2022 Esneux
Maandag 27-06-2022 tot donderdag 30-06-2022
3 nachten kamperen: Eric, Inge en Harrie
Camping Les Murets
Chem. d'Enonck 75, 4130 Esneux, België
Camping aan de Ourthe, 20 km onder Luik, in Hony, gemeente Esneux.
De laatste week van juni 2022
Na twee jaar afwezigheid – de coronajaren 2020 en 2021 – is er weer enige activiteit in de reeks van vakantieverhalen. Een nieuw begin van het vervolg, ook al is het virus nog niet de wereld uit. We denken er niet meer aan, ook al blijkt dat de besmettingen deze zomer weer aan het toenemen zijn. Toevallig zit er nog een mondkapje in mijn rugzak, maar die hoeft gelukkig niet op. Nog niet. Wie weet hoe lang het nog duurt? De mondkapjesplicht is vier maanden geleden afgeschaft. De rugzak wordt in ieder geval vrijwillig en graag gedragen. De verstekeling reist onbedoeld in het zijvakje mee, en blijft daar voor de zekerheid maar even zitten. De vrijheid is terug, de tent kan weer opgezet worden. De stap om te kamperen is gemaakt.
Het mondkapje is na een wandeling in de tas blijven zitten, ongeveer tegelijkertijd met het begin van de oorlog vier maanden geleden in Oekraïne. De virussen verdwenen naar de achtergrond en de russen verschenen op de voorgrond. Gas en olie zijn nu schaars en duur geworden. De benzineprijs is naar een recordhoogte aan het stijgen. Het is niet aanlokkelijk om hele verre afstanden te rijden. Langs de snelweg in Nederland is de benzineprijs nu 2,50 euro per liter. In België heb ik voor 2 euro en een paar cent getankt. Het kleine Europa met grote verschillen. Gelukkig is de afstand Eindhoven-Esneux maar 130 kilometer, terwijl de omgeving voor ver weg in Frankrijk zou kunnen doorgaan. Dan is het wel een luxe om niet zo ver te hoeven rijden. En onze camping gasfles van acht jaar geleden is zo goed als vol, nog gevuld met goedkoop gas.
Het was wel weer een heel gedoe, de voorbereidingen om weer te gaan kamperen. De spullen bij elkaar zoeken die ver weg onder de dakspanten op zolder waren weggestopt. In 2014 zijn we voor het laatst met de tent op vakantie gegaan, met z’n tweeën naar de Dordogne. Nu gaan we met z’n drieën. Er was twijfel of het allemaal wel zou passen in onze niet al te grote auto. Het kleinste deel van de achterbank heb ik eruit gehaald, zodat de leuning geheel naar beneden geklapt kan worden, en zodat er aan de andere zijde nog een fatsoenlijke zitruimte over blijft. De campingtafel kan niet mee en ook een aantal andere attributen die we anders wel zouden inladen, blijven thuis. Het is voor drie overnachtingen, dat overleven we wel, maar voor een lange vakantie zou deze situatie met drie personen niet ideaal zijn. Voordat we gaan, zetten we de tent nog eens op. Hij is nog in goede staat, op een klein gaatje na. Het begint weer te kriebelen.
De reis ernaartoe gaat vlotjes met de navigatie dwars door Luik langs de Maas en niet via de lange omweg, de snelweg om de stad heen. We zijn er binnen twee uur. De camping ligt aan de Ourthe in Hony, een dorpje dat bij Esneux behoort. Esneux ligt aan de overkant van de rivier, tegenover de camping. Voor een bever of vogel vliegensvlug te bereiken, maar voor een mens – zonder zwemneigingen of gewend zijnde droge voeten te behouden – is het een behoorlijk eind lopen. De Ourthe kronkelt hier in een grote lus, waardoor via een grote omtrekkende beweging het dorp pas te bereiken is, waarvan de geluiden van een school duidelijk hoorbaar zijn op camping Les Murets.
Vorig jaar in juli 2021 waren er door hevige regenval grote overstromingen van rivieren in de aangrenzende streken van Duitsland, Nederland en België. Esneux behoorde tot de tien meest getroffen gemeenten in België. De Ourthe trad flink buiten de oevers en camping Les Murets werd weggespoeld. Nu zijn nieuwe eigenaren bezig met de wederopbouw. Bij de ingang bij de receptie, toch wel een honderd meter verwijderd van de rivier, liggen nog de restanten van de verwoesting. Afvalhout, slagbomen en wegwijzers die hergebruikt kunnen worden. Het is een heel karwei geweest het terrein weer verschoond te krijgen van de aangespoelde boomstammen en het vuil. Met het sanitaire gedeelte is men nog bezig het geheel te vernieuwen. We mogen een kampeerplaats uitzoeken, er is nog veel vrij. De enige zorg die we hadden was dat er geen plaats meer zou zijn, maar het is nog rustig. Nog niet doordrongen van de eerdere overstromingen nemen we een plaats vlakbij de rivier. De heggen, die de afscheiding van onze kampeerplek nummer 23 vormen, zijn pas aangeplant en nog laag. Veel beschutting is er nog niet. Tien meter verderop is er een haag van bomen, de grens van de camping, waarachter een smal wandelpad langs de rivier loopt. De Ourthe houdt zich gelukkig nog rustig.
Het beloven mooie dagen te worden met goed weer. De tent staat en alles is uitgepakt. Nu we er zijn, komt er eerst een flinke regenbui uit de lucht, die een uur lang aanhoudt en dan zachtjes verdwijnt. Het laatste wolkje. Met het opzetten is er een tentstok door het doek gegaan, een flinke scheur die met noodmiddelen gerepareerd is. Het druppelt een beetje binnen en de lijm laat los. Er zijn kleine vochtplekken die voor stadse huisbewoners enorm lijken. Later in de middag is het droog en kunnen we aan de eerste wandeling beginnen. De lucht is aan het broeien, de warmte is in aantocht. We lopen naar Esneux, via de brug die voor auto’s toegankelijk is. De autoweg is een omweg en saai om langs te lopen, dus we volgen aan de overzijde van de rivier een wandelpad, die niet goed aangegeven is. Het is typisch de Ardennen, de Walen met de Franse slag. Onverzorgd, niet bijgehouden, verwaarloosd. Achteraf realiseren we ons dat de slechte staat van het pad de gevolgen zijn van de overstroming. Niet alles is al hersteld. Het gras is hoog en nat van de regenbui, het pad gaat voor niet aangepaste schoenen gevaarlijk steil omhoog. Voor mijn teva’s zonder hoogtevrees is het goed te doen. Zo bereiken we een asfaltweg en wandelen we de grens van Esneux over; het centrum van het dorp bewaren we voor later. Via een ander pad gaan we terug, waarschijnlijk de eens gebruikelijke wandelweg. Nu is de kwaliteit ervan op ruïne niveau, het beton brokkelt af en de ijzeren relingen vallen uit elkaar, maar het is nog altijd beter dan de heenweg. Er is nog zo’n weg met een bord erbij dat het een fietspad is, die lijkt heel smal en recht de rimboe in te gaan, misschien wel naar de nog onontdekte ruïne. Maar een fiets hebben we niet, anders was het proberen hier doorheen te komen wel de moeite waard geweest.
Het is tijd om het kooktoestel in werking te zetten en de douches te testen. In de avond wandel ik alleen langs de rivier in de andere richting. Deze gaat via een grote lus door rustig natuurgebied en komt dan ook in Esneux uit. Dat is voor nu nog te ver. Er is een kleine stuwdam, waar het water harder stroomt en waar reigers op een hap vis staan te wachten. Ze laten zich wel fotograferen, wetende dat ik ze toch niet kan vangen. Niet dat ik dat van plan ben, maar andere reigers vliegen altijd weg als ik mijn camera op ze richt. De rivier zit vol vis en dat is voor hen even belangrijker. Verderop is een brug voor voetgangers en nu loop ik in de binnenring van de lus. Het is voor mij nog moeilijk oriënteren hoe het gebied in elkaar zit. Ik ga weer terug. Het is best fris nu het bijna donker wordt. De dauw hangt over de velden. Een ander vakantieparkje langs de rivier met een stuk of zes houten huisjes ligt er verlaten bij. De krotten zijn niet fatsoenlijk bewoonbaar meer, vernield door de overstroming. De kracht van het water moet immens zijn geweest. Eén regenbui vanmiddag en ik glij al uit wanneer ik een paar meter lager naar de rivier ga. De kleine steile helling is door de nattigheid bijna te glad om er weer uit te komen. Daardoor val ik nog een keer op één hand, omdat de andere hand bezig is mijn fototoestel te beschermen. Met behulp van de hoge grassen op de helling klim ik omhoog naar het smalle wandelpad tussen de camping en de rivier. Er is nu bijna geen beweging in het water, dat laag staat en niet hoger dan kniehoogte zal reiken. Hoe anders toen. Wat een ravage moet het zijn geweest.
De volgende dag wandelen we via dezelfde autobrug weer naar Esneux, nu langs de autoweg. Het doel is kasteel Le Fy. De voetpaden zijn hier schaars en we lopen een heel stuk door een goot waar auto’s vlakbij voorbij razen. Het kasteel heb ik gisteren op mijn wandeling in de verte al zien liggen, een markante hoge toren. Het ligt op een berg en nu we er zijn is het door de bossen eromheen niet te zien. Bovendien blijkt het privé bezit te zijn en is het niet te bezoeken. In de hoop een glimp op te vangen volgen we een lastig wandelpad die weer afdaalt naar het dorp. Onderaan bij de rivier is er dan een plekje waar zicht op het kasteel is. Voor een duidelijke foto kan men beter op internet zoeken, waar ik nog de volgende tekst vind: “Omtrent dit kasteel, dat door zijn grillige vormen een wat macabere uitstraling heeft, gaat de legende dat het medaillon een vrouw toont die hier ooit ingemetseld zou zijn geweest. 's Nachts zou men haar nog kunnen horen jammeren…” Ah, daarom ligt het verborgen.
We zijn in het centrum van Esneux waar de terrassen zijn en waar we bij de Delhaize door de supermarkt struinen. De Ourthe stroomt hier aan de zuidkant van het dorp. Esneux is in drie windrichtingen omgeven door de rivier, alleen in het oosten is er geen Ourthe water.
Op de terugweg gaan we langs de andere richting, westwaarts langs de grote lus van de rivier die door het natuurgebied gaat, waar ik gisteren een deel van heb gelopen. Het is een behoorlijke afstand met een mooi uitzicht over de valkenrots, een hoge rotswand die we nog eens moeten beklimmen, via een wandelweg waar we niet aan toegekomen zijn. Daarboven moet er een mooi uitzicht over de vallei zijn met zicht over de kronkels van de rivier. Via de voetgangersbrug komen we weer terug op de camping.
In de avond als het begint te schemeren gaan Eric en ik nog eens de voetgangersbrug over, en dan de andere kant op, in de richting van de overkant van de camping. Het is niet geasfalteerd en minder begaanbaar. Links is de Ourthe en rechts is ook water, een kreek met hoge grassen. Ineens zien we recht voor ons, een meter of tien verwijderd, een bever vanuit de kreek rustig door het water wadend naar de rivier gaan. Op deze plaats liggen stenen in het water om het pad te vervolgen. De bever loopt en zwemt onverstoorbaar richting rivier, kijkt niet op of om. Een minuut later zien we hem in de rivier zwemmen. Het moment van de ontmoeting is wel een hoogtepunt, zo dichtbij, heel wat anders dan om een bever aan de overkant van een rivier aan de oever te zien, zoals we dat eens in Noorwegen zagen.
Dag drie van onze aanwezigheid is aangebroken. In de ochtend is het hier heerlijk om te lezen. De vogels fluiten, er is geen lawaai, uitgezonderd de trein die een halve kilometer verderop door een tunnel gaat en een keer toetert, maar dat is een gezellig geluid. Daar is ook het station van Hony. Aan de andere kant van de tunnel ligt Esneux, maar een voetpad er doorheen is er niet. Alleen de trein mag hier door. Wij volgen liever de rivier, voorbij de brug voor het autoverkeer. De Ourthe stroomt hier noordwaarts naar Luik waar hij in de Maas zal eindigen. We volgen het fietspad naar Méry en vervolgens naar ons einddoel Tilff. De wandeling duurt ongeveer twee uur. Zowel Méry als Tilff hebben een treinstation en zijn zo verbonden met Hony en Esneux.
In Tilff gaan we naar de Lidl. Het is een warme dag. We gaan op een bankje zitten bij een park met een kasteel. Château Brunsode, dat in de 17e eeuw is gebouwd en nog vroegere restanten heeft, zoals een vierkante toren uit het jaar 1294. Er is in het park een fototentoonstelling en ook binnen is deze gratis te bezoeken in de koele gangen van het oude gebouw. Een plaatselijke fotoclub heeft de uitvergrotingen tentoongesteld, die naar mijn mening niet altijd de moeite waren om uit te printen. Het lijken wazige herinneringen te zijn van het overstroomde gebied uit een vroeger tijdperk.
Voor de plantenliefhebbers onder ons is er op de telefoon een botanische tuin gevonden, een bezienswaardigheid in Tilff, waar we naar op zoek gaan. Het is regelrecht de berg op, een zeer steile helling die met de fiets niet te nemen zou zijn. Borden staan er niet, we hebben natuurlijk weer een achteraf route genomen. De navigatie stuurt ons een straat in, een hofje met spelende kinderen waar we teruggestuurd worden, het is privé-gebied en bovendien doodlopend. Nog iemand vraagt wat we hier zoeken. Ik had al aan Dutroux gedacht, toen ik oudere huizen in de omgeving zag staan. Krijgen de kinderen hier extra beveiliging? We moeten het donkere bospad hebben, dat pal langs het hofje loopt. Verderop zijn de botanische tuinen, het observatorium van de plantenwereld, dat beheert wordt door de universiteit van Luik. Het zijn diverse kassen met allerlei soorten planten: mediterrane, tropische, woestijn… elk in hun eigen klimaat. Op een plattegrond is goed aangegeven waar elke plant staat. In sommige periodes zijn er ook vlinders, maar nu niet. Ook buiten is er een tuin, waar het op dit moment bijna even warm is als binnen, maar niet zo broeierig. We hebben het weer gezien en nu is het alleen nog afdalen. Nog in gedachte dat we het hele eind terug gaan lopen, kopen we bij de automaat op het station van Tilff een kaartje voor de trein, die aan de andere kant van het spoor al na twee minuten komt aanrollen. Nu moeten we nog snel nadenken of deze trein wel de goede richting opgaat. Gelukkig kunnen we dat en in een mum van tijd zijn we op het station van Hony, in tegenstelling tot de lange heenreis.
In de avond lopen we nog even naar het plekje van de bever, maar die laat zich niet zien. Ik ga, nu ik mijn teva’s aan heb, over de stenen die op het pad in het water liggen. Mijn voeten blijven droog. Het pad loopt verder over een weiland en gaat dan het bos in, steil omhoog. Het is nu te donker om verder te gaan. Zo is elke dag weer anders. We zijn met de auto nog niet van de tent weg geweest. Er is nog veel te ontdekken. Dat zullen we voor later moeten bewaren. Het is onze laatste nacht hier.
De volgende morgen rijden we naar huis. Er wordt in de middag storm en regen verwacht. Volgens de planning zouden we toch al vertrekken en bij goed weer misschien een extra nacht blijven. We rijden nu naar Tilff, tanken iets van de minder dure benzine en slaan bij de Lidl nog wat in, wat ze in Nederland niet hebben, waaronder onbekende Belgische biertjes. Daarna gaat de reis door Luik langs de Maas en door de tunnel in Maastricht, die meer dan 2 kilometer lang is en waar vroeger stoplichten stonden. Dat is een hele verbetering. We zijn dan ook weer zo in Eindhoven. Het lijkt vrijdag, maar het is pas donderdag. In de avond begint het dan ook te donderen. Thuis zijn met slecht weer is zo slecht nog niet. Liever met mooi weer bij de tent, maar aan al het goeds komt een eind.
Einde midweek vakantie Esneux.
Nog meer foto's: