Ik wou dat het lente was
Ik hou niet van de mistige sneeuw
de ijsbloemen op de ramen
het gekraak in de botten
de kilte, rothumeur
het etteren van kelen
het leed van de winterkou
Ik hou van de zang van de vogels
de bladnoten op de bomen
het gezang in de bossen
de stilte, het rumoer
het kwetteren van leven
het licht van de lentezon
Ik hou niet van de koude lucht
de smog van uitlaten
het gas dat stinkt
de bevriezende mist
de gure nevels
het roet op het gelaat
Ik hou van de warme zon
de geur van naaldbomen
het hars dat riekt
de opgewarmde lucht
de zoute druppels
het zweet op het gezicht
Ik hou niet van de winter
de dreiging van de wolken
de ijspegels, het onweer
Ik hou niet van de neerslag die bevriest
in het schaarse licht van de winterkou
Ik hou van de lente
de kleuren van de bloemen
de brandnetels, het onkruid
Ik hou van de natuur die ontwaakt
in het levenslicht van de lentezon
Ik wou niet dat het winter was
Harrie van Hoof