Dit jaar heb ik flink getraind om de halve marathon van oktober te lopen, een moeilijk te nemen hindernis voor een amateursporter als ik. Na de vakantie is de trainingsarbeid fors omhoog gegaan, drie keer in de week trek ik de hardloopschoenen aan, wat zeker nodig is om de slijtageslag goed door te komen.
Deze keer hoef ik het niet helemaal alleen te doen. Met een aantal collega’s hebben we ons in de categorie bedrijvenloop ingeschreven. De baas betaalt het inschrijfgeld en zorgt voor een uniform looptenue met het bedrijfslogo erop. In ruil daarvoor maken we al bewegend door de binnenstad reclame voor de zaak. Als lid van een team willen we natuurlijk goed presteren. We doen weliswaar voor de lol mee, maar vanwege de bedrijfsstatus probeert een ieder toch het beste beentje voor te zetten. We willen natuurlijk niet afgaan. Er zal met name door de andere werknemers kritisch naar ons gekeken worden. Maar zoals altijd, de beste stuurlui staan aan wal, de finish halen is al een overwinning op zich. De halve marathon uitlopen is voor ons een uitdaging, een geweldige prestatie. In een groep lopen geeft in ieder geval een positieve prikkel: we doen het samen en staan er niet alleen voor.
Een jongen heeft bijvoorbeeld astma, het is een extra zware opgave voor hem. De slechtere opname van zuurstof geeft hem het gevoel dat hij voortdurend de wind tegen heeft. De aanmoedigingen zijn hem een steun in de rug. Door training kan hij zijn grenzen verleggen, met veel zwoegen en afzien komt hij steeds een stukje verder met zijn adem. Ook al doet hij er straks langer over dan de rest, voor hem zal het een persoonlijke overwinning zijn. Het is voor iedereen een persoonlijke strijd. Ik heb geen astma, maar moet het met bestookte longen zien vol te houden. Een ander heeft een meer perfecte lichaamsbouw, rookt niet en loopt veel sneller met minder trainingsuren. We zijn allemaal anders, maar hebben als overeenkomst een gezamenlijke hobby. Op het werk houden we elkaar gemotiveerd en bespreken de vorderingen, de pijntjes en de trainingmethoden.
‘Heb je gisteren nog gelopen?’ is een standaardvraag. ’s Avonds krijg ik dan vanzelf zin een eind te gaan trainen, zodat ik de volgende dag een bevestigend antwoord kan geven.
We hebben al een keer samen geoefend in een loopwedstrijd van vijftien kilometer. Het was een bijzonder hete dag en ik had moeite de tocht te voltooien. De puf verdween op het laatst uit de benen, het slijm stond in de mond en ik kreeg last van buikpijn. De zweetdruppels stroomden uiteindelijk over de finishlijn, het was verre van makkelijk gegaan. Ik wist meteen hoe ver ik nog verwijderd was van het einddoel. Deze ervaring gaf me het inzicht dat een verandering van levensstijl noodzakelijk was, anders kon ik een positief resultaat wel vergeten.
Sindsdien ben ik me volledig aan het richten op de juiste golflengte. Bijna alle zenders zijn nu ingesteld op het juiste kanaal, ik ga haast storingsvrij door het leven. Ik let goed op wat ik zoal binnenkrijg. Met het vaste en het vloeibare gedeelte is niks mis mee. Het voedsel is koolhydraatrijk met veel groente en fruit. Het drinken bestaat uit veel water, sportdrank en af en toe een biertje, voor de broodnodige mineralen. Alleen de ingeademde lucht is nog een stoorzender. De vervuiling veroorzaakt ruis op de lijn. Hoe ik de antenne ook houd, het beeld krijg ik niet zuiver. Toch, dankzij het fijne afstemmen, kan ik nu met opgeheven hoofd naar het programma kijken. Ik rook nog maar twee tot vijf sigaretten per dag. De longinhoud moet optimaal zijn tegen die tijd. Beter om niet te roken natuurlijk, maar ik kan er nog geen afscheid van nemen. Nu lukt het me wel beter de longen te sparen.
Kortom, ik ben volop met de voorbereiding bezig om spieren en pezen in vorm te krijgen, en het uithoudingsvermogen op te voeren. Het is geen peulenschil, eenentwintig kilometer hardlopen, en dat helemaal te voet. Op de fiets is het al een behoorlijke afstand, ook al is het even ver. De conditie wordt met de week beter en ik ben een paar kilo lichter dan in vorige jaren. Dat komt niet alleen door het trainen, maar ook door darmproblemen in het voorjaar.
Verschrikkelijke buikpijnen had ik, alsof er een band om mijn middel hard aangespannen werd. De dokter dacht aan een maagzweer, maar later bleek het een prikkelbare darm te zijn. Gelukkig niets ernstigs, maar door de buikpijnen ging ik minder eten. Ik kreeg pillen en moet oppassen geen smaakversterkers en pittige kruiden te nemen, maar het roken is volgens mij eveneens schuldig aan de ongunstige prikkelende werking in mijn darmen.
Ik heb ook vaak een droge mond, te weinig speeksel, het speeksel dat aan het beginpunt van de spijsvertering staat. De smaakpapillen en speekselklieren zijn uitgedroogd door de hete rookgassen. Als ik ga hardlopen moet ik kauwgom nemen, de kaakbewegingen persen dan nog wat vocht uit het zeemleer, anders wordt mijn mond droog als kurk. Ik ben ook in behandeling bij een mondhygiëniste, want ik heb tandvleesontsteking. De oorzaak is bekend, het gevolg laat zich raden. Als de steeds geler wordende tanden niet behandeld worden, zal het niet lang meer duren of ze liggen in een kistje naast het bakje van het kunstgebit. Allemaal kwaaltjes van een ouder wordende tabaksgebruiker. Het wordt tijd…
Nu ik zo weinig rook heb ik geen last meer van buikpijnen. Gelukkig maar, de marathon is heel het jaar al een uitkijkpost geweest, een extra lichamelijke hindernis kan ik niet gebruiken. De motivatie is optimaal om een goed resultaat neer te zetten. Een zware opgave ligt in het vizier met hopelijk een goede afloop, misschien met een persoonlijk record, daar ga ik voor.
Bij de start staan we vrijwillig op een kluitje tussen de dranghekken voor de startlijn als blijde honden te popelen om uitgelaten te worden. Het deelnemersveld is groter dan ooit. Bij het startsein komt een heuse mensenmassa in beweging, aanvankelijk dicht opeengepakt, maar geleidelijk wordt de bewegingsvrijheid van de lopers groter.
Het weer vandaag is ideaal, fris met een vochtige, zuurstofrijke lucht. Het voetenwerk gaat lekker en ik voel me goed zonder enig pijntje. Ik heb me ook geestelijk goed voorbereid en ga in het begin niet te hard. In een geregeld tempo draaf ik verder en houd afstand en tijd in de gaten. Als ik over de helft ben, versnel ik en voel dat het niet mis zal gaan, ik zit op schema voor een persoonlijk record. In de laatste kilometer pers ik al het fysieke eruit wat ik nog in me heb en ga sprintend over de finish.
Het is alweer de vijfde halve marathon, en alhoewel ik nog rook en bijna achtendertig ben, verbeter ik mijn persoonlijk record met vier minuten.
Het had een haartje gescheeld of de marathon was afgelast door een gelijktijdige brand, waarbij asbest vrijkwam. Gelukkig stond er weinig wind en werd het parcours niet bedreigd door de longgevaarlijke kankerdeeltjes.
Een ander roetdeeltje was het overlijden van Prins Claus. Door versleten longen had de prins zijn laatste adem uitgeblazen. Er bestond twijfel bij de organisatie over het laten doorgaan van dit evenement in verband met de Koninklijke rouw.
Toepasselijk genoeg was de marathon, ondanks deze twee adembenemende factoren, toch doorgegaan, in deze duursport waarbij uithoudingsvermogen en longinhoud een voorname rol bekleden. Ook al hadden veel lopers het moeilijk met hun adem in de laatste kilometers: het was te wijten aan hun niet geringe inspanningen.
Het meeste respect heb ik voor de jongen met astma die het met een mindere longfunctie moet doen. Zonder te gaan wandelen heeft hij de eindstreep gehaald. Hij deed er een halfuur langer over dan ik en de andere teamgenoten die allemaal vlak achter elkaar gefinisht zijn. Maar voor hem was de inspanning waarschijnlijk twee keer zo zwaar. Een mooie herdenking om bij de finish even stil te staan en te denken aan het leven dat voortbeweegt, het leven dat doorgaat met zweet en tranen. Tranen van vermoeidheid en geluk. Uit respect hebben velen met zuurstofschuld gelopen.
Nadat de taak volbracht is, gaat als vanzelf de ijver achteruit, een rustperiode treedt aan waarbij het ongezonde gedrag weer toeneemt. Ik vraag me af hoe lang ik nog zulke afstanden kan afleggen. Als ik me niet consequent die beperkingen kan opleggen, kan ik het straks wel vergeten. Roken en hardlopen, dat kan niet lang meer goed gaan. Deze halve marathon is mijn laatste kunstje, of ik moet een stap zetten naar de stop.