Paad, De-Puttershoek

Paad, De 

Zie De Pade

Paal, De

Gehucht in Zeeland

algemeen

Eertijds gelegen in de heerlijkheid Namen. 

In 1846 arrondissement Goes, kanton Hulst, gemeente Graauw-en-Langendam. Er zijn 41 huizen met 46 gezinnen en een bevolking van 220 mensen [Aa Aard 9 blz. 1].

economie

In 1846 leeft men van de mosselvangst en het vletten aan de dijken, waarvoor 16 schepen beschikbaar zijn  [Aa Aard 9 blz. 1]

overige bronnen

Aa Aard9; 

Paapsou

Zie Abtswoude.

Paaptil

Gehucht in Groningen in Hunsingo.

algemeen

In 1846 deel van de gemeente Uithuizermeeden [Aa Aard 9 blz. 2]

economie

In 1846 kalkhandel, steenhandel [Aa Aard 9 blz. 2]

overige bronnen

Aa Aard9;

Paarloo

Gehucht in Limburg.

algemeen

Eertijds gelegen in het hertogdom Gulik.

In 1846 deel van de gemeente Odilienberg. Er zijn 12 huizen en 100 inwoners [Aa Aard 9 blz. 3]

economie

overige bronnen

Aa Aard9;

Paasens

Zie Paesens. 

Paaslo

Dorp in Overijssel. Ook Paeslak, Paelo of Padesol

algemeen

=er is een havezate huis te Paaslo [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 117]=Er zijn in 1846 53 huizen met 350 inwoners. Het huis te Paaslo is in 1846 in vervallen toestand. Bij het huis behoort 183 bunders 67 v. roeden en 14 v. ellen, eigendom van de erven Aarsen [Aa Aard 9 blz. 4].

economie

In 1846 leeft men van de veeteelt, landbouw en veenderij [Aa Aard 9 blz. 4]
BRONNENliteratuurT.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 267 (1644)overige bronnenAa Aard9;

Padapale

Zie Paddepoel.

Paddepoel

Plaats bij de stad Groningen

algemeen

Genoemd in 1212 door Menco [Aa Aard9 blz. 4]

overige bronnen

Aa Aard9;

Paddenpoel

Ook Paddingpoel, Pedikenpoel of Podekenpoel.

algemeen

Kasteel met land eertijds gelegen bij Oegstgeest. Leenheer is de burggraaf van Leiden, heer van Wassenaar  [Aa Aard9 blz. 11]

Op 4 maart 1333 staat graaf Willem III de burggraaf toe dat deze het huis met land uitgeeft aan zijn neef Dirk van der Made [Aa Aard9 blz. 11]

In 1372 beleent Dirk van Wassenaar, de burggraaf van Leiden, zijn neef Filips Arendszn van Damme [Aa Aard9 blz. 11]

In 1393 is het huis op bevel van hertog Albrecht van Beijeren vernield [Aa Aard9 blz. 11]

Op 12 februari 1404 ontvangt hertog Willem van Beijeren van de burggraaf Filips van Wassenaar het huis met de boerderij en 36 morgen land [Aa Aard9 blz. 11]

In 1420, tijdens de belegering van Leiden, verblijft de burggraaf er zelf [Aa Aard9 blz. 11]

Op 17 augustus 1428 geeft Jacoba van Beijeren de hofstede met 28 morgen land in vrije eigendom aan Hendrik, heer van Wassenaar. Deze verkoopt op 18 augustus 1428 alles door aan Boudewijn van Zwieten, thesaurier van Holland, Zeeland en Friesland [Aa Aard9 blz. 11]

Op 2 februari 1431 wordt er een nonnenklooster gevestigd, de regularessen van de orde van Sint Augustinus. Het klooster heet Marienpoel [Aa Aard9 blz. 11]

overige bronnen

Aa Aard9;

Pade, De

Gehucht in Noord-Holland in de Vier Noorderkoggen

Pancras, Sint

Plaats in Noord-Holland


In 1814 is Jacob Nanning Arend van Wassenaar heer van St. Pancras [Adel1925, blz. 235]

Pancrasgors

algemeen

heerlijkheid

In 1825 is mr. Cornelis van der Goes heer van Naters en Pancrasgors [Adel1925, blz. 75]
BRONNENliteratuur

Pannerden

W.D.B.I.U.A. 1872, 6 juli, p. 3

Papekop

Rootselaar, Rekening, pp. 33 (1585-86), 51 (1555-85)

Papendrecht

literatuur

Chijs, Munten, blz. 51 (1105)

Fruin, Informacie, pp. 555-556 (1514)

websites

Alblasserwaard Genealogie Page http://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTM


Papenhoven

=Philip Bentinck [.....-1610] was heer van Obbicht en Papenhoven [NNBW 1911, blz. 301]


Pas-en-Artois

Baelde, Domeingoederen, pp. 234-235 (1551)

Peef

Hardenberg, Maastrichtse, p. 46 (1206)

Peijndrecht

Engels, Geschiedenis, p. 33 (1199)

Peijse

Dorp in Groningen

algemeen

In 1800 behoort Peijse tot één van de vijf gemeenten binnen de 5e ring van het Departement van de Eems. Er wonen 2357 personen verdeeld over 5 grondvergaderingen (Rhoden, Lyveren en Steenbarge 1, Peijse 1, Eelderwolde, Paterwolde en Eelde 2, Matsloot, Sandeber en Rhoderwolde 1). Matsloot, Sandeber en Rhoderwolde behoren tot de 4e ring  [Covens, blz. 126]

Peize

T.S. Drenthe, p. 80 (Rep)

Pellines

Jan Baptiste van Helmont [1577-1644] is heer van Rooijenbroeck, Merode, Oorschot, Pellines, etc.

BRONNENWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 249
Pendrechtheerlijkheid=Hans Willem baron Bentinck [1649-1709] is vanaf 29 oktober 1683 heer van Rhoon en Pendrecht [NNBW 1911, blz. 299]=Willem graaf van Bentink (1704-1774) was heer van Rhoon, Pendrecht, enz [Adel1925, blz. 13; Chalmot Bio2, blz. 302; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 45; Groot Charterboek deel 1 blz. 32]=Willem Bentinck  [1704-1774] was heer van Rhoon en Pendrecht [NNBW 1911, blz. 301]=Willem Gustaef Frederik Bentinck [1762-1835] was heer van Varel, Knyphausen, Rhoon en Pendrecht [Adel1925, blz. 13; NNBW 1911, blz. 303]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 302 [Willem]Chijs, Munten, blz. 51 (1168)Kobus/de Rivecourt, Biographische A-H, blz. 130 [Willem]Kruisheer, Oorkonden, pp. 269 (1240), 373 (1290)

Perenchies

Braure, Etude, p. 92 (1449)

Pernes

Baelde, Domeingoederen, p. 229 (1551)

Pernis

Plaats in Zuid-Holland. Ook Bornisse 


BRONNENliteratuurKerckhoffs-de Hey, Grote (Bio), p. 6 (1483) W.D.B.I.U.A. 1873, 8 februari, p. 3223

Perret

heerlijkheid

Pieter Barres is heer van Perret. Raadsheer in het gerechtshof van Dole tot 1530 daarna president.BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 101-102 [Pieter]

Persingen

Schevichaven, Organisatie, p. 3 (1547) 

Schevichaven, Vraagstukken, p. 84 (1369)

Persijn

NavorscherX, p. 363 (15e-16e e)

Pervijze

Baelde, Domeingoederen, p. 180 (1551)

Perwijs en Duffel

heerlijkheid

Op 2 februari 1371 is Diederik van Heurne heer van Perwijs en Duffel en voogd van Jan IV [Aa, Aard 1, blz. 10]

Petegem aan de Leie

Baelde, Domeingoederen, pp. 155 (1551), 158 (id)

Petegem aan de Schelde

Baelde, Domeingoederen, p. 181 (1551)

Pethem

Zie Petten

Petten

algemeen

heerlijkheid

In 1815 is Nanning van Foreest heer van Petten en Nolmerban [Adel1925, blz. 67]
BRONNENliteratuurBecht, Statistische, p. 141 (1592)Bergh, Handboek, blz. 68Chijs, Munten, blz. 41, 46Fruin, Informacie, pp. XXVIII (1496), 42 (id), 164-165(1514) Goes, Register V, p. 126 (1557)

Peursumsambacht

Smidt/Strubbe, Chronologische I, p. 426 (1486)

Peursum

websites

Alblasserwaard Genealogie Page http://www.reocities.com/ajstasse/ALBWRDGENPAGE.HTM

Philippine

ANF 1885,p. 12(17ee)

Becht, Statistische, p. 142 (1590)

W.D.B.I.U.A. 1874, 14 februari, p. 2

Philippeville

Stad in de provincie Namens. Ook Philipstad.

algemeen

Het arrondissement Philippeville bestaat in 1826 uit 81 plattelandsgemeenten met 34.840 inwoners [Gosselin, blz. XLIII].
BRONNENliteratuurGosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XLIII

Phladirtinga

Zie Vlaardingen

Piershil

Dorp in de Hoekse Waard

algemeen

heerlijkheid

In 1760 is Pieter Pietersz Meerman ][1716-1762] heer van Piershil [Leeuw1883, blz. 84]In 1821 is mr. Daniel Pompejus Johannes van der Staal [Leeuw1883, blz. 207]BRONNENliteratuurPietersheimalgemeenheerlijkheid=in 1286 is Henricus heer van Pietersheim
BRONNENliteratuurGorissen, M., Geschiedenis van het Maasland. Het Ledebos, in: Het Oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jaargang XI-1956, blz. 61-77

Pijnacker

Aart, Q.J.M. van der/Faas, T.C.M., Soeterbroek, Huis- en Rijtuigschilders, Pijnacker 2023, 490 blz.

ANF 1883, 23 augustus, pp. 1 (1625), 3 (17e-18e e); 8 november, p. 5 (1586); 1884, 5 juni, p. 7 (1622); 1889, pp. 61 (1269), 167 (1826) 

Bergh, Handboek, pp. 196 (15e e), 208 (m.e.) 

Blécourt, Heerlijkheden, p. 66 (1294) 

Blécourt, Welgeborenen, pp. 333 (m.e.), 335 (id) 

Blink, Geschiedenis I,p. 175 (1514) 

Blok, Aasdom, pp. 257 (1514), 268 (1314) 

Blok, Holl. stad Bourg., p. 31 

Dekker, Aanstelling, pp. 51 (1445), 58 (16e e), 60(1677), 62(1463), 65(1562) 

Diepeveen, Vervening, pp. 6 (1281), 15 (m.e.), 40 (1457), 48-49 (16e e), 51 (1514-16; 1553; 1561; 19e e), 54 (1553), 56 (1543), 61 (1514), 63 (16e e), 66-67, 82-83 (16e e), 91(1537), 157 (1517) 

Dillen, Summiere, p. 175 (1622) 

Doorninck/Uitterdijk, Bijdragen VI, p. 222 (1570) 

Fruin, Informacie, pp. 303 (1514), 352 (id), 357-359 (id), 366 (id) 

Gosses, Stadsbezit, p. 25 (m.e.) 

Gosses, Vorming, pp. 300 e.v. (m.e.), 303e.v. (id),317 (id) 

Gosses, Welgeborenen, pp. 131 (13e e), 134

(m.e.), 139 (id), 147 (id) 

Halma, Tooneel I, p. 11; II, pp. 15, 39, 145, 150, 181,271 

Hugenholtz, Graafschappen, pp. 7-9, 12, 14 

Kosters, Oude, p. 51(1258) 

Kruisheer, Oorkonden, pp. 302 (1258), 306 (1261), 308-309 (1264), 383 (1292) 

Navorscher I, p. 158; II, pp. 255, 319; Bijbl. II, p.  XLVII; Bijbl. III,  pp. CLXXII-CLXXV; VI, p. 68 (Rep); IX, p. 189 (1351); XI, p. 37 (1636); XIV, p. 246 (19e e); XL,

pp. 117 (18e e), 182 (1804), 402 (1880-88); XLI,p. 198(1671) 

Smidt/Rompaey, Chronologische III, pp. 93 (1533), 114 (1534), 163 (1535), 216 (1536), 293(1537) 

Smidt/Strubbe, Chronologische I,  p. 448 (1496) 

Smidt/Strubbe/Rompaey, Chronologische II, pp. 236 (1520), 535 (1531)

Vliet, Bespr. Winsemius, Zeven, p. 462 (m.e.)

Pittem

Blockmans/Prevenier, Armoede, p. 530 (1469)

Plaat

heerlijkheid

=jkhr Francois van Aerssen [1572-1641] is heer van Spijk, Sommelsdijk en Plaat [Repertorium] =Francois van Aerssen is heer van de Plaat (Aa, Bio I, blz. 108, 110, 113; Kok1, blz. 97). Hij overlijdt in 1659 door verdrinking. (Aa,, Bio I, blz. 113)=Alexander Cornelisz van Aarssen is heer van Plaat [Kok1, blz. 101]=Francois Cornelis van Aerssen [1725-1793] is heer van Spijk, Sommelsdijk en Plaat [Repertorium]
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 108, 110, 113Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 97, 101
Poederleealgemeen
BRONNENliteratuurAsseldonk, M. van, De heren van Poederlee en van Gierle, in Taxandria 2021


Poederoyen

algemeen

heerlijkheid

=Maarten van Rossum (ca 1478-1555) is heer van Poederoyen en pandheer van Bredevoort  [http://www.heerlijkheidborculo.nl/] =Steven van Rossem is in 1566 heer van Poederoyen [AFN1888, blz. 158]
BRONNENliteratuurW.D.B.I.U.A. 1872, 25 december, p. 3

Poeldijk

algemeen

Chijs, Munten, blz. 51 (1198)

Gosses, Welgeborenen, p. 112 (1424)

Poortvliet

Bergh, Handboek, blz. 89

websites

http://www.genealogieonline.nl/stambomen-quist/I18376.php 

Z.E. 5685 Poortvliet: 20 april 1626 DAVID WOUTERSZ, Impostmeester over Vosmaer van de Grote Impost en de impost tot last van de tappers.

Z.E. 5603 Poortvliet: 9 december 1637 DAVIT WOUTERS, Impostmeester van de hoornbeesten, 't bezaaide land en de zoutimpost.

Idem: 13 april 1639 DAVIT WOUTERS, gewezen Impostmeester van bezaaide landen en hoornbeesten van de voorleden zomer. 

Poelien

Gosses, Vorming, p. 310 (1244)

Gosses, Welgeborenen, pp. 39 (1244),  184 (id), 186(1385)

Poersem

Fruin, Informacie, pp. 562-563 (1514)

Polanen

algemeen

heerlijkheid

Johannes van Wassenaar II is heer van Polanen, van der Lek  en BredaEngelbert I, graaf van Nassau, stadhouder van Brabant, is heer van Breda en Polanen [Verwoert, Handwoordenboek I. blz. 187]
BRONNENliteratuurChalmot, Biographisch, deel 2, blz. 319 [Johannes]Jansen, Amsterdamse, p. 424 (18e e) Navorscher XX, p. 513 (1554)

Poldersveldt

algemeen

heerlijkheid

In 1743 is Johannes Franciscus Dommer heer van Poldersveldt, Langenhaghen en de Herdingh [Adel1925, blz. 54]
BRONNENliteratuur

Poll

Kobus/de Rivecourt, Biographische A-H, blz. 327

Johan Derk van der Capellen (1741 Tiel - 1785) was heer van den Poll


Pollaer

algemeen

heerlijkheid

Leo van Aa is heer van Grimberge, Pollaer, Buggenhout, Baasrode. Zoon van Walter van Brussel, heer van Aa  [Enckels, Landwijk, blz. 83]BRONNENliteratuurEnckels, Raymond, Bijdrage tot de geschiedenis van Landwijk van de 14de tot de 18de eeuw, in: Het Oude Land van Loon, Jaarboek van de Federatie der Geschied- en Oudheidkundige Kringen van Limburg, jaargang XI-1956, blz. 79-90

Pollen

algemeen

heerlijkheid

Willem Anne Schimmelpenninck van de Oye is her van de beide Pollen en Nijenbeek [Adel1925, blz. 189]

Polre

Moll, Rechten, pp. 105 (1438), 106 (1496), 113(1480-1526)

Polsbroek


BRONNENliteratuurGoes, Register V, p. 145(1557) Maris, Rechtsbronnen (14e- 16e e) Meester, Onderzoek, p. 65 (1585) Regten vastgesteld door Willem van Egmond, heer van IJsselstein, ten behoeve der poorte van IJsselstein en de Landen van Achtersloot, Benschop en Polsbroek, anno 1436, 1437, 1441, 1451 en 1557Verhofstad, Regering, pp. 72-73 (1556) W.D.B.I.U.A. 1872, 25 december, p. 3

Polijen

Engels, Geschiedenis, p. 36 (1384-85)

Pont-a-Marcq

Braure, Etude, p. 107 (1449)

Pont-a-Vendin

Braure, Etude, pp. 100 e.v. (1449), 116 (id), 193(16ee)


Pont sur SambrePlaats in Henegouwen
oorlogIn 1593 nemen 900 man en 400 ruiters er stelling. Ze muiten. Van overal komt meer onbetaald krijgsvolk naar hier; het groeit aan tot 2000 man en 1000 ruiters. Er was geen geld. De omgeving werd gebrandschat [Fruin, Tien, blz. 138]

Ponthieu

Baelde, Domeingoederen, p. 184 (1551)

Poortugaal

Baelde, Domeingoederen, p. 277 (1551) 

Overvoorde, Oude (16e-17e e) 

W.D.B.I.U.A. 1873, 8 februari, p. 3 

Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)

Poortvliet

Kruisheer, Oorkonden, p. 376 (1290) 

T.S. Zeeland I,p. 110 (16e e)

Poperinghe

Blockmans/Prevenier, Armoede, p. 513 (1469)

Henne, Histoire II, p. 127 (1517) 

Smidt/Rompaey, Chronologische III, p. 254 (1536)

Portengen

Rootselaar, Rekening, p. 31 (1585-1586)

Posterholt

Maasgouw 1879-1881, p. 573 (1627) 

Nuyens, Inventaris, p. 180 (19e e) 

Venner, Inventaris, p. 148 (17e e) 

W.D.B.I.U.A. 1872, 3 augustus, p. 3

Potshoek 

algemeen

heerlijkheid

in 1606 is Alexander de Zoete Lacke  heer van Zevender en Potshoek [Kok1, blz. 85]
BRONNENliteratuurKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 85

Poul

Zie Poeldijk

Prémesques

Braure, Etude, pp. 92 e.v. (1449)

Princenhage

Plaats in Brabant. Ook Prinsenhage

algemeen

=in 1826 vormt Princenhage één van de zeven plattelandsdistricten. Het district Princenhage omvat 14 gemeenten met 33.273 inwoners [Gosselin, blz. XXXI]In 1839 behoort tot de gemeente de polder Aabroek, groot 92 bunder, 78 v roeden en 44 v. ellen [Aa, Aard1, blz. 9]
BRONNENliteratuurGosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XXXINijenhuis, Bibliographie (Toevoegsel), p. 23Verreyt, Over (13e-17e e)Wijnpersse, Statistiek (1854)

Prouvin

Braure, Etude, pp. 92 (1449), 101 (id), 194 (16e e)

Punt, de

Blok, Rekeningen, p. XVI (16e e)

Purmer

Ook de Purmer (meer)

algemeen

Plaats die rond 1212 door de golven is verzwolgen.

In 1607 wordt de heerlijkheid Purmerland, Ilpendam en den Ilp gekocht door de steden Edam en Monnikendam

De goederen en landerijen in de Purmer die in 1607 onverkocht blijven koopt Volkert Overlander in 1612. 

In 1617 wordt door de Staten van Holland octrooi verleend tot het bedijken van de Purmer. 

In 1618 wordt met de bedijking begonnen.

In 1618 dragen de beide steden de heerlijkheid over aan Volkert Overlander.  Hij laat een slot ouwen, Ilpenstein.

In 1622 is het Purmermeer droog gemaakt. Het is een oppervlak van 2981 morgen 593 roeden Rijnlandsch.

In 1630 overlijdt Volkert Overlander. De heerlijkheid wordt geërfd door zijn dochter Maria, getrouwd met Frans Banning Cock. Ze overlijden kinderloos

De eerste school wordt gesticht in 1633.

In 1655 wordt het gebied in polders ingedeeld.

In 1678 volgt de zoon van de tweede dochter (Geertruid x Cornelis de Graeff) van Volkert Overlander, Jacob de Graeff, vrijheer van Zuid Polsbroek.

In 1690 erft Pieter de Graeff, de broer van Cornelis de Graeff.

In 1732 telt de Purmer 103 huizen.

In 1743 zijn er 110 huizen en 17 molens.

In 1839 is Gerrit de Graeff vrijheer van Zuid Polsbroek, Purmerland en Ilpendam

In 1839 bestaat de Purmer uit vier gemeenten: Edam (1034.4823 bunders), Ilpendam (631.8115 bunders), Monnikendam (558.8884 bunders) en Purmerend (446.5112 bunders). Er zijn zes wegen, totaal 40.1946 bunders. Het bestuur is in handen van een dijkgraaf en drie heemraden. Er zijn 26 huizen, 80 boerderijen en 17 watermolens, een timmerwerf waarvan de timmerbaas door het dijkbestuur wordt benoemd en betaald.

financiën

Het kerkbestuur bestaat uit drie kerkmeesters, afkomstig uit de steden Edam, Monnikendam en Purmerend. Ze beheren de inkomsten uit de kerkelanden. Ze betalen de school en de onderwijzer. 

heerlijkheid

Zie ook onder Purmerend.

literatuur

Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 273-284

PurmerendOok PurmereyndealgemeenWaarschijnlijk ontstaan in de 12e eeuw.Bij de grote vloed van 1212 gaat het oude dorp Purmer ten onder.In het hoger gelegen westeinde van het dorp, het Purmerende, neemt nadien de bevolking toe.In 1358 vergunt de graaf van Holland, hertog Albrecht van Beieren, aan de inwoners van Purmerende om in plaats van de bestaande kapel een grote kerk te bouwen.De inwoners zijn in die tijd vooral vissers. Er zijn enkele boeren. De vis uit het Beemstermeer, Purmermeer en Wormermeer waaronder paling wordt o.m. uitgevoerd naar Engeland.De Lieve Vrouwekerk, nu Nieuwe kerk, wordt in 1414 gebouwd.Willem van Beijeren overlijdt op 31 mei 1417. In 1422 wordt het nonnenklooster gesticht. Er wonen zes nonnen.In 1490 is de zomer bijzonder regenachtig. De gewassen verrotten op de velden. Het jaar daarop, 1491, is er een hevige hongersnood. Deze hongersnood vormt de aanleiding voor de opstand van het Kaas- en Broodvolk. De Purmerenders in 1492 nemen geen deel aan de opstand.In 1517 brandt P. af. Er waren toen 210 huizen. Behouden blijven 64 hutten die wat meer verspreid lagen. Magdalena besluit op 1 augustus 1519 dat huizen voortaan van steen gebouwd moeten worden met harde daken.In 1558 kost een besmettelijke ziekte een groot aantal mensen het leven.Op 1 november 1570 (Allerheiligenvloed) stroomt heel Noord-Holland onder.Op 28 juni 1572 wordt P. van de eed op de koning van Spanje ontheven en schaart zich met andere steden onder Willem van Oranje.De stad wordt in 1572 aan de zuidkant vergroot door indijking van de Boonakker, de Kikkerbuur en de Gouw.In 1573 wordt P. versterkt en van bolwerken voorzien op last van Sonoy de stadhouder van Noord-Holland. Inwoners van Graft, Rijp, Wormer, Jisp, Westzaan en Krommenie helpen op kosten van hun dorp bij de werkzaamheden. Graft leverde 150 man gedurende 31 dagen tegen 6 stuivers per dag ofwel f 1.395 en een deel van de aardwal ten bedrage van f 375. Op een afstand van 600 roeden van de stad mogen geen behuizingen meer worden gebouwd. Tussen 600 en 1000 roeden van de stad mag geen nering in huizen worden gedaan, tenzij de stad vrijstelling verleent, in de stadslasten wordt meebetaald en de inwoners van de stad daarvan geen nadeel hebben.In 1574, een dag voor Pinksteren, komen de Spanjaarden 's morgens vroeg vanaf Ilpendam op P. aan. Vijf vaandels zien kans om de Spanjaarden met een verlies van 100 man terug te drijven.In 1574 wordt de stad vergroot, nu aan de noordzijde door indijking van de Hoornsebuurt, Zoutkeet, Tuinstraat en het Eiland.In een giftbrief van 24 februari 1575 wordt P. vergund een leermarkt te houden op de eerste maandag en dinsdag na Sint Jan.Op 15 december 1575 teisteren heftige stormen en watervloeden P. De schade loopt op tot f 25.000 (omgewaaide molens, weggespoelde huizen, kapotte dijken).Op 23 januari 1576 veroorzaakt de wind het omwaaien van hoge gebouwen, molens en schoorstenen.In 1582 wordt de Gregoriaanse tijdrekening ingevoerd. De kalender verspringt van 4 oktober naar 15 oktober.In 1584 wordt P. toegelaten tot de Staten van Holland.In 1585 worden stenen poorten gebouwd.In 1589 wordt de Hoornse poort gebouwd.In 1591 wordt het stadhuis gebouwd.In 1594 wordt de Purmerpoort gebouwd.Op 15 september 1597 veroorzaakt een sterke noord-westenwind een stormvloed. Heel Waterland stroomt onder water. Veel mensen en vee komen om.In 1598 wordt de Amsterdamse poort gebouwd.In 1599 wordt de Nekkerpoort gebouwd.In 1614 wordt octrooi verleend voor vergroting van de stad aan de westzijde door indijking van de Baan, het Nieuweland, de Nekkerdijk, noordwaarts achter het slot om. Aan de noordzijde vergroot door indijking van het Venediën, van Hoornse poort tot de Beemster ringsloot. Het slot komt dan binnen de stad te liggen.In 1622 wordt de Purmermeer bedijkt en droog gemaakt. Er wordt 2982 morgen land gewonnen.In 1624 wordt begoonnen met de bedijking en droogmaking van de Wormermeer; het gaat om 1790 morgen.In november 1630 is er schaarste aan graan. De prijzen lopen hoog op (een last rogge 316 Goudgld; een roggebrood van 12 pond voor 22 stuivers. In P. staan wachten aan de poort die erop toezien dat geen brood buiten de stad wordt gevoerd. De dorpelingen brengen als wraak geen zaden meer op de markt.In 1632 zijn er 475 huizen op 587 morgen 578 roed.In 1643 wordt een zeepziederij opgericht.Op 26 november 1665 veroorzaakt een hevige storm dat geheel Waterland onder water komt te staan.In 1666 wordt een kruidfabriek gebouwd. De fabriek is in 1668 gereed, bestaat uit 23 gebouwen en kost f 70.000.Op 1 augustus 1674 woedt een hevig onweer en richt een orkaan grote schade aan (bomen uit de grond, molens, huizen en kerken omver, toren in brand).Op 18 september 1692 is er een lichte aardbeving.In 1703 wordt in P. een loterij opgericht, 20-25.000 loten van f 6 per stuk, trekking op 1 april in het bodenhuisje. Boven de deur een groot bord met "Loterij".In 1713 stort een deel van het slot in.In de periode 1713-1719 heerst een veeziekte onder het hoornvee.Het slot wordt in 1729 onbewoonbaar verklaardIn 1732 zijn er 630 huizen.Op 12 augustus 1733 wordt de eerste steen gelegd voor azijnmakerij "De Blaauwe Hand"In 1738 wordt de oventegelbakkerij van Jan Tegel opnieuw opgebouwd.In januari 1740 is het bijzonder koud. Veel oude mensen overlijden. Het levensonderhoud is zeer kostbaar.In 1741 begint men het slot af te breken.In 1744 zijn er rond 2600 inwoners.In 1750 zijn er 589 huizen en vier molensOp 23 december 1775 overlijdt Willem van Blijdenbergh, hoofdofficier, urgemeester en raad van P, gedeputeerde ter vergadering van Holland, gecommitteerde Raad, bailluw van de Beemster en de Wijde WormerOp 18 januari 1795 verlaat stadhouder prins Willem V ons land. Hij vestigt zich in Frankrijk.Op 22 januari 1795 verkiest de burgerij 14 personen (provisionele representanten).Op 29 januari 1795 komen de eerste Franse troepen, die aan alles behoefte hebbenin P. aanOp 19 maart 1795 worden 16 representanten gekosen door "al de burgers"Op 25 april 1795 leggen alle ambtenaren de eed van getrouwheid aan de Constitutie af. Op 1 maart 1796 houdt de Nationale Vergadering der Bataafsche Republiek haar eerste vergadering.Op 19 september 1799 leveren Nederlandsche en Franse troepen bij Bergen (N-H) strijd met Engelse en Russische troepen.Op 4 oktober 1799 trekt luitenant-generaal Daendels aan het hoofd van 5000 man P. binnen.Op 5 oktober 1799 verschijnt een Engelse trompetter die namens de hertog van York de stad opeist.Op 8 oktober 1799 wordt het Engels-Russische leger verslagen bij Castricum.Op 15 juni 1806 wordt Lodewijk Napoleon tot koning van Holland geproclameerd.In augustus 1819 wordt begonnen met het maken van de kanaalsluis bij P. Een karwei dat voor f 395.000 is aangenomen door G. Verschuur. Op 20 juli 1821 is de bouw voltooid.
bestuurgecommitteerde Jan Cornelis Ackersloot [...-1650] is gecommitteerde bij de Rekenkamer ter Auditie van Holland in het Noorderkwartier van 7 november 1649 tot in 1650 [Repertorium]
schoutDe schout van Purmerend was soms baljuw en dijkgraaf van de Beemster tegelijk [Ripperda, Politie28]
vroedschapJan Cornelis Ackersloot [...-1650] is lid van de vroedschap van 1644 tot zijn overlijden in 1650 [Repertorium]
financiënIn 1412 verkrijgt P. ontheffing van de grafelijke tollen.In 1491 worden de belastingen, niettegenstaande de hevige hongersnood, streng ingevorderd.Na de brand in 1517 steunt Magdalena van Waardenburg, moeder van Jan III, de getroffenen met geld en ontslaat hen voor een periode van acht jaar m.i.v. 23 juli 1519 van alle lasten en ongelden geheven door de heer. De niet door de brand getroffenen moeten gewoon betalen.In 1551 wordt in P voor het eerst schoorsteengeld geheven. Bedoeld om de oorlogskosten te financieren.Op 9 juni 1761 wordt ter waag gebracht 2376 kop boterOp 16 juni 1761 verwerkt de waag 139967 oude ponden kaasOp 31 januari 1795 wordt een comité van financiën opgericht. De financiële toestand is precair. Stedelijke en kerkelijke ambtenaren en ambachtslieden krijgen niet meer betaald. Op 3 mei 1795 doet één van de representanten, J.M. Woltman het voorstel om een gedetailleerd financieel plan.Op 4 oktober 1799 trekt luitenant-generaal Daendels aan het hoofd van 5000 man P. binnen.In 1825 wordt voor de slachtoffers van de watervloed f 1779,60 gecollecteerd.In 1826 overlijden veel mensen aan "eene hevige ziekte"gemeenteOp 27 juli 1811 bestaat de stadsregering uit een maire, twee adjuncten en 10 municipale leden, op 13 augustus 1811 met tien vermeerderd.Op 26 november 1813 acht de stadsregering zich ontslagen van haar verplichting tegenover de Franse keizer.Op 19 februari 1814 wordt besloten een Landstorm te organiseren.In februari 1825 richt een watervloed grote schade aan in P.Op 28 oktober 1830 gaan 66 man van de schutterij uit P. op weg naar het leger.In 1839 wonen er 2868 mensen. op ruim 1200 Rijnl. roeden (450 Nederl. roeden. Er zijn 653 huizen. Jaarlijks wordt op de markt meer dan 1,5 mln pond kaas verhandeld.Vanaf 1885 is jhr Constantijn van Citters burgemeester van PurmerendBRONNENliteratuurWie is dat, blz. 101 [1885]heerlijkheidIn 1408 sticht Willem Eggert [....-1417], heer van Purmerende, de Nieuwe Kerk in Amsterdam [Aa, Aard 1, blz. 189; ]Op 4 november 1410 schenkt hertog Willem van Beijeren aan Willem Eggert (1), een welgesteld koopman uit Amsterdam die jarenlang tresorier van Holland is, de ambachtsheerlijkheid "en de dagelyksche Gerechte van onse Dorpe van Purmerende en Purmerlande, streckende alsoo verre als de Ban daar afgelegen is, mette Gifte van de Kercken, Schout en Schepenen aldaar te setten, ende anders met allen nutschappen, profyten, en voorvallen daartoe behoorende, rechtevoort vry aan te vatten, te hebben , te houden en te gebruyken gelyckerwys en in alle manieren, al de Ambachts-Heeren, ofte Heeren in Kennemerlandt, haar Ambachten aldaar houden, besitten en gebruyken". Hij zal voorts in Purmerende en in de ban zover die strekt hebben als erfleen "de vrye Heerlyckheydt, hooge en lage, met Water, Wage, Winden, Cynsen en Thienden, en met allen andere toebehooren". Behalve de visserij Terweer, die houdt de graaf aan zich. Als er een slot of woning wordt opgericht moet dit aan hem en zijn erven worden opgedragen "en daar afhouden tot sulken Leen als voorsz. staat en dit voorsz Leen zal men verheergewaden alst versterft met een goeden hert, twintig schellingen Hollants daarvoor, in kennisse daar af" [Sandwijk, Kronijkmatige, blz. 10-12]Onder Purmerende behoort nog het gehucht Neck en onder Purmerland Ilpendam.Hij laat een slot bouwen, Purmerstein, maar komt grond tekort zodat hij het "niet bequamelyck begraven noch om singelen en mach". De graaf schenkt hem een aanpalend stuk van 31 morgen in Kennemerland. De bouw wordt in 1413 voltooid. In dat jaar verkrijgt P. ontheffing van de Wassenaars tollen.Willem Eggert overlijdt op 15 juni 1417. Hij wordt begraven in Amsterdam in de Nieuwe Kerk [Aa, Aard1, blz. 189] . Hij wordt opgevolgd door zijn zoon, Jan Eggerts (2), volgens de verlij- of giftbrief van Jacoba van Beijeren.Jan Eggerts wil niet aanvaarden de beslissing van keizer Sigismund dat de graafschappen Holland, Zeeland en Henegouwen toekomen aan hertog Jan van Beijeren. Jan Eggerts blijft trouw aan Jacoba van Beijeren. Hertog Jan van Beijeren benoemt dan zijn bastaardzoon Jan tot heer van P., maar voordat deze P. in bezit kan nemen, valt in 1426 de Jacobagetrouwe Willem Nagel P. binnen en verovert het slot. Jan Eggerts verkoopt, moegestreden tegen de vijanden van zijn vader, de heerlijkheid aan zijn zwager Gerrit van Zijl (3), gehuwd met Aleyd Eggerts. Gerrit is raad en kamerling van hertog Filips van Bourgondië. Pas bij verlijbrief van 14 mei 1434 wordt Gerrit in zijn rechten bevestigd.Jan van Montfoort (4), kamerling van Filips van Bourgondië, koopt in 1439 van Gerrit van Zijl de heerlijkheid Purmerende, Neck, Purmerland en Ilpendam. Hij wordt bij verlijbrief van 20 maart 1439 in zijn rechten bevestigd. Jan overlijdt in 1451.In 1451 volgt Hendrik (5), burggraaf van Montfoort, zijn vader op. Hij overlijdt in 1458.In 1458 volgt zijn zoon Jan (6) hem op. Hij is door zijn strengheid en heerszucht weinig geliefd. In 1470 verschijnt een inwoner niet toen hij voor de schout gedaagd werd. Wegens ziekte, verklaart de man onder ede. Jan meent te weten dat de man op het veld heeft gewerkt en zet hem gevangen wegens valse eed. De inwoners zijn van de man's onschuld overtuigd en sturen een commissie naar Den Haag. Jan wordt voor de Hoge Raad van Holland gedaagd. De Raad beslist dat de schepenen het recht hebben te vonnissen. De man wordt vrijgesproken en wordt vrijgelaten. Jan laat de man weer oppakken en wil hem op het slot gevangen zetten. Enkele inwoners bevrijden de man en de schout en zijn hulpen kunnen net op tijd ontkomen aan de woedende menigte. Jan laat 50 gewapende mannen uit Montfoort aanrukken. De bevolking van P. wordt geholpen door inwoners uit naburige dorpen. Jan moet in de confrontatie met hen snel met zijn manschappen het veld ruimen. Jan klaagt nu bij de Hoge Raad over het oproer. De Raad spreekt de Purmerenders na jaren vrij, maar verwijst hen in de proceskosten van f 3000 en draagt hen op hun heer voortaan gehoorzaamheid te bewijzen.Jan staat aan de zijde van de Hoeksen. De heerlijkheid wordt hem om die reden in 1479 ontnomen door hertog Maximiliaan van Oostenrijk, echtgenoot van Maria van Bourgondië, gravin van Holland [Sandwijk, Kronijkmatige, blz. 13-26]-In 1481 worden de goederen van burggraaf Jan van Montfoort verbeurd verklaard. Maximiliaan schenkt ze aan zijn neef Balthazar Wolkensteijn, heer van Valkestein. Hij is veldoverste in het leger van Maimiliaan en verblijft meestal in Vlaanderen.-In 1484 verkoopt Balthazar de goederen aan Jan, heer van Egmond. Hij wordt op 2 april 1484 in Purmerend gehuldigd. Jan wordt in 1487 tot graaf verheven. Later wordt hij stadhouder van Holland, Zeeland en Vriesland en kapitein-generaal van Holland. De stad krijgt onder hem belangrijke privileges, o.m. het houden van twee jaarmarkten, een weekmarkt, etc. Hij maakt op 31 juli 1515 Purmerende, Purmerland, Ilpendam en Neck los van Waterland en voegt ze bij de grafelijkheid van Egmond. Jan bepaalt ook dat steeds 30 "van de Rijkste en Notabelste" lieden van P. en Neck de heerlijkheid zullen besturen, keuren zullen maken etc. Zij moeten op St. Maartensdag burgemeesters kiezen. De eerste drie burgemeesters worden door Jan benoemd. Graaf Jan sticht de eerste school en stelt de onderwijzer aan.Graaf Jan, getrouwd met Magdalena van Waardenburg, overlijdt in 1516. Jan II (9), graaf van Egmond, volgt zijn vader op. Hij is kamerling van Karel V en daarom vaak uitlandig. Zijn moeder Magdalena van Waardenburg neemt zijn belangen waar. Graaf Jan II, getrouwd met Francoise van Luxemburg overlijdt in 1528 in Milaan.Jan II wordt opgevolgd door zijn zoon Karel, graaf van Egmond (10). Ook hij is kamerling bij Karel V. Hij overlijdt in Carthagena in Spanje.Lamoraal van Egmond (11) volgt zijn broer Karel in 1540 op. In 1541 vergezelt hij Karel V naar Afrika. Hij trouwt in 1544 in Spiers met Sabina van Beijeren, dochter van Jan, paltsgraaf van Spanheim. In 1546 wordt hij in Utrecht Ridder van het Gulden Vlies. Later stadhouder van Vlaanderen en Artois en lid van de Raad van State. Op 6 juni 1568 wordt hij met graaf Hoorne in Brussel publiekelijk onthoofd. Zijn vrouw overlijdt 13 dagen later. Alle goederen worden verbeurd verklaard. Filips V, graaf van Egmond (12), wordt bij de Pacificatie van Gent in 1576 hersteld in het bezit van de verbeurd verklaarde goederen. In 1582 wordt P. door de Staten van Holland aan het graafschap Holland toegevoegd.Bepaald wordt dat het nimmer meer zal worden afgestaan. Ook niet aan de familie van Egmond.Filips V sneuvelt op 14 maart 1590 bij Ivri. Hij laat zijn vrouw Maria van Hoorn kinderloos achter.Lamoraal II van Egmond (13) volgt z'n broer Filips op in 1590.Lamoraal vertrekt in 1605 naar Frankrijk.De heerlijkheid wordt in 1607 ingekocht door de Staten van Holland en toegevoegd aan de domeinen. De goederen en landerijen in de Purmer blijven dan onverkocht.In 1612 koopt Volkert Overlander die goederen en landerijen
oorlog

BRONNENliteratuurBecht, Statistische, pp. 62 (1645), 141 (1591)Besseling, S. Purmerend in het “Rampjaar” 1672, in: Historisch Purmerend  2022, nr. 56Blink, Geschiedenis I, p. 169 (1494)Blok, Financiën, p. 45 (1494)Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 182 [1481; 1484]Engels, Geschiedenis, blz. 25 (1414)zoo schonk bijv Philips, Heer van Wassenaar, Burggraaf van Leijden enz,in 1414 aan die van Purmerend verlof, voor zes lood zilvers, in het jaar, vrij voorbij al zijne tollen te varen [blz. 25]Fruin, Informacie, blz. XXVIII (1496; 1514), 72 (1514), 87 (id), 201-204(1514) Goes, Register IV, p. 38 (1555); V, p. 126 (1557) Meyroos, Onze, p. 8 (1515) Oldewelt, Beroepsstructuur, pp. 99 (1742), 230 e.v. (id) Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 1-226Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 179W.D.B.I.U.A. 1874, 28 maart, p. 3 Wijnpersse, Statistiek, p. 382 (1854)

Purmerland

algemeen

Purmerland is al vóór 1358 van een kerk voorzien.

P. vormt een eenheid met Ilpendam en den Ilp. Ze hebben ee rechtbank met baljuw, schout en een gevangenis.

In 1607 wordt P., Ilpendam en den Ilp losgemaakt uit de heerlijkheid Purmerende. Lamoraal verkoopt de drie plaatsen aan Edam en Monnikendam

In 1610 is er een watervloed.

De steden Edam en Monnikendam verkopen in 1618 de drie plaatsen aan Volkert Overlander

In 1625 stroomt opnieuw alles onder.

In 1632 wordt het dorpsraadhuis gebouwd.

In 1640 brandt de kruiskerk af.

Op Goede Vrijdag 11 april 1641 wordt begonnen met de bouw van de kerk. Kosten f 17.281:13:4

Op 26 november 1665 zet een hevige vloed P. weer onder water 

Op 1 augustus 1674 vernielt een orkaan gepaard gaande met onweer 80 huizen in P. en den Ilp.

Op 1 november 1675 is er opnieuw schade door storm en water.

Rond 1700 zijn er 80 huizen en meer dan 300 inwoners.

In mei-juni 1700 is er een ernstige muizenplaag.

Op 23 augustus 1717 richt een watervloed veel schade aan.

In 1813 verhuist het dorpsbestuur naar Ilpendam.

Op 4-5 februari 1825 slaat het water weer toe.

Op 29 november 1836 richt een orkaan zoveel schade aan bij de kerk dat deze daardoor niet langer bruikbaar is.

In 1839 zijn er 58 huizen 

heerlijkheid

Zie onder Purmerend

literatuur

Fruin, Informacie, pp. XXVIII (1496; 1515), 204-205(1454;1514) 

Sandwijk, G. van, Kronijkmatige en Geschiedkundige Beschrijving van Purmerende en omliggende Dorpen, Meren, enz., Broedelet, Purmerende 1839, blz. 301-310

Schadee, Sententiën, pp. 375-376 (1447)

Putte (Antw)

literatuur

Baelde, Domeingoederen, p. 113(1551)

Putte (N-Br)

Baelde, Domeingoederen, pp. 276-277 (1551), 281-282 (id) 

Blink, Geschiedenis I, p. 168 (1456) 

Coppens, Oud, p. 599 (1686) 

Moll, Rechten, pp. 52 (1526), 105 (1438), 106 (1496), 114 e.v. (14e e) 

W.D.B.I.U.A. 1873, 8 maart, p. 2

Putten 

Plaats in Gelderland. 

algemeen

bestuur

Staten van het Kwartier van de VeluweJan Adrianussen of Adriaansen [1774-....] is provisioneel representant van 3 maart 1795 t/m 1 december 1795 namens Putten [Repertorium]

heerlijkheid

Pelgrem Vos is heer van Putten [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 358]

BRONNENlieratuurAlberts, Geschiedenis, pp. 151 (855), 154 (12e e) Blink,  Geschiedenis I, pp. 211  (m.e.), 252 (m.e.) Haak, Plooierijen, p. 111 (1703) Heringa, Twee, p. 187 (1604) Heringa, Tijnsen, pp. 34-35 (m.e.), 41 (1473), 43 (1152), 60 (1432-33), 61 (16e e) Navorscher IV, pp. 18 (m.e.), 19 (1806) Wijnpersse, Statistiek, p. 323

Putten (Zld)

Andreae, Hoge, pp. 22-23 (15e-16e e) 

Blécourt, Rechtshistorische, p. 91 (1245) 

Blok, Financiën, p. 42 (1456) 

Fruin, Informacie, p. VI (15e-16e e) 

Henne, Histoire X, p. 18(1553) 

NavorscherXX,p. 88 (1532) 

Obreen, Stukken, p. 138 (14e e)

PuttenPlaats in Zuid-Hollandalgemeen
bestuurbaljuwin 1486 is Boudewijn Hart van der Woerd baljuw, gehuwd met Katharina van Abbenbroek [Kok1, blz. 129]Adam Adamsz van der Duyn [25 februari 1504-.......] is baljuw van Putten [Kok13, blz. 31]ruwaardAdam Adamsz van der Duyn [25 februari 1504-.......] is baljuw van Putten [Kok13, blz. 31]
heerlijkheid=De eerste heren van Putten stammen af van de Noormannen.=In 1048 is sprake van een heer Gerrit van Putten [Regt, blz. 44]=De laatste graaf van Strijen is Willem van Strijen. Hij schenkt z'n kleinzoon Hugeman het land van Zevenbergen, zoon Jan krijgt Almmonde en de andere zoon, eveneens Jan, krijgt Zijdewijn. Alijt erft Strijen. Door haar huwelijk in 1290 met Nicolaas, heer van Putten, brengt ze Strijen in handen van de heren van Putten [Regt, blz. 40-41]. Nicolaas en Alijt krijgen een zoon en drie dochters. De zoon Nicolaas sterft kinderloos. Dochter Beatrix sterft ook kinderloos.Dochter Alijt verwerft daarna de heerlijkheid, maar ook zij sterft kinderloos. Verkrijgers zijn dan de kinderen van de derde dochter, Oda, echtgenote van Willem, heer van Hoorne, Althena en Gaasbeek. Ze krijgen drie dochters. De oudste, Johanna, vrouwe van Putten, Strijen en Gaasbeek, trouwt met Jacob, heer van Abcoude en Wijk. De heerlijkheden Putten en Strijen gaan dan over naar het huis van Abcoude. Ze wordt opgevolgd door haar tweede zoon Sweder van Gaasbeek, Putten en Strijen. Hij overlijdt in 1400 en wordt opgevolgd door zoon Jacob, die eerder al bij het overlijden van zijn oom Willem heer van Abcoude en Wijk is geworden. Hij behoort tot het Kabeljauwse kamp en wordt door hertog Philips van Bourgondien tot stadhouder over Holland benoemd. Hij overlijdt zonder wettige erfgenamen in 1459. De heerlijkheden Putten en Strijen vervallen aan de grafelijkheid [Regt, blz. 44-46]=Pieter de Voghet is leenman van Voorne en Putten [1340-1361] en gegoed in Briedorpe [Wapen]
BRONNENliteratuurChijs, Munten, blz. 37 (m.e.)Fruin, Informacie, blz. VI (15e e)Gallé, Beveiligd, p. 34 (13e e)Goes, Register I, pp. 134 (1528), 702 (1543)Gosses, Welgeborenen, p. 51 (1401)Groot, Zweder, p. 77 (1429)Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 129Kruisheer, Oorkonden, p. 356 (1284)Overvoorde, Oude (16e-17e e)Wapenregistraties, in: Gens Nostra jrg 78, 2023/4, blz. 223

Puttershoek

Dorp en ambacht in Zuid-Holland. Ook Houck, Pietershoek

algemeen

In 1421 één van de 72 dorpen die ernstig getroffen wordt door de watervloed [Regt, blz. 78]Het dorp is aanvankelijk een buurtschap met enkele vissershutten [Regt, blz. 75].In 1439 is de polder opnieuw bedijkt en vrijwel zeker is in 1442 de kerk gebouwd [Regt, blz. 78]In 1632 is het dorp uitgegroeid tot 128 huizen en ligt het op een belangrijke doorgaande route van Brabant naar Hollad v.v. [Regt, blz. 75] .Ambacht gelegen in de noordoosthoek van de polder het Oudeland van Mijnsherenland van Moerkerken. In 1732 zijn er binnen het ambacht 171 huizen [Regt, blz. 69]Op 14 november 1775 treft een watersnood Puttershoek en richt grote schade aan [Regt, blz. 80]Op 16 juli 1777 en 28 juli 1778 gaan door brand(stichting?) 8 respectievelijk 15 huizen in vlammen op [Regt, blz. 81]In 1793 zijn er binnen het ambacht 180 huizen [Regt, blz. 69]In 1849 heeft de gemeente een omvang van 454 bunders, 5 v. roeden en 34 v. ellen. Met dijken, slikken, wegen e.d. erbij 565 bunders 21 v. roeden, waarvan belastbaar land 511 bunders 55 v. roeden 25 v. ellen. Er wonen 327 gezinnen in 180 huizen, tezamen 1632 inwoners, waarvan 1570 hervormden. De gemeente bestaat uit het dorp Puttershoek en enkele verspreid staande huizen. [Regt, blz. 70]

belastingen

algemeen=In 1585 is het ambacht Puttershoek 200 morgen groot. Op het gaarboek staat 197 morgen en 206 roeden [Regt, blz. 69].=De verplichtingen van de ingezetenen bestaan in het opbrengen van zekere lasten tot onderhoud van de straat, brandspuiten en het tractement van de schoolonderwijzer. Die lasten worden over de huizen omgeslagen naar gelang deze in de verponding moesten contribuëren. De rijtuigen die de straat gebruikten moesten volgens octrooi van de Staten twee stuivers betalen voor iedere keer dat zij die passeerden. Hiervan waren echter de ingezetenen alsmede de ingelanden van enige omliggende polders, die zich voorheen daarvan hadden vrijgekocht, verschoond. [Regt, blz. 74]
tweehonderdste penningIn 1638 wordt een 200e penning geheven [Slijkerman, blz. 228]
verpondingVolgens het Redres van de verponding 1632 wordt Puttershoek aangeslagen als volgt [Regt, blz. 69]:
vrijstellingIn 1775 verzoeken die van Puttershoek vrijstelling van belasting wegens de schade opgelopen door de watersnood. De Staten verlenen de polder voor de tijd van 10 jaar vrijdom van alle gemenelands verpondingen [Regt, blz. 80]

economie

In 1849 leven de inwoners vooral van de vlasserij en met name van de bewerking van vlas. Voorts van de handel in riet en biezen, handel in fruit, palingvisserij, weverijen, twee scheepmakerijen en een korenmolen [Regt, blz. 70-71] .

financien

De kosten van openbaar onderwijs worden in 1849 in de Hoekse Waard door de ouders aan de onderwijzer betaald. Alleen in Puttershoek voorziet de gemeente daarin via een schoolfonds. Het fonds wordt gevoed door een hoofdelijke omslag [Regt, blz. 3]

godsdienst

Aan de kosten van herstelwerkzaamheden aan de kerk, in 1630 en 1633 gedaan, is door de stad Dordrecht bijgedragen met respectievelijk 200 pond en 60 pond [Regt, blz. 76]

heerlijkheid

Is een ambachtsheerlijkheid, die op een bepaald moment in tweeën is gedeeld: onversterfelijk leen van de graven van Holland. Beleend aan Jan van Aerssen en erfgenamen, Nadien aan Abel Pietersz, De eerste helftIn 1445 is het ambt van ambachtsheer verdeeld in twee met twee heren, Abel Pietersz bezit de eerste helft en Dierck van Slingeland de tweede [Regt, blz. 56].Abel Pieter Voircoepersz is door aankoop ambachtsheer van half Puttershoek, beleend op 23 augustus 1447 [Molema 164]Claes Adriaensz van Meerdervoort is ambachtsheer van half Puttershoek, beleend op 6 juni 1490In 1490 is Claes van Meerdervoort bezitter. Hij is getrouwd met de dochter van Willem van Drenckwaert.Adriaen Claesz van Meerdervoort is ambachtsheer van half Puttershoek, beleend op 27 maart 1511 [Molema 163] In 1523 volgt zijn zoon Adriaen van Meerdervoort hem op. Hij krijgt twee dochters.In 1526 komt de heerlijkheid in handen van Cunera van MeerdervoortDaarna is dit deel in porties verdeeld en uiteindelijk aan de grafelijkheid vervallen.In 1639 verkrijgt Pieter Boelen de volledige helft van de grafelijkheid.Zo worden de beide delen door erfenis en aankoop opnieuw verenigd [Regt, blz. 73].
De tweede helftIn 1400 is de helft in bezit van Jan van Buren [Regt, blz. 67, 71-72]In 1401 opgevolgd door Jan van Naerssen, burgemeester van Dordrecht.In 1430 gaat die helft over op dochter Hadewey van Naerssen. Ze trouwt met de Dordtse burgemeester Di(e)rck van Slingelandt. Dirck Ottenz. van Slingelant draagt op 23 augustus 1447 over de helft van het ambacht van Puttershoek van de Zijtwinde met het dagelijks gerecht, alle visserijen, vloterijen, korfstekingen, vogelarijen, riethuren en zoetvelden en de helft van de landen die hij daarin heeft, bedijkt en onbedijkt met betimmering, begroeiing, wind en veren. korentiende en smaltienden [Molema 164]  Van hun acht kinderen wordt mr. Jan van Slingelant in 1454 de volgende ambachtsheer. Hij krijgt geen kinderen. Aan hertog Philips van Bourgondien vraagt hij vergunning om van de totale 70 morgen 60 morgen te mogen uitgeven als achterlenen aan zijn broers en zusters en hun nakomelingen. Dit wordt toegstaan op 16 februari 1454. Na Jan's overlijden in 1460 volgt zijn broer Pieter van Slingeland op. Hij verkoopt in 1485 aan Elizabeth van Loon, vrouwe van Carnis, Kijfhoek, etc. Ze is weduwe van Vranck van Praet, heer van Moerkerken en Merwede, kamerheer van hertog Karel van Bourgondië. Haar zoon Lodewijk van Praet volgt haar in 1514 op. Hij trouwt met de dochter van de graaf van Buren. De oudste zoon, ook Lodewijk van Praet, volgt op en overlijdt ongehuwd in 1537 [Regt, blz. 72]. De heerlijkheid komt door verkoop in 1537 in handen van de schout van Dordrecht Jan van Drenckwaert.Op 17 april 1550 wordt in een verlijbrief van Karel V aan Jan's neef, [Regt, blz. 72-73] de burgemeester van Dordrecht Willem van Drencwaart Bouwensz verlijt"de helft van den Ambachte van Pietershoek van der Zydwinde met den dagelykse gerechte, metten allen Visscheryen, Vloteryen, Korftelingen, Vogelryen, Riethuysen, Soetvelden met twee Hondt Lands en voort mit alle syn deel onbedyct Lands mit Winden, met Veeren die den Ambachtsheer aldaar toebehooren mogen, mit den Koren-thienden en Smal-thienden aldaar, sulx als die hem aangekomen en besturven zyn by doode van Jan van Dreckwaert Willemsz, in syn leven Schout onser Stede van Dordrecht, syn Oom, te houden van ons, onsen Erven, en nakomelingen, Graven en Gravinnen van Holland, Willem van Drenkwaart voorz, synen erven en nakomelingen tot eenen onsterffelyken erfleene gelyk de voorsz Jan van Drenkwaart die te houden plag, al naar inhouden der andere Brieven en onse registeren daarvan wesende" [Regt, blz. 68].In 1585 is het ambacht Puttershoek 200 morgen groot. Op het gaarboek staat 197 morgen en 206 roedenIn 1620 is Johan van den Steen ambachtsheer [Regt, blz. 73]In 1630 koopt Pieter Boelen de volledige helft [Regt, blz. 67]In 1639 erft en koopt Pieter Boelen de andere helft erbijOp 10 februari 1712 overlijdt Johan Onderwater, heer van Puttershoek.In 1748 is mr. Boudewijn Onderwater volle eigenaar [Regt, blz. 73]In 1793 is de Dordtse burgemeester mr. Boudewijn Onderwater bezitterIn 1827 is mr. Pieter Hendrik van de Wall heer van PuttershoekIn 1837 is mr. Hendrik Onderwater de eigenaar.In 1848 is eigenaresse Margaretha Elizabeth van der Wal uit Den Haag. Weduwe van mr. Boudewijn Onderwater van Brandwijk [Regt, blz. 74]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 580-581 (1515)Molema-Smitshoek, W.T., Fragmenten uit mijn kwartierstaat in ‘s-Gravendeel, deel 5, De familie Vroman, in: Ons Voorgeslacht 2023, blz. 105-158Navorscher V, p. 341 (15e-19e e)Slijkerman, K.J., De oudere generaties van het geslacht De Geus uit Puttershoek, in: Ons Voorgeslacht maart 2015, blz. 89-100Slijkerman, K.J., De oudere generaties van het geslacht uit Sint Anthonijpolder met de naamdragers Blaeck, (van) Moerkercken en van der Swaen, in: Ons Voorgeslacht juni 2015, blz. 223-256W.D.B.I.U.A. 1874, 7 maart, p. 3; 25 april, p. 3; 12 mei, p. 3; 23 mei, p. 2