalbeek, buitenverblijf van Karel Andries Membrede (1758-1831), voorzitter van de Verenigde vergadering der SG. =Het landgoed wordt gesloopt in 1911. oorlog=Op 8 juni 1793 schrijft W.F. Erfprins van Oranje dat hij een half "Esquadron en een half Battaillon" heeft achtergelaten in Aalbeek (Nieuwe, blz. 977).BRONNEN                                                                                                                                                      archievengeraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedia literatuur Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 500                                    Crassier, L. de, Dictionnaire historique du Limbourg néerlandais de la période féodale à nos jours: Hulsberg [avec Aalbeek, De Heek, Heihof]. Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Keulen, Huub, Een buurtschap in de Tweede Wereldoorlog: Aalbeek vanaf de Duitse inval op 10 mei 1940 tot en met bevrijding en naweeën in het najaar van 1944, 1994  Nieuwe Nederlandsche jaarboeken, of Vervolg der merkwaardigste geschiedenissen die voorgevallen zyn in de Vereenigde Provincien, deel 28, Leiden 1793, blz. 977WvhR 3 november 1853; WvhR 28 mei 1860; WvhR 12 februari 1923overige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delper Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica.
AalbekeGemeente bij Kortrijk in West-Vlaanderen. Volgens J. Claerhout betekent "ael" steen en wil Aalbeke dus niets anders dan "steenbeek" zeggen. Chotin kwam tot de bevinding dat "ael" een ontkennend voorvoegsel is dat "zonder" zou betekenen, met andere woorden zou Aalbeke eventueel "zonder beek" willen zeggen. Ook Albecca (1136), Albeccam (1136; 1147), Albeca (ca 1175), Albeche (ca 1175), Albeka (1210, 1250), Albeke (1211), Aubiecq (1218), Albecca (1219), Aubeke (1219), Aalbek, Aubecq, Aelbeke Aalbecke.algemeen =Ene Gomarus schenkt in 1136 een stuk land aan de kerk van Fives en het klooster van Reims [Wikipedia]. =De vroegste vermelding als parochie is te vinden in een akte van 1211. bestuurburgemeesterJacob van de Kerckhove (1679-1699)Willem de Schynckele (1699-1706)Joost Cannaert (1706-1717)Cornelius van den Bulcke (1717-1734)Noël de Praetere (1734-1740)Jan Lesaege (1748-1755)Pieter Cannaert (1755-1761)Jan van den Bulcke (1761-1763)Jan-Baptist de Kimpe (1763-1775)Pieter Cannaert (1775-1789)Antoon-Frans Lienaert (1789-1792)Jan de Kimpe (1792-1798)[ontleend aan Wikipedia]economie=De godsdiensttroebelen in de tweede helft van de 16de eeuw leiden voor Aalbeke tot een economische depressie. =De verarming van de bevolking blijkt uit een telling, daterend van 1695: op 150 Aalbeekse gezinnen zijn er 63 als hulpbehoevend genoteerd en twee derde van de oppervlakte ligt braak. =In 1717 wordt de Hoogmolen heropgebouwd, ook wel 'Molen van Aalbeke' genoemd [Wikipedia]. De oorspronkelijke molen brandde in 1714 af. =Rond 1850 begint de industriële ontwikkeling een steeds grotere rol te spelen, ten nadele van de landbouw. =In 1857 krijgt Aalbeke een eigen station. De spoorlijn trekt nieuwe industrieën aan, waarbij rond de fabrieken nieuwe woonkernen ontstaan. =In 1896 werken de meeste inwoners van Aalbeke reeds in de industriële sector. Hierbij gaat het evenwel nog vaak om thuisarbeid. =De eerste fabriek van enige omvang wordt opgericht in 1907-1908, wanneer Ernest Dumolin start met de bouw van de mechanische dakpannenfabriek "De Sterreberg" [Wikipedia]=Omstreeks 1912 worden er 150 arbeiders tewerkgesteld. =In 1929 wordt een tweede grote fabriek gebouwd, nl. de tapijtweverij Louis de Poortere, met de stenen van de oude steenbakkerij die daar voorheen stond [Wikipedia]geestelijkheid  In een akte uit 1211 bekrachtigt de bisschop van Doornik de schenking door Aelis van Dendermonde van haar tiend in Aalbeke, Moeskroen, Rekkem en Rollegem aan de abdij van Ravensberg bij Merkegem (Noord-Frankrijk). De belangrijkste andere tiendheffers zijn de pastoor van Aalbeke en het O.L.V.-kapittel van Doornik. gemeente buitencollegesbestuur KortrijkNorbert Ravau (1983-1995)Frans Destoop (2001-2007)Filip Santy (2010-2013)burgemeester Pieter Lerouge (1798-1808)Jan-Baptist Cannaert (1808-1815)Jan-Jacob Cottignies (1815-1829)Joseph-Bernard Berton (1829-1842)Honoré Dufaux (1843-1852)Pieter-Jan Margo (1852-1857)Victor Pycke (1858-1868)Jean-Louis Mullier (1868-1895)Henri Bonte (1896-1931)Henri Castel (1931-1932)Edward Torreele (1933-1939)Alphons Ovaere (1942-1944)René Bonte (1944-1946)Georges Gheysen (1946)René Vanhoenackere (1947-1964)Georges Neirynck (1965-1976)[ontleend aan Wikipedia]indeling=Vanaf 17 februari 1800 is Aalbeke een gemeente binnen het vierde arrondissement Kortrijk van het departement Leie. =In 1826 behoort de gemeente Aalbeek tot het district Kortrijk in de provincie West-Vlaanderen.=tot Aalbeke behoren de buurtschappen Sterhoek, Talpen-of Tolpenhoek en Preshoek. Kapelhoek is in de 80-er jaren verdwenen bij de aanleg van een knooppunt [=Is sinds 1977 een deelgemeente  van Kortrijk (Wikipedia). inwoners=1806 1260 =1826 2054 =1831 1879=1846 1831 =1856 1705=1866 1775 =1880 1723=1890 1733=1900 1985 =1910 2011=1920 2012=1930 2107=1947 2509=1961 2614 =1971 2810 =1976 2956=2007 2953 [cijfers ontleend aan de Bouge, Wikipedia]omvang=In 1971 beslaat de gemeente 714 hectare heerlijkheid =De heerlijkheid Aalbeke, die afhangt van het grafelijk kasteel van Kortrijk is niet de belangrijkste, maar het bezit ervan betekent wel dat men de titel van dorpsheer mag voeren. =In 1473 wordt de priester Antheunis van der Vlienderbeke genoemd als heer van Aalbeke. =In 1502 noemt Anthuenis van der Vliederbeke zich "priester, heere van Aelbeke in dezen tijt". Hij is leenhouder van het leenhof van Kortrijk. =Rond 1525 komt de dorpsheerlijkheid door koop in handen van Antoon de la Barre, heer van Moeskroen. Hij voert tot de Franse revolutie ook de titel van dorpsheer van Aalbeke [Wikipedia]. =In 1586 behoren ook de heerlijkheden Heule in Aalbeke en Nieuwenhove toe aan de heren van Moeskroen. =Tot 1592 blijft de familie de la Barre eigenaar van de titel van Heer van Moeskroen. =Tussen 1592 en 1645 behoort de titel van dorpsheer toe aan de familie van Liedekerke. =In 1627 wordt de heerlijkheid van Moeskroen door koning Filips IV van Spanje tot graafschap verheven. =Vanaf 1645 komt de titel van heer van Moeskroen toe aan de familie Basta, die hem in 1682 overdraagt op d'Ennetières. =In 1680 krijgen de graven van Moeskroen de titel van markies. =Tijdens de 18de eeuw maken ook de heerlijkheden Fives, het Mortaanse, Perwezberg en Ramais deel uit van de omvangrijke bezittingen van de heren van Moeskroen. Aldus valt drie vijfden van het Aalbeekse grondgebied (ca. 300 bunders op een totaal van 503) onder hun rechtsmacht. De parochie, als wereldlijke gemeenschap, wordt in de 18de eeuw bestuurd door een bank van zeven schepenen, die de dorpsheer kiest uit zijn verschillende Aalbeekse heerlijkheden. oorlog =Als in 1302 het Franse ridderleger een week voor de Guldensporenslag (juni 1302) naar de Kortrijkse Pottelberg trekt om vandaar de voor hen fatale slag voor te bereiden, gaat die doortocht gepaard met allerlei vernielingen en gewelddadigheden. =In de negenjarige oorlog (1688-1697) is Aalbeke één van de ergst getroffen dorpen [Wikipedia].=In 1688 wordt het grondig geplunderd en in 1689 heeft het veel te lijden van de aanwezigheid van vreemde troepen, gelogeerd in de kerk. =In 1794 vallen de Franse troepen binnen. Zij roven de ornamenten uit de kerk en steken de opgestapelde stoelen in brand, zodat het gebouw in vlammen opgaat. BRONNEN geraadpleegde bronnenGenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedia   literatuur Davidsfonds-Aalbeke, Aalbeke in oude ansichten, Europese Bibliotheek Zaltbommel 1990Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 5Pollet, J., Aalbeke, toponymische studie, KortrijkSevens, Theodoor, Geschiedenis der gemeente Aalbeke, Kortrijk 1912overige bronnenNavorscher 1851; WvhR; Google boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AalbergDorp en heerlijkheid in Noord-Brabant. Zie AlburgbelastingenKohieren omvattende: 28. stad Heusden, 29. Elshout, 30. Herpt en Bern, 31. Heesbeen, 32. Baardwijk, 33. Vlijmen, 34. Doeveren, 35. Engelen, 36. Drongelen, 37. Hedikhuizen, 38. Genderen, 39. Babiloniënbroek, 40. Onsenoord, 41. Wijk, 42. Aalberg, 43. Veen, 44. Eeten, 45. Meeuwen, 46. stad Vianen, 47. Meerkerk, 48. Lakerveld, 49. Heikop, 50. Ameide, 51. Tienhoven, 52. Leksmond en Achthoven [Nationaal Archief, Inventaris van het archief van de Financie van Holland, archiefnummer 3.01.20. inv. nr. 509]heerlijkheidBRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911    literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12overige bronnenNavorscher 1851; WvhR; Google boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AalbergenZie Albergen
BRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911     literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12WvhR 3 maart 1864; WvhR 11 april 1913
AalbertsbergAanvankelijk adellijk huis in de duinen. Ook huis te Bloemendaal. Later buurtschap met Tetterode en Vogelenzang in Noord-Holland. Ook Aalbrechtsberg, Aelbertsberg, Albersberch, Albertsberg, Albrechtsberg, Alpersbergh, Aelbersberg, Albersbergh, Aelbrechsberge algemeen=Gesticht door Graaf Floris II, bijgenaamd de Vette, die in 1122 overleden is (Aa, Aard1, blz. 12).=In een oorlog tussen zijn zonen Dirk VI en Floris de Zwarte wordt het in 1132 in brand gestoken (Aa, Aard1, blz. 12).=De oorkonden van juli 1220 gegeven door graaf Willem m.b.t. Dordrecht lijken in Aalbertsberg te zijn uitgegeven [Dalen, Oorkonden]=Later wordt het weer herbouwd als hof en schatkamer van de graven, zoals blijkt uit gezegelde brieven in 23 januari 1275, 1284, 1288, 1291 en 1292, door Floris V en in 1313 door Jan II gegeven. In de muur die ligt aan de zijde van de boomgaard staat op hardsteen: "Hic quondam Hollandiae Curia" =hier was voorheen het Hof van Holland (Aa, Aard 1, blz. 12; Dalen, Oorkonden, blz. 199). belastingen=Op 13 oktober 1701 verschijnt een rapport van Commissarissen gemaakt op verzoek van die van Tetterode en Aalbertsberg en Vogelenzang over de aansprakelijkheid voor schulden. =Op 11 augustus 1711 geven de Staten octroy aan Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang voor kwijtschelding in de verponding voor overgestoven woningen en landen (Volmeer, Dalenberg en Marsenberg). =Gaarderboeken voor de verponding van de huizen in Haarlem en kwartier over de periode 1730-1733, omvattende:..... Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang,......=Akte van indemniteit uit 1740 van schout en schepenen van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang voor Rut Nijskes en Grietje Stoffels bij hun vertrek naar Haarlem. =Bekendmaking uit 1748 van schout en schepenen van de heerlijkheid Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang betreffende de te houden zitting wegens het innen van belastinggelden. =Stukken over 1745-1753 betreffende de inning van de 100e en 200e penning en plaatsgewijs geordende rekeningen van de personele quotisatie (een belasting naar draagkracht) over de dorpen en kleine steden van Holland, waaronder Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang [NA]=Overzicht over de jaren 1750-1805 van de opbrengst van de gemenelandsmiddelen in de ontvangerschappen van enkele steden van Hollands Zuiderkwartier en de daaronder ressorterende dorpen, waaronder Aalbertsberg. Aangelegd in 1750 en sedert bijgehouden. De tabellen geven een overzicht van de opbrengst van: het hoorngeld en de impost op de bezaaide landen; redemptiegeld; consumptie van de tabak; karosgeld; koffie en thee; brandhout; fruiten; boter; gedrukt papier; consumptiezout; zeep; waag; ronde maat; inkomende granen; zalm en steur; gemaal; beestiaal; binnengebrouwen bieren; buitenbier; meel en azijn; brandewijn; grove waren; veergeld; inkomende tabak; turf en kolen; inkomende pijpen. Voor de grote centra zijn deze middelen geheel of gedeeltelijk gespecificeerd weergegeven, voor elk der dorpen is de opbrengst samengevat onder de hoofden: beschreven en onbeschreven middelen [NA] =Stukken houdende verklaringen van de secretarissen van Haarlem, Heemstede en Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang, dat de hofstede Sandenhoef sedert 1780 in de belastingregisters van de respectieve gemeenten niet belast is bevonden, vrijstelling geniet. =Bij Resolutie van de Staten van Holland en Westfriesland van 14 december 1769 is bepaald dat de pachten die enige duinen onder Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang hadden opgebracht voor de helft zal worden gedragen door GS en de andere helft door Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland. =Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang moet vlg resolutie van het Intermediair administratief bestuur van Holland van 26 september 1798 de stukken betreffende inkomsten en uitgaven over de periode 1795-1798 opzenden (Resolutien, blz.  347) =Rekeningen over de jaren 1801-1805 m.b.t. Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang van Nicolaas Bijvoet Azn., secretaris, van de ontvangst van den impost op de collaterale successie, boeten op ongefundeerde processen, den 40en en 80en penning op den verkoop van onroerende goederen, rentebrieven en schepen en roerende goederen en den impost op trouwen, begraven en de familieadvertenties [NA]bestuurschoutIn 1683 is Izaak van Kessel schout van Overveen, Aalbertsberg en Vogelzang onder Brederode [DDB]buitenlandersBeschikking uit 1693 van de raden en meesters van de Rekeningen der Domeinen van de Staten van Holland op het verzoekschrift van schout en gerecht van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelensang inzake het vestigen van vreemde lieden in hun gebied, zonder behoorlijk certificaat.economie=Rekest uit 1698 van Jan de Nijs en Jan Elderbeeck, chirurgijnen te Aalbertsberg aan de Rekenkamer der Domeinen van Holland om uitsluiting aan anderen van de uitoefening van het beroep van chirurgijn te Aalbertsberg. =Op 1 mei 1806 wordt het volgende onroerend goed van Van Dieren verhypothekeerd: "Gaarenbleekerij, met de opstal van de Huizinge, bestaande in een woon, loog, wasch en Melkhuis, Stallingen, Schuuren en Wagenhuis (zijnde de Huizinge cum annexis, thans gemerkt met Littera C. No. 5) staande en gelegen ten einde de Cleeverlaan in de banne van Aalbertsberg groot volgens meting Twee Hectares en ruim zes Decares of drie morgen Vier Honderd Agttien Roeden Agt en Vijftig Voeten belend ten Zuiden Hendrik Lis en ten Noorden oosten en Westen de gemeene Rij en Wandelwegen". =Men leeft rond 1836 vooral van bloemkwekerijen (hyacinthen, bloembollen), linnenblekerijen en garenblekerijen. gemeente=Op 20 maart 1795 behoort de municipaliteit van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelezang onder het baljuwschap van Brederode. De baljuw is "de Burger van Styrum" (Decreeten, blz. 502). =In 1799 bij de volkstelling heeft Aalbertsberg 383 inwoners (Aardrijkskundig 1, blz. 4). =In 1809 ingedeeld onder het Departementaal bestuur van Amstelland, Eerste kwartier. =In 1811 wordt Aalbertsberg als gehucht ingedeeld in het Departement van de Zuiderzee, Eerste arrondissement, Negende kanton onder Bloemendaal als hoofdplaats. =In 1836 vormen Bloemendaal, Aalbertsberg, Tetterode en Vogelenzang één gemeente. Er zijn 293 huizen met ongeveer 2100 inwoners (Aa, Aard, blz. 489). =Bij de op 1 oktober 1838 in werking getreden wet van 22 december 1828 vallen Bloemendaal, Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang onder het kantongerecht Haarlem [Aa, Aard1, blz. 12; Navorscher 2, blz. 55; Wikipedia). =In 1865 behoort A. tot het 1e kanton van het 4e arrondissement. =In 1867 is A. deel van de gemeente Bloemendaal [van Hiele].heerlijkheid=In 1719 procederen "schout en geregte van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelezang" nog tegen "burgemeesteren en regeerders der stad Haerlem". =Vanaf 1722 behoort Aalbertsberg, samen met Tetrode (later: Overveen), Bloemendaal en Vogelenzang een heerlijkheid, aan Haarlem [Nav. 1853, blz. 43]. =In 1732 wordt door Corn. Velsen een kaart gemaakt van de limietscheiding tussen de heerlijkheden Aalbertsberg, Schooten, Vlieland en Noord-Akendam en de heerlijkheid Velsen. =Akte uit 1735, waarbij Michaël en Tiberius Arnoldi zich borg stellen voor Nicolaas Arnoldi in zijn functie als schout en bode van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang. =Aktes uit 1735 en 1738, waarbij Nicolaas Arnoldi benoemd wordt tot schout, bode en ontvanger der belastingen van de heerlijkheid Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang. =Nominatie uit 1740 voor de functies van schepen, kerkmeesters en schaalmeesters in Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang; met aantekening van doorzending aan de titulair ambachtsheer. =Rapport uit 1758 van de inspectie van de grenzen tussen Tetterode, Aalbertsberg, Vogelenzang en de aangrenzende heerlijkheden. =In 1768 is Bannier van Nes vijftig jaar secretaris van Tetterode, Aalbertsberg en Vogelesangh. Hij krijgt een erepenning. =Brief van W. Jager uit 1791 namens de commissarissen over de heerlijkheden Tetterode, Aalbertsberg en Vogelenzang gevestigd te Haarlem aan Gerrit Nutges, heer van Bennebroek betreffende de inspectie van de grenspalen tussen Vogelenzang en Bennebroekonroerend goed =Bij decreet van 9 mei 1635 koopt Pieter Ramp van Dirck Gerritsz Slinck uit Den Hout (Haarlemmerhout) in de heerlijkheid een bleekveld genaamde De Mol, ten oosten grenzend aan de heerweg en aan de noord- en westzijde aan de wildernis. =Bij decreet van 13 november 1659 koopt meester Gerardus Nickla uit Amsterdam "buiten de stad in de jurisdictie van Albersberch de hofstede Blommendael eertijds 't Hof van Albersberch genoemd en bestaande uit een huis, boomgaard, bos, weiland en een visrijk meer, in totaal 5 morgen, 4 hond en 20 roe groot". =In 1740 wordt een prent gemaakt van het huis Aalbrechtsberg.oorlogIn de morgen van 7 september 1786 zijn 24 man uit de gewapende burgercompagnie "Voor het Vrye Vaderland" in Tetterode en Aalbertsberg onder kapitein Hendrik Lis met "volle Wapenen van hier vertrokken naar de stad Utrecht, om dezelve tegens alle geweld en overheersching te helpen verdeedigen".waterstaatTen behoeve van de watersnood van 1820 dragen Bloemendaal, Tetterode, Aalbertsberg en de Vogelenzang een bedrag van f 604,755 bij.
BRONNENarchieven    =GA Haarlem, Kaart van de limietscheiding tussen de heerlijkheden Aalbertsberg, Schooten, Vlieland en Noord Akendam en de heerlijkheid Velsen, in 1732 gemaakt door Coen Velsen.=Noord-Hollands Archief 176 Losse Aanwinsten, inv. nr. 2.4.1.1., 2.4.3.1 en 2.4.3.84=Nationaal Archief, 3.01.51 Inventaris van het archief van Adriaan Steeniws, ontvanger van de personele quotisatie over de dorpen en kleine steden van Holland (1678) 1745-1753=Noord-Hollands Archief 12, Gaardersarchieven, inv. nr. 2.0.3.1. Register van ontvangst van de belasting op de verkoop van onroerende goederen, 1796-1805, en de ontvangst van het zegelrecht bij de verkoop van onroerende goederen, 1806-1811; inv. nr. 2.0.3.2. Aangiften in verband met de heffing van de belasting op de collaterale successie, 1723, 1781- 1782, 1795-1802, met hiaten. En.. Register van aangifte in verband met de heffing van de belasting op de collaterale successie, 1719- 1770geraadpleegde bronnenBaert, Goor; DDB; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911literatuur  Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. 12; 1840, deel 2, blz. 489Aardrijkskundig Handboek der Bataafsche Republiek, Johannes Allart , Amsterdam 1800, blz. 4Bulletin des lois de l'Empire francais, 4e séroe, tome quatorzième, nrs. 342 à 378, Paris 1811, blz. 60Dalen, J.L. van, Oorkonden en regesten betreffende de stad Dordrecht en hare naaste omgeving tijdens het grafelijke huis van Holland  [1006-1299], in: BMHG 1912, blz. 132Decreeten van de Provisioneele Representanten van het Volk van Holland, tweede deel, eerste stuk (maart-april 1795), Den Haag 1799, blz. 502Fruin, Informacie, blz. 13 (1514), 23-24 (id), 27 (id)Gosses, Welgeborenen, p. 113 (1445-1450Hanneman, Pieter, Diversche brieven ende munimenten concernerende die heerlicheyt  ende graeffelicheyt van Egmont mit den aencleven vandien, 1283-1522, Verzamelt over de geschiedenis van Holland en de geslachten van Wassenaer en van Egmond, handschrift van 16 maart 1587Resolutien van het Intermediair administratief bestuur van het voormaalig Hollandsch gewest, Den Haag 1798, blz. 347Verzameling van plakkaten, ordonnanties, resoluties, enz. uitgevaardigd door de Staten en de Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland van de 16e tot de 18e eeuw, Den Haag 1789-1791 WvhR 3 mei 1852overige bronnenGoogle Search plaats; Google boeken; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932;  Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica.
AalbrinkBuurtschap in Gelderland in de Achterhoek bij Winterswijkalgemeen  In 1913 deel van de gemeente Winterswijk [IJzerman].financiënBRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911   overige bronnenWvhR; Google boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AalburgDorp in de gemeente Wijk en Aalburg in de provincie Noord-Brabant. Ook Aburch (9e eeuw), Alburch (889; 1131; 1136; 1157; 1161, 1206-1226), Alburc (1109; 1161), Alburg (10e eeuw; ca 1050; 11e eeuw; 1107; 1114; 1175; 1181; 1182; 1212) Alburh (1108-1122), Alborg (1114), Alborch (1131, 1178), Olborch (1129), Aalberg, Aalborgh, Aelborch, Aelbourch, Aelberg, Aelsbourgh, Alleburch, Aleburg of Alburgh. Genoemd naar germaanse alah = tempelalgemeen=Er zou in de Romeinse tijd een tempel hebben gestaan en een heilige put zijn geweest. =Willebrord en Suitbert zouden er in het begin van de 8e eeuw hebben gepredikt. =In Aalburg was een fort [Oudenhoven, Out-Hollandt, blz. 2]=Rond 855 verwoest door Noormannen, Denen en Abotriten. =De Friese graaf Gerolf, vader van Dirk I, wordt in 889 door koning Arnulf met Aalburg bedacht. =In 1028 leeft Uffardus van Aelburgh. =In 1031 leeft Eppo van Alburch. =In 1496 telt het dorp 32 haardsteden. =op 27 augustus 1511 door die van Bommel in de as gelegd [Verwoert, Handwoordenboek 1, blz. 1; Kok1, blz. 18; Aa. Aard1, blz. 12]=op 23 september 1803 wordt in het Album studiosorum Academiae Rheno-Traiectinae 1636-1886, blz. 198, genoemd Bastiaan Nieuwkoopbelastingen algemeenRekeningen uit de periode 1801-1805 onder andere m.b.t. Aalburg van Otto Verhagen, secretaris, van de ontvangst van de impost op de collaterale successie, de boeten op de ongefundeerde processen, de impost op de verkoop van onroerende goederen, rentebrieven en schepen, op trouwen en begraven en de familieadvertenties, het ambtgeld en de impost op de venduen [NA]belasting op aankoop schepen Rekeningen van de belasting op aankoop van schepen, 1760-1810 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 168-169].belasting op de ongefundeerde processen Rekeningen van de belasting op ongefundeerde processen, 1760-1810 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 168-169].belasting op het gemaal In december 1832 richten Cornelis van Dongen, Arie den Hoed en Willem Ambrosius, korenmolenaren, respectievelijk wonende te Heusden, Aalburg en Veen, provincie Noord-Braband, zich tot de Tweede Kamer met het verzoek, dat de voorgestelde belasting op het gemaal, als die ingevoerd mocht worden, op het platteland in hun provincie niet bij collecte, maar bij admodiatie moge geheven worden. Hun verzoek gronden ze erop, dat dit middel daar van het tweede halfjaar van het jaar 1825 tot en met het jaar 1829 op die manier is geheven geworden en dat zij ook de heffing bij collecte min voordelig voor het Rijk beschouwen, inzonderheid wegens het groot getal ambtenaren dat daartoe benodigd is [Hand. TK 1832-1833, 24 december 1832, blz. 97]. bierimpost Stukken uit 1636 betreffende het proces van Willem Cornelissen Backer uit Aalburg als pachter van de bierimpost en Caspar van Eijck als drossaard over Stad en Lande van Heusden als eisers enerzijds, tegen Jasper Hessels uit Aalburg in verband met door gedaagde gepleegde notoire fraude anderzijds (T1422) collaterale successie Staat opgemaakt in 1712 door het dorpsbestuur van Aalburg in het kader van de collaterale successie met taxatie van de nagelaten boedel van Philip Rogge Verhage (T1104). Staat opgemaakt in 1713 ten behoeve van de collaterale successie door schout en schepenen van Aalburg met taxatie van de nagelaten boedel van Ghijsbert Joosten de Jongh uit Aalburg (T1083). Rekeningen van de collaterale successie, 1760-1810 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 168-169].controle In 1893 wordt de rekening van de gemeente Wijk en Aalburg gecontroleerd door de Algemene Rekenkamer. dijkgeld "Collect-boeken", registers houdende de opgaven van de te innen ontvangsten en de ontvangsten wegens het dijkgeld van Veen, alsmede Aalburg en Heesbeen, 1772-1793 (Oud-Archief Veen). geldnegotiatie Op 17 juli 1795 wordt een "geforceerde Geldnegotiatie" opgelegd. Burgers en inwoners van Aalburg verzoeken dit buiten werking te stellen tot het moment waarop zij in staat zullen zijn om daaraan te voldoen (Dagbladen, blz. 2).gemene omslag Rekening van 1707 afgelegd aan schout, burgemeester en regeerders van beide dorpen door de waarsman belast met de collecte van de gemene omslag, voor het bouwen van de watermolen te Heesbeen en Aalburg, gebouwd volgens octrooi van 23 juli 1705 van de Staten van Holland en West-Friesland. Rekeningen afgelegd aan schout, burgemeester en regeerders van beide dorpen door de waarsman belast met de collecte van de gemene omslagen van 9 januari 1709, 27 augustus 1711 en 10 juni 1713, geheven voor onderhoud en resterende interesten voor de bouw van de nieuwe watermolen te Heesbeen en Aalburg, gebouwd volgens octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland dd. 23 juli 1705. Rekeningen afgelegd aan schout, burgemeester en regeerders van beide dorpen door de waarsman belast met de collecte van de gemene omslagen in de jaren 1716-1807, geheven voor het onderhoud van de nieuwe watermolen te Heesbeen en Aalburg, gebouwd volgens octrooi van de Staten van Holland en West-Friesland dd. 23 juli 1705. grondbelasting Staten van termijn vrijstelling grondbelasting op gebouwde eigendommen 1878-1880. Staten van herziening belastbare opbrengst ongebouwde eigendommen en uitkomsten typen-schatting 1885-1887, 1905-1907. impost op trouwen en begraven Rekeningen van de impost op het trouwen en begraven, 1760-1810 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 168-169]. Register Impost trouwen en begraven, Aalburg, 1760-1800 en 1800-1810 (BHIC) invordering Akte uit 1692 van autorisatie waarbij A.J. Walwerck, heer van Herpt en Bern volmacht geeft aan D. Mans te Aalburg tot het innen van achterstallige belastinggelden in Aalburg [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 139]. Minuutakte van borgstelling uit 1762 door Philippus Verhaagen uit Veen, schout en secretaris van Veen en Aalburg, en door Gijsbert Sluijmers uit Wijk voor Gerrardus Sonnevelt als gaarder van diverse imposten. molengeld Collect-boeken", registers houdende de opgaven van de te innen ontvangsten en de ontvangsten wegens het molengeld van Veen, alsmede Aalburg en Heesbeen, 1772-1793 (Oud-Archief Veen). morgentalen Processtuk uit 1607 in de zaak tussen schout en collecteurs van de omslag over de mergentalen in Aalburg tegen Lubbert Torck, heer van Heesbeen als opposant (T1558).onraadgeld "Collect-boeken", registers houdende de opgaven van de te innen ontvangsten en de ontvangsten wegens het onraadgeld van Veen, alsmede Aalburg en Heesbeen, 1772-1793 (Oud-Archief Veen). onroerendgoedbelasting In 1977 wordt de onroerendgoedbelasting ingevoerd. In 1978 is het tarief per f 3.000 waarde voor de onroerend-goedbelasting eigenaren f 5,35 en voor gebruikers f 4,-. De wettelijke limiet voor de eigenarenheffing is f 705.000 en voor gebruikers f 564.000; de laatst geraamde opbrengst is f 357.000 voor eigenaren en f 268.000 voor gebruikers [TK 1978-1979, nr. 15439, ondernr. 2]. opbrengst onroerend goed De Eb Akten van repartitie en verdeling van de opbrengst van de uiterwaard De Eb over de inwoners van Aalburg over de jaren 1781-1798 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 20].personele belasting In 1907 behoort de gemeente Wijk en Aalburg voor de personele belasting tot de 9e klasse (Wet 15 juli 1907, Stb 1907,200). Evenzo in 1920 (Willigen, Wet, blz. 260). quotisatie In de quotisatie van 1808 van 30 mln neemt Aalburg deel met f 580.0.0. schoolgeld In 1927 bedraagt in Wijk en Aalburg het schoolgeld minimaal f 3,- en maximaal f 10,80 (R.K. Centraal, blz. 7).tiende penning=Kohieren van de 10e penning van 1543-1547 m.b.t. Aalburg. Deze 10e penning werd volgens het akkoord van 21 maart 1543 geheven van het inkomen van de onroerende goederen binnen en buiten de schildtalen, van renten en koopmanswinsten, de laatste op 6% van het in de handel gestoken kapitaal geschat. De heffing geschiedde namens de koning door de ontvangers particulier, die door de Staten voor de heffing van de gemenelandsomslagen in de verschillende kwartieren gesteld waren. De kohieren werden overgeleverd aan commissarissen door de koning met het afhoren van de rekeningen-in tegenwoordigheid van gedeputeerden van de Staten - belast. De kohieren bleven geheim en werden aan de Staten afgestaan. Van verschillende kwartieren kwamen de kohieren eerst omstreeks 1545 in. Een groot aantal aangiften was onjuist en werd door andere aangevuld of vervangen. Het is dikwijls moeilijk de aangiften van de 10e penning van 1543 van die 1544 (zie Inv. no. 446 vlg.) te onderscheiden, zodat de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat deze een enkele keer met elkander verward zijn. Een blik in de rekeningen van de ontvangers van de diverse kwartieren, die in het archief van de Rekenkamer bewaard zijn, toont aan, dat een groot deel van de kohieren verloren is gegaan. Bij een aantal plaatsen is of alleen het kohier van de landen of alleen het kohier van de huizen verloren gegaan [NA]=Kohieren van de 10e penning van 1544-1545 met o.a. Aalburg. Deze 10e penning is volgens het octrooi van 15 april 1544 alleen geheven van het inkomen van de landerijen binnen en buiten de schildtalen. De heffing geschiedde namens de Staten door de ontvangers particulier in de verschillende kwartieren. In de meeste kwartieren werden geen nieuwe kohieren opgesteld, maar die van 1543 gebruikt. De kohieren werden door de ontvangers particulier als bijlagen bij hun rekeningen overgelegd; daar de kohieren echter reeds spoedig als een afzonderlijke collectie beschouwd werden, hebben wij ze als een afzonderlijke verzameling behandeld. Een groot gedeelte is ook hier verloren gegaan [NA]=Kohieren van de 10den penning van 1553-1557 met o.a. Aalburg. Deze 10e penning werd geheven volgens het akkoord van 12 april 1553 van het inkomen uit de onroerende goederen binnen en buiten de schildtalen, tienden, renten enz. De heffing geschiedde namens de Staten door den ontvanger generaal. De kohieren van de kleine steden en de dorpen werden aan de "wethouders" van de grote steden volgens een daartoe door de Staten opgemaakte indeling overgeleverd en gecontroleerd, en later bij de afhoring van de rekening van de ontvanger generaal als bijlagen overgelegd. Zij werden echter reeds spoedig als een zelfstandige collectie beschouwd, die bij volgende heffingen van de 10e penning gebruikt werd. Een groot gedeelte van de rekeningen. als ook van de kohieren van het recolement van 1556/1557, die dikwijls in de oude kohieren vastgehecht waren, is ook hier verloren gegaan [NA]=Kohieren van de 10e penning van 1556-1562. Deze 10e penning werd volgens het akkoord van 17 december 1556 geheven van het inkomen uit onroerende goederen binnen en buiten de schildtalen, renten enz. De heffing geschiedde namens de Staten door de ontvanger-generaal. Een groot gedeelte zowel van de oorspronkelijke kohieren als van die voor hel recolement (1561/64) is verloren gegaan [NA]=Kohieren van de 10e penning van 1561-1564 met o.a. Aalburg. Deze 10e penning werd volgens het akkoord van 18 mei 1558 geheven van het inkomen uit onroerende goederen binnen en buiten de schildtalen, van renten enz. De heffing geschiedde namens de Staten door de ontvanger-generaal. Een groot gedeelte is weder verloren gegaan [NA]tol In februari 1935 richten B&W van Wijk en Aalburg zich tot de Tweede Kamer met adhesieverklaringen aan het adres van de Vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen in het land van Heusden betreffende de voorgenomen tolheffing op de brug te Heusden [Hand TK 1934-1935, 26 februari 1935, blz. 1482]. En een dag later richten ze zich in een adres tegen het wetsontwerp dat het mogelijk wil maken concessie tot tolheffing te verlenen aan een naamloze vennootschap [Hand. TK 1934-1935, 27 februari 1935, blz. 1503]. veertigste penning Stukken opgemaakt in 1710 door het dorpsbestuur van Aalburg in het kader van de heffing van de veertigste penning met taxatie van huis en molen door Joost Schep verkocht. Rekeningen van de 40ste penning op roerende- en onroerende goederen, 1760-1810 [Streekarchief Langstraat, Heusden en Altena 0001, 1680-1811, nr. 168-169].verponding Kohier van de verpondingen, opgemaakt in 1650 voor dat deel van Holland, waar tot die tijd toe de gemenelandsmiddelen nog slechts 'bij redemptie' werden omgeslagen en geïnd [NA]Op 20 juli 1731 verkrijgt Wijk en Aalburg vrijdom van verponding (Repertorium, blz. 115; Groot Placaatboek VI, blz. 1124). "Collect-boeken", registers houdende de opgaven van de te innen ontvangsten en de ontvangsten wegens de verpondingen van Veen, alsmede Aalburg en Heesbeen, 1772-1793 (Oud-Archief Veen). In 1793, 1794 en 1795 is het bedrag van de ordinaris verponding f 897:8:3; voor 1794 en 1795 is het bedrag van de extraordinaris verponding f 500:4:9; de halve dito bedraagt over de drie jaren 28:4:3 (Decreeten 1796, blz. 17).Staten uit 1797-1798 van personen, o.m. uit Aalburg, die in 1793 en 1794 schade hebben geleden, met opgave van schadebedragen en van uitkeringen uit het fonds van achterstallige verpondingen, met aantekeningen over verpondingen en inzake controle door J.F. Leemans [NA]vrijstelling De Staten-Generaal besluiten op 10 mei 1613 dat kerkmeesters en inwoners van Aalburg in het land van Heusden voor de bouw van hun kerk twee schepen timmerhout met vrijstelling voorbij Lillo mogen laten gaan. Resolutien S.G.Deel 2 (1613-1616, GS 151) nr. 369. p. 60. De ingezetenen van de dorpen Veen, Wijk, Aalburg, Heesbeen, Genderen, Doeveren, Drongelen en Babylonienbroek en van de heerlijkheden Eethen en Meeuwen, alle aan deze zijde van de Maas grenzend aan het Land van Altena en aan Dussen, verzoeken hun goederen met vrijstelling van licent uit de Republiek te mogen halen, Besluit SG 18 december 1625 [Res. SG Oude en Nieuwe Reeks 1576-1625, deel 7 (juli 1624-1625), nr. 3835, blz. 664]. Besluit in 1809 genomen door de eerste secretaris van het Kabinet des Konings op het request van enkele gemeenten gelegen in het Land van Heusden betreffende de vrijstelling van belasting op het personeel na de overstroming. (nr. 57). Staten van termijn vrijstelling grondbelasting op gebouwde eigendommen 1878-1880. 
bestuuralgemeen=In 1749 zijn er 58 huizen en een korenmolen. =in 1785 zijn er 58 huizen en één korenmolen [Kok1, blz. =In 1795 zijn er 258 inwoners (Accuraate, blz. 5). Verdeeld in 83 mannen, 101 vrouwen en 74 kinderen (Decreeten 1799, blz. 824). burgemeester=Akten van benoeming van burgemeesters, zetmeesters en ijkmeesters, door schout van Aalburg, 1753-1794. =Akte van benoeming uit 1810 door Fremin de Beaumont, prefect van het departement "des Bouches du Rhin", van M. van Drunen tot maire van de gemeente Wijk en Aalburg en de benoeming van 10 leden in de gemeenteraad. grondvergadering=In 1799 heeft Wijk en Aalburg twee grondvergaderingen (Publicatie, blz. 52). schout=Minuutakte van borgstelling uit 1758 door Philippus Verhagen uit Veen, schout in Veen en Aalburg, voor zijn zoon Otto, tweede commies van het post-comptoir in Leiden.domeinenrentmeester=Het rentmeesterschap der domeinen van Heusden omvat: Heusden, Oudheusden, Engelen, Vlijmen, Hedikhuizen, Veen, Aalburg, Genderen, Doeveren met de aangelegen gehuchten. Na de dood van de ontvanger ingelijfd bij het rentmeesterschap-generaal Zuid-Holland [NA]=Stukken betreffende domeinen in Wijk en Aalburg, 1527-1788 [NA]=Akte van afstand van 13 september 1724 ten behoeve van de Staten van Holland en West-Friesland van diverse percelen verdronken land door schout en burgemeesters van het dorp Aalburg [NA]=Rekeningen van mr. Anthony Johan Thierens over de periode 1725-1740 en een rekening van mr. Hugo Eelbo over 1741. Voor de latere jaren wordt verwezen naar de rekeningen van de rentmeester-generaal van Zuid-Holland, waarmee dit rentmeesterschap werd verenigd [NA]economie  Op 21 juni 1767 werden alle gewas en vrijwel alle ruiten in het dorp vernield door een zware hagel.In 1839 is er een korenmolen [Aa, Aard1, blz. 12]. In 1920 zijn er in Wijk en Aalburg twee telefoons: manden- en stoelenfabrief N.V. "De Vlijt" en de grossier M. Schouten. Vanaf 1927 heeft N.V. "De Onderneming" vergunning voor een autobusdienst op het traject Den Bosch, Haarsteeg, Hedikhuyzen, Herpt, Heusden, Aalburg, Wijk, Veen, Andel, Giessen, Rijswijk en Woudrichem vice versa [WvhR 12 februari 1931]In 1930 wordt in Wijk en Aalburg o.m. geld verdiend in een timmerfabriek, met fruithandel, boter- en  kaashandel, een hoenderpark, handel in pluimveevoeder, autoverhuur, veehandel, verkoop rijwielen en motoren en met het maken van manden en stelen. geestelijkheid=De abdij van St. Truiden heeft veel bezit  in Aalburg, de „in pago Masualensi vico, priscorum incolaruni vocabulo Alburg nominato, sita ecclesia," zooals een auteur uit dat klooster ons omstr. het midden der 11e eeuw in hoogst onbevallige termen uitlegt'. Het geheel was samengevat onder de zgn. „prepositura de Testerbant"-. Middelpunt van het agrarisch goederenverband, van^de „villicatio", was de „curtis" van Aalburg. =Op 24 mei 1107 bevestigt paus Paschalis II de abdij van Sint Truiden in het bezit van alle haar geschonken goederen. Bezittingen in de villa Aalburg, de kerk van Insula Dunc en de altaren van Aalburg, Alem, Woensel, Son en Macharen) [Oorkonden Noord-Brabant blz. 53]. =Burchard, bisschop van Utrecht, restitueert op 26 juni 1108 de kerk van Aalburg aan de abt van Sint-Truiden en diens voogd, graaf Floris II van Holland, en laat zijn eigen voogd Willem afstand doen van zijn ban [Oorkondenboek Holland, nr. 95; BVGO 4e reeks deel 2 (1902), blz. 332; [BVGO 5e reeks deel 2 (1915), blz. 309]. =Over Floris' handelingen inzake de goederen, behorende tot de kerken van Aalburg en verscheidene andere in het land van Heusden, van welke hij voogd was, die behoorden aan de abdij van St. Truiden en die lenen van de Utrechtsche bisschop waren, lezen wij bij de geschiedschrijver der abdij dat toen Floris in 1108 door hem aangezocht werd, haar tegen den bisschop bij te staan, hij dezen schatrijke en buitengewoon zwaarlijvige graaf met zilveren koorden uit Holland naar Utrecht moest slepen. Dit nu is eene voorstelling van zaken van iemand, die zijn zin niet dadelijk kreeg, waarschijnlijk omdat hij te veel vroeg. Uit de dreigende houding van Floris kort daarna, toen de bisschop en de abt het eens geworden waren, krijgt men niet den indruk, dat de graaf een krachteloos man was, die alles maar over zich heen liet gaan, vooral omdat achter den abt ook wel zijn suzerein, de bisschop van Metz, gestaan zal hebben, terwijl Aalburg vrij ver van Floris' toenmalige bezittingen lag. De Utrechtsche bisschop en de abt zijn voor zijn dreigement teruggeweken [BVGO 7e reeks deel 2 (1932), blz. 17]. =Er zijn drie machthebbers in 1108 den bisschop van Utrecht, de voogd, Floris II van Holland en de abt. De abt wil de kerk van Aalburg weer uit de handen van de bisschop zien los te krijgen. De Gelderse graaf speelt dan geen actieve rol; hij is slechts getuige in de oorkonde, die het pleit beslechtte. Enige tijd later gaat het tegen hem, want de bisschop heeft hem dan onrechtmatig de Aalburgsche tiende in Babilonienbroek geschonken. Voor de dreigende houding van den voogd, graaf Floris II, wijken gever en begiftigde terug; de laatste, hoewel hij hier „patriae comes" was. Ik moet daarbij evenwel opmerken, dat de bisschop in beide gevallen zich slechts als kerkelijk gezagspersoon liet gelden, maar in het laatste gaat hij samen met den graaf, die in het wereldlijke zijn leenman was [BVGO 5e reeks deel 2 (1915), blz. 313]. =Met de Aalburgse voogd heeft de abt van St. Truyen wel getobd; abt Rudolf klaagt zeer over den onwil van Floris II om voor de belangen van de abdij op te treden. Wat een werk en kosten had hij niet gehad in 1108, toen hij diens medewerking te Utrecht tegenover den bisschop noodig had: „ik moest dien schatrijken en buitengewoon zwaarlijvige graaf met zilveren koorden uit Holland naar Utrecht slepen," klaagde hij later. Maar wat wel moet bevreemden, is, dat in de 13e eeuw, wanneer meerdere oorkonden over de voogdij van Aalburg uitgevaardigd worden, nooit iets verluidt van enig rechtsgezag, dat de bezitter daaraan zou kunnen ontleenen [BVGO 5e reeks deel 2 (1915), blz. 310]. =Op 10 april 1129 bevestigt koning Lotharius de goederen aan de abdij Elten geschonken waaronder die te Olburch. =In 1131 schenkt Andreas van Kuyk, de 25e bisschop van Utrecht, aan de abdij van St. Truiden de kerk in Aalburg en de novale tienden van Babyloniënbroek [Aa, Aardrijkskundig, deel 13, blz. 500]. =Een oorkonde uit 1148 voor de kerk van Aalburg [TvG 1933, blz. 201]. =Bisschop Godefrid beslist in 1157 een geschil tussen de abt van St. Truyen en de tempelier Hendrik over de wijding eener kapel op de Nieuwmarkt te Aalburg ten dienste van de Tempelieren aldus, dat volgens pauselijke uitspraak de rechten van den abt van St. Truyen en van de kerk van Aalburg niet verkort zullen mogen worden, en dat de pastoor van de kerk van Aalburg zal zorgen, dat zijne parochianen niet overgaan naar de kapel [Oorkonden Utrecht, nr. 419]. =Op 9 juni 1161 neemt (tegen)paus Victor IV de abdij St.-Truiden onder zijn bescherming en bekrachtigt alle vroeger gedane schenkingen (waaronder het allodium Alem, bezittingen in Aalburg, de tienden van Babiloniënbroek, het altaar van Aalburg, de kerk van Insula Dune, het altaar van Alem, verder Woensel, Son en Macharen [Oorkonden van Noord-Brabant, blz. 98].=Wiricus, abt van Sint-Truiden, verklaart in 1167 dat Even zich destijds aan St. Trudo heeft opgedragen, ten gevolge waarvan haar nazaten, Regena en haar twee zonen, thans een jaarlijkse hoofdcijns betalen op het altaar van St. Trudo te Aalburg en geen andere voogd zullen hebben dan de abt zelf [Oorkondenboek Holland, nr. 161]. =Op 9 april 1178 schenkt Hugo van Rhenen aan zijn broer Godefridus, bisschop van Utrecht het dorp Aalburg (Alborch) [BVGO 3e reeks deel 9 (1896), blz. 207].=Paus Alexander III neemt op 15 maart 1179 de abdij St.-Truiden onder zijn bescherming en bekrachtigt alle vroeger aan haar gedane schenkingen (waaronder het allodium en de kerk van Alem met het visrecht en de toebehoren, de villa Aalburg met de kerk en de toebehoren, de novaaltienden van Babiloniënbroek en het altaar van Woensel) [Oorkonden van Noord-Brabant blz. 118]. =In de Gesta abbatum Trudonensium bericht abt Rodulf, welke moeite hij had om een tiende te Aalburg (dat zeer zeker in Teisterbant lag) terug te krijgen [BVGO 4e reeks deel 2 (1902), blz. 337]. =In het voorjaar van 1181 schenkt bisschop Boudewijn, door de tussenkomst van bisschop Rudolf van Luik en van Godefrid, proost van Tiel, de kerk te Aalburg met al hare inkomsten aan de abdij van St. Truyen, op voorwaarde dat de abdij er een pastoor zal benoemen en de bisschoppelijke, archidiaconale en decanale rechten betalen en geen inbreuk op de synodale rechten maken zal  [NNBW deel 4 blz. 270; Oorkondenboek Utrecht nr. 505]. =Paus Lucius III bevestigt op 30 juni 1183 de door bisschop Boudewijn aan de abdij van St. Truyen gedane schenking van de kerk [Oorkondenboek Utrecht, nr. 511]. =Paus Lucius III bevestigt op 10 november 1183 de abdij van St. Truyen in hare bezittingen, o. a. de kerk Aalburg, haar geschonken door bisschop Boudewijn [Oorkondenboek Utrecht, nr.513]. =Abt Nicolaas van St. Truyen schenkt in 1184 aan Reinbold, kameraar van bisschop Boudewijn, ter beloning van de diensten, door hem aan de abdij bewezen, een jaargeld van 2 mark uit de goederen der kerk van Aalburg [Oorkondenboek Utrecht, nr. 514]. =In 1200 geeft koning Willem, graaf van Holland aan zijn kapelaan, de abt van Sint Truijen de advocatie (=beschermheerschap) van de kerk en luiden van Aalburg. Onder Aalburg ligt de ridderlijke hofstad Craijenveld, waar het geslacht Spirink van Aalburg resideerde. =Hendrik I, hertog van Brabant, bepaalt op 10 januari 1240 dat de goederen te Aalburg die zijn zuster, gravin-weduwe Maria, voor de duur van zeven jaar van de abt en het convent van Sint-Truiden in pacht houdt, onmiddellijk aan de abt en het convent zullen terugvallen indien Maria vóór het verstrijken van de pacht mocht komen te overlijden [Oorkondenboek Holland, nr. 598]. =Rooms-koning Willem bericht op 15 maart 1250 aan de lieden op de goederen van Sint- Truiden in en om Aalburg dat hij de inkomsten uit de voogdij van die goederen aan de abt van Sint- Truiden heeft afgestaan, en gelast hen de abt gehoorzaam te zijn [Oorkondenboek Holland, nr. 844]. =In 1250 bevestigt de graaf uitdrukkelijk dat de advocatie van Aalburg aan de grafelijkheid behoorde [BVGO 2e reeks deel 10 (1899), blz. 154]. =Rooms-koning Willem, graaf van Holland, beleent op 19 mei 1250 Willem abt van Sint-Truiden en diens opvolgers voor altijd met de voogdij van de goederen en de lieden van de abdij in en om Aalburg, met de bepaling dat zij dat leen zullen verheffen voor één mark zilver, en zegt de abdij en haar onderhorigen bescherming toe tegen allen die hun schade mochten toebrengen [Oorkondenboek Holland, nr. 859 en 862]. =In 1250 geeft graaf Willem II aan den abt van St. Truyen weer in leen  „advocatiam quam in bonis ecclesie .. . et in hominibus (in) adiacentibus villis .. . in Alburgh existentibus ratione comitatus Hollandie pleno iure possedit" [BVGO 5e reeks deel 2 (1915), blz. 309]. =Ruwaard Floris neemt op 11 augustus 1257 in leen voor 80 pond Hollands jaarlijks en op nader omschreven voorwaarden van Willem abt van Sint Truiden voor de duur van drie jaar in pacht de hof van Aalburg met tienden, cijnsen, gebouwen en andere toebehoren alsmede de door de abt van hem in leen gehouden voogdij van die hof [Oorkondenboek Holland, nr 1172]. =Graaf Otto II van Bentheim staat op 25 juli 1267 aan zijn broeder Egbert als erfdeel af o.m. het burggraafschap in Utrecht en goederen te Vleuten af "et advocatiam in Alborg" [Oorkondenboek Utrecht nr. 1726; Oorkondenboek Holland nr. 1456].=In 1393 wordt de voogdij omschreven als : „de voechdie van den goeden ende luden der kercken van Sinte Truden in Alburch ende in den dorpen daeromtrent gelegen," nl. „binnen Aelborch, in Harpe (Herpt), in Baerne (Bern), in Heusden, in Heesbien, in Doeveren, in Ghenderen, in Eten, in Babilonienbroec ende in Baerdwyc" [BVGO 5e reeks deel 2 (1915), blz. 309]. =In 1543 een beëdigde verklaring over cijnzen, die het kapittel mag heffen onder Herpt, Oudheusden, Baardwijk, Doeveren, Genderen, Drongelen, Heesbeen en Aalburg, waarvan akten zoekgeraakt zijn. =De kerk van Aalburg dateert uit 1614. =In 1749 heeft de abt van St. Truiden nog vele landen en tienden in Aalburg e.o. De kerk wordt door de abt onderhouden. =Op 29 november 1813 is er veiling van in Aalburg gelegen domeingoederen. Het gaat om bouwland, hakhout, weiland, woonhuizen. De goederen zijn afkomstig van de Abdij van Sint Truiden. Er wordt vrijwel niets verkocht. De goederen zijn gelegen in Brugkamp, de Eng, de Bredenkamp, Hamelenland, het Gezet, enz. gemeente=In 1826 deel van de gemeente Wijk, district Waalwijk [Gosselin, blz. 1]. =Op 1 januari 1830 komt de gemeente Wijk en Aalburg tot stand (wikipedia). =In 1839 wonen er 400 mensen in 60 huizen [Aa Aard1, blz. 12]. =de polder omvat in 1851 een oppervlakte van 288 bunder, 67 voet, 95 ellen. Er zijn 94 huizen waarvan  boerderijen=In 1867 valt A. onder de gemeente Wijk [van Hiele]. =In 1910 heeft de gemeente Wijk en Aalburg 2210 inwoners. =In 1913 valt Aalburg onder de gemeente Wijk [IJzerman]. =Rond 1919 zijn er in Wijk en Aalburg 2425 inwoners op 1289 hectare (Verslag, blz. XV). =Stukken uit 1928-1929 betreffende de totstandkoming van het KB van 5 oktober 1929 nr. 19 tot vernietiging van het besluit van de gemeente Wijk en Aalburg inzake de schorsing en oneervol ontslag van de secretaris en ontvanger dier gemeente. =De Minister van BiZa wordt in 1957 i.v.m. een burgemeestersvacature erop attent gemaakt dat de staatkundig-gereformeerde bevolkingsgroep in Wijk en Aalburg sterk vertegenwoordigd is [TK 1957-1958, nr. 4900 V, onder nr. 7; Hand. TK 1957-1958, 14 november 1957, blz. 2054]. =Op 1 januari 1973 worden Wijk en Aalburg, Veen en Eethen gefuseerd tot de gemeente Aalburg. =Op 1 januari 1978 wonen in Aalburg 9.644 inwoners. =Aalburg ontvangt in 1978 per inwoner f 12,- o.g.v. de verdeelmaatstaf 24,3% belastbare opbrengst gebouwd [TK 1978-1979, nr. 15528, nr. 10]. =Op 16 september 1978 wordt in Aalburg de SGP-er Boenker burgemeester. =In 1984 ontvangt Aalburg een algemene uitkering van f 7.027.968,50 [EK 1983-1984, 17719, nr. 18d]=Op 1 januari 2014 zijn er 12.846 inwoners op 50,41 km2 [metatopos].=Op 31 maart 2015 zijn er 12.979 inwoners op 53.15 km2 waarvan 273 hectare water. =Op 1 januari 2014 telt de gemeente 12.859 inwoners. De oppervlakte is 63,16 km2 waarvan 273 hectare water.=Op 1 januari 2019 zijn de gemeenten Aalburg, Werkendam en Woudrichem (alle gelegen in het Land van Heusden en Altena) gefuseerd; de nieuwgevormde gemeente heet Altena [Wikipedia]burgemeesterWijk en Aalburg1814-1848  Adriaan Verhagen1848-1852  J. van Andel1852-1874  B. Pullen1874-1897  Johannes van Doveren1898-1932  Roelof Johannes van Doveren1932-1957  C.B.J. Landweer 1958-1973  Willem Frederik van Dijk[ontleend aan Wikipedia]Aalburg1973-1978  W.F. van Dijk1978-1993  Cor Boender 1993-2002  Frans Mostert2003-2007  Frans Buijserd2007-2008  Eric Janse de Jonge2008-2018  Fons Naterop [ontleend aan Wikipedia]onroerend goed de Eb Op 18 mei 1897 behandelt het Hof Den Bosch een zaak van de burgemeester van Wijk en Aalburg [J. van D.] tegen vier verpachters van de Eb, beweerdelijk optredend als bestuurders van een corporatie van inboorlingen van Aalburg. De inkomsten worden genoten door de verpachters [A. van W;. G. van W; A.M.; M. van D.]. De vier beroepen zich op een reglement van 4 augustus 1852. Het Hof oordeelt dat -als de corporatie al zou bestaan- de gemeente geen rechtspersoonlijkheid kan toekennen aan een dergelijke corporatie en, zonder inachtneming van de daarvoor geldende wetgeving, geen dorpseigendommen kan overdragen aan derden. Vóór de vereniging behoorde de Eb toe aan het dorp Aalburg. De Eb is op 18 juni 1813 door de maire van Aalburg [M. van D.] verpacht en op 29 juni 1814 door A.V., de provisionele burgemeester van Wijk en Aalburg. Er zijn tussen 1800 en 1897 geen inkomsten genoten door [Wijk en] Aalburg  Bij de fusie is, volgens het Hof, de Eb buiten het vermogen van de verenigde gemeente gehouden. Vermoedelijk vormde dit een voorwaarde voor het tot stand komen van de fusie. De gouverneur van Noordbrabant heeft op 2 augustus 1814 aan de gemeente gevraagd waarom geen opbrengsten zijn verantwoord voor de Eb en Wijkerzand. Op 5 april 1816 gelasten G.S. dat die verantwoording plaats vindt. Maar na het vonnis van de kantonrechter van 3 juni 1817 over Wijkerzand is de bestaande praktijk gecontinueerd. Het Hof concludeert tenslotte dat de Eb voor en na de fusie privaat eigendom is. Wijkerzand=Eenzelfde situatie als bij de Eb deed zich voor bij Wijkerzand en enige ingezetenen van Wijk. Het vonnis van 3 juni 1817 vormde ook hier het sluitstuk.heerlijkheid=Op 14 april 1724 wordt mr. Maarten Vlaardingerwoud heer van Aalburg. Hij is tevens heer van Veen en Dirksland en burgemeester van de stad Wageningen. Hij koopt voor f 2800. (Damme, Verkochte, blz. 6) . =Stukken betreffende de geschillen tussen Maarten Vlaardingerwoud, koper van de ambachtsheerlijkheden Aalburg, Wijk, Veen, Genderen en Doeveren, enerzijds en Willem, baron Van Lier, drossaart van Stad en Lande van Heusden met burgemeesters, gerecht en ingelanden van Wijk en Veen anderzijds, over de prerogatieven van de eerstgenoemde. klad, net en afschriften, 1726-1727 [NA]=Akten betreffende de verkoop van de ambachtsheerlijkheid, een huis, landerijen en een eeuwige erfpacht aan Mr. Maarten Vlaerdingerwout, 1728-1733 [NA]. =Maarten Vlaardingerwoud is in 1749 nog altijd heer van Aalburg [van der Aa deel 3., blz. 12]. =In 1754 schildert de Franse Perronneau in Den Haag een portret van Jacob van Kretschmar [Gazette des beaux-arts: courrier européen de l'art et de la curiosité 1927, nr. 1, blz. 333. =Uittreksels uit het testament van Mr. Maarten Vlaerdingerwout, heer van Dirxland, Wijk, Veen en Aalburg voor wat betreft het aan zijn schoonzoon Mr. Adriaan van der Goes gelegateerde vruchtgebruik van de ambachtsheerlijkheid Dirksland met een akte van de Staten van Holland, waarbij Mr. Adriaan van der Goes in dit vruchtgebruik wordt bevestigd 25 juni 1762 en 11 april 1763. [NA]=In 1763 volgt Charlotte Alida Vlaardingerwoud hem op. Ze trouwt met Jacob van Kretschmar. =In 1791 is Jacob Kretschmar heer van Aalburg [van der Aa deel 12, blz. 407].=In 1795 is Aalburg een ambachtsheerlijkheid, een Heusdens leen. =In 1809 is Jacob van Kretschmar heer van Wijk, Veen en Aalburg. =In 1839 heeft de ambachtsheer van Aalburg, Jacob Adriaan van Kretschmar, een stem in het kapittel als het gaat om de benoeming van een predikant. [van der Aa I., blz. 12; van der Aa deel 12, blz. 407]. =In 1851 een heerlijkheid toebehorend aan de in Borculo wonende Jonkheer Willem Gerrit van Kretschmar [Aa, Aard13, blz. 500]kasteel=In augustus 1257 schenken Walterus, ridder van Aalburg, genaamd Spirinck, en zijn vrouw Ysalda hun goederen aan de abdij van Sint-Truiden. Daaronder bevinden zich de tienden van Waspik en Capelle oftewel het recht om bij de boeren een tiende deel van de oogst te innen en dit te gebruiken voor het onderhoud van een kapel of kerkje in deze omgeving. =In 1277 een verdrag tussen de heren van Heesbeen en Van Heusden met die van Aalburg. Hugo Buter is daarbij aanwezig als getuige [BVGO 2e reeks, deel 7 91872), blz. 260]. =In 1326 is sprake van een Arnoud Spiering van Aalburg. Hij verkrijgt van Jacoba van Beieren de heerlijkheid Herpt [van der Aa deel 5, blz. 467]. =Jan van Aalburg, zoon van Jan Spiering van Aalburg draagt in 1431 het kasteel Crajenvelt op aan de graaf van Holland en wordt er vervolgens mee beleend. Tot de leen behoorden diverse achterlenen en het recht van zwanendrift (Adrichem, bl. 7). -=het kasteel Aal wordt in 1521 door die van Bommel verwoest [Aa, Aard1, blz. 12]=Agnes Spiering van Aalburg brengt het kasteel Craijenvelt bij haar huwelijk in 1555 in de familie van haar man Gijsbert van Heerdt, een Gelders edelman (Adrichem, blz. 8)kerkIn 1953 merkt de Minister van O, K&W in een MvA op dat de Ned. Hervormde Kerk te Aalburg als monument niet zodanig belangrijk is, dat het verantwoord zou zijn grote bedragen aan de restauratie ten koste te leggen. Om die reden heeft de Minister het aanvankelijk voor deze restauratie ingediende plan dan ook niet kunnen aanvaarden. Met de Kerkvoogdij en met haar architect zijn thans besprekingen gaande om te komen tot een sterk vereenvoudigde opzet. Mocht hieromtrent overeenstemming bereikt worden, dan zal ook voor de Ned. Hervormde Kerk te Aalburg een subsidie beschikbaar gesteld worden [TK 1952-1953, nr. 2800 VI, ondernr. 12, blz. 21]. oorlogOp 27 augustus 1511 is Aalburg door die van Bommel in de as gelegd [Kroniek Peter van Os, blz. 319; Halma, Tooneel, blz. 2; Aa, Aard1, blz. 12; van der Aa, Aard, deel 13, blz. 53]waterstaatIn 1809 veroorzaakt een storm een overstroming. Een dijk in Rijswijk bij Woudrichem breekt door. Veel huizen lopen schade op, enkele storten in. Door onderlinge behulpzaamheid verliest niemand het leven, ook het vee blijft gespaard. [Aa, Aard1, blz. 12; van der Aa deel 5, blz. 562]
BRONNENarchieven     =BHIC, 243 Kapittel van Heusden, 1339-1603.=Rijksarchief 's-Hertogenbosch (BHIC), Rechterlijk archief Aalburg inventarisnummers 1-2, Register Impost trouwen en begraven, Aalburg, 1760-1800 en 1800-1810, uitgewerkt door Piet Sanders;=Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0322 Oud-rechterlijk archief, Heusden 1501-1813, T1083, T1104, T1109, T1422, T1558, =Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0011 Oud-archief Veen, 1680-1811,=Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0176 Nederlands Hervormde Gemeente 1611-2003=Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0153 J. en R.J. van Doveren, Wijk en Aalburg 1689-1934, nr 57 =Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0001 Oud-archief Aalburg 1680-1811 [A.III.1. Register houdende pachtakten van het dorpsonraad, dorpskommer en dijkgeld, de ordinaire en extra-ordinaire verponding, alsmede voogdijstelling, akten van indemniteit, notulen en afschriften van ingekomen brieven, 1707-1810].=Streekarchief Langstraat Heusden Altena, 0001 Oud-archief Aalburg 1680-1811 [A.III.2-3. Registers houdende akten inzake voogdijschap, collaterale successie, ding en deling, alsmede de impost op trouwen en begraven, 1760-1810].=Wilt, C.G.D. de, Inventaris van het archief van het ambacht Aalburg, 1674-1811, Heusden 1995geraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911; Wikipedia     literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 500        Accuraate Alphabetische Lyst van de Telling des Volks van Holland, Amsterdam 1795, blz. 5Adrichem van Dorp, P. van, Beschrijving van de kasteelen, staande of gestaan hebbende in het Hollandsch deel van Noord-Brabant, Den Bosch 1918, blz. 7-8Alma, X.J.F., Een 13e-eeuwse gracht uitgespit: een archeologische opgraving aan De Hoek te Eethen (gemeente Aalburg), ADC Archeoprojecten 2009Beschrijving van het dorp Aalburg; Afbeelding der steden, dorpen, gehuchten en buurten van Zuyd Holland, meest op de plaatsen zelfs getekend door Cornelus Pronk (1691-1759) en bijeengebracht.Bloys van Treslong Prins, P.C., Genealogische en heraldische gedenkwaardigheden in en uit de kerken der provincie Noord-Brabant; I Aalburg - 's Hertogenbosch. II Heusden-Zylberg, Oosthoek 1924Bulletin des Lois de l'Empire Francais 4e série, tome douzième, nrs 259 à 298, Paris 1810, blz. 401Dagbladen van het verhandelde ter vergadering van de Provisioneele repraesentanten van Holland, Den Haag 1795, blz. 2Damme, A. van, Verkochte domeinen en ambachtsheerlijkheden in Holland en West-Friesland, 1580-1807, Haarlem 1904, blz. 6Decreeten van de Vergadering van het Provinciaal Bestuur van Holland, Den Haag 1796, blz. 17Decreeten van de Provisioneele repraesentanten van het volk van Holland, Den Haag 1799, blz. 824Forfelier, Jules, Encyclopédie des lois : dictionnaire général annoté des lois, décrets, ordonnances et règlements depuis 1788 jusques et y compris la session de 1837, avec suite à partir de 1838. Tome 1,Partie 1,Volume 1, précédée d'une introduction par M. Teste...- 1837-1839, blz. 136Frenken, A.M., De abdij van St. Truiden in de geschiedenis van Aalburg en Alem, in: Brabantia 1956/7-8, blz. 178-193Fruin, Informacie, p. 452-453 (1514)Gast, Cees de, Historische reeks Land van Heusden en Altena, 2007Gast, Cees de, Boeren tussen Maas en Merwede: een agrarische geschiedenis, Stichting Historische reeks Land van Heusden en altena 2006.Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Hendriks, J.P.C.A., Aalburg in het Land van Heusden: een vroegmiddeleeuws walsysteem?, in: Het Brabants Kasteel 6 (1983-1984), blz. 3-12Jansen, Frans, De Meierij van 's-Hertogenbosch: stad en land, boerderijen, kastelen en kloosters, landgoederen en buitenplaatsen, Pictures Publishers 2009Jong, Peter de, Heerlijkheden rond Gorinchem: over heren,. ridders en kastelen, Picture Publishers 2011Kort, J.C., Repertorium op de grafelijke lenenKruisheer, Oorkonden, p. 284 (1250)Mortel, Hans van de, Wijk, Aalburg en Veen; Historisch kijk- en leesboekPape, Justus Dorotheus Willem/Galen, A. van, Aalburg: eene kleine bijdrage tot de oudheidkennis van Noordbrabant, Palier 1851Pirenne, Henri,Le livre de l'abbé Guillaume de Ryckel: 1249-1272: polyptyque et comptes de l'Abbaye de Saint-Trond, au milieu du XIII siecle, 1896,  blz. IX, XX-XXI, XXVIII, XXXIV, XXXIX, XL, LII-LIV, LVI- LVII, 21, 32, 71, 129, 156, 158, 160-162, 164, 166, 167-179, 324, 339, 358, 374-375, 380-383, 385, 387, 395-397, 415-418, 420, 428Publicatie van het Uitvoerend Bewind der Bataafsche Republiek; bevattende de verdeeling der Republiek in grondvergaderingen en districten, Den Haag 1799, blz. 52 R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding, De schoolgeldheffing bij het gewoon lager onderwijs in Nederland, Den Haag 1927, blz. 7Simenon, W., De bezittingen der abdij van Sint Truyden in Nederland, tot in het midden der XIII eeuw, in: Geschiedkundige Bladen 1905Verslag van de Staatscommissie ingesteld bij Kon. besluit van 9 Dec. 1918, nr. 691, om te onderzoeken, welke bezoldiging worde genoten door de burgemeesters en de ambtenaren en werklieden in dienst der gemeenten, 1920-1926, blz. XVVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 1Vincent, Auguste, Oue signifient nos noms de lieux ?, Collection Nationale 7e serie nr. 82, Bruxelles 1947, blz. 42Vos, Jacob, Historische reeks Land van Heusden en Altena 2005Willigen, J. de, Wet op de personeele belasting 1896, Kluwer Deventer 1920, blz. 260WvhR 15 februari 1841; WvhR 19 april 1841; WvhR 4 juli 1842; WvhR 12 mei 1851; WvhR 22 april 1852; WvhR 14 februari 1870; WvhR 8 januari 1872; WvhR 12 januari 1874; WvhR 9 november 1874; WvhR 31 mei 1883; WvhR 4 augustus 1884; WvhR 31 augustus 1885; WvhR 20 december 1886; WvhR 21 april 1887; WvhR 1 januari 1892; WvhR 1 september 1893; WvhR 24 april 1895; WvhR 6 september 1895; WvhR 27 november 1895; WvhR 2 december 1895; WvhR ..januari 1897; WvhR 27 augustus 1897; WvhR 27 januari 1899; WvhR 24 februari 1899; WvhR 15 oktober 1902; WvhR 12 februari 1931; WvhR 15 oktober 1932; WvhR 15 december 1932; WvhR 28 oktober 1933; WvhR 8 augustus 1936;overige bronnenNavorscher 1851; Google boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma;  Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna;  Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica; Streekarchief
AaldenEsdorp in Drenthe bij Coevorden. Ook Alodun (1010), Alede (1322, 1332), Aelden (1381-1383), tho Eelde (1482) en Alen (1851-1855). Betekent woest gebied. algemeen-Er is een grafveld uit de Frankische tijd. -Onder opvarenden van VOC-schepen komen Aaldenaren voor: Johan Bos (in dienst van 1753-1776), Jan Jansse (1772-1774), Anthon Bramenkam (1789-1794), Hendrik Moesman (1775-1777, 1779-1785, 1786), Harme Vulpen (1787-1793). economie -In 1652 wordt een standerdmolen gebouwd. -In 1890 brandt de achtkante molen af door blikseminslag.financiën-In 1964 wordt f 513 subsidie uitbetaald voor restauratie van korenmolens in Aalden en Gieterveen [TK 1965-1966 nr. 8300 XVI ondernr. 11]. -In 1966 wordt f 1000 subsidie uitgekeerd voor monument Oud Aalden 6 [TK 1967-1968, nr. 9300 XVI ondernr. 10]. -In 1967 wordt f 250 subsidie uitgekeerd voor monument boerderij Oud-Aalden 19geestelijkheid-In 1053 wordt Alodun genoemd in het Corveijsche register van de abt Saracho. Waarschijnlijk wordt gedoeld op Aalden. -Vóór de 16e eeuw verwerft het Olde Convent uit Groningen gebied in Aalden, Meppen en Wezup. De eigendom wordt verkregen door kapitalisering van een schuld in rentebetalingen. Op alle huizen en erven in Zweelo rust de meipacht. Een jaarlijkse betaling aan de tijdelijke predikant van de Hervormde gemeente, bestaande uit 10 spinden ofwel 57,5 kop. -In 1849 wordt een nieuwe kerk zonder toren gebouwd. -In Aalden zijn in 1851 rond 120 "Christelijk afgescheidenen".gemeente  -in 1701 een overeenkomst tussen de markegenoten van Meppen en Aalden over hun grensgeschil. -In 1796 zijn er 84 inwoners (Volkstellinge, blz. 10). -In 1825 zijn er 90 inwoners [Imbyze van Batenburg 1825, blz. 1]. -In 1826 deel van de gemeente Zweeloo [Gosselin, blz. 1]. -In 1828 toen het kadaster werd ingevoerd was Aalden nog een onverdeelde mark van 701 bunders, 98 roeden 41 ellen. -In 1847 is de mark Aalden groot 731 bunders, 88 roeden 1 el. -In 1851 zijn er 17 huizen en 110 inwoners  [Aa, Aard13, blz. 500]-In 1859 deel van de gemeente Zweelo. -Vóór 31 december 1860 is de mark Aalden geheel verdeeld. -Bij akte van 14 december 1867 is de marke finaal gescheiden (Blok, Atlas, blz. 55). -In 1867 valt Aalden onder de gemeente Zweelo [van Hiele]. -In 1913 valt Aalden onder de gemeente Zweeloo [IJzerman]. -In 1953 zijn er rond 500 inwoners.-Tot 1998 vormt Aalden met Benenveld, Meppen en Wesup deel van de gemeente Zweeloo. -In 2014 deel van de gemeente Coevorden, postcode 7854 [metatopos].BRONNENarchieven   Drents Archief, 0888, Alting, ZweeloGroninger Archieven, Resolutiesgeraadpleegde bronnenBaert, Goor;  GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-; NNBW1911     literatuur   Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, 1e deel (A), Gorinchem, Jacobus Noorduyn 1839, blz. 12Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 500                               Blok, P.J/Jonge van Ellemeet, B.M. de/Joosting, J.G.C., Geschiedkundige atlas van Nederland. De marken van Drente, Groningen, Overijssel en Gelderland, Den Haag 1920, blz. 55Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;Heslinga, Inge, 259x Drenthe: van Aalden tot Zwinderen, Noordboek 2008Kuik, Harm, Aalden, Zweelo en de omliggende dorpen in oude ansichtkaarten, Retrospect Boekproducties 2008Lubbers, N., Archeologisch onderzoek Gelpenberg te Aalden: inventariserend veldonderzoek, Grontmij Nederland 2008Volkstellinge in de Nederlandsche Republiek, Den Haag 1796, blz. 10 overige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; BMHG; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica.
AalderinkHavezate in Salland. Ook Aalderdinck, Alderinck, Alerdinkalgemeen=Er zijn aankomsttitels bewaard voor goederen als Aalderink over de periode 1715-1805. Het lijkt erop dat Aalderink de benaming is van erven behorend bij de havezathe Nijenhuijs (Wijnandts van Resandt, Inventaris, blz. 19, 68). =In 1913 valt Aalderink onder de gemeente Zelhem.=in.... wordt Aalderdinck deel van de gemeente ZweelooBRONNENgeraadpleegde bronnenGenVer; Navorscher 1-5; NNBW1911       literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 500   Wijnaendts van Resandt, W., Inventaris der huisarchieven op Oolde, De Steeg 1923, blz. 19, 68overige bronnenGoogle Search plaats; Google Books; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF ...; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge;  Goes1; de Vries; Gallica
AalderinkshoekWijk in de gemeente Almelo. Ook Aalderinkhoek, Aalderdinckshoekalgemeen De vroegste sporen van menselijke activiteit of bewoning in de directe omgeving van Almelo zijn gevonden op de "Schuilenburg" in de Aalderinkshoek. Het betreft hier vuurstenen werktuigen, waarvan enkele uit de tijd: 7000-5000 v. Chr. gemeente=in 1867 valt Aalderinkshoek onder de gemeente Ambt-Almelo [van Hiele]. =vanaf 1 december 1913 valt Aalderinkshoek onder de gemeente Almelo [IJzerman]=in.... wordt Aalderdinck deel van de gemeente ZweelooBRONNENarchievengeraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911       literatuurAlphabetische lijst van de gemeenten des rijks, 1867, blz. 3Fockens, Th., Alphabetische Lijst van Plaatsnamen enz, in Nederland, 1875, blz. 3Hiele, T. van, Alphabetische lijst van alle burgerlijke gemeenten... 1867, blz. 3Erdman, J.E., Alphabetische naamlijst van al de gemeenten.....  1873, blz. 1  overige bronnenGoogle Boeken; Google Search Plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AaldonkBuurtschap in Limburg bij Gennep rond de Aaldonksestraat. Een donk is een uit het moeras stekende hoogte.algemeen-Behoorde lange tijd tot het Hertogdom Kleef [Aa. Aard1, blz. 13]gemeente=In 1826-1839 is Aaldonk deel van de gemeente Ottersum, arrondissement Roermond [Gosselin, blz. 1; Aa, Aard1, blz. 13]. =In 1840 telt Aaldonk 34 huizen met 230 inwoners. =In 1847 zijn er 230 inwoners. =In 1851 zijn er 36 huizen en 230 inwoners (Aa, Aard13, blz. 500).=In 1859 deel van de gemeente Ottersum. =In 1867 valt A. onder de gemeente Ottersum [van Hiele]. =In 1913 valt Aaldonk onder de gemeente Ottersum [IJzerman]. =In 1952 zijn er 350 inwoners. =Tot en met 1972 behorend bij Ottersum, daarna deel van de gemeente Gennep. =In 2014 deel van de gemeente Gennep, postcode 6595 [metatopos]BRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; GenVer; Lijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911    literatuur Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. 13Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 500    Atlas der zur Rentei Gennep gehörigen Zehnten 1774-1776 [DDB]Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 1;overige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; DDB; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries;  Gallica
AalhemEen dorp in de Meierij van Den Bosch. Ook Alemalgemeen=Er zijn vondsten bekend uit de Romeinse tijd [Bogaers]=Aalhem heeft een eigen rechtbank [Halma, Tooneel, blz. 2]belastingenbede=Op een bepaald moment moest Brabant jaarlijks een bede van f 140.000 belasting betalen. De Meierij droeg daarin bij f 19.379:16 stuivers: 3 penningen. Het kwartier Maasland daarvan 2094:13:9. Deze som wordt verdeeld over 16 of 17 dorpen. Aalhem staat daarin voor f 60:14 stuivers [Kok1. blz. 18]. BRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911   literatuur  Aa, A.J. van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, Gorcum 1839, deel I, blz. 13Bogaers, J.E., Twee Romeinse wijmonumenten uit Alem, in: Berichten van de Rijksdienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek 1962-1963, blz. 39-56Frenken, A.M., De Abdij van St. Truiden in de geschiedenis van Aalburg en Alem, in: Brabantia 1956, blz. 178Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 18overige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries; Gallica
AalschootDorp bij Eeklo. Ook Alscot (1140), Alscoet, Alescot (1140), Alsgooth. Een schoot is een uitstekend deel van het bos.algemeen =In 1140 genoemd als een grafelijk bos.=De graaf van Vlaanderen heeft al in de 12e eeuw een jachtverblijf in Aalschoot. =In het begin van de 13e eeuw wordt het grafelijk bos en jachtterrein verkaveld in drie nederzettingen Kaprijke, Eeklo en Lembeke.belastingengeestelijkheid=Akte uit september 1234 waarbij Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen, aan de abdij van Zoetendale het tiend op 60 bunder grond te Aalschoot bij Kaprijke schenkt (Vandermaesen). =In 1241 verkoopt Willem Bloc van Eyne 50 bunder heide in Aalschoot aan de abdij van Oost-Eekloonroerend goed Akte uit juli 1233 waarbij Raas van Gavere, opperkeldermeester van Vlaanderen, en Alardus dictus Busera, namens de graaf en gravin van Vlaanderen 250 bunder grond te Aalschoot bij Kaprijke aan verschillende personen verkopen, met last van een jaarlijkse cijns aan de graaf en gravin (Vandermaesen).BRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911     literatuurGysseling, M., Bijdrage tot Eeklo's middeleeuwse toponymie, in: Het koninklijk athenaeum in Eeklo viert zijn tweede lustrum, Eeklo 1953, blz. 105Luykx, Th., De grafelijke financiële bestuursinstellingen en het grafelijk patrimonium in Vlaanderen tijdens de regering van Margareta van Constantinopel [1244-1278]Prevenier, W., Boekbespreking, in: BGN 1963, blz. 226Stockman, Luc, Het Grafelijk bos Aalschoot, in: Appeltjes van het Meetjesland 1965/16, blz. 197-208Stockman, Luc, Nog problemen betreffende Aalschoot, in: Appeltjes van het Meetjesland 1967, blz. 125-142Vandermaesen, M. van der, Inventaris van de verzameling oorkonden van de abdij van Zoetendale te Maldegem (1215-1544), RA Belgiëoverige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB-Catalogus; SG Digitaal; wikipedia; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
AalsdijkBinnendijk in Gelderland bij Buren.algemeen=in 1913 valt de Aalsdijk onder de gemeente Buren [IJzerman]=in 1936 lopend van Buren langs Zoelmond en Beuzekom tot de Lekdijk [Lijst KNAG]financiën  =Rekest uit 1608 van officieren, magistraten en onderdanen van Buren en Leerdam, aan Maria, gravin-douairière van Hohenlohe, om de Aalsdijk te mogen verhogen en te verzwaren [NA]=Besluit van 1609 van schout, gerecht en voornaamste geërfden van Beusichem en Zoelmond, waarin wordt bepaald, dat deze dorpen niet behoren bij te dragen in de kosten van het herstel van de Aalsdijk boven de Guddensteeg. =Lijst van door inwoners van Beusichem en Zoelmond verrichte werkzaamheden en leveranties ten behoeve van de Aalsdijk tijdens de watersnood van 1638. =Lijsten uit 1684 van lieden te Beusichem en Zoelmond, die met wagens en paarden of alleen persoonlijke diensten moeten verrichten aan de Aalsdijk. =In 1822 wordt de overdracht van domeinen aan de koning geregeld, waaronder de Aalsdijk, groot 10 morgen, oude maat, nr. 145 van de domeinlegger A, gepacht door Stellard (TK 1821-1822, stuknr. XXXIV, ondernr. 2)geestelijkheid In 1672 wordt grond aan de Aalsdijk door prins Frederik Hendrik verkocht aan Moses Ephraim om er een Joodse begraafplaats aan te leggen [Wikipedia]. BRONNENgeraadpleegde bronnenLijst KNAG; Nationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911; Wikipedia  literatuurAa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 501overige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
Aalsfort

Buurtschap in Noord-Brabant bij Ravenstein.

algemeenIn 1867 valt A. onder de gemeente Herpen [van Hiele].BRONNENgeraadpleegde bronnenBaert, Goor; Nationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW 1911literatuuroverige bronnenGoogle boeken; Google Search plaats; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo;  IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
AalshorstGehucht in de buurtschap Millingen bij Dalfsen en de naam van de buitenplaats aldaar, aan de weg van Dalfsen naar Heino. Horst = struikgewas. algemeenbelastingengodsdienst In de leenregisters van de bisschop van Utrecht komen zowel het erf zelf als de tiende erover vanaf het eind van de veertiende eeuw voor. In 1394 wordt Hadewych, vrouw van Johan van der Schulenborch, ermee beleend, waarna het in 1412 op haar zoon Symon vererft [Wikipedia]. onroerend goed-Jacobus Vriesen en zijn vrouw Helena van der Beecke kopen in 1641 "het erve ende goet Veldink offte Aelshorst". In 1644 bouwen zij vlakbij de katerstede een ruime spieker die ze Aalshorst noemen. De spieker is de opslagplaats voor de opbrengsten van de vele landerijen die zij in de omgeving bezitten. Behalve als opslagplaats werd de spieker in latere tijd ook gebruikt als woonhuis, want in 1675 waren er twee vuursteden. In 1682 waren er zelfs drie vuursteden en een bakoven waarin brood werd gebakken. In de loop van de 17de eeuw wordt vrij algemeen de betaling van de pachtsom in natura vervangen door betaling in geld. Opslag van landbouwproducten is dan steeds minder nodig. Veel spiekers worden afgebroken of verbouwd tot zomerverblijf. In 1720 laat zijn kleinzoon Jacob de spieker afbreken en op dezelfde plaats het tegenwoordige landhuis bouwen met bouwhuizen aan weerskanten van het voorplein. Jacobs dochter Machteld Johanna Geertruid woont er met militair Jan Willem de Famars tot haar overlijden in 1807 [Wikipedia]-In 1807 koopt de Zwolse koopman Henricus Ignatius Christianus van Kempen de Aalshorst. Hij overlijdt er in 1819 [Wikipedia]-In 1821 komt het buiten in bezit van de familie Dietzigius. -Later in 1832 woont de schilder Louis Rijnvis Feith er met Johanna Theodora, baronesse van Dedem [Wikipedia]. -het buiten heeft in 1851 een oppervlakte van 125 bunder, 21 roeden en 26 ellen.  Ook dan nog in bezit van Johanna Theodora, baronesse van Dedem [Aa, Aard13, blz. 501]. -Het huis en landgoed Den Aalshorst komt tussen 1873 en 1879 in drie gedeelten aan Godert Willem van Dedem (1840-1911). Ten eerste door koop van een gedeelte van het goed van zijn tante Johanna Theodora Feith-van Dedem (1790-1878). Ten tweede door erfenis van de rest van het landgoed van zijn eerder genoemde tante en tot slot door de verwerving van het aandeel van zijn nicht Anna van Sandick (1818-1904) in de erfenis van Tante Feith in 1879. Daarnaast had Godert Willem van Dedem sinds 1865 diverse aankopen van percelen land gepleegd en deze naderhand bij het landgoed gevoegd. Ofschoon zijn oom Louis Rhijnvis Feith (1783-1845) in 1832 bij het Kadaster als eigenaar van het huis en landgoed Den Aalshorst geboekstaafd wordt, is de aankoop ervan in 1823 hoogstwaarschijnlijk gefinancierd met het geld dat zijn echtgenote Johanna Theodora van Dedem uit de boedelscheiding van de nalatenschap van haar ouders Coenraad Willem van Dedem (1738-1816) en Susanna Leonora de Vos van Steenwijk (1752-1823) heeft verkregen [Wikipedia]. -In 1908 werd het huis en landgoed Den Aalshorst door Godert Willem van Dedem, samen met het aangrenzende landgoed de Broekhuizen, afkomstig van zijn echtgenote Eva Roelina Westra (1842-1932),  in de N.V. Maatschappij tot Exploitatie van het landgoed Den Aalshorst en aanhorigheden te Dalfsen ondergebracht. -In 1982 werd deze naamloze vennootschap omgezet in een besloten vennootschap die het huis en het landgoed heden ten dage nog steeds in bezit heeft.(http://www.regiocanons.nl/overijssel/salland/dalfsen/den-aalhorst).BRONNENgeraadpleegde bronnenNationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911; Wikipedia  literatuur  Aa, Abraham Jacob van der, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, deel 13, Aanhangsel, Gorinchem 1851, blz. 501Mensema, H.J., Den Aalshorst: 1644-1994: 350 jaarWigger, J.H., Inventaris Archief Huis den Aalshorst overige bronnenGoogle Search plaats; Google Boeken; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Navorscher 1851; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Delpher Boeken; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
AalsmeerderbrugBuurtschap en brug in Noord-Holland in de gemeente Haarlemmermeer aan de Ringvaart tegenover Aalsmeer. Ook Aalsmeerderbuurt (1950)algemeenindeling=In 2014 deel van de gemeente Haarlemmermeer, postcode 1436 [metatopos].inwoners=In 2004 zijn er rond 200 huizen en 500 inwoners (Wikipedia)=in 2023 zijn er 505 inwoners [Wikipedia]financiën-Immers de bruggen over de Ringvaart eisten dringend herstelling. Nu eens was er een beschadigd door een drift ossen, zoals de Aalsmeerderbrug in 1858, die acht jaren later weer een aanmerkelijke uitgaaf vorderde. BRONNENgeraadpleegde bronnenDDB; GenVer; Nationaal Archief; Navorscher 1-5; NNBW1911; Wikipedia      overige bronnen  Google Search plaats; Google Boeken; De Nederlandsche Leeuw 1883-1932; Histopo; IJzerman; van Hiele; Halma; Bergh; ANF 11; archieven.nl; Gosselin; KB Catalogus; SG Digitaal; wikipedia; van der Aa; metatopos; Gahetna; Gijsseling; de Bouge; Goes1; de Vries
32 bladzijden