Met de eeuwen, vooral de laatste eeuw, zijn wij steeds meer door elkaar gaan eten: men bedenkt steeds de gekste combinaties van voedselgroepen. Onze spijsvertering is echter nooit veranderd. Verkeerde voedselcombinaties hebben invloed op onze spijsvertering.
Wij krijgen last van zure oprispingen, opgeblazenheid, gasvorming etc. Deze klachten zijn het teken dat de spijsvertering niet goed verloopt. Er ontstaan min of meer gifstoffen (toxines) in ons lichaam. Als onze spijsvertering niet goed verloopt, worden de belangrijke stoffen uit het voedsel ook niet optimaal opgenomen in ons lichaam. En dat heeft gevolgen voor onze gezondheid. Veel mensen krijgen darmproblemen en sommigen ontwikkelen een voedselallergie. Ook dragen verkeerde voedselcombinaties bij aan zwaarlijvigheid omdat toxines zich als afval gaan ophopen in het lichaam.
Goede spijsvertering is daarom belangrijk. Voor de goede spijsvertering moeten wij letten op wat wij combineren. Ons lichaam accepteert bepaalde voedselcombinaties en als wij hier rekening mee houden, kunnen wij veel spijsverteringsproblemen voorkomen. Spijsverteringsproblemen beginnen in de maag. Daar begint het fout te lopen met de lichaamschemie. Ons lichaam maakt verschillende maag- en spijsverteringssappen aan om het voedsel te verteren. Het is afhankelijk van het voedsel welke spijsverteringssap ons lichaam aanmaakt.
Twee of meer verschillende spijsverteringssappen tegelijk zorgen voor een zware spijsvertering waardoor wij minder energie hebben. Als wij alleen de voedingsmiddelen samen eten die dezelfde maag- en spijsverteringssappen nodig hebben voor de vertering, krijgen we een betere spijsvertering.
Bovendien zorgen goede voedselcombinaties ook ervoor dat je gaat afvallen en op je gewicht blijft. Een goede spijsvertering is dus de basis voor een goede gezondheid en een betere energie.
Dit zijn de volgende combinaties die vermeden moeten worden:
Zuur-zetmeel
Als we zetmeel eten, maakt onze speeksel verteringsenzym ptyaline aan. Ptyaline is basisch. Zetmeel verteert dus alleen in basisch milieu.
Als we zuur eten, vraagt dit van onze maag een andere verteringssap: zuur sap. Als de maag zuur sap aanmaakt, dan stopt de speeksel met het aanmaken van ptyaline. Zetmeel kan niet verteren in zuur sap. Gevolg: zetmeel gaat gisten.
Voorbeelden van zuur-zetmeel: boterham met tomaat / aardappel met rode biet
Eiwit-zetmeel
Zoals hierboven uitgelegd, verdraagt zetmeel geen zuren omdat het dan gaat gisten. Zetmeel verteert alleen in basisch milieu.
Eiwit verteert net als zuur alleen in zuur milieu. Onze maag maakt verteringsenzym pepsine aan en dat is zoutzuur maagsap om eiwit te verteren.
Eten we eiwit en zetmeel tegelijk, dan moet ons lichaam twee verteringssappen tegelijk aanmaken: ptyaline voor zetmeel en pepsine voor eiwit. Daar ligt juist het probleem. Want als pepsine aanwezig is in de maag, dan stopt ptyaline in speeksel. Andersom: pepsine werkt niet als er basisch maagsap (ptyaline) aanwezig is. Gevolg: eiwit verteert niet waardoor het gaat rotten. En zetmeel gaat gisten omdat het niet verteert. Eiwit-zetmeel is de moeilijkste combinatie en deze combinatie komt het meest voor.
Voorbeelden van eiwit-zetmeel: aardappel met vlees / boterham met kaas
Eiwit-eiwit
Er zijn verschillende soorten eiwitten. Denk aan vis, vlees, zuivel en noten. Elk soort eiwit vraagt om andere spijsverteringssap. Eiwit is van zichzelf al moeilijk verteerbaar en het is voor ons lichaam dus al moeilijk genoeg om 1 soort eiwit te verteren. Als er meerdere eiwitsoorten in de maag zitten, gaan ze rotten.
Voorbeelden eiwit-eiwit: noot en yoghurt zoals yoghurt met muesli / vis en vlees
Zoet-zetmeel
Zoet verteert niet in de mond (er wordt geen verteringssap in de speeksel afgescheiden) en ook niet in de maag (er wordt daar ook geen verteringssap afgescheiden). Zoet gaat snel naar de darmen en daar wordt zoet pas verteerd. Als zoet samen met zetmeel in de maag zit, moet zoet wachten tot zetmeel verteerd is. Gevolg: zoet gaat gisten door warmte en vocht in de maag.
Zetmeel verteert op zijn beurt niet goed als zoet in de maag aanwezig is. Zoet heeft een remmend effect op de afscheiding van ptyaline in speeksel, het enzym dat nodig is voor de vertering van zetmeel. Gevolg: zetmeel verteert slecht en gaat gisten.
Voorbeelden van zoet-zetmeel: boterham met jam / koek met rozijnen
Zoet-zuur
Als voedsel zuur is, kan dit niet samen met zoet. Voor de vertering van zuur voedsel is zuur maagsap nodig en zoet heeft een remmend effect op de aanmaak van zuur maagsap.
Voorbeeld zoet-zuur: banaan en sinaasappel / ananas met zoetmiddel zoals honing
Alleen voor gezonde mensen, niet voor mensen met gevoelige of verstoorde spijsvertering
Vet-eiwit
Vetten hebben een remmende invloed op de afscheiding van het maagsap. Onze maag maakt door de aanwezigheid van vet minder sap aan om eiwit te verteren. Gevolg: eiwit verteert minder goed.
Voorbeelden van vet-eiwit: vlees met jus / boter en ei zoals cake
Zuur-eiwit
Zie uitleg over pepsine-sap voor de vertering van eiwitten. Dit sap wordt gehinderd door aanwezige zuren van zuur voedsel in de maag die om andere verteringssap vragen. Ook al hebben eiwit en zuren allebei zuur maagsap nodig, maar het gaat om verschillende zuur maagsappen die eigenlijk niet samen kunnen gaan. Gevolg: eiwit gaat rotten. Houd er rekening mee als je deze voedselgroepen wil combineren, dat de combinatie van zuur met weinig eiwit wel beter is dan veel eiwit met zuur. Voorbeelden van zuur-eiwit: zalm met citroensap / ei en tomaat
Zoet-eiwit
Zoals uitgelegd bij zoet, verteert zoet pas in de darmen. Als zoet samen met eiwit in de maag zit, moet zoet wachten tot eiwit verteerd is waardoor het gaat gisten. Zoet heeft ook een remmend effect op de afscheiding van het pepsine-sap en hierdoor verteert eiwit niet goed. Gevolg: rotting van eiwit. Houd hier ook rekening mee dat de combinatie van zoet met weinig eiwit ook beter is dan veel eiwit met zoet. Voorbeelden van zoet-eiwit: fruit met noten / ei met suiker zoals taart
Zetmeelvrije-/arme groenten met:
– eiwit (voorbeeld: broccoli met vlees)
– vet (voorbeeld: bloemkool met jus)
– zetmeel (voorbeeld: aardappels met sperziebonen)
– zuur (voorbeeld: wortels met tomaten)
Zetmeelrijke groenten met:
– zetmeel (voorbeeld: rijst met courgette)
– vet (voorbeeld: aardappelsalade met olijfolie)
Vet met:
– zetmeel (voorbeeld:boterham met avocado)
– zoet fruit (voorbeeld: dadels met walnotenolie)
– halfzuur fruit (voorbeeld: appel met slagroom)
– zuur fruit (voorbeeld: ananas met avocado)
Halfzuur fruit met:
– vet (voorbeeld: zie hierboven)
– zoet fruit (voorbeeld: dadels en appel)
– zuur fruit: (voorbeeld: mango en sinaasappel)
Zuur fruit met:
– vet (voorbeeld: zie hierboven)
– halfzuur fruit (voorbeeld: zie hierboven)
Zoet fruit met:
– vet (voorbeeld: zie hierboven)
– halfzuur fruit (voorbeeld: zie hierboven)
Bron: NatuurlijkLichaam: voedselcombinaties.
Hieronder de links naar de Voedselgroepen:
Eiwitten | Koolhydraten | Zetmeel | Suikers & Siropen | Vetten |
Groenten | Groenten met weinig zetmeel | Groenten zonder zetmeel | Zure & Irriterende Groenten |
Fruit+Vruchten | Zoet Fruit+Vruchten | Halfzuur Fruit+Vruchten | Zuur Fruit+Vruchten |
Andere websites over voedselcombinaties en voedingsleer:
- NatuurlijkLichaam: voedselcombinaties.
- NDN: Bijlage voedsel combinaties.pdf.
- Fonteine: voeding_combinaties.
- healthylives.nl: gezonde-voedsel-combinaties.
- osteopathietexel.nl: voeding_advies.
- adosa.be: je-bent-wat-je-eet.
- RobKalmeijer: voeding_combinaties.
- Ion Dr.Hay: foodcombiningfacts.
Trefwoorden: VCL, Voedsel Combinatie Leer, Voedsel combinaties, voeding combinaties, voedingscombinaties.