Als ik aan Taveerne denk, denk ik ook aan de voetbalclub Taveerne, aan de tijd dat ik met Sjors en mijn vader in hetzelfde elftal speelde, samen met andere fantastische jongens van uiteenlopende leeftijd. Een prima mix, twee generaties, één team. Een fantastisch team.
Op bepaalde momenten waren we onverslaanbaar. Taveerne, was een vriendenclub, een wereldteam. We speelden zomeravond, werden soms kampioen, wonnen toernooien en zelfs internationaal waren we succesvol. Brussel! Onvergetelijk gezellig!
Een wedstrijd bestond uit drie helften: een voorbeeld.
De eerste helft:
Sjors brengt de shirtjes, potverdorie: kousen en broekjes zitten niet in de tas. Hoe kan dat? De wedstrijd begint, zonder Sjors, die trommelt kledij bij elkaar en drinkt er vast één. Bij de rust staan we 1-0 achter.
De tweede helft:
Sjors valt in, het elftal begint te draaien. Ineens zit er systeem in de ploeg, de poppetjes staan op de juiste plaats. De spits wordt door Sjors op de millimeter precies aangespeeld, knal, het is 1-1. Het loopterrein van Sjors ligt nu tussen de middenstip en de penaltystip. Met zijn fabuleuze techniek hoeft hij niet als een gek te lopen, de ballen komen vanzelf bij hem aan en met één keer raken blijft de snelheid in de wedstrijd. Een minuut voor tijd, kletsnat shirt, een beslagen bril, Sjors haalt uit van wel twintig meter, een verwoestend schot, onhoudbaar in de kruising: we winnen met 2-1.
Marlies juicht en rent het veld op.
Derde helft:
Een blad bier host door de kleedkamer. De zweetgeur is niet te harden. Frans staat onder de douche met een droge sigaret in zijn mond.
We zakken af naar de kantine. Sjors geeft er nog één weg! Kampioenen, kampioenen…
Nog even naar Taveerne. Een pittig maaltijdje, Nasi, bereid door Marlies. Lekker, lekker heet.
Dorst, en nog meer bier.
Sjors en Marlies, de Taveerne, bedankt voor die mooie tijd.
22-09-2005