Leiden
LeidenStad in Zuid-Holland. Ook Leithenalgemeen=In 1206 blijkt voor de eerste maal van inmenging van Hollandse steden in de staatkunde, toen de hulde van Dordrecht, Vlaardingen, Leiden en Haarlem, blijkbaar als centra van de hoofddelen van het grafelijk territorium, vereist werd voor de erkenning van Lodewijk van Loon [Enklaar25] =Leiden krijgt in 1266 stadsrechten [Enklaar17]=op 28 december 1574 krijgt Leiden een provinciale academie [=Leiden koopt in 1610 de ambachtsheerlijkheid Zoeterwoude [Ripperda, Politie24]=Leiden koopt in 1616 de hoge heerlijkheid Oegstgeest [Ripperda, Politie24]
belastingenaccijnsMaurits de Viry [....-1650] laat zich in 1639, reeds afgestudeerd, opnieuw inschrijven als student om daarmee vrijdom van accijns te verkrijgen [Navorscher 1852, blz. 68]
honderdste penningOp 17 augustus 1595 verzoekt Wouter van Halewijn om kwijtschelding van de 100e penning wegens het kopen van een huis op de hoek van de Oosterlingsplaats [Nav1870.587]
ommezetIn 1433 komt Barthout van Bakenesse van het Rapenburg voor in het register van de ommezet [Chalmot33] 
ontvangerWillem Adriaan van der Goes is ontvanger der gemenelandsmiddelen in Leiden [Leeuw1883, blz. 36]
tweehonderste penningIn 1674 wordt Joris van de Velde aangeslagen in de 200e penning naar een geschat vermogen van f 42.000. Hij behoort tot de honderd hoogstaangeslagenen in Leiden.
vrijdom
weekgeldIn 1566 betaalt Thomas van Hogendorp aan weekgeld twee stuivers in de week [Navorscher 1870, blz. 54]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 33 [1433]Enklaar, D.Th., De opkomst van den grafelijken raad in Holland, in: BGN 1946, deel 1, blz. 17, 25Leeuw 1883, nr. 6, blz. 36 [Willem]Navorscher 1870, blz. 54, 68, 587

bestuur

burgemeester-Willem van Heemskerk [1524-1592] is in 1564 en meermaals daarna burgemeester van Leiden [WP8.196; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 289]-Claas van Heemskerk [1535-1616] wordt in 1578 lid van de vroedschap en president-schepen [WP8.196]-in 1574 is Huyck Claesz.Gael burgemeester tezamen met Pieter Adriaansz van der Werf , Dirk Jacobsz van Montfoort en Willem van Loo [Leeuw35]-op 23 oktober 1618 wordt Cornelis van Gooten burgemeester [Leeuw1883, blz. 35]=Daniel Symonsz van Alphen [1623-1673]  wordt op 23 december 1709 burgemeester van Leiden. [NNBW 1911, blz. 83] =Daniel van Alphen [1650-1733] is burgemeester [Kobus/Rivecourt1.31]-mr. Frans Kerchem [1667-....] is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 265]-Jacob Emmery baron van Wassenaer is burgemeester [Roelants, Gulden, blz. 53]=Daniel van Alphen [1650-1733]  wordt op 23 december 1709 burgemeester [Kobus/Rivecourt1.31]=In 1680 is Herman Schuijl burgemeester [Vorm, Sweringen, blz. 39]=Johan van den Berg wordt in 1717 burgemeester. Zijn huis wordt in 1748 bij een oproer geplunderd en hijzelf mishandeld [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 46]-Coenraad Teding van Berkhout [1714-1770] is burgemeester [Leeuw1883, blz. 36]-in 1753 is mr. Nicolaas van de Velde burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 38]-in 1753 is mr.  Abraham Allensoon burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]-in 1753 is mr. Diderik van Leyden burgemeester  en heer van Vlaardingen en Vlaardingerambacht [Groot Charterboek deel 1 blz. 38]-in 1753 is mr.  Jacob van der Meer, heer van Hoogeveen burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 38]-in 1753 is mr.  Johan van der Marck burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-in 1753 is mr.  J. van den Berg burgemeester [Groot Charterboek deel 1 blz. 28]

burggraaf-in een brief van 1083 is reeds sprake van burggraven van Leiden [Verwert, Handwoordenboek I, blz 106]   -In 1190 is Jacob Alewijnsz burggraaf van Leiden [Roelants, gulden, blz. 270]-Dirk van Wassenaar is burggraaf van Leiden [Aa, Aard2, blz. 115]-In 1339 wordt Philips van Wassenaar burggraaf van Leiden [Adel1925, blz. 235]-in 1420 is Philips heer van Wassenaar en burggraaf van Leiden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 358]-in 1651 kocht Leiden de burg en de burggrafelijke titel van de prins van Ligne. Een van de burgemeesters werd toen burggraaf [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 106]
gecommitteerde Staten-Generaal=Daniel van Alphen [1650-1733]  is van 1 mei 1712 tot 1 mei 1715 geco[NNBW 1911, blz. 83]


gouverneurIn 1574 is Jacob van der Does gouverneur van de stad [Leeuw 1883, blz. 30; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 159]
griffierMr. Pieter Teding van Berkhout [1688-...] is griffier van Leiden [Leeuw1883, blz. 36, 46]Daniel van Alphen [1713-1797] is van 1749-9 november 1778 griffier in Leiden [Kobus/Rivecourt1.32; NNBW 1911, blz. 84] en heer van Achttienhoven en den Bosch [Groot Charterboek deel 1 blz. 30, 34; NNBW 1911, blz. 84]
pensionarisGerard van Hoogeveen [1524-1580] [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 320] in 1753 is mr. David van Royen raad en pensionaris [Groot Charterboek deel 1 blz. 28, 36]Hieronymus van Alphen [1746-1803] is pensionaris  [Kobus/Rivecourt1.32; NNBW 1911, blz. 88]]
raad-mr. Frans Kerchem [1667-....] is raad [Roelants, Gulden, blz. 265]-Jacob Emmery baron van Wassenaer is raad [Roelants, Gulden, blz. 53]-Daniel van Alphen [1650-1733] is raad [Kobus/Rivecourt1.31]-Daniel van Alphen [1713-1797] is raad van 1742-1749  [Kobus/Rivecourt1.32; NNBW 1911, blz. 84]-mr. Willem Plaats is in 1746 raad [Kok1, blz. 149]-in 1753 is mr. David van Royen raad en pensionaris [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]-in 1753 is mr. Nicolaas Romswinkel schepen en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]
rekenmeester=Daniel van Alphen [1650-1733]  wordt op  7 augustus 1684 rekenmeester[NNBW 1911, blz. 83]
schepen=Daniel Symonsz van Alphen [1623-1673] is schepen van Leiden. [NNBW 1911, blz. 83] =Daniel van Alphen [1650-1733]  wordt op 26 juli 1683 schepen [Kobus/Rivecourt1.31]=mr. Frans Kerchem [1667-....] is schepen [Roelants, Gulden, blz. 265]=Johan Becius wordt op 20 november 1674 tot schepen gekozen [NNBW 1911, blz. 269]=Daniel van Alphen [1713-1797] is in 1748 schepen [Kobus/Rivecourt1.32; NNBW 1911, blz. 84]=Coenraad Teding van Berkhout [1714-1770] is schepen [Leeuw1883, blz. 36]=in 1753 is mr. Nicolaas Romswinkel schepen en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]=in 1753 is mr.  Salomon Lynslager schepen [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]=in 1753 is mr. Jacob Pla schepen en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]=in 1753 is mr. Jacob Heyns schepen en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]=in 1753 is dr. Johan Frederik Gronovius president-schepen [Groot Charterboek deel 1 blz. 34]
schoutFoy van Broekhoven [....-1610] is schout en baljuw van Rijnland [Aa, Aard1, blz. 42]Jan van Swieten is schout van Leiden [Roelants, Gulden, blz. 87]
secretaris =in 1564 wordt Jan van Hout [1542-1609] secretaris [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 329]. In 1582 diende Jan van Hout, de beroemde secretaris van Leiden gedurende het beleg, uit naam zijner regering een remonstrantie bij de Staten van Holland in tegen de blijkbare heerszucht  van een, kort te voren te Middelburg gehouden, nationale synode, en hij kon, zodoende, op de bijval van de grote meerderheid der vroedschappen rekenen [Fruin, Tiewn, blz. 279]=J.J. Hubrecht is secretaris van Leiden [NNBW 1911, blz. 316]=in 1753 is mr.  D. van Royen secretaris [Groot Charterboek deel 1 blz. 28]
veertigraadWillem Claesz Doornik [....-1489] wordt op 21 april 1477 veertigraad in de stad Leiden [Leeuw11]mr Willem Simonz van Oij [1509-1545] is veertigraad [Nav1870.375]Floris Willemszn van Oij [1545-1570]is veertigraad [Nav1870.375]Reinier Jacobszn van Oij [1523-1574]is veertigraad [Nav1870.375]=Daniel Symonsz van Alphen [1623-1673] is tot zijn dood veertigraad  van Leiden. [NNBW 1911, blz. 83] =Daniel van Alphen [1650-1733]  wordt op 18 augustus 1681 veertigraad [Kobus/Rivecourt1.31; NNBW 1911, blz 83]=mr. Pieter Teding van Berkhout [1711-1744] is veertigraad [Leeuw1883, blz. Coenraad Teding van Berkhout [1714-1770] is in 1746 veertigraad [Leeuw1883, blz. 36]in 1753 is mr. Cipriaan Testart veertigraad [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]in 1753 is mr. Michiel Pompe van Slingeland veertigraad [Groot Charterboek deel 1 blz. 37]in 1753 is mr.  Maarten Marcus veertigraad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]in 1753 is mr.  Jan Huibrecht veertig en raad [Groot Charterboek deel 1 blz. 36]in 1753 is mr.  Nicolaas van Alphen veertigraad [Groot Charterboek deel 1 blz. 32]
vroedschap=Van 1632-1662 is Mauringh Cornelisz van der Aa lid van de vroedschap [Repertorium]=Daniel van Alphen [1650-1733]  is lid van 1681-1706 [NNBW 1911, blz. 83]=F.D. Changuion (1766-1850) is van 1788-1795 vroedschap in Leiden [Horst, Republiek, blz. 238]
BRONNENliteratuurKobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 31-32Leeuw 1883, deel 1, blz. 35-36Navorscher 1870, blz. 375Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 196 (WP)
financiënlijfrenten=op 12 april 1425 verkoopt men in Leiden lijfrenten om de kosten te dekken van het beleg van Schoonhoven [Navorscher 1852, blz. 39]
loterij=in 1504 wordt een loterij gehouden ter verbetering van de Leidse financiën [Nav1870, blz. 53]
papiergeld=op 10 juli 1574 wordt in Leiden papiergeld gedrukt  van 28 en 14 stuivers Navorscher 1851, blz. 283; Navorscher 1852, blz. 75]
waterstaat=op 14 augustus 1423 belooft Leiden 490 guldens te zullen bijdragen aan de herdijking van de Grote Waard [Regt, blz. 35]

gemeente

burgemeesterJhr. Daniël Francois van Alphen [1774-1840] was burgemeester van Leiden [NNBW 1911, blz. 85]
raadslid=in 1839 is Diderik van Leyden Gael van Vlaardingen [Aa, Aard1, blz. 42]=in 1899 wordt mr. Petrus Josephus Mattheus Aalberse lid [Wie is dat10]wethouder=Simon Cornelis Martinus Knappert [1839-.....] is wethouder van Leiden en controleur der directe belastingen, invoerrechten en accijnzen [Roelants, Gulden, blz. 17]=in 1901 wordt mr. Petrus Josephus Mattheus Aalberse wethouder voor sociale aangelegenheden [Wie10]
oorlogDe stad Leiden betaalt Jean de Salazar [Jan Zalisaert] rond 1481 voor 100 voetknechten en 50 ruiters 11.415 pond, 17 st en 8 deniers [Navorscher 1852, blz. 302]
BRONNENliteratuurANF 1883, 16 augustus, p. 4 (19e e); 13 december, p. 5 (17e e); 1884, 24 april, pp. 2-3(17e e);29april,p.3(18ee)Alberts/Jansen, Welvaart, p. 99 (1344)Altmeyer, Relations, p. 65 (1519)Andreae, Oude, p. 702 (m.e.)Avis, Directe, p. 110(1471)Bergh, Handboek, blz. 62, 65, 70, 109 (10e e), 111 Blécourt, Bewijsstukken, pp. 438-439 (1747)Blécourt, Heerlijkheden, p. 500 (1795)Blécourt, Welgeborenen, p. 323 (1733)Blink, Geschiedenis I, pp. 156 (13e e), 269 (1367)Blockmans/Prevenier, Armoede, p. 516 (16e e)Blok, Financiën, pp. 43 (1472), 64 (1389), 71 (1542), 72 (1469), 80 (14e e)Blok, Holl. stad Bourg.Chijs, Munten, blz. 1 (m.e.), 24 (id), 39-40 (m.e.) Dillen, Leiden, pp. 44 (1622), 45 (1722)Dillen, Stukken, p. 72(1681)Dillen, Summiere, pp. 168 e.v. (1622)Doorman, Brouwerij, pp. 18 e.v. (1326; 1485), 77 (1326), 79 (1346), 85 (1463), 86 (1485)Duijverman, Staat (1821-25)Engels, Geschiedenis, pp. 28 (1266), 34 (id), 42 (1345; 1402), 43 (1405), 49 (1443-44), 60 (16e e), 66 (1557), 67 (1598), 124 (1792), 143 (1791)ook werden de beden in die steden, welke niet geheel vrij verklaard waren wel geheven om de twee drie of meerdere jaren en dan Bottingen genaamd, als blijkt uit de handvesten en voorregten in 1266 door Graaf Floris aan die van Leijden gegeven [blz. 28] Francken, Leven, p. 222 (1581)Fruin, Informacie, pp. XXXI (1515), 42 (id), 63 (id), 93 (id). 236-247 (1514), 326 (id), 595 (1515), 606 (1515)Fruin, R., De tachtigjarige oorlog. Tien jaren uit den tachtigjarigen oorlog 1588-1598, 7e druk, Martinus Nijhoff, ‘s-Gravenhage 1899, blz. 279Goes, Register I, pp. 37 (1525), 60 (1526), 62 (id), 94 (1527), 108 (id), 122 (1528), 180 (id), 360 (1532); II, pp. 561 (1549), 572 e.v. (id), 579 e.v. (id), 601 (id), 627 e.v. (id); III, p. 342 (1553); IV, pp. 18 (1555), 25 (id), 74 (id), 104 (id), 152 (id), 157 e.v. (id), 193 (id);V,pp.56(1557),93(id)Goor, Beschrijving, p. 36 (16e e)Gosses, Stadsbezit, p. 13 (14e e)Gosses, Vorming, pp. 252-253(1433; 1583)Gosses, Welgeborenen, pp. 44 (m.e.), 46 (id)Gouw, Ambacht, pp. 8-9 (1483), 13 (id), 65 (id)Halma, Tooneel I, pp. 7-8 (1575; 17e e), 368(1272), 423(1427; 1468)Henne, Histoire II, p. 249 (1519)Heringa, Zelfstandig, p. 93 (1751)Hermesdorf, Ontmoeting, p. 204 (14e e)Houtzager, Hollands, p. 157 (1652)Hugenholtz, Clerc (15e e)Jansma, Raad, p. 162 (15e e)Kerckhoffs-de Hey, Grote, pp. 94 (1476), 116 (1497);Grote(Bio),pp.6(1497), 11 (1522)Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz. 246Goverd Brassers was burgemeester van Delft. Zijn vrouw Leentgen Hubrechts dochter wordt met lof vermeld en door Hooft in zijne Nederlandse Historien genoemd bij die welke grooten ijver toonden om het geld bijeen te brengen, noodig tot ontzet van Leijden in 1574; zij bragt al hare sieraden van ringen en ketenen ten offer. Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 149, 165Korteweg, Stadrecht, p. 51 (m.e.)Kruisheer, Oorkonden, pp. 326 (1275), 361 (1285), 372 (1290)Leeuw 1883, deel 1, blz. 11, 36Meerkamp van Embden, Goudsche, pp. 108 (1525), 124 (1526), 139 (1528), 143 (id), 145 (id), 147 (id), 149 (id), 152 (1539), 154 (id), 155 (id), 166 e.v. (1530), 176 (id), 190 (1531), 192 (id), 194 (1532), 206 (1533), 218 (1536), 223 (1537), 227 (id), 228 e.v. (id), 233 (id), 238 (1538), 240 (1539), 242 (id)Meilink, Hollandsche, p. 187 (16e e)Mieris, HandvestenMoll, Gemeentearchieven, p. 110 (Rep)Navorscher 1870, blz. 53Navorscher II, p. 39 (1425); III, p. 171 (1603); IV, p. 350 (16e e); VII, pp. 66 (1567), 67 (1584-85), 233 (1750); VIII, p. 245 (15e-16e e); X, p. 135 (1738); XII, p. 167 (1473); XIII, p. 201 (1421); XIV, pp. 27 (1580), 299 (1572-74); XV, pp. 36-37 (1572-77); XVIII, pp. 553-555 (1459-1604); XX, p. 54 (1566); XXI, pp. 190 (1555-61), 455 (1688); XXIV, p. 230 (1748);XL,p. 186(1815)Nierop, Aanvang, p. 192 (1498)Nierop, Quaede, p. 439 (15e- 16e e)Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 89 (1674; 1715; 1742), 90 (1674), 92 (1715), 97 (1742), 101 e.v. (1674), 151 e.v. (1715), 216 e.v. (1742)Rees, Geschiedenis I, pp. 30-31 (15e e), 115 (1554), 116(1555), 170(1582)Regt, blz. 35Rooseboom, Antoni, p. 15(1679; 1690)Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 173 (1535)Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 10 (1470), 219 (1486), 315 (1497), 353 (1501), 437 (1492), 465 (1501)Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 7 (1504), 27 (1505), 33 (id), 37 (1506)Sterck, Opkomst, pp. 161 (1345), 162 (id)T.S. Zeeland I,p. 217 (16e e)TaxandriaV,p. 267(1765)Telders, Niet, p. 193(1733)Uytven/Blockmans, Noodzaak, p. 279 (1498)Versprille, PoorterschapVerwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 46, 159Voorthuysen, Mercantilisme, p. 106 (1682)Vorm, Teun van der, Een Rijnlandse familie Van Sweringen, in: Ons Voorgeslacht 2024, blz. 1-44Wie is dat, blz.10Wilson, Taxation, p. 18 (1700)Witkam, Accijnsvrijdom (14e- 16e e)Wijnpersse, Statistiek, pp. 382 (1854), 395 (1853)