Maar wat is dat nou precies, een planteneter? Is dat een vegetariër? Of ben je dan zelfs een veganist? Wel, ik heb drie hele eenvoudige regels die bepalen of je een planteneter bent of niet:
Basisregels:
Je bent, volgens deze drie basisregels, niet pas een planteneter als je helemaal 100% plantaardig eet, maar ook al als je ‘onderweg’ bent: steeds meer planten, steeds minder dierlijke producten.
Als jij vandaag besluit 1 boterham met kaas te vervangen door een boterham met tomaat, komkommer en sla, dan ben jij vandaag een planteneter. Gefeliciteerd!
De gezónde Planteneter:
Toch is het wel belangrijk ook even naar die derde regel te kijken: ‘Eet zoveel mogelijk je voedsel zoals de natuur het ons geeft’. Je kunt besluiten om helemaal geen dierlijk voedsel meer te eten (geen vlees, geen vis, geen kaas, yoghurt, melk of eieren) en intussen toch heel ongezond eten. Cola, chips, patat, snoep, koekjes, witbrood, geroosterde nootjes… het is allemaal ‘plantaardig’, maar je zult wel begrijpen dat het niet gezond is.
Daarom kiest de planteneter voor voedsel dat zo dicht mogelijk bij de natuur staat: niet bewerkt of minimaal bewerkt. Vandaar: vooral verse groente en vers, rijp fruit. Daar is weinig of niks aan bewerkt, het komt zo van de boom of van het veld! Peulvruchten en granen worden gedroogd en kunnen zo heel lang bewaard worden. Dat is prima, daar verandert de samenstelling niet van.
Groente of peulvruchten in blik of pot zijn alweer een beetje minder ideaal, maar nog steeds maar minimaal bewerkt. Voor brood moet graan gemalen worden en daarna gebakken, maar ook dan is de bewerking vrij minimaal.
Vergelijk dat eens producten die in de supermarkt liggen. Het komt uit fabrieken, waar het op ingewikkelde manier is gemaakt. Als je naar de ingrediëntenlijst kijkt, zul je misschien de meeste dingen niet eens kunnen uitspreken. Dat zijn dus zeer bewerkte producten. Het is niet ‘echt voedsel’, waarmee ons lichaam kan bouwen – de schrijver Michael Pollan noemt dat ‘eetbare voedselachtige substantie’.
Voedsel uit fabrieken kun je maar beter vermijden, vindt hij. En dat vind ik ook. Als je oma het niet zou herkennen als voedsel, kun je het maar beter niet eten, is zijn advies!
De plantaardige dag:
Misschien vraag je je nu wel af: hoe kom ik een hele dag door, als ik alleen maar plantaardig ga eten? Maak je geen zorgen, ik ga je allerlei alternatieven bieden en daar zit zeker iets bij wat jij lekker vindt. Maar laat ik je, om je gerust te stellen eens een dag beschrijven:
Ontbijten met vers fruit. Of een groene smoothie van fruit, water en groene bladgroente. Of zoete havermoutpap met appel, kaneel en rozijn. Of sojayoghurt met bessen en muesli.
Lunchen met kleurrijke en gevarieerde salades, of met brood belegd met hummus, komkommer, tomaat en kiemgroente. Of met zoete pannenkoeken met agave- of ahornsiroop of banaan.
Dineren met aardappels, rijst, couscous, quinoa of pasta met gekookte of gewokte kleurrijke groenteschotels. Met heerlijke verse soepen of ovenschotels met peulvruchten of noten. Of wat dacht je van hartige taarten en pittige plantaardige pizza’s?
En tussendoor onbeperkt en zonder schuldgevoel snoepen van fruit en noten.Klinkt niet als een straf, toch? En wie weet ontdek jij nog wel een lekkere variant. Je moet tenslotte je eigen manier vinden om planteneter te zijn.