Caaldriesch-Cuyk

Caaldriesch

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen.

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Hamme in het district Dendermonde [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cabacat

Plaats in de provincie Namen.

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Malonne in het arrondissement Namen [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cabauw

Buurtschap in Utrecht in de Lopikerwaard. Ook Cabbau [1254], Kabau [1274], Cabau [1296-1307], Cabauw [1840], Kabauw [1883], Kabaauw, Kabou

Tot 1857 een zelfstandige gemeente [Meer/Boonstra, blz. 7]


ALGEMEEN

algemeen

In de 13e eeuw zijn rondom het huidige Cabauw vele ontginningen afgerond. Een daartussen liggend stuk ongerept gebied, de "wilde Cabbau" genoemd, wordt dan als restontginning eveneens ontgonnen. De naam duikt voor het eerst op in 1253. 

In 1840 zijn er 11 huizen met 121 inwoners. 

In 2004 zijn er 690 inwoners; in 2018 gaat het om 730 inwoners

Uitgebreide actuele informatie over Cabauw is te vinden in de site "https://allecijfers.nl"

BRONNEN

archieven

internet

kranten

literatuur 

overige bronnen

Wikipedia

archieven

Er zijn voorhanden doopgegevens uit de RK kerk betreffende de periode 1679-1811.

In het Utrechts Archief bevinden zich burgerlijke standgegevens over de periode 1829-1857

BRONNEN

Utrechts Archief 481 Burgerlijke Stand van de gemeenten in de provincie Utrecht 1811-1902, 3. Registers van overlijdens, 1089-6 t/m 1089-34

internet

http://genver.nl/ut/dtb1310.htm

belastingen

In 1632 telt Cabauw 17 huizen omvat het areaal 248 morgen en 275 roeden en draagt men bij in de verponding f 925- 8- 5 [Chronyk van de stad Medenblik].

Op 20 januari 1801 verzoekt de municipaliteit van Cabauw en Zeventer om goedkeuring van een voorstel tot quotisatie ter goedmaking van de kosten van de aanwerving van drie man voor de Bataafse Armee. in 1799. Het quotisatievoorstel is gemaakt door Gecommitteerden uit de stembevoegde burgers rekening houdend met het "relatif vermogen der Ingezetenen" [Besluit der Eerste Kamer van het Vertegenwoordigend Lichaam des Bataafschen Volks 23 januari 1801, blz. 594]

economie

financiën

gemeente

Vanaf 1795 gaat Cabauw verder als een municipaliteit.  

In september 1970 worden een stuk van Willige Langerak en het oude gerecht Zevender bij de gemeente Schoonhoven getrokken. 

Pieter Kuyff wordt op 3 maart 1797 aangesteld als gerechtsdienaar door baljuw en schepenen van Zevender en Cabauw.

Akte van aanstelling van 3 december 1804 door het Departementaal Bestuur van Holland voor mr. Otto Braet (1760-1817) als schout van Zevender en Cabauw. Mr. Otto Braet wordt op 3 februari 1805 aangesteld als secretaris door het gecombineerd gemeentebestuur. In 1814 is hij namens het departement Zuiderzee lid van de notabelenvergadering die over de ontwerp-grondwet moet beslissen. In 1816-1817 is hij burgemeester van Schoonhoven.

Besluit van het Departementaal Bestuur van Holland, waarbij tot baljuw van Cabauw wordt aangesteld Mr. Otto Braet, 1804

In 1805 wordt Cabauw bij departement Utrecht ingelijfd en verenigd met Zevender. 

Bij akte van aanstelling van 8 januari 1807 wordt Lambart van Elk als adjunct-secretaris van Zevender en Cabauw benoemd. 

Het keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 verenigt Cabauw, Zevender, Noord- en Zuid-Polsbroek, Hoenkoop, Dijkveld, Rateles en Bonrepas en Vlist tot één gemeente

Op 1 januari 1812 is Cabauw deel van de gemeente Polsbroek. Na de Franse tijd worden Cabauw en Zevender gecombineerd toebedeeld aan Zuid-Holland.

Cabauw is van 1 april 1817 tot en met 7 september 1857 een zelfstandige gemeente. 

Tot 1 januari 1821 behoort de gemeente tot de provincie Zuid-Holland. daarna tot die van Utrecht.

Van 1817-1835 is Mattheus Lagerwerff burgemeester, van 1835 tot 1850 Gabriel Leonard van Oosten Slingeland en van 1850 tot en met 7 september 1857 Sebastiaan Ignatius van Nooten.

Bij Wet van 13 juni 1857, Stbl 1857/78, worden de gemeenten Willige Langerak, Cabauw en Zevender 

Op 1 januari 1943 wordt Willige Langerak met daarbinnen Cabauw onderdeel van de gemeente Lopik.

BRONNEN

archieven

internet

kranten

literatuur 

overige bronnen

Wikipedia

godsdienst

Cabauw is al heel vroeg een katholiek eilandje omringd door protestanten. 

In 1680 wordt een tweede kerk gebouwd

heerlijkheid

Jan van de Lede 

Ridder, zoon van Floris Herbaren van de Lede. Hij is heer van Haastrecht. Rond 1240 bouwt hij een kasteel aan het riviertje de Zevender; daar ontwikkelt zich zich in enkele decennia Schoonhoven. Zijn dochter Alverade [1222-....] trouwt met Frederik van Zevender.

Frederik van Zevender [1253-1280]

Frederik van Zevender's schoonvader Jan van de Lede geeft op 17 maart 1253 Frederik onversterfelijk in leen goederen in Cabauw (100 morgen met tiend, cijns en gerecht), de Geer (5 morgen met tiend, cijns en gerecht) en Bonrepas [Kölker, blz. 11]. Die leen van Van Zevender, wordt later ‘Zuid Zevender’ genoemd, ter onderscheiding van het noordelijk van de Lopikerwetering gelegen Noord Zevender.

Nicolaas I van Cats sr ]1280-1283]

1280, 25 maart: Heer Herbaren van der Lede, ridder, draagt de heerlijkheid van Cabau "het land die Cabau heet" en Lopik over met tiend en gerecht aan Heer Nicolaas Van Cats (1242-1283)(Orgineel GA Schoonhoven vdB II Nr 389). Ook vermeld als Heer hiervan in 1281 24 maart (Van Bavel, Goederen Mariënweerd, pg 87/88, bron OHZ II nr 389 en resp II nr 417. CSN nr 1047).  . De 100 morgen leen van Frederik van Zevender is daar geen onderdeel van. Het deel van Nicolaas van Cats droeg de naam de ‘wilden Cabbau’, een benaming waarschijnlijk stammend uit de tijd dat dit nog woeste onontgonnen grond was. 1282: In een oorkonde van 31 oktober 1282 kent Graaf Floris V aan Heer Nicolaas Van Cats ridder alle inkomsten toe uit het Gooi (Naardingerlant), Muiden, Diemen, Bijlmerbroek, Weesp en het land van Woerden, tegen afstand van Hazerwoude, het huis Rijnenburg alsmede de inkomsten uit Rijnzaterwoude, Waddingsveen, Warmond en Nieuwkoop en zegt hem bij wijze van vergoeding van de overwaarde van het door Nicolaas afgestane 5000 pond Hollands toe uit de eerst te verschijnen inkomsten uit het Sticht Utrecht (GA Schoonhoven, Inv nr 2075 pg 289/290 OHV IV Kruisheer (zie ook 1230). Vidimus in 1284. Org in GA Schoonhoven nr 5 en vd B II nr 467) . Laatse vermelding van Nicolaas is op 31 october 1282 (zie Obreen, Sticht Utrecht no. 2141). Op 23 juni ,1283 (Obreen, H. Z. II no. 483) wordt over zijn erfgenamen gesproken. In een oorkonde (V.d. Bergh, nr II nr 483) maakt Graaf Floris V de rekening op t.a.v. de erfgenamen van Nicolaas Van Cats; Hij gaf toen ook aan hem nog 1823 lb. 12s 8 d schuldig te zijn en dat hij hen nog de waarde van een rood strijdros schuldig was, blijkbaar van Nicolaas Van Cats verkregen (Wi Florens pg. 212). 

Nicolaas II van Cats  [1283-1304]

Nicolaas (1273-....) volgde zijn vader op, na diens dood in 1283, in zijn titels: Heer Van Cats, Catshoek, oud en nieuw Cats, Emelisse, Welle, Land van Cadzand, Duiveland, Ossendrecht, Lopik en Bonrepas. Cabouw (verlies in 1306), Heer en Burggraaf van Schoonhoven (verlies in 1300 en wederom in 1304), Heer en Burggraaf van Gouda en den lande van dien (verlies in 1309), den Bergh (Oorkondenboek II 483 (28 juni 1283)). Hij verloor veel van zijn goederen door zijn keuze om in opstand te komen tegen Floris V en Graaf Jan II en Willem III van Henegouwen en Holland. In 1304 worden de bezittingen van de gelijknamige zoon van Nicolaas van Cats, waaronder Cabauw, door de graaf van Holland verbeurd verklaard wegens landverraad, waarmee deze vervielen aan de graaf en dus aan Holland. 

Graaf  Willem II van Holland [1304-1310]

Jan van Henegouwen [1310-1356]

Ook Jan van Beaumont of Jan van Blois (1288-1356)an van blois. In 1309/1310 wordt Jan van Henegouwen (Heer van Beaumont) broer van Graaf Willem III, Heer van Schoonhoven en Gouda. In 1310, werd Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, met Cabauw beleend. De graaf van Holland, Willem III (1287-1337), schonk het gebied van en rond Gouda in 1308 aan zijn broer, Jan van Beaumont (1288-1356). Het gebied van Stein ging daarna over naar diens kleinzoon Jan van Blois (-1381). Hij was graaf van Blois en Dunois (1371-1381), heer van Schoonhoven, Gouda, Beaumont, Chimay, Waarde (1356-1381) en stadhouder van Holland en Zeeland (1359-1360/1362-1363) en in 1361 begiftigd met Treslong in Henegouwen, de heerlijkheden Bentheim en Cabauw in Holland, Tholen in Zeeland, tienden in het land van Haastrecht en het land van Stein.

Jan van Blois [1356-1381]

Jan van Châtillon graaf van Blois (1342-1381) verkrijgt van zijn vader de heerlijkheid Cabbau [Gouthoeven, Chronyke]. Graven van Blois hebben tienden in Cabbau blijkens een rentmeesters rekening afgehoord in 1357. Op 4 augustus 1358 komt Jan naar Schoonhoven. Hij is ook heer van Gouda en heeft bezit op Texel en Vlieland. Jan trouwt (1) in .... met Lijsbet Aechtensdr. Hij heeft kinderen van (2) Sophia van Dalem en trouwt  (3) in 1372 met de dochter van de Hertog van Gelre, Machteld (1324-1384). In de periode 1363-1372 is Gerrit Hugenz schout van Cabauw en Lopik. In de periode 1372-1373 is dat baljuw Jan van Langerak, in 1373-1374 Jan Breenink

Gwyde II van Blois Chatillon [1381-1397]

Gwijde wordt geboren rond 1345 in Avesnes. Hij is in 1383 in Beverwijk en Noordwijk. Gwijde overlijdt in 1397. De chirurgijn van Gwijde, mr. Govert Zonderdank wordt in 1397 beleend met 100 frank per jaar uit de hopaccijns van Gouda en met het bodeambacht. Een pijper van Gwijde, Hubkin van Waert wordt voor zijn leven beleend met 30 franken van de rentmeester van Gouda en Schoonhoven In de periode 1389-1390 is Coen van Damme schouw van Cabauw en Lopik. Gwyde overlijdt onder kinderen; zijn bezit vervalt aan graaf Albrecht van Beieren

Jan bastaard van Blois [1397-1435]

Jan (1360-1435) is heer van Treslong en raadsheer van Albrecht. Jan trouwt in 1386 met Maria van Heemstede. Hij is van december 1397 tot januari 1403 baljuw van Gouda en Schoonhoven met het schoutambacht Schoonhoven.  10-12-1394: Jan de bastaard van Blois, ook Jan de Karmeliet, neef van Gwijde van Châtillon, houdt het dorp Cabauw met heerlijkheid hoog en laag en tiende van Holland, in ruil voor 100 franse franken voor zijn leven, eventueel te komen aan de leenheer, 2 fol. 53 en fol. 59, LRK 52 fol. 157v nr. 675. 19-2-1395: Jan de bastaard, bevestigd door de graaf, LRK 52 fol. 157v nr. 676. 11-6-1398: Jan de bastaard van Blois, LRK 109 fol. 27. Albrecht van Beieren overlijdt in 1404. Bij een dagvaart in 1416 heet hij nog steeds alleen Heer van Treslong

Lodewijk van Treslong [1435-1447]

Ridder Lodewijck van Treslong (....-1470) wordt heer van Cabbau en Raad in het Hof van Holland. Hij is van 1440-1450 baljuw van Noordwijk. 5-12-1436: Lodewijk van Treslong bij dode van heer Jan de bastaard van Blois, zijn vader, LRK 114 fol. 52v. 

Jan van Blois [1447-1463]

6-8-1447: Heer Jan van Blois, geestelijke, bij opdracht door Lodewijk van Treslong, zijn broer, op die te komen, LRK 116 c. Zd.-Holland fol. 2v-3. 

Lodewijk van Treslong [1463-1466]

7-11-1463: Lodewijk van Treslong, raad en ridder, bij dode van heer Jan van Blois, kanunnik van Oudmunster te Utrecht, zijn broer, LRK 117 c. Nd.-Holland fol. 20. Hij overlijdt in 1470. Gezin van Louis de Blois de Treslong Hij is getrouwd met Marie van Haemstede

Gijsbrecht van Hemerden [1466-1501]

28-2-1466: Gijsbert van Hemert (1430-1503) bij overdracht door Lodewijk van Treslong, LRK 117 c. Nd.Holland fol. 24v. 1466 Februari 28. Gijsbrecht van Hemerten, beleend met de heerlijkheid van Cabbau bij opdracht van heer Lodewijc van Treslong, ridder (Holl. leenkamer n° 117,' N.-Holl. fol. 24™>). 1476 October 17. Ghijsbert van Hemerden, heer van Cabbau, „onse neve", beleend met 10 morgen in het goed ter Loe, geheeten Cleyn Loe 1 ), bij opdracht van Juffr. Agnieze van Rijn, „onse nicht", met haren man Jan heer in Noirtwijck en van Noirtwikerhout (Leenboek E , fol. 150). 21-12-1498: Belast voor Jan en Daniel van Zijl metf 47.- rijns door Gijsbert van Hemert ook op Nederslingeland, LRK 122 c. Zd.-Holland fol. 11v-12v. 

Jan van Hemert [1501-1504]

10-11-1501: Jan van Hemert bij dode van Gijsbert, zijn vader, LRK 122 c. Zd.-Holland fol. 23. 

Steven van Ruijtenberg [1504-1524]

Steven van Ruijtenberg leeft van 1475-1524 10-4-1504: Steven van Ruitenberg bij overdracht door Jan van Hemert, LRJS 122 c. Zd.-Holland fol. 40v. 23-8-1505: Jan van Zijl, wonend in een huis in de Leeuwerikstraat in Oudewater, en Daniel, zijn broer, te Oudewater zijn gelost door Steven van Ruitenberg en omdat hun akte ontvreemd was door Jan Jorisz., hun neef, stelt hij zijn huis als zekerheid, LRK 122 c. Zd.-Holland fol. 47. Αnthoni van Αemstel van Μijnden Heer van Κroonenburg trouwde Jouffrouw..... Dochter van Steven υan Ruytenberg Heer van Cabbau ende van Jouffrouw Hadewich van Lantskroon.  Steven van Ruytenbergh is heer van Cabbau Grafsteen van Steven van Ruitenberg van Cabauw and Hadewich van Lanscroon in de St. Jacobikerk in Utrecht 

https://memodatabase.hum.uu.nl/memo-is/detail/index detailId=2601&detailType=MemorialObject 

Johan van Ruitenberg [1524-1530]

13-2-1524: Johan van Ruitenberg bij dode van Steven van Ruitenberg Adolfsz., zijn vader, LRK 124 c. Sticht fol. 19. 

Vincent Cornelisz van Mierop [1530-1550]

In 1526 koopt Vincent Cornelisz van Mierop, heer van Cabauw, Kethel, enz.  het huis Polderburgh bij Delft van Jacob, graaf de Ligne [ANF deel 1, 1883-1884, nr. 2, 5 juli 1883, blz. 2]

30-8-1530: Mr. Vincent Cornelisz., raad en eerste meester van de rekeningen van den Haag, bij overdracht door Johan van Ruitenberg, nadat deze 26-8-1530 een rente van 60 gouden karolusguldens voor Vincent had gevestigd, geroyeerd 24-7-1535, LRK 125 c. Sticht fol. 3v-5. Vincent Cornelisz van Mierop is heer van Cabbau. Hij overlijdt in 1550.Volgens GoUDHOEVEN bl 105 en 619 behoorde Heer VINCENT CoRNElisz VAN MIEROP Heer van Cabbau en Thesaurier generaal van des Keizers domeinen in de met JAcoB Heer van Cabbau en Heer CoRNELIs VAN MIERoP Domproost te Utrecht zijne zonen tot de Edelen die ten tijde van Keizer KAREL V in 1540 en van Koning Philips in 1549 leefden VINCENT ook genaamd de groote VINCENT stierf te Brussel en is aldaar bij de Augustijnen begraven anno 1550 bladz 

Jacob van Mierop [1550-......]

6-10-1550: Jacob Vincentsz. van Cabauw bij dode van mr. Vincent, raad en tresorier van de domeinen en financiën van herwaartsover, LRK 127 c. Sticht fol. 9. 

Heyman van den Ketel [....-1560]

Sebastiaen van den Ketel [1560-1567]

13-5-1560: Sebastiaen van den Ketel bij dode van zijn vader Heyman van den Ketel (L.H. 129, cap. N.H., fol. 10v). 

Jan Heymansz van den Ketel [1567-1570]

15-7-1567: Jan Heymansz. van den Ketel, ambachtsheer van ‘s-Gravenambacht, bij dode van zijn broer Sebastiaen van den Ketel (L.H. 131, cap. N.H., fol. 23). 

Cornelis van Mierop [1570-1573]

28-5-1570: Heer Cornelis van Mijerop, domproost te Utrecht, bij dode van zijn neef Jan Heymansz. van den Ketel, hulde door meester Witte Wittensz., raad in het Hof van Holland, hiertoe d.d. 27-5-1570 gemachtigd (L.H. 131, cap. N.H., fol. 58).

Jacob van Cabau [1573-......]

3-8-1573 Meester Jacob van Cabau bij dode van zijn broer meester Cornelis van Mijerop, domproost te Utrecht (L.H. 132, cap. N.H., fol. 7v). 7-12-1592: Jacob, heer van Cabau, tocht zijn vrouw jonkvrouwe Catherina d’Oosterlinor (L.H. 135, fol. 113v). 10-4-1593: Adriaen van Ylen Rutgertsz. namens de erfgenamen van Jacob van Mierop, heer van Cabau, zijnde de kinderen en kleinkinderen van diens zuster Margaretha, Eva, Maddelena en Martha, volgens diens testament d.d. 3-3-1593 en behoudens de lijftocht, volgens octrooi d.d. 6-12-1581, van diens weduwe en volgens procuratie d.d. 5-4-1593 verleend door meester Jan Stalpert, Cornelis van Bleyenburch, jonkheer Jan van der Mijle namens zijn vrouw, Philips van Gindertalen en meester Quirijn Jacob Wittensz. (L.H. 138, fol. 122-130). Jacob van Mierop, heer van Cabbau, geboren 1500, overlijdt kinderloos in 1593. Jacob Vincentsz van Myerop, Heer van Cabbau Kethel Spalant en Ruyven Rentmeester van Zijne Co Mats Espargnes naderhand Raad in den Hove van te Gent Geb 15oo overl 1593 Was gehuwd met Catharina Oosterling maar stierf zonder kinderen VAN LEEUwEN Bat Ill 1 o78 

Cornelis Theeusz 

9-7-1609: Cornelis Theeusz., LRK 194 fol. 79v. 

Willem Theus

11-7-1633: Willem Theus bij dode van Cornelis, zijn vader, LRK 146 c. Nd.-Holland fol. 64v. 

Cornelis van Teilingen

4-3-1636: Cornelis van Teilingen voor Berta Theus van Cabauw, zijn vrouw, bij dode van Willem, haar vader, LRK 147 c. Nd.-Holland fol. 43. 

Cornelis Nobelaar

8-11-1645: Cornelis Nobelaar voor Berta Theus, zijn vrouw, bij dode van haar eerste man, LRK 107 c. Nd.-Holland fol. 43v. 197. In 1646 schrijft schilder Adriaan van Utrecht aan Huygens (Briefwisseling deel 4, blz. 293, nr 4306) over wsch een stilleven met fruit waarvoor hij f 100 wil hebben. Hij krijgt tot dit bedrag konijnen "Had' ick t willen aen andere vercoopen, daer is my 120 guld. voor geboden. Off U. Ed. de 100 gul. te veel waer, ben wel gecontenteert U. Ed. het stuxsken van fruytasie [te] doe[n] behandigen ten huyse van den heer van Cabbau, alwaer de connijnen noch tegenwoordich syn".

Leenbrief Cabauw Justus de Nobelaer, 1682 nov. 1

Justus de Nobelaer

Diderik Ramp

Diderik Ramp heer van Cabau 1711 Advys in schuldzaak

Jodocus van Wijngaarden

Leenbrief Cabauw Jodocus van Wijngaarden, 1719 okt. 18  Notariële akte, waarbij Jonker Diderick Ramp erkent te hebben verkocht en te zullen overdragen aan Judocus van Wijngaarden de heerlijkheid Cabauw, 1719 Akte, waarbij Judocus van Wijngaarden, heer van Cabauw, de baljuw-schout en secretarisambten alsmede de vrije jacht en visserij van Cabauw verkoopt aan Johan Faassen, 1721 

Johannes van Wijngaarden

Vrye Heerlykheid van ten Noorden aan Lopik en ten Zui aan de Willige Langerak beide in Provincie van Utrecht ten Oosten Jaarsveld en ten Westen aan Zevender In de Quohieren bedraagen de 248 Morgen en 275 Roeden Lands en in beide de Lysten vindt men er 17 Huizen voor aangetekend In het behoort Kabaauw onder Lopik waar mede het als een vereenigde wordt aangemerkt en tot de Klassis van Utrecht De Roomschgezinden hebben hier eene Statie die door een Wereldsch Priester bediend wordt De Heer Johannes van Wyngaarden enz is Vryheer van Kabaauw 1749

Jan Braet

Leenbrief Cabauw Jan Braet, 1751 sept. 1 Onderhandse akte, waarbij Johannes van Wijngaarden erkent verkocht te hebben aan Jan Braet de heerlijkheid Cabauw, 1751. Met kopie, en een missive van D. Bispenk aan Braet over deze koop, 1751 Vonnis van het Hof van Holland, waarbij aan Johannes van Wijngaarden, eiser, wordt ontzegd zijn eisen van naasting van de heerlijkheid Cabauw, ingesteld tegen Jan Braet d.d. 6 mei 1757. Met kopie; en twee kopieën van de leenbrief van die heerlijkheid d.d. 1 september 1751; alsmede verklaringen van de secretaris van Schoonhoven en anderen dat in Zevender en Cabauw en in de Hollandse dorpen van de Lopikerwaard het recht van naasting geen plaats heeft, noch nooit is geoefend, 1752 In 1758 is Jan Braet (1722-1802) vrijheer van Cabauw en Zevender Staat van hetgeen de schout en secretaris jaarlijks trekken uit de dorpsrekening van Cabauw, volgens besluit van het gerecht en de ingelanden van 1 november 1771  In december 1787 wordt de regering van Schoonhoven gewijzigd. Jan Braet wordt nog genoemd als vrijheer van Zevender en Cabauw. Ook nog in 1790 Onderhandse akte van de overeenkomst tussen de gemachtigden van de ingelanden van Zevender en Cabauw en de executeurs-testamentair van Jan Braet, in leven heer van die heerlijkheden, aangegaan betreffende:De recognitiegelden, wegens de posten van baljuw, schout en secretaris van die heerlijkheden, over 1806 aan de rechtverkrijgenden van Braet toekomende en door de ingelanden te betalen en De voet, waarop deze recognitie voortaan zal worden geheven, d.d. 14 augustus 1807.Met vroegere stukken betreffende de voldoening van deze recognities over, 1796-1806 Akte van de overeenkomst, aangegaan tussen de executeurstestamentair van Mr. Jan Braat, in leven heer van Zevender en Cabauw, en de gevolmachtigden van de ingelanden van deze heerlijkheden, ten aanzien van de recognitiegelden, wegens de posten van baljuw, schout en secretaris aan de ambachtsheer toekomende, 1807 Brieven van W.J. Goudriaan, notaris te Haastrecht, executeur-testamentair van de boedel van Mr. Jan Braet, aan Mr. Carel Frederik Brand over een door diens mede-erfgenamen gedaan voorstel om uit de gemeenschap te treden van de gezamenlijk door hen bezeten heerlijkheden Zevender en Cabauw. Met sommige minuut-antwoorden van de laatstgenoemde, 1814-1815 

Otto Braet 

Otto Braets vader was landeigenaar, vrijheer van Zevender en Cabauw, en baljuw van Schoonhoven. De heerlijkheden werden na diens dood verkocht aan Mr. C.F. Brand, zwager van Otto. Otto Braet Vrijheer van Zevender en Cabauw geb 4 Aug 1760 overl 7 Juli 1817 burgemeester Schoonhoven Huwt te Purmerend Aug 1786 Wïl helmina Peereboom Na zijn dood werden de Heerlijkheden van Zevender en Cabauw verkocht en werden toen eigenaar zijn zwager en diens zoon zijnde Mr Frederik Brand In 1785 wordt Otto Braet schout en secretaris van Cabauw en ZevenderMemorie van leges,ingevolge Reglement bij Ingelanden geformeert anno 1796. Met Memoriën en Bijlagen, waaruyt de Revenuen en Regalia van de Hooge en vrije Heerlijkheden Zevender en Cabauw kunnen worden nagegaan, door Mr. Otto Braet  Brieven van Otto Braet (1760-1823) aan zijn zwager Carel Frederik Brand van Willige Langerak over de verkoop van de heerlijkheden Zevender en Cabauw, 1804-1807 Verantwoording van de inkomsten van de heerlijkheden Zevender en Cabauw aan de gezamenlijke geïnteresseerdens in dezelve over 1806, 1807, 1809, 1810, door de baljuw, schout en secretaris Otto Braet aan C. Baet wed. Hondorff Block, B.H. Brand geb. Braat, A.R.C. von Uberfeldt en J. Braat. Minuten (?). Met rekeningen van de laatstgenoemde en van zijn executeur-testamentair W.J. Goudriaan wegens de helft van hetgeen bij heeft genoten aan leges van de door hem beklede betrekking van polderschout, secretaris en gadermeester over 1814, 1816, 1817. Minuten (?) Lijsten van door de ingelanden betaalde tijns, 1785-1804

Carel Frederik Brand

Carel Frederik Brand Heer van Willige Langerak overl te s Gravenhage 16 Dec 1834 Huwt in 1785 met Bartholomea Hermanna Braet van Zevender geb 5 Sept 1763 Zij overl 20 Aug 1830 op den huize Treck vliet onder Voorburg Stukken betreffende de verkoop van de heerlijkheden Zevender en Cabauw en de aankoop daarvan gedaan door Mr. Carel Frederik Brand, 1818 Aanschrijving van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan de ambachtsheer van Cabauw tot het doen van een opgave omtrent de aard en omvang van de geldelijke voordelen aan die heerlijkheid verbonden, 1818. Met concept-antwoord van de ambachtsheer, 1818 Brief van ds. T.C. Everaars, predikant te Lopik, aan Mr. Carel Frederik Brand, heer van Cabauw, houdende verzoek om in de kapel van Cabauw in plaats van voormiddags na de middag te mogen preken, 1818 Brief van Lambert van Elk te Schoonhoven aan Carel Frederik Brand, ambachtsheer van Zevender, houdende aanbeveling van Teunis van As voor de vacante post van veeschipper tussen Cabauw en Utrecht, 1821

Jan Brand 

Jean Brand was heer van Langerak en Cabauw Hun zoon Mr Jean Brand van Cabauw lid van de rechtbank van le aanleg te Amsterdam overleed 24 Juni 1847 oud 59 jaar 1 Onderhandse akte van overeenkomst, aangegaan door Jean Brand, heer van Cabauw, en Lambert van Elk, betreffende de voordracht van Van Elk als schout, secretaris en Gadermeester van de polder van Cabauw. Met brieven van Van Elk over hetzelfde onderwerp, 1818  Brieven van verschillende personen aan Jean Brand, heer van Cabauw, over personen, voor te dragen als burgemeester, raadslid, secretaris en ontvanger van de gemeente, 1818-1839  Brief van J. Brand, heer van Cabauw, aan de Minister van de Hervormde Eredienst, houdende verzoek dat een eventuele vacature van de predikdienst van Lopik en Cabauw gelet moge worden op zijn recht van Collatie, voor zover de kapel van Cabauw aangaat, wat hij door het optreden van ds. J.J. Neuman, predikant van Lopik, verkort acht, 1819 Afrekeningen van L. van Elk met J. Brand, heer van Cabauw, wegens de inkomsten van de ambachtsheerlijkheid gedaan heeft over de jaren, 1819, 1820, 1822 en 1823 In 1835 was heer in Cabauw en Zevender mr. Jan Brand van Cabauw te Amsterdam. Aanschrijving van de Gouverneur van Utrecht aan de ambachtsheer van Cabauw, om een voordracht te doen voor het vacerende burgemeesterambt, met een brief van de eerste assesser van die gemeente aan hem tot geleide en een concept-voordracht van de ambachtsheer aan de koning, 1835 In 1824 verschijnt in Amstrdam bij Johannes van der Hey en Zoon het boek "Dichtstukjes van mr. J. Brand van Cabauw" 

Gabriel Leonard van Oosten Slingeland

Na de dood van Jan Brand is de Heerlijkheid verkocht ian den Heer Gabriel Leonard van Oosten Slingeland Heer van Cabauw wonende te Schoonhoven en alwaar hij stierf 6 April 1874 Stukken betreffende de verkoop van de heerlijkheden Zevender en Cabauw aan Gabriël Leonard van Oosten Slingeland, 1848 Broer Gabriël Leonard werd rond 1850 de nieuwe heer van Cabauw en Zevender. dichter Jan Brand van Cabauw (1785-1847), heer van Cabauw en twee andere dorpen in de buurt van Schoonhoven, voor wie grootvader Slingeland werkte als steward en trustee. Oudoom Gabriël Leonard van Oosten Slingeland was opvolger van Brand's als heerschappij van de dorpen Cabauw en Zevender . De heren van Cabauw wensten hun rechten te handhaven. Op 31 januari 1877 worden bij vonnis van het kantongerecht te IJsselstein C.A. Dorrestein en J. Verkley veroordeeld wegens schending van het heerlijke jachtrecht van G. van Oosten Slingeland in de heerlijkheid CabauwIn 1857 is deze heerlijkheid vereenigd met de gemeente Willige Langerak 

Mr. Leendert Slingeland is in de jaren 1840 rentmeester van de heerlijkheden Willige-Langerak, Cabauw en Zevender .

waterstaat

Al sinds 1554 waren er molens. De eerste en de derde molen zijn gesloopt. De tweede uit 1773 daterende wipwatermolen (De Middelste Molen) bemaalt sindsdien het gebied van het huidige waterschap "Lopik, Lopikerkapel en Zevenhoven"

PERSONEN

Mattheus van der Zegen Lagerwerff

Mattheus van der Zegen Lagerwerff wordt gedoopt op 22 januari 1758 in Ridderkerk. Hij trouwt in 1803 in Krimpen aan de Lek met Maria Susanna Loncq. Ze is gedoopt in 1769 in Rotterdam. Ze overlijdt in 1809 in Schoonhoven. Mattheus overlijdt op 20 juli 1835 in Dordrecht. Hij was van ...tot.....burgemeester van Cabauw, Zevender en Willige Langerak.

Gabriel Leonard van Oosten Slingeland

Gabriel Leonard van Oosten Slingeland wordt geboren op 12 april 1806 in Schoonhoven. Blijkens de volkstelling is hij in 1830 koopman (kaaskoper) met een pakhuis in Schoonhoven. Koning Willem I benoemt Gabriël uit Schoonhoven bij koninklijk besluit van 28 oktober 1835 tot burgemeester van Cabauw. Hij is van 1837-1861 rentmeester van de Hooge Boezem achter Haastrecht. Hij trouwt in 1839 met Catharina Elisabeth Sara van Andel (1808-1859). Gabriel treedt in 1850 af als burgemeester en wordt heer van Cabauw en Zevender. Gabriel overlijdt in 1874 in Schoonhoven. 

, wethouder in Schoonhoven, hoogheemraad van de Krimpenerwaard. 

BRONNEN

internet

https://www.genealogieonline.nl/stamboom-driessen/I73353248.php 

Sebastiaan Ignatius van Nooten

Sebastiaan Ignatius van Nooten

Cabente

Plaats in de provincie Luik.

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Villers-le-Bouilet in het district Hoei [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 


Caberg

Plaats in de provincie Limburg.

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Lanaken in het arrondissement Maastricht [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cabernhol

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen.

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Nukerke in het district Oudenaarde [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cache-des-Holcheux

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Anseroeul in het district Doornik [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cache-Evrard

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Anseroeul in het district Doornik [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Caches

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Templeuve in het district Doornik [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cachtem

Plaats in de provincie West-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente  in het district Rousselare c.a. 1560 inwoners [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cadier en Keer

Dorp in Zuid-Limburg bij Maastricht. Keer is het noordelijke deel; Cadier het zuidelijke deel. Ook Cadir (1358), Kayersberch (1440), Cajer (1588), Keer (ca 1600), Cadier ofte Keer (1736), Keijer, Kadier.

HEER en KEER

Tussen 1000 en 1200 worden achtereenvolgens Heer en Keer ontgonnen. 

In die periode heeft de keizer van het Heilig Roomse Rijk de landsheerlijke rechten van een deel van het Koningsgoed, het gebied Heer, dat ook het latere Keer omvatte, in directe leen gegeven aan het kapittel van Sint-Servaas. Heer werd daarmee een rijksleen van het Heilig Roomse Rijk: de rijksheerlijkheid Heer. De oudste vermelding van Heer is in 1196. De kerktoren stamt uit de 12e eeuw.

In 1204 wordt Maastricht ermee beleend door hertog Hendrik I van Brabant.

De eerste vermelding waaruit blijkt dat Heer onder het gezag van het kapittel valt is in 1281. En uit een oorkonde van 16 augustus 1292 volgt dat dit toen al lange tijd het geval was. Het kapittel was niet alleen heer over het land en de gebouwen maar had er ook het bestuur en deed er rechtspraak.

Ook onder Karel V (1515-1555) bleef het kapittel het gezag houden over de Rijksheerlijkheid. 

In 1555 komt Heer en Keer te vallen onder Karels broer keizer Ferdinand, Cadier onder Karels zoon Philips II.

Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1644) blijven Heer en Keer Rijksheerlijkheid.

Heer en Keer moeten in de periode 1644-1647 behalve een zekere belasting protectiepenningen betalen aan de Staten-Generaal. In totaal 960 gulden.

De Vrede van Munster van 1648 brengt geen duidelijkheid. De inwoners zijn jarenlang verplicht om de soldaten van Willem III te onderhouden en te huisvesten. Het kapittel beriep zich tevergeefs op vrijstellingen. 

In het Partage-Traktaat van 26 december 1661 worden de elf banken deel van de Republiek maar als vrije heerlijkheid onder de Duitse keizer Leopold I

Tijdens de Negenjarige Oorlog (1688-1697) moesten de inwoners van Keer zgn. contributie betalen "om hunne totale ruïne van brandt of andersins voor te comen" Keer moest in 1693 een lening van f 600 tegen 5%.

In de Spaanse Successieoorlog (1702-1713) betalen de inwoners van Heer en Keer aan protectiepenningen en andere belastingen f 480.  

In 1753 verloren Heer en Keer niet formeel maar wel feitelijk de onafhankelijkheid tegenover de Republiek. 

Tussen 1778 en 1795 is Christiaan van der Linden collecteur van belastingen in Keer

Vanaf 1 november 1785 bij het Verdrag van Fontainebleau worden de protectiepenningen niet langer aan Brussel maar aan de Staten-Generaal betaald. Keer betaalde vanaf 1786  f 256

Op 1 oktober 1795 worden Heer en Keer door de Fransen ingelijfd. Heer en Keer worden een gemeente in het arrondissement Maastricht van het departement Neder-Maas. Er wordt een grondbelasting geheven en nadere belastingen. Er komt ook een eind aan de versplintering in heerlijkheden.

Van de gemeente Heer en Keer werden omvangrijke leveringen van tarwe, rogge, vlas en daar bovenop nog een geldbedrag geëist. Bovendien moesten, voor een bedrag van 800 gulden, twee karren worden geleverd voor het vervoer van vrachten voor het leger naar Neuss of Keulen. De gemeente Heer en Keer kon dat slechts voor een deel uit de belastingen betalen en moest voor het andere deel een schuld aangaan van 10200 gulden. Het heeft tot 1811 geduurd voordat de schuld van f 10.200 kon worden afgelost.

CADIER

De heerlijkheid Cadier is bekend sinds 1266. Cadier behoort tot het land van Daalhem. De heerlijkheid grenst aan de heerlijkheden Heer en Keer.

Op 4 oktober 1375 verpanden hertog Wenceslaus en hertogin Johanna Cadier en Eijsden voor 5500 zware guldens aan Jan van Gronsveld. Bij akte werd geregeld dat bij vooroverlijden van Jan het pand zou terugkeren naar de hertog en hertogin. Bij overlijden na dat van de hertog en hertogin mogen de erfgenamen het pand behouden totdat de pandsom is terugbetaald. Jan van Gronsveld wordt op 25 augustus 1386 in Aken vermoord. Johanna leeft dan nog. Niettemin verblijft het pand volgens een akte van 1 november 1386 bij de weduwe  Marguerite de Merode en broer Henri van Gronsveld. Philips de Stoute, getrouwd met een nicht van Johanna loste allerlei verpandingen in. Op 19 juni 1396 draagt hertogin Johanna van Brabant de volledige souvereiniteit over de Landen van Overmaze over aan Philips de Stoute.

"Ruim een jaar later, op 2 juli 1397, meenden de raadgevers van de hertog van Bourgondië dat het nog steeds verpande Eijsen en Cadier retour moesten gaan naar de pandgever vanwege de dood van Wenceslaus en Jan van Gronsveld, maar in 1399 traden Henri, heer van Gronsveld, en de weduwe van Jan van Gronsveld nog op (...). Uit een aanta akten uit de daaropvolgende jaren (1404, 1405, 1408) blijkt dat toch telkens, voor een korte periode ofwel tot herroeping het genot van de dorpen Eijsden en Cadier aan de erfgenamen van Jan van Gronsveld werd toegestaan. Dat gebeurde ook door Anthonis, zoon van Philipsd de Stoute. Deze had in 1404 het recht op de titel hertog van Limburg ontvangen en was in 1406 Johanna in Brabant opgevolgd [Hall, Eijsden, par. 1.14]

Tijdens de 80-jarige oorlog (1568-1644) valt Cadier onder het hertogdom Brabant. Cadier valt vanaf 1632 onder de Staten-Generaal.

De heerlijkheid Cadier wordt op 24 augustus 1644 verpand voor 1400 gulden aan de heer van Hoensbroek-Geul

In 1661 wordt een verdrag gesloten tussen de Staten-Generaal en Spanje.

Na de Vrede van Utrecht in 1713 berust de souvereiniteit over Cadier bij de Republiek. Cadier behoort dan tot het gewest partage Landen van Overmaas.

Op 3 augustus 1768 wordt een overeenkomst gesloten tusschen 't Kapittel en Christiaen van Eyck pastoor van Cadier waarbij ter voorkoming van het geding dat de pastoor tegen het kapittel voor Commissarissen instructeurs van HH MM wilde instellen ten einde een supplement van deszelfs pastorale competentie ofte portio congrua uijt de thiendens van Cadier te verkrijgen bepaald wordt dat het Kapittel jaarlijks aan den pastoor en zijne opvolgers tot supplement hunner portio zal betalen de som van 250 gulden bb. en eene toelage van 15 gulden voor kerkornamenten en verdere 

benoodigdheden onder expresse reserve dat het voors Capittel zoo uijt kragte van de Erectie der Capelle van Cadier des jaars 1266 als uijt hoofde van desselfs verdere bescheijden tegens de ingesetene off gemeentenaren aldaer en tegens alle andere ten einde van regres in 't geheel sal blijven [Franquinet, Beredeneerde, blz. 367]

In 1784 wordt mr. Jacob Hakstein heer van Cadier en Blankenburg één van de burgemeesters van Rheene

Op 8 november 1785 wordt in Fontainebleau een verdrag gesloten waarin De Staten aan de keizer afstaan: Olne , de heerlijkheid van Blegny le Trembleur met Sint Andries, de Ban en de heerlijkheid van Teneur, de heerlijkheid Daalhem met hare dependentien, behalve Oost en Cadier.

In 1799 is de heerlijkheid Cadier in bezit van mr. W.F. Jacobi, vice-hoogschout van Maastricht


CADIER en KEER

Aanvankelijk twee afzonderlijke gemeenten, Cadier en Keer, verbonden met Heer. 

In 1826 is Cadier een gemeente in het arrondissement Maastricht met 172 inwoners  [Gosselin, blz. 82]

In 1828 vormden de gemeente Cadier en de dorpen Keer en Sint Anthoniusbank tot dan toe deel uitmakend van de gemeente Heer één gemeente. (KB 5 augustus 1828). Maastricht annexeerde daarvoor al enkele delen. 

In 1841 bestaat Cadier uit 280 bunder 64 v 30 ellen, telt 100 woningen en 550 inwoners. Tezamen met Keer en St Anthoniusbank 119 huizen en 630 inwoners. Ze verdienen vooral de kost in dfe landbouw. De heerlijkheid is in bezit van de heer Pichot du Plessis uit Maastricht. 

In 1851 wonen in Cadier 550 inwoners in 90 huizen. Cadier en Keer beslaat 785 bunder, 45 voet en 50 ellen.

In 1862 worden nieuw ingevoerd leges ter secretarie en een recht voor het planten van bomen op gemeentegrond 

Op 31 december 1863 telt Cadier en Keer 621 inwoners (317 mannen en 304 vrouwen). De burgemeester verdient f 50 per jaar, iedere wethouder f 10, de ontvanger f 30 en de secretaris f 70. De hoofdelijke omslag is maximaal f 250. De opcenten op de grondbelasting gebouwd en ongebouwd zijn 10%, totaalopbrengst f 148. De opcenten op de personele belasting zijn 3 - 15%, totaalopbrengst f 73,47. Hoofdelijke omslag opbrengst f 250. De totale uitgaven bedragen f 1674,96.

De begroting 1864 voorziet f 2385.445 aan inkomsten en f 2175,60 aan uitgaven. De opcenten op de gebouwde eigendommen zijn verhoogd naar 15%, die van de personele belasting van 3-15 naar 5-25.

In 1982 Cadier en Keer worden deel van de gemeente Margraten. 

In 2008 zijn er in Cadier en Keer 3667 inwoners.

Sinds 2011 deel van de gemeente Eijsden-Margraten

In 2012 heeft Cadier en Keer 4150 inwoners met 1750 huishoudens


BRONNEN

literatuur

Beckers, Harry, Cadier en Keer, Honthem & 't Rooth in woord en beeld, Stichting Historische Kring Cadier en Keer, 2011.

Boels, H., Overheidsfinanciën tijdens de Republiek en het Koninkrijk, 1600-1850, Hilversum Verloren 2012, blz. 92, 99, 109.

Eversen, Bijdragen, p. 169 (Rep)

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Hackeng, Rolf, Het middeleeuwse grondbezit van het Sint Servaaskapittel te Maastricht in de regio Maas-Rijn, 2006

Habets, Jos., Notice sur la ci-devant seigneurie de Cadier et le chateau de Blankenberg, in: Publ. Soc. Limb. XIII, 1876, blz. 133, 553

Haesen, Lei/Peters, Simon, De pastoors van Cadier (en Keer): deel 2. Keerder Kroniek , Jaarboek 2008

Instructie voor de boden der heerlijkheid Cadier, Maastricht 1777

Jaarboek Limburgs Geschied- en Oudheidkundig Genootschap volume 131, 1995 (tiendrecht)

Maasgouw 1879-1881, p. 486 (17e e)

Meijers, Fons, De ontstaansgeschiedenis van Keer, deel I. Keerder Kroniek. Jaarboek 2008

Monumentenraad, De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst; geïllustreerde beschrijving, volume 5, deel 3, nr. 1, blz. 5, 94-96

Overhof, Servé, 150 jaar Cadier en Keer: een blik in verleden en heden, 1978

Reglement over het Landt van Daelhem van de Staten-Generaal 15 oktober 1663

Stuffken, J.H., Bijdrage tot de kennis der geldmiddelen van de gemeenten in de provincie Limburg, Leiden 1858

Venne, J.M. van de, Geschiedenis van Heer


rechtspraak

HR 26 november 1888, W. 5645 (Cadier en Keer-arrest)


Cadzand

Kustdorp in Zeeuws-Vlaanderen. Ook Cadsandt, Cazand, Catzandt, Cattfanit, Casand, Kadzand.

algemeen

Een Ierse koning, die in de IXe eeuw, na een geschil met één van de koningen van Engeland, het land ontvluchtte en in Rodenburg (het latere Aardenburg in Zeeuws Vlaanderen) aan wal kwam, kreeg van Liederik, de forestier van Vlaanderen, goederen in Casant (Kadzand). Hij bouwde er een slot en kreeg het recht om munt te slaan. Bij de strooptochten van de Noormannen werd dit kasteel verwoest en zijn zoon, toen heer van het eiland Casant, gevangen weggevoerd. Antonie van Casant zou een afstammeling zijn van die Ierse koning [Leeuw 1883, blz. 6]

gemeente

algemeen

-in 1826 een gemeente in het district Sluis met 772 inwoners [Gosselin, blz. 82]


burgemeester

J. Erasmus Azn is in 1839 burgemeester van Cadzand [Aa, Aard1, blz, XXII]

godsdienst

De hoofdmannen en de ontvanger van de parochie Cadzand melden dat de parochiekosten over Cadzand, die op 1 januari 1793 vervallen, 6 schellingen en 2 gr. Vlaams per gemet bedragen

heerlijkheid

In de 13e eeuw wordt in Oost Souburg Ritzardt van Baanst geboren. Hij wordt beschouwd als de stamvader van de familie. Hij trouwt met een vrouw uit de familie Rengers. De leden van het adellijk geslacht van Baanst bezitten vóór 1300 het grootste deel van Cadzand en hebben van oudsher het recht om in de heerlijkheid Cadzand zilver geld te slaan. Rond 1307 wordt een zoon van Ritzardt geboren, Jan van Baanst. Jan trouwt, inmiddels 70 jaar, in een tweede huwelijk met Elisabeth van Bannichem en krijgt met haar tien kinderen waaruit de achtereenvolgende heren van Cadzand zijn voortgesproten. O.m. de rentmeester van Zeeland, ridder Gui van Baanst in 1468. In 1484 ....van Baanst, één van de Kommissarissen en Reviseurs der Keuren van Zeeland

BRONNEN

Chalmot, Biographisch, Baanst

oorlog

Rond 1290 plundert Jan van Renesse het land van Cadzand en richt grote schade aan [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 356]

in 1303 grote vernielingen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 356]

in 1604 neemt prins Maurits het in bezit [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 356]

in 1708 proberen de Fransen vergeefs het land van C. te overmeesteren [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 356]

in 1747 bezetten de Fransen C onder Loewendahl [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 356]

Cadzand lijdt in 1748 ernstig onder oorlogsgeweld door de Fransen.

In 1794 maken de Fransen onder generaal Moreau zich meester van Cadzand  [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 112, 356]


BRONNEN

literatuur

Aalbregtse, Maarten, Het Eiland van Cadzand in oude ansichten, 1985

Baelde, Domeingoederen, pp. 48 (1552), 157 (1551)

Bauwens, A.R./Vries, Dirk/Balthasar, Floris, Oorlog in het land van Cadzand in 1604, 2004

Dumon, Machteld/Reusens, Birgit, Immobiliënmarkt, fiscaliteit en sociale ongelijkheid te Gent, 1483-1503, Kortrijk-Heule 1981, blz. 37, 41, 245

Gallé, Beveiligd, blz. 200 (1715-1717)

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Kluijver, Huijbert Nicolaas, De reis van de Salzburgers naar het Land van Cadzand en hun verblijf in Zeeuws-Vlaanderen, 1943

Miller, Frederic P./Vandome, Agnes F./McBrewster, John, Battle of Cadsand, VDM Publishing 2010

Pleijte, Willem/Hullu, Jacob de/Meijer, Elte, Petitie van de bewoners van het eiland Cadzand aan de "Representanten des Gantschen volks, onder de republicq van Frankrijk resorterende", Volume 135

Soens, Tim/Thoen, Erik, Tussen politiek, economie en ecologie: waterbeheer in het verleden, in Jaarboek voor Ecologische Geschiedenis 2001, blz. 61-65 [geschot]

Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 112

Wels, B.H., Inventaris van het archief van de gemeente Cadzand, Gemeentesecretarie 1979


Caelevoet

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente  Beersel in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Caelevoet

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente  Ukkel in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Caenegem

Zie Canegem

Caeskerke

Plaats in de provincie West-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente  in het district Dixmuiden samen met Hoogebrugge 490 inwoners [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Caester

Zie Caster

Caestert

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Breust en deels van Eijsden in het arrondissement Maastricht [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Caggevinne-Louvain

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het arrondissement Leuven c.a. 636 inwoners [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Cahotte

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Horion-Hozémont in het district Luik [Gosselin, blz. 82]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 82 

Calaisalgemeen=Toen Parma's 17.000 krijgslieden, die zich bij de armade zouden voegen, te Duinkerken en Nieuwpoort ingescheept, door lichte Engelse en Hollandse schepen belet werden uit te lopen, waren de diepgaande schepen van de Spanjaards buiten staat om tussen de banken door die geringe vijanden te verjagen. En terwijl zo de tijd verliep, en de armada doelloos voor Calais stil lag, dreven enkele branders haar in panische schrik op de vlucht, en leverden haar aan de Noordse stormen over, die haar verder tegen de Schotse en Ierse kusten verbrijzelden. De helft zag Spanje niet weer [Fruin, Tien, blz. 17-18]belastingenCharles de Beaulieu is ontvanger van het geleigeld [Kobus/Rivecourt1.111]
BRONNENliteratuurKobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 111]

Calanges, Basses

Plaats in de provincie Namen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Malonne in het arrondissement Namen [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calanges, Hautes

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Malonne in het arrondissement Namen [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calberg

Plaats in de provincie West-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Oost-Roosebeke in het district Thielt [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calbert

Zie Colbette

Calcken

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Dendermonde c.a. 4521 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calemberg

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Sarlardinge in het district Aalst [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calevoet

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Drogenbosch in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calevoet

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Drogenbosch in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 


Calevoet

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Linkenbeek in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calfort

Plaats in de provincie Antwerpen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Puers in het arrondissement Mechelen [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calishoek

Plaats in de provincie Noord-Brabant. Ook Kalishoek

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Zevenbergern in het district Prinsenhage [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Callantsoog

Dorp aan de Noordzee in de gemeente Schagen. Van oudsher een heerlijkheid op een eiland. Ook 't Oog, Callinge of Calandsoog

algemeen

De streek bij Callantsoog werd al voor 980 bewoond en behoorde toe aan het Westfriese gewest/gouw Westflinge. Op een strandwal lag het dorp Kallinge.

Door stormvloeden in 1170 en 1196 werd de strandwal op twee plaatsen doorbroken. Zo ontstond een eiland of oog. Kallinge werd nu Callingen in den Oge.

gemeente

-in 1826 gemeente in Noord-Holland c.a. 262 inwoners

In 1851 zijn de opcenten grondbelasting gebouwd en ongebouwd 5% en 7% op het personeel. De hoofdelijke omslag is maximaal f 480. De opcenten op het gemaal zijn 90% op tarwe, spelt en rogge. Opcenten op het geslacht 

Op 31 december 1855 heeft Callantsoog 576 (306 mannen; 270 vrouwen)

C. is tot  1 januari 1990 een zelfstandige gemeente. Daarna wordt het onderdeel van de gemeente Zijpe. 

Op 1 januari 2013 gaat de gemeente Zijpe op in de gemeente Schagen

heerlijkheid

Hendrik van Brederode en zijne vrouw Isabelle de Fontaines geven eenige punten van regten en keuren aan die van het Ooge volgens welke deze zullen bestuurd worden zaturdag na Onzer Vrouwendag te Middenoogst 17 augustus 1325 Defect Willem van Brederode bevestigt den hoofdzakelijken inhoud der regten en keuren door Hendrik van Brederode en zijne vrouw Isabelle de Fontaines aan die van het Ooge gegeven zondag na Paschen 10 april 1328 Dirk van Brederode bepaalt dat alle landen gelegen binnen den ban van het Ooge schot zullen geven behalve die welke behooren tot de papelijcke proven of toekomen aan de heeren van Brederode, Sint Pontiaans avond 18 november 1365 

Reinoud van Brederode geeft aan die van het Ooge eene van regt die hij wil dat deze zullen houden bij het hunne landen zaturdag na Sint Aachtendag 9 februarij 1387 Bis Dezelfde verklaart dat allen die woonachtig zijn in van het Ooge gelijkelijk in alle schattingen en beden zullen gelden donderdag na Pinksteren 21 mei 1388  Johan van Brederode stelt eenige punten van regten vast waaraan die van het Ooge voortaan zich zullen houden Palmzondag 27 maart 1401 

Willem van Brederode beleent op magtiging van broeder Walraven Arend heer van Egmond en IJsselstein met de heerlijkheid van het Ooge 29 april 1405 

Walraven van Brederode geeft aan die van het Ooge den wind en den windmolen aldaar ten behoeve van hunne kerk 19 April 1415 

Dezelfde geeft eenige punten en artikelen van regten aan die van het Ooge 18 november 1415 Bis 

Willem van Grimbergen schenkt aan de kerkmeesters van het Ooge de kosterij aldaar hem gegeven door Johan van Brederode ten behoeve van hunne kerk Sint Maria Magdalena dag 22 julij 1418 

Willem van Brederode geeft als momber en voogd van zijnen neef eenige regten aan die van het Ooge Sint Baven avond 30 september 1420 Bis 

Dezelfde geeft den Jewel met zijn toebehooren aan de kerk van het Ooge Sint Raven avond 30 september 1420 

Dezelfde bevestigt het handvest door Willem van Brederode op zondag na Paschen 1328 en dat door Reinoud op donderdag na Pinksteren 1388 aan die van het Ooge gegeven en geeft daarbij den Wavel met zijn toebehooren aan de kerk aldaar Sint Raven avond 30 september 1420 

Reinoud van Brederode schenkt eenige handvesten en privilegièn aan die van het Ooge zaturdag na Onzer Vrouwendag 5 februarij 1452 Bis 

Dezelfde maakt voor die van het Ooge eenige bepalingen aangaande de vangst en den afslag van den visch Sint Pontiaansdag 19 november 1461 Bis 

Dezelfde verleent nog eenige nieuwe handvesten en privilegiën aan die van het Ooge 30 januarij 1465 Bis 

Walraven van Brederode geeft aan die van het Ooge ten behoeve van hunne kerk eenen duit van elke ton schol die daar zal aankomen en eenen stuiver van elk honderdtal kabeljaauwen 23 november 1478 

Dezelfde belooft aan die van het Ooge te zullen betalen eene jaarlijksche rente van vijftig Rijnsche gulden voor de gelden ten zijnen behoeve door hen uitbetaald met belofte van deze rente binnen den tijd van zes jaren te zullen aflossen Sint Pieters avond ad Cathedram naar den loop van den Hove 22 februarij 1487  

Dezelfde maakt voor die van het Ooge eenige bepalingen aangaande het versperren en stoppen der konijnengaten in de duinen Verder confirmeert hij hunne oude privilegiën usantiën en costumen 31 augustus 1512 Bis 

Dezelfde vergunt aan die van het Ooge dat zij hunne molens wanneer deze omver gewaaid of door ouderdom ingestort zijn weder zullen mogen opbouwen of herstellen 5 April 1520 

Dezelfde ordonneert die van het Ooge om eenige punten van regten na te komen tot herstel van eenige corruptie ende quade usantiên dagelijks in dat dorp gebeurende De dag en jaartekening ontbreekt 

Verklaring door twee personen voor burgemeesteren van Alkmaar afgelegd dat die van het Ooge tolvrij zijn te Spaarndam Gouda Schoonhoven en Gorinchem 17 januarij 1526 

Verklaring van drie poorters te Middelburg afgelegd voor burgemeesteren schepenen en raden dier stad dat de inwoners van het Ooge nooit eenigen tol te Arnemuiden hebben betaald zijnde op vertoon van hunnen tolbrief altijd daarvan vrijgesteld 6 april 1526 Bis 

Reinoud van Brederode geeft vergunning aan die van het Ooge om den Jewel dikwijls door het water der zee overstroomd te bedijken 27 mei 1536 Bis 

Dezelfde doet uitspraak in de geschillen van zijnen baljuw Gerrit van Spaernwoude met die van het Ooge over de betaling der gewone boeten en vergunt daarenboven aan zijne onderzaten van het Ooge dat men daar op hooge feestdagen geene regtspraak zal houden 9 september 1548 Hendrik van Brederode bevestigt alle privilegiën door zijne voorvaderen heeren van Brederode aan die van het Ooge gegeven en voegt daarbij eenige nieuwe vrijheden 25 junij 1558 Bis 

Het huidige Callantsoog ontstond nadat de Allerheiligenvloed in 1570 een oudere nederzetting op het toenmalige eiland 't Oghe had verwoest.

Octrooi door de Staten van Holland verleend aan de eigenaars der heerlijkheid Callantsoog om de landen aldaar liggende op nieuw te bedijken met vergunning van verschillende vrijdommen voor den tijd van vijftien jaren 13 maart 1612 

Conditiën waarop de heeren van Callantsoog voor den tijd van zes jaren willen verhuren de visscherij en de vogelarij aldaar 1614 

Gerard Colterman (1632-1670) is heer van Callantsoog.


BRONNEN

literatuur

Bergh, Handboek, blz. 35 (1570)

Chijs, Munten, blz. 47 (m.e.)

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Schoorl, Henk, 't Oge: het Waddeneiland Callensoog onder het bewind van de heren van Brederode en hun erfgenamen, de graven van Holstein-Schaumburg, tot de verkoop aan vier Hollandse heren, ca. 1250-1614, Historische Vereniging Holland, 1979.

Windig, Ad/Lastdrager, Wim, Het dorp Callantsoog, 1991.

Callemansput

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Zelzate in het district Eekloo [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Callemansputte

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Ertvelde in het district Eekloo [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Callencote

Plaats in de provincie Overijssel

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van het schoutambt Steenwijkerwold in het kwartier Vollenhove [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Callenelle

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Doornik met 591 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calloo

Plaats in Oost-Vlaanderen in het Land van Waas aan de Schelde. 

algemeen

Eertijds een schans en heerlijkheid.

In 1315 wordt Calloo geplunderd en verwoest door graaf Willem den III van Holland.

De heerlijkheid wordt ter leen gehouden van de graaf van Vlaanderen

In 1574 wordt de heerlijkheid openlijk verkocht en afgescheiden van de Baronie van Beveren

In 1584 laat hertog Alexander van Parma er een brug bouwen om de vaart over de Schelde te stremmen. Hij bouwde aan beide zijden van de brug forten.

In 1590 behoort de heerlijkheid toe aan jkvr Marie Venant, weduwe van Cornelis Brentens.

In 1647 heeft Jean Baptiste de Cachopin de la Redo de heerlijkheid in bezit.

Op 18 maart 1712 wordt de heerlijkheid in Antwerpen publiekelijk verkocht aan Jan Joseph Vecquemans Baron de la Verre en genaast door Jacques Francois graaf van Groesbeeck, Wemmelingen, Burggraaf van d'Aublain.

Op 8 augustus 1748 wordt het leen verheven aan Alexander Francois, graaf van Groesbeeck. Wemelingh etc 

gemeente

-in 1826 gemeente in het district Sint Nicolaas c.a. 2101 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

David, Geschiedenis, p. 67 (1267) 

Gelder, Nederlandse, p. 65 (1544)

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calmpthout

Plaats in de provincie Antwerpen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het arrondissement Antwerpen c.a. 1974 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calmus

Plaats in het ghd Luxemburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Saeul in het kwartier Arlon [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calonne

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Doornik met 621 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calslagen

Zie Kalslagen

Calvariënberg

Plaats in de provincie Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Londerzeel in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Calve

Plaats in de provincie Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Wachtebeke in het district Gent [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Cambron-Casteau

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Bergen met 563 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Cambron-St. Vincent

Plaats in de provincie Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Bergen samen met Embise 1047 inwoners [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Camerig

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Vaals in het arrondissement Maastricht [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Camerlinxambacht



BRONNEN

literatuur

Baelde, Domeingoederen, p. 157 (1551)

Camerig

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Hechtel in het arrondissement Hasselt [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Cammeland

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Michelbeke in het district Oudenaarde [Gosselin, blz. 83]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Cammingaburg

heerlijkheid

Sjuk Gerold Juckema van Burmania (1652 - 1730) was heer van Cammingaburg en Oortbroek [Kobus297]

Duco Gerold Martema van Burmania (1687 - 1746) was heer van Cammingaburg [Kobus297]


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 15

Kobus/de Rivecourt, Biographische A-H, blz. 297

Camp

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Bergen in het arrondissement Roemond [Gosselin, blz. 83]

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 83 

Camp

In de Informacie wordt Camp met Schoorl als één dorp vermeld. Ook Campthorpa

heerlijkheid

-mr. Dirk van Foreest is heer van Schoorl en Kamp [Chalmot1, blz. VI]

-mr. Cornelis van Foreest is in 1816 heer van Schoorl en Camp [Adel1925, blz. 67]


BRONNEN

literatuur

Fruin, Informacie, blz. 40-42 (1514)

Campe-Haije

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Ellezelles in het district Ath [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campel

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Adegem in het district Eekloo [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campelaer

Plaats in Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Campenhout in het arrondissement Brussel [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campen

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Borsbeke in het district Aalst [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campen

Buurt in Wonseradeel bij Witmarsum


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 15

Campen

Buurt in Stellingwerf bij Langedijk


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 15

Campen

Buurt in Frankeradeel bij Tjum


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 15

Campen

Zie Kampen

Campenaire

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Fleurus in het district Charleroi [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campenhout

Plaats in Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het arrondissement Brussel c.a. 2153 inwoners [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

CampensnieuwlandPlaats in Zeelandalgemeen
gemeente-in 1826 deel van de gemeente Wissekerke in het district Goes [Gosselin, blz. 84]
heerlijkheidin 1753 is mr. Bonifacius de Jonge heer van Campensnieuwland, raad en burgemeester van Zierikzee  [Groot Charterboek deel 1 blz. 30]In 1814 is mr. Willem Adriaan de Jonge heer van Campensnieuwland [Adel1925, blz. 111]
BRONNENliteratuurGosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 
CampherbeekVoormalig kasteel bij Berkum in Zwolle.algemeen In 1427 eerste vermeldingheerlijkheidL.J.H. Scheltus van Kamferbeke, Heer tot Campherbeeck, Directeur der Posterijen te Zaandam [Nieuwenhuis, Algemeen, A-B, blz. XXV]BRONNENliteratuurNieuwenhuis, G., Algemeen woordenboek van kunsten en wetenschappen A-B, Thieme, Zutphen 1820. blz. XXI

-en-Pévéle


BRONNEN

literatuur

Braure, Etude, p. 103 (1449)

Campine

Plaats in Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Becquevoort in het arrondissement Leuven [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Camps, Grands

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Maubray in het district Doornik [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Camps, Grands

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Petit-Enghien in het district Soignies [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Campus Floridus

 Zie Oudeklooster


Campveld

Plaats in de provincie Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Gellick in het arrondissement Maastricht [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Canach

Plaats in het ghd Luxemburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Lenningen in het kwartier Grevenmacher [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 


Candriesch

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Hofstade in het district Aalst [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Canegem

Plaats in West-Vlaanderen. Ook Caeneghem.

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente  in het district Thielt met 1978 inwoners [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Cangez

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Gaurain-Ramecroix in het district Doornik [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Canne

Plaats in Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het arrondissement Maastricht [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Canteleux

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Huisignies in het district Ath [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Capelle

Plaats in Noord-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826 een gemeente in het district Waalwijk c.a. 1495 inwoners [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Capelle

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Aijgem in het district Aalst [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Capelle

Plaats in Henegouwen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Everbecq in het district Ath [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Capelle

Plaats in Limburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de  gemeente Roermond [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 


Capelle

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Zulte in het district Gent [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 


Capelle aan den IJssel

Plaats in Zuid-Holland 

algemeen

gemeente

-in 1826 gemeente in Zuid-Holland c.a 1097 inwoners [Gosselin, blz. 84]

heerlijkheid

in 1612 koopt Johan van der Veeken de heerlijkheden Capelle aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel [Kok1, blz. 74]in 1835 is jhr. mr. Jacob Cornelis Jantzon van Erffrenten, heer van Capelle, Hoogeveen en Briels Nieuwland (1769-1859), lid raad, wethouder en burgemeester van Dordrecht, lid provinciale staten van Zuid-Holland, kunstverzamelaar en mede-oprichter van het Dordrechts Museum ambachtsbewaarderGerrit Cornelisz Stolk is in 1675-1676 ambachtsbewaarder [Reuvers, Beschrijving, blz. 480]

bestuur

schepenGerrit Cornelisz Stolk is in 1666-1667 schepen [Reuvers, Beschrijving, blz. 480]
BRONNENliteratuurFruin, Informacie, pp. 532-534 (1514)Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 74

Capelle au Bois

Zie Bosch-Kapelle

Capelle St. Ulric

Zie Ulriks-Capelle 

Capellen

Plaats in Zuid-Brabant

algemeen

gemeente

=in 1826  een gemeente in het arrondissement Leuven c.a. 481 inwoners [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 


Capellen

Plaats in het ghd Luxemburg

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Mamer in het kwartier Luxemburg [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Capellen

Zie Kapellen


Capelstraat

Plaats in Noord-Brabant

algemeen 

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Oudenbosch in het district Roosendaal [Gosselin, blz. 85]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 85 

Capinghem


BRONNEN

literatuur

Braure, Etude, p. 92 (1449)


Capittel

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Ste Maria-Audenhove  in het district Aalst [Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 

Caple, Ter

Zie Terkaple

Cappenberg

Plaats in Oost-Vlaanderen

algemeen

gemeente

=in 1826 deel van de gemeente Etichove in het district Oudenaar[Gosselin, blz. 84]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. 84 



Carignan

BRONNEN

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 140-142 (1551)

Cassandria

Een dorp in Vlaanderen

algemeen


BRONNEN

literatuur

Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 119


Cassel

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 188-192 (1551) 

Blockmans/Prevenier, Armoede, pp. 513 (1469), 515 (id) 

Henne, Histoire III, p. 289 (1523); V, pp. 150 (1531), 321 (1515); VII, p. 13(1541) 

Lyon/Verhulst, Medieval, p. 24 (11e e) 

Navorscher III, p. 284(1561) 

Smidt/Strubbe, Chronologische I, pp. 21 (1471), 348(1500)

Casteren

algemeen

Rekeningen wegens het dorpshuishouden van Casteren 1737-1809 [ARA, Verslagen 1888, blz. 350]



Castricum

Dorp in Noord-Holland

algemeen

heerlijkheid

-Gillis van den Bempden [1697-1748] is heer van Castricum. In 1723 wordt hij tot raad van Amsterdam gekozen. In 1724 tot schepen van Amsterdam en in 1738, 1741 en 1747 burgemeester.

-In 1728 is mr. Lieve Geelvinck heer van Castricum [Leeuw1883, blz. 45]

oorlog

=Rond 1100 liggen die van Castricum overhoop met die van Egmond [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 120]

=Op 6 oktober 1799 is er een hevig gevecht tussen een Engels-Russisch leger en een Frans-Bataafs leger [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 120]

BRONNEN

literatuur

Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 265

Fruin, Informacie, pp. 31-32 (1514)

Gosses, Welgeborenen, pp. 53 (1395), 114 (1445-1450), 189(1538), 191(1514) 

Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, Zutphen 1870, deel 1 [A t/m H], blz. 125

Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 120

W.D.B.I.U.A. 1872, 19 oktober, p. 2


Cats

literatuur

Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz 339

Nicolaas van Cats was in 1271 vrijheer van Cats en Catshouck

Cattenbroek

algemeenheerlijkheidmr Daniel Jean Bernard  [1668-1736] is heer van Cattenbroek en de Uiterdijken van Mastwijk [Leeuw1883, blz. 52]
BRONNENliteratuurRootselaar, Rekening, p. 32 (1585-1586)Bergh, Handboek, blz. 69 (1230)Chijs, Munten, blz. 31 (m.e.)Fruin, Informacie, blz. 31-32 (1514)

Catwijk

Zie Katwijk


Ceylon

mr. Joan de Mauregnault was fiscaal in  dit gouvernement[Groot Charterboek deel 1 blz. 36]

Chaam

Dorp in Brabant

algemeen

oorlog

in 1830 veel te lijden van stropende Fransen en Belgen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 122]


BRONNEN

literatuur

Becht, Statistische, pp. 141(1652), 187(1665) 

Goor, Beschrijving, pp. 16 (1243), 355-356 (1712)

Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 122

Chaillou

Laurens du Bois is heer van Chaillou (..- 1687), zoon van Lodewijk du Bois, heer van Chaillou en Lenaudiere.

Charleroi

Stad in Henegouwen.

algemeen

=in 1826 is Charleroi behalve een stad ook de naam van een plattelandsdistrict. Het omvat 62 plattelandsgemeenten met in totaal 65.658 mensen [Gosselin, blz. XXXIX]


BRONNEN

literatuur

Gosselin, J.J., Alphabetische naamlijst der gemeenten en derzelver onderhoorigheden ...etc, Amsterdam 1826, blz. XXXIX

Charlois

Dorp in Zuid-Holland. Ook Rolderwaard

gemeente

burgemeestermr.J.D. AE van Blommestein [1849] is van 1878-1897 burgemeester van Charlois
BRONNENliteratuurSmidt/Strubbe, Chronologische I, p. 371 (1502) Telders, Niet, p. 195 (19e e) W.D.B.I.U.A. 1873, 8 februari, p. 3Wie is dat, blz. 55 [1878]

Charolais

BRONNENliteratuurKerckhoffs-de Hey, Grote (Bio),  p. 101 (1504)

Chauvency

BRONNEN

literatuur

Baelde, Domeingoederen, pp. 144-145 (1551)

Chelers

BRONNEN

literatuur

Baelde, Domeingoederen, p. 231 (1551)

Chémy

BRONNENliteratuurBraure, Etude, pp. 111 -112 (1449)

Cheratte

BRONNENliteratuurMaasgouw 1879-1881, pp. 213 (1705), 486 (17e e)

Chièvres

Willem van Croij was heer van Chièvres.

BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 49 (1556)Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  397

Chiny

BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, pp. 134-136 (1551)

Chruchten

BRONNENliteratuurMaasgouw 1879-1881, p. 458 (1548)Venner, Inventaris, pp. 146 (1646), 166 (1789), 170(1791)

Cillaarshoek

algemeen

In de 17e eeuw is Pieter Lambrechtsz Schellincx, ook Pieter Lamberts Schellingh, schout [Slijkerman, bl. 248]
BRONNENliteratuurW.D.B.I.U.A. 1874, 23 mei, p. 2

Clamp

Buurt in Friesland in Leeuwarderadeel bij Wirdum

BRONNENliteratuurHaan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Clarekamp

Plaats in Friesland in Dantumadeel bij Rinsumageest. Ook Klaarkamp.

geestelijkheid

In 1165 verrees hier een Cistercienzer abdij, genaamd Divi Bernardi BRONNENliteratuurHaan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Clasinga

Buurt in Ooststellingwerf in Friesland bij Oosterwerf

Cobunderhuizen

Zie Lippenhuizen

Cleverskerke

Zie Kleverskerke

Cloese, de

Frans Jan van Heeckeren (1692-1767) is heer van Enghuizen, Beurse, Cloese, Langen en Suideras

Lodewijk van Heeckeren is heer van de Cloese [Adel1925, blz. 88]


BRONNENliteratuurWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 192 (WP)

Cloosten

heerlijkheid

Evert Christiaan Carel Willem van Heeckeren [1744-1816] is heer van Nettelhorst , Batingen en Cloosten [WP8.193]
BRONNENliteratuurWinkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 193

Cloppenburg 

Conrad Raab von Canstein is richter te Cloppenburg [Adel1925, blz. 38]


Coedijck

Zie Koedijk

Coelen

Zie Keulen

Coelhorst

algemeen

heerlijkheid

In 1778 is Everard Bonifacius Wittert heer van Hoogland, Emiclaer, Coelhorst enz. [Adel1925, blz. 242]
BRONNENliteratuurCoevordenalgemeenPlaats in Drente. Ook Koeverden. In 1402 is het kasteel door Reynier van Koevorden verkocht aan bisschop Frederik van Blankenheim voor 15.000 oude Frankische schilden [Lier, Staat, blz. 99]Vanouds een vesting met een gouverneur, een commandeur  en een Groot-Major [Lier, Staat, blz. 97]In 1792 zijn er 196 huizen en 92 kamers en een bevolking tussen 900 en 1000 [Lier, Staat, blz. 97]
belastingenadditioneelRekest van de gezamenlijke ingezetenen van Wijerswold, Vlieghuis en Anholt, onder de jurisdictie van de heerlijkheid Coevorden behorende, aan den prefect van het departement van de Wester Ems om vrijgesteld te worden van de bij besluit van de landdrost van Drenthe van 25 december 1810 aan hen opgelegde verplichting tot het betalen van het additioneel, zowel van de beschreven als van de onbeschreven middelen, die ten voordele van de stad Coevorden geheven worden, 1811 [Formsma, Archivalia, blz. 40]ontvangerin 1672 wordt Philippus Theodorus Tollius ontvanger der belastingen [Navorscher 1852, blz. 7    ]

verpachting

na afloop van iedere landschapsverpachting volgt de verpachting over de heerlijkheid. Dit geschiedt ten overstaan van de ontvanger van Wedde en Westwoldingerland  vanwege de Raad van State der Verenigde Nederlanden die 60% van de pachten geniet voor het onderhoud van de vestingwerken [Lier, Staat, blz. 86-87]
bestuuralgemeende heerlijkheid heeft vier burgemeesters en acht gemeenslieden, een secretaris, een stadsontvanger. De landdrost controleert  de rekeningen [Lier, Staat, blz. 97-98]
burggraafin 1236 is Rudolf III burggraaf [Adel1925, blz. 44]gouverneurHans Willem  baron  van Aijlva is gouverneur [Kobus/Rivecourt1.70; Winkler Prins, Geïllustreerde 1884, blz. 324] kasteleinIn 1680 is Elbert Antoni van Pallandt kastelein.landdrost=In 1786 is Sigismund Pieter Alexander Graave van Heiden heer van Reinestein, Entingen en Laarwoud. Landdrost van Coevorden en de Landschap Drente. Hij is gehuwd met Maria Frederika, baronesse van Reede van Amerongen [WP8.214; Chalmot1, blz. V]=van den Boitzelaer, heer van Toutenburg, Landdrost van Coevorden en de Landschap Drente bewoont het adellijk huis Batinge [Navorscher 1870, blz. 19]slotvoogdin 1226 is Rudolph slotvoogd van Coevorden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 205]
heerlijkheidToebehorend aan het Landschap.. De landdrost van Drenthe vervult de functie van heer als representant [Lier, Staat, blz. 97]

oorlog=missive van 4 mei 1591 van de stadhouder aan de vier gecommiteerden van Friesland in ' s-Gravenhage, verzoekende van Zijne Excellentie te zien verkrijgen een acte van de gedane belofte om Coevorden door een Fries garnizoen te laten bewaren [Leeuwen, Alphabetische, blz. 60]=Coevorden kon met minder macht dan Steenwijk worden ingesloten: het was een vesting van geringe omvang, maar sterk door haar ligging en door de kunst nog versterkt, en, sedert, Verdugo er enige nieuwe werken bij gebouwd had, zelfs onneembaar geacht. Een toereikende en uitgelezen bezetting, onder Frederik van den Bergh, de neef der stadhouders die haar kwamen belegeren, had de vesting betrokken. In de nabijheid, bij Groenlo, was Verdugo gelegerd, in afwachting van de troepen, die de zoeven uit Frankrijk teruggekeerde landvoogd hem tot ontzet zou bijzetten. Een maand reeds had het beleg geduurd, het vlek was al genomen, en tegen het fort vorderden de werken geregeld, toen eindelijk Verdugo troepen genoeg verzameld had, om een poging tot ontzet te kunnen wagen. Doch Maurits had insgelijks tezelfder tijd versterking gekregen, en was nog meerdere wachtende, onder andere Vere met zijn Engelsen, die, volgens belofte, het Statenleger, nu het gevaar begon te lopen, te hulp kwam. In twee legerplaatsen, een mijl ongeveer van elkander, had hij zijn volk verdeeld: het dichtst bij Coevorden het gros van het leger, iets verder af de ruiterij en enige nieuw geworven vaandels. Op de laatste beproefde Verdugo, bij het aanbreken van den dag, een onverhoedse aanval. Hij hoopte ze verslagen te hebben eer hun het andere leger te hulp kon komen, en dat dan in de verwarring van de aantocht te overvallen en insgelijks te slaan, en zo bij gedeelten de gehele macht van Maurits te vernielen. Zijn welberaamd plan scheen aanvankelijk te gelukken; de legerplaats werd verrast, en alleen aan de onverschrokkenheid van Willem Lodewijk was het te danken, dat de verbijsterde manschap tegenstand bood, en de ongelijke strijd volhield totdat Maurits, omzichtig aanrukkend, het gevecht besliste. De vijand deinsde af, en had op de aftocht nog veel van het welbediende geschut van Maurits te lijden. [...] Een half uur na de afloop van het gevecht kwam Vere met zijn Engelsen in het kamp, verdrietig dat hij niet in het gevaar en in de roem der Hollanders had mogen delen ;Fruin, Tien, blz. 120]=pointen, door de Heren Georg, Vrijheer thoe Schwartzenberg en Albert Jacobs de Vries, gecommitteerden van de Heren Staten van Friesland, op 16 april 1596 gepresenteerd en overgeleverd aan de Heren Staten van Stad en Ommelanden van Groningen, rakende de fortificatie en bezetting van Coevorden, Bourtange en Bellingwolderschans en wat bij een ieder der Provinciën Friesland, Groningen en Drenthe daartoe gecontribueerd zal moeten worden  [Leeuwen, Alphabetische, blz. 60]
rechtspraakDe heerlijkheid heeft een eigen schultes of richter. Rechtsprekend in eerste aanleg in  burgerlijke zaken volgens het Landrecht van Overijssel. Beroep is mogelijk bij de landdrost en van diens beslissing bij de heren Ridderschap en Eigenerfden. Strafzaken worden behandeld door de Etstoel [Lier, Staat , blz. 98]


BRONNENliteratuurAndreae/Downer, Plakkatenlijst, p. 70 (1609) Bannier, Landgrenzen I, pp. 105-106 (1548), 156 (id), 160 (id) Becht, Statistische, pp. 115(1580), 142(1600) Formsma, W.J. , De Archivalia van de Oldenzaalsche Oudheidskamer, 1e aanvulling door B.H. Hommen, Oldenzaal 1943Gosses, Welgeborenen, p. 28 (1412) Joosting, J.G.C., Inventaris van de Coevorder archieven, berustende in het depôt van 's rijks archieven in Drente, Brill 1910Navorscher II, p. 78 (1672); X, p. 91 (1412) Picart, Kronyxken der Stad en Heerlijkheid van KoevordenStratingh, Precarie, pp. 313 (m.e.), 315 (id), 321(1540)T., Geschillen (17e e)T.S. Drenthe, pp. 81 (Rep), 83 (id), 86 (id)Winkler Prins, A. Geïllustreerde Encyclopedie (H-IYNX), deel 8, Amsterdam 1876, blz. 214 (WP)

Colijnsplaat

belastingen

-In 1873 wordt Abraham Bouman [1851] benoemd tot ontvanger in Colijsplaat. 

rechtspraak

mr. Theodoor Gustaaf Adolf Slingeland [1835-.....] is kantonrechter in Colijnsplaat [Roelants, Gulden, blz. 345]
BRONNENliteratuurWie is dat, blz. 73 [1873]W.D.B.I.U.A. 1873, 20 september, p. 2 Wijnpersse, Statistiek (1854)

Colmschate

algemeen

heerlijkheid

=heerlijkheid is in 1790 in bezit van de stad Deventer en omvat behalve Colmschate en Diepenveen de buurtschappen Borgel [havezathe van Marius Anthoon Karel, baron van Voorst], Rande [havezathe van Johan Wolter, heer van Coevorden], Averloe of Overloo, Okkenbroek, Lettel, Linden, Riel, Ortel, Essen, Hoge en Lage Wetering [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 42]=de magistraat van Deventer stelt een ambtman aan over de heerlijkheid, veelal een lid van de stadsregering [Buesching, Nieuwe, deel VI, blz. 42]
BRONNENliteratuurDoorninck/Uitterdijk, Bijdragen III, p. 116 (1500) Formsma, Nieuwe, p. 124 (1585) T.S. Overijssel II, pp. 65 (17e e), 191 (1582), 251 (1602), 271 (1611); IV, p. 51 (Rep)

Colput

heerlijkheid

In 1581 is Libert de Fraisne heer van Colput (Aa, Bio I, blz. 232)
BRONNENliteratuurAa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 232

Companshuis

Buurt in Friesland in Smallingerland bij Opeinde.

BRONNENliteratuurHaan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Condé-sur-L'Escaut

BRONNENliteratuurBaelde, Domeingoederen, p. 49 (1556)

Cornjum

Dorp in Leeuwarderadeel. Ook Koernijama, Kornijem.

belastingen

In 1840 florenen f 521.3.0 [Haan Hettema16]
BRONNENliteratuurHaan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Cornwerd

Dorp in Friesland in Wonseradeel. Ook Koermvaart, Tornweert, Kornwaart, Kornwerd

belastingen

In 1840 florenen f 351.6.9. Preciezer 8 plus veertien vijftiende [Haan Hettema16]


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Cortenbach

algemeen

heerlijkheid

In 1682 koopt Herman Lamberts de heerlijkheid Cortenbach [Adel1925, blz. 117]


BRONNEN

literatuur

Cothen

bestuur

burgemeester

-vanaf 1875 is Willem Aarnoud van Beeck Calkoen burgemeester


BRONNEN

literatuur

Wie is dat, blz. 36 [1875] 


BRONNEN

literatuur

Avis, Directe, pp. 130(1515), 135(1479)

Rootselaar, Rekening, pp. 35 (1585-86), 60 (1574-85), 96(1586) 

W.D.B.I.U.A. 1874, 24 oktober, p. 2

Coulster

Plaats in Noord-Holland. Ook ter Coulster

algemeen

heerlijkheid

=Theophilus van Cats is heer van Heilo en Coulster [Navorscher 1852, blz. 131]

=George van Cats, zoon van Theophilus, is heer van Coulster [Navorscher 1852, blz. 131]

In 1822 is mr. Gijsbert Fontwin Verschuir gheer van Heilo, Oesdom en Ter Coulster [Adel1925, blz. 229]


BRONNEN

literatuur

Coum

Plaats in Friesland in Franekeradeel bij Tjum


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Couwerve

algemeen

heerlijkheid

in 1793 is Jan Pieter van den Brande, heer van Couwerve, Krabbendijke en Gapinge, en burgemeester van Middelburg [Navorscher 1852, blz. 132]

Crabbendam

literatuur

Fruin, Informacie, blz. 42 (1514)

Crayestein

heerlijkheid

=mr. Nicolaas van Hoorn [1703-1776] is heer van Burgh en Crayesteyn [Epen, Geslacht, blz. 25]

=Dr. mr Jan Cornelis van Hoorn [1744-1786] is raad van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 31]

=In 1786 is mr Nicolaas Johan van Hoorn [1767-1832] schepen van de stad en heer van Burgh en Crayensteyn [Epen, Geslacht, blz. 36]

-Francois Cornelis baron van Aarssen [1725-1793] is heer van Spijk, Sommelsdijk, Bommel, Craaijestein en Plaat [Repertorium; Kok1, blz. 85, 102]


BRONNEN

literatuur

-Kok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 102


Crak

Plaats in Friesland op het Heerenveen


BRONNEN

literatuur

Haan Hettema, Montanus de, Oud en nieuw Friesland, of aardrijkskundige beschrijving van die provincie, Leeuwarden 1840, blz. 16

Cralingerpolder

literatuur

Fruin, Informacie, pp. 575-576 (1515)

Cresques

Carel Filips van Croij was heer van Cresques in Artois (blz. 399).


BRONNEN

literatuur

Kobus/de Rivecourt, Biographisch A-H, blz  397

Cressy

heerlijkheid

George de Montmorency is heer van Cressi (Aa, Bio I, blz. 116)

literatuur

Aa, A.J. van der, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, deel I, Haarlem 1852, blz. 116


Creutzberg

heerlijkheid

Johan van Quadt is heer van Rechem, Creutzberg en Wickradt [Navorscher 1870, blz. 46]


BRONNEN

literatuur

Crevecoeur

Een schans in de buurt van Den Bosch

algemeen

-in 1587 voor de Staten ingenomen door de graaf van Hohenloo en geslecht [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 139]

-in 1589 door de Spanjaarden hersteld [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 139]

-in 1593 belegerd door de graaf van Mansfeld; het beleg gebroken door prins Maurits [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 139]

-tot 1672 in handen van de Staten; toen geslecht door de Fransen onder Turenne [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 139]

-in 1673 vertrekken de Fransen [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 139]

BRONNEN

literatuur

Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 139

Croi

Karel van Aremberg (1593 - 1669) is een zoon van Karel, graaf van Croi, Aerschot en Aremberg [Kobus/Rivecourt1.52]

BRONNEN

literatuur

Kobus, J.C./jkhr W, de Rivecourt, Biographisch Handwoordenboek van Nederland, deel 1 [A t/m H], blz. 52 


Crommenye

Zie Krommenie

Crommenredijck

Zie Krommeniedijk

Cromstrijen

Ook Nieuw Cromstrijen, Groot Cromstrijen en Klein Cromstrijen

financiën

haardstedengeld

In 1649 en 1665 wordt een haardstedengeld geheven [Slijkerman, blz. 233, 240]

heeregeld

In 1684 is sprake van "heeregelt" [Slijkerman, blz. 233]

redemptiegeld

In 1684 is sprake van redemptiegeld. [Slijkerman, blz. 233]

tweehonderdste penning

In 1644, 1652, 1667 en 1672 wordt een 200e penning geheven [Slijkerman, blz. 233, 240]

zeepgeld

In 1684 is sprake van zeepgeld. [Slijkerman, blz. 233]

zoutgeld

In 1684 is sprake van zoutgeld [Slijkerman, blz. 233]

literatuur

Ernsting, Voorgeschiedenis, p. 36 (1492)

Slijkerman, K.J., De oudere generaties van het geslacht uit Sint Anthonijpolder met de naamdragers Blaeck, (van) Moerkercken en van der Swaen, in: Ons Voorgeslacht juni 2015, blz. 223-256

CulemborgStad in de Neder-Betuwe, gelegen aan de rivier de Lek. Ook Culenborg, Culenburgh [1281], Kuilenborch, Kuilenburg, Kuilemburg of Kuylenburgh.  algemeenZou in 1144 gesticht zijn door Roelof, heer van Beusichem [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]Kort voor 1270 bouwt Huibert II een kasteelIn 1351 wordt het kasteel door Johan III afgebroken en verplaatst; de stad wordt vergrootOp 12 februari 1433 wordt vrijgeleide verleend voor de kooplieden en ingezetenen van Kuilenburg om in Calais handel te komen drijven (Nijhoff, blz. 15)In 1570 en 1578 stroperijen door Spanjaarden [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]In 1638 ontstaat er twist; de SG bemiddelt; de ruzie wordt bijgelegd [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]belastingenOp 6 december 1355 verleent Willem, graaf van Holland tolvrijheid in Holland en Zeeland aan de poorters van Kuilenburg (Nijhoff, blz. 10)Rond Pinksteren 1356 belooft hertog Willem van Beijeren aan de heer van Kuilenburg dat de kosten van de oorlog tegen de bisschop en de stad Utrecht uit de eerste bede zullen worden betaald (Nijhoff, blz. 12)Op 12 mei 1409 belooft hertog Willem van Beijeren aan Hubert elk vierendeeljaars 1000 Engelse nobelen en daarboven 1000 Engelse nobelen per jaar voor het gemis van de heerlijkheid Weerd (Nijhoff, blz. 13)Op 2 december 1413 bekent hertog Willem aan Hubert schuldig te zijn 2000 Engelse nobelen en 4257 Franse kronen (Nijhoff, blz. 13).Op 23 augustus 1418 bekent hertog Jan van Brabant schuldig te zijn aan de heer van Kuilenburg 26.000 gouden kronen en verzekeren hem die uit de bede van Zeeland te zullen betalen (Nijhoff, blz. 14)Op 22 april 1420 erkent hertog Jan van Brabant aan de heer van Kuilenburg schuldig te zijn 39.147 Wilh. schilden 25 gr (Nijhoff, blz. 14)Hertog Jan van Beijeren "bewijst" op 14 mei 1424 Jan, heer van Kuilenburg, in mindering op wat hij hem schuldig is, 15.000 Holl. schilden, binnen vijf jaar uit de bedegelden in holland te ontvangen (Nijhoff, blz. 14)Filips Hertog van Bourgondië belooft op 13 augustus 1425, te zullen betalen, wat de Hertog van Braband en Jan van Beijeren aan zijne onderzaten in Holland schuldig gebleven waren (Nijhoff, blz. 14). Arnold hertog van Gelre belooft in 1446 Gerard, heer van Kuilenburg de schade en het verlies te vergoeden die hij "om zijnentwil" in de oorlog geleden had (Nijhoff, blz. 16). In 1618 gaat Floris II op gezantschap naar Denemarken ter vereffening van de geschillen over de Sontse tollen (Nijhoff, blz. 33)bestuurdrostHenrick Bentinck is in 1586 drost van Culemborg [NNBW 1911, blz. 300]
drossaartHendrik Bentink is drossaart van Woudrichem en Kuilemburg [Chalmot, Biographisch, deel 2, blz. 289]in 1566 is Willem van Nijevelt heer van Aartsbergen drossaard [Kok1, blz. 103]
schepenIn 1671 is Emanuel Frederik van Montfoort schepen van Culemborg.
graafschap=onafhankelijk soeverein gebied [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=leen van vorstendom Gelre [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=droeg niets bij aan de gemenelandsmiddelen [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=als bannerheer wegens heerlijke goederen in Gelre, stem op de landschapsvergaderingen [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=de Gelderse Staten nemen regelmatig het standpunt in dat het deel is van Gelre [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=in 1640 trachten de Staten de graaf via een rechtszaak te dwingen zijn aandeel in de gemene lasten te betalen [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]=in 1675 staakten de Staten de procedures over souvereiniteit en rechtsgebied [Nijhoff, Overzigt, blz. 1]
heerlijkheid=In 1281 bevrijdt Hubertus de Bosinchem, erfschenker van de bisschop van Utrecht, een hoeve lands, waarop hij in Kuilenburg een slot had gebouwd, van de leenplicht waarmee het was verbonden aan de proostdij van San Salvator, later het kapittel van Oud Munster [Nijhoff, Overzigt, blz. 4]. Het slot draagt hij op aan Reinald, graaf van Gelre, en ontvangt het van hem weer te leen. In 1303 is hij overleden [Nijhoff, Overzigt, blz. 4]=Hubertus wordt opgevolgd door zoon Jan van Beusinchem of Beuzichem. Hij is getrouwd met Margareta, de enige dochter van Gerard van Maurik. De goederen van van Maurik gaan over naar van Beusichem [Nijhoff, Overzigt, blz. 4; Chalmot, Biographisch deel 2, blz. 277; Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 44]=In 1322 volgt zoon Hubert zijn vader op. Hij trouwt met Jutta, dochter van Peter, heer van der Leck en verwerft daarmee de heerlijkheid Weerd en Weerderbroek in Munsterland. Hij koopt bovendien aan de heerlijkheden Schalkwijk, Everdingen en Goilberdingen, Honswijk en Zijderveld (Nijhoff, Overzigt, blz. 4).=In 1347 wordt hij opgevolgd door zijn zoon Jan, heer van Kuilenburg (Nijhoff, Overzigt, blz. 4). Hij wordt in 1351 door de graaf van Holland bevestigd in het bezit van de heerlijkheid van der Leck (Nijhoff, blz. 12)=Eduard hertog van Gelre benoemt hem tot ambtman van Bommelerwaard en Tielerwaard, Beesd en Renooi. Hij overlijdt kinderloos in 1377. Zijn broer Gerard/Gerrit I volgt hem op (Nijhoff, Overzigt, blz. 4). onder hem wordt de stad in 1387 uitgebreid [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]=In 1394 treedt zijn zoon Hubert in zijn plaats (Nijhoff, Overzigt, blz. 4). In 1396 komt hij door opdracht van Henrik, heer van Vianen, in het bezit van de heerlijkheid Over-Zijderveld en koopt heer Jan van Zulen rechtsgebied daar in de omgeving (Nijhoff, Overzigt, blz. 5). Hubert trouwt in 1405 met Jolenta, dochter van de heer van Gaasbeek. In 1406 is hij ambtman van de Bommeler- en Tielerwaard (Nijhoff, Overzigt, blz. 5).=Op 12 mei 1409 draagt Hubert de heerlijkheid op aan Holland [Nijhoff, Overzigt, blz. 5]. Hij wordt op 2 maart 1417 door Jacoba van Beijeren aangesteld tot drost en rentmeester van Ter Leede en Schoonrewoerd en -op 6 maart- tot kastelein van Leerdam, daarna -op 19 april- tot tresorier en kanselier van Holland. Hij blijft kinderloos  en overlijdt in 1422 (Nijhoff, Overzigt, blz. 5, 13-14).Hij wordt opgevolgd door broer Jan/Johan IV (Nijhoff, Overzigt, blz. 5). Onder hem wordt de stad in 1422 uitgebreid [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]=In 1452 volgt zijn oudste zoon Gerard hem op. Hij is getrouwd met Elisabeth van Buren, vrouwe van Ewijk. Gerard koopt in 1461 van Jan heer van Gymnich de heerlijkheden Lienden, Leede en Oudewaard met de goederen te Ommeren en te Manen op de Veluwe (Nijhoff, Overzigt, blz. 5). Hij wordt in 1469 opgevolgd door zoon Jasper, die in 1480 overlijdt  (Nijhoff, Overzigt, blz. 5). =In 1472 bevestigt Arnold, hertog van Gelre, de vrijheden en voorrechten van de heren en de stad Kuilenburg en de verbintenissen in het verleden met hen aangegaan. Diens zoon is eveneens Jasper=Hij volgt in 1480 zijn vader op en wordt door Maximiliaan aangesteld tot gouverneur en drost van Leerdam=In 1506 overlijdt Jasper zonder zonen. Hiermee eindigt de Beusichemse tak. Zijn dochter Elisabeth volgt op. Via één van haar vooroverleden echtgenoten, Antoni van Lalaing, heer van Montigny, valt haar de heerlijkheid Hoogstraten toe. Ze overlijdt kinderloos in 1555 (Nijhoff, blz. 6).=Anna, de tweede dochter van Jasper, gehuwd met Jan heer van Pallant, hebben een zoon Erart. In 1520 verheft Karel V Pallant en Witthem ten gunste van Erart tot vrijheerlijkheden. =Op 21 november 1555 verheft Karel V ten gunste van Erart de zoon, de heerlijkheid Kuilenburg tot een graafschap [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]. Diens zoon Floris van Pallant is erfgenaam. (Nijhoff, blz. 6, 21). Floris wordt door Karel V op 24 oktober 1555 tot ridder geslagen (Nijhoff, blz. 24)=In 1598 overlijdt Floris. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon Floris II. =Floris II overlijdt kinderloos in 1639. Zijn halfzuster Elisabeth heeft een dochter Anna, gehuwd met Wolrad graaf van Waldeck en Pyrmont. Ze krijgt twee zoons. De oudste is Filips Theodoor  Hij volgt in het graafschap op. =De Staten betwisten met regelmaat de souvereiniteit van het graafschap. In 1640 gelasten de Staten de graaf om zijn aandeel in de gemene lasten te voldoen (Nijhoff, blz. 1). =Filips Theodoor overlijdt in 1645 (Nijhoff, blz. 7) =Tot 1657 beschikte de heer van Kuilenburg over bezit op de Veluwe in Manen onder Ede, in Veenendaal, etc.)=Zijn zoon Henrik Wolrad volgt hem op. Tot 1659 onder de voogdij van oom George Frederik. Daarna zelfstandig totdat hij in 1664 sterft. Hij wordt opgevolgd door graaf George Frederik (Nijhoff, blz. 7)=In 1675 worden de procedures over de souvereiniteit en het hoge rechtsgebied door de Staten stopgezet (blz. 1-2).=Graaf George Frederik is in functie tot 1692. Hij wordt opgevolgd door zijn oudste dochter Louise Anna. =In 1696 worden de goederen in de Neder-Betuwe verkocht (onder Leede en Oudeweerd. Lienden en de Marsch, Kesteren, Ommeren, Ingen, Eck, Maurik en Rijswijk) (Nijhoff, blz. 25)=Anna overlijdt in 1714. Het graafschap gaat daarna over naar haar neef Ernst Frederik Hertog van Saksen, zoon van zus Sophia Henrietta. Hij verkoopt het graafschap in 1720 aan de Staten van het kwartier Nijmegen voor f 800.000 [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141]=De Staten dragen het in 1748 op aan Willem IV, prins van Oranje Nassau  (Nijhoff, blz. 7; [Verwoert, Handwoordenboek I, blz. 141)=Tot 1795 onafhankelijk grafelijk gebied. Slechts door een leenband verbonden met het vorstendom Gelre. Draagt niet bij aan de gemene middelen van Gelre of Holland. In de landschapsvergadering van Gelderland heeft de graaf als bannerheer zitting en stem. De Staten betwisten met regelmaat de souvereiniteit van het graafschap (Nijhoff, blz. 1).  =In 1795 wordt het graafschap toegevoegd aan Gelderland (Nijhoff, blz. 1).
BRONNENliteratuurAlberts, Geschiedenis, p. 13 (m.e.)Avis, Directe, pp. 54 (1427), 93 (15e-16e e)Bekjes, KostbaarhedenGosses, Stadsbezit, p. 11(1318)Heuff, Oprichting, pp. 473 e.v. (1580)Heuff, Zandweg, p. 125(1773)Hofman, TobackKok, Jacobus, Vaderlandsch woordenboek, Eerste deel [AA-AD], 2e druk, Amsterdam, Johannes Allart 1785, blz. 103Navorscher IX, p. 99 (18e e)Neve, Rijkskamergerecht, p. 139 (1431)Nijhoff, I.A., Overzigt van het archief afkomstig van het graafschap Kuilenburg, in: BVGO 1e reeks, deel 1, Arnhem 1837, blz. 1-48Ordonnantien, Culenborg(1728)Schevichaven, Rijkstol, p. 46 (1585; 1644)Schilfgaarde, A.P. van, Het archief der heeren en graven van Culemborg, Ministerie van O.K. en W 1949, 3 delenSickenga, Omwenteling, p. 16 (18e e)Verwoert, Hermanus, Handwoordenboek der vaderlandsche geschiedenis volgens de nieuwste en beste bronnen bewerkt, deel 1 [A-K], Nijmegen 1851, blz. 44, 141Wijnpersse, Statistiek, p. 385 (1854)

Cuyk

heerlijkheid

=Hendrik van Cuyk is getrouwd met Sophia van Herpen, een nicht van Godfried van Renen, bisschop van Utrecht. De familie van Renen bezit het land van Herpen [ANF1888, blz. 123]

=Hendrik van Cuyk's zoon Albertus van Cuyk [...-1233] volgt hem op als heer van Cuyk en Herpen [ANF1888, blz. 123]

-zoon Hendrik volgt hem o in Cuyk; zoon Reinier of Regnerus in Herpen [ANF1888, blz. 123]

=Op 2 februari 1371 is Jan IV heer van Cuyk. Als voogd treedt op Diederik van Heurne, heer van Perwijs en Duffel [Aa, Aard1, blz. 10]

=In 1609 is Filips Willem, Prins van Oranje, heer van Grave en het land van Cuyk [Aa, Aard1, blz. 11]

=Het Aagteklooster in het Land van Cuyk wordt op 8 januari 1644 verbeurd verklaard en komt in bezit van de prins van Oranje. Op 14 augustus 1648 met geweld eruitgedreven. Later bewoning toegestaan tegen betaling van 1200 gulden aan de domeinkamer van de prins. Nadien verhoogd tot 1700 gulden. Nog in 1839 bestond die situatie  [Aa, Aard1, blz. 11]


BRONNEN

literatuur

Brand, Over (13e e) 

Essink, Onderzoek 

Navorscher VI, pp. 179 (14e e), 180 (14e-17e e), 279-280 (11e-15e e), 315 (15e-16e e); XVII, p. 58 (18e e) 

Nijenhuis, Bibliographie (Toevoegsel), p. 19 

Wuisman, Boxmeer (1615) 

Wijnpersse, Statistiek (1854)