Vrijdag 5 juni 2015
Weekendje weg met familie B. naar Arcen in Limburg op de grens met Duitsland. Het is snikheet, meer dan 30ºC, de eerste tropische dag van het jaar. Zoals vaker in deze periode en vooral in deze hitte komt de hooikoorts bij me op. Broeiende hitte en groene grassen laten mijn neus lopen, als een waterkraan die wijd open staat. Pas ‘s avonds bij een glaasje wijn, en het onweer en de regen die weer koelte brengen, komen mijn lekkende neusklieren tot rust.
Een weekendje weg brengt ook onrust. Achteraf gezien natuurlijk mooi, maar het vergt ook enige voorbereiding. De omschakeling van werk naar vakantie, tassen met eten en kleding van vier personen dat in een klein autootje geperst moet worden. De omschakeling van geest gaat niet meer zo snel als vroeger, vooral als je niet helemaal fit bent. De weg naar Arcen is in het begin ook nog hetzelfde als naar mijn werk. Alleen anders nu is de volgeladen auto met vier personen in de hete zon en een niet te nemen afslag. Het is ook niet veel verder doorrijden. Voor een vakantie is het nog nooit zo dichtbij geweest. We zijn dan ook een uur te vroeg, want we kunnen het huisje nog niet in. We wachten op een bebost plekje in de schaduw met de ramen open, op de rest van de familie. Stom genoeg zijn we vergeten water mee te nemen in deze hitte, op dit avontuur op slechts een paar honderd meter van de Duitse grens. Als ik even mijn benen ga strekken vraagt een Duits echtpaar op de fiets of ik weet waar de Bodensee is. Volgens mij meer naar het zuiden bij Oostenrijk, maar dat zeg ik niet. In plaats daarvan: ‘Ik weet het niet, ik ben ook pas hier’, in het Nederlands, want Duits spreken dat kan ik niet en misschien heb ik het ook wel verkeerd verstaan. Maar hier kan ik meerdere dingen niet. De slagboom doet het niet als ik de kaart erin duw en achter ons er een rij ontstaat. Daarmee word ik geholpen door de bestuurder van een Roompot-auto die achter me staat. Ook naderhand doet de slagboom het niet bij mij. Met deze kaart kan ik ook het huisje openen, wat me niet lukt, hierbij helpt mijn zoon. Dan wil ik lekker koud water uit de kraan dat bij mij warm blijft; mijn zoon doet het voor, zo wordt het wel koud. Dus technisch gezien lukt het me vandaag niet. We konden ook al ons huisje op het park niet meteen vinden. Het huisnummer stond niet op de borden aangegeven. Na drie keer rondrijden hebben we het toch gevonden. Even later zijn mijn schoonouders en zwager D. ook gearriveerd. We zitten in de schaduw aan de rand van het park, dan zie ik de rode auto van zwager T. voorbijrijden. Ik loop alvast naar de poort en ondertussen belt T. mij op. ‘Ik kom eraan, twee minuten’, zeg ik. Even later ren ik vol energie mee met de auto, zijn twee zonen met de hoofden uit het raam mij aanmoedigend. Verbazingwekkend dat ik in deze hitte ineens kan rennen. Even later zitten we met z’n allen in de schaduw langs het stoffige zandpad, waar volop wagens heen en weer rijden, veelal met Pools kenteken en bussen met reclame voor een uitzendbureau. Werk genoeg in de tuinbouw! Ineens herkent T. daar op het zandpad de auto van G. zijn zus die op het laatste moment ook een huisje heeft gehuurd. Eén afslag verder moet je zijn! De club is compleet. In het begin is iedereen onrustig, ontdaan door de hitte, nog aan het wennen aan de wel goed ingerichte vakantiewoningen. De buitenkant is van kunststof, door het opwaaiende stof van de zandweg oogt het allemaal wat kunstmatig. Het stof daalt neer op de huisjes, de hitte is vermoeiend en iedereen moet nog op elkaar afgestemd worden. Een deur van een huis gaat niet meer open, deze keer ligt het niet aan mij, weer moet de man van Roompot helpen. De kinderen voetballen ondertussen zonder zorgen op het grote veld in de hete zon. De ouderen maken zich druk om het noodweer dat kan komen, de buien die vanuit het westen naderen. Als we dan eindelijk in ons element zijn - de kinderen slapen, wij gevlucht zijn van buiten naar binnen omdat het gaat regenen - en gezellig en iets te luid praten, dan klinkt er een klaagzang van de buren: of we alsjjjjebbbllllieft zachter kunnen doen! De ramen staan wegens de hitte open. Zij kunnen niet slapen; het is nog geen elf uur. Even later begint het te donderen. En dan verdwijnt een ieder naar zijn vakantiestek en keert de rust weder waarin ik dit verslag schrijf.
Zaterdag 6 juni 2015
Met vier auto’s rijden we elkaar achterna, op weg naar Kevelaer in Duitsland. De wegwijsborden geven alleen Nederlandse plaatsnamen aan, alhoewel we vlak langs de grens rijden. Vier auto’s keren als we verkeerd rijden, vier auto’s gaan door smalle gangen een onbeduidend achteringang van een parkeerplaats op, in plaats van de hoofdingang te nemen. Kevelaer bestaat uit kerken, kloosters, heilige beelden, winkels met heiligdommen en ook zijn er kledingwinkels, restaurants en terrassen. Een klein drukbezocht bedevaartsoord waar veel te zien is. Brandende kaarsen, processie lopende mensen, een met goud en kunst versierde kapel, veel beelden, zware deuren met beeldhouwwerk. In het voorstellingsvermogen van de mens met behulp van het geloof is dit dorp ontstaan. Ook al geloof je niet, dit is werkelijk, tastbaar en mooi. We lopen tot slot met zijn allen een supermarkt in, de Rewe om spirituele dranken voor de avond te kopen. En bij de uitgang een mooie grote bak met grote donkerrode sappige perfect uitziende aardbeien en zo smaken ze ook. Deze streek van Arcen en de Duitse grens over is er een van fruit- en groenteteelt. Asperges, tomaten, aardbeien etc., kassen en velden vol.
In de middag rijden we terug omdat kleine kinderen moeten slapen, maar wij vieren gaan wandelen. Eerst moet er een bepaalde plek gevonden worden, de grootste grafheuvel van Nederland in de Maasduinen. Het is niet makkelijk te vinden, een aantal keer rijden we op en neer. We kijken op een fietsroutekaart en volgen uiteindelijk de navigatie van M. waardoor we de parkeerplaats vinden. Het blijkt slecht vijf kilometer van ons park te liggen, in vogelvlucht dan met waterplassen ertussen, hoe dan ook een hele omweg. Wat het mooi maakt is de weg die we hebben afgelegd, was het heel simpel geweest dan was het niet waard geweest om het op te schrijven. M. loopt voorop en navigeert met behulp van haar smartphone. Het is heerlijk zonnig, warm zonder de hitte van gisteren. Het is een mooi gebied, de Maasduinen, gevarieerd, een bos, heide, een ven met kikkers en libellen, en hoogteverschillen. De grafheuvel is inderdaad hoog en er mag uit respect niet overheen gelopen worden. Het is weliswaar niet bewezen dat er daadwerkelijk resten menselijke botten te vinden zijn, maar toch gaan we er liever met een grote bocht omheen. Naar het volgende doel, een eeuwenoud kanaal dat nu meer op een kronkelend riviertje lijkt. Een stek waar de ijsvogel zich thuis voelt. Het is een mooi natuurgebied met een hoogteverschil van wel vijftig meter. Het lijkt wel een uitloper van de Ardennen, maar de ijsvogel laat zich niet zien.
In de avond wandelen D., E. en ik langs de Maas in Arcen. Het water stroomt naar Noord, maar lijkt naar Zuid te gaan. Altijd is mijn windrichtingsgevoel verkeerd. Eerder zag ik op een kaart Duitsland als in spiegelbeeld en nu zegt mijn gevoel dat Maastricht daar dus in het Noorden is. Een veerpont gaat op en neer, deze richting is duidelijk. Daarna passeren we de brouwerij van Hertog Jan, er tegenover is een café-restaurant. Boven de weg is een pijpleiding van de brouwerij naar het café. “Hier stroomt Hertog Jan bier” staat erop. Dat is tenminste duidelijke taal. Helder welke richting het op stroomt. We wandelen over dezelfde weg terug, anders zou ik toch weer verkeerd lopen. Zoals het ook zo moeilijk was in Arcen bij de Maas te komen, door woonwijken en straten, terwijl het voor een man met richtingsgevoel één straat de andere kant op is.
‘s Avonds gezellig in het huis, een glaasje Hugo of voor de gevorderden stroomt een Duitse Dornfelder; vlierbessenwijn en rode wijn dus, want hier op het park ken ik ondertussen de weg en zal ik moeiteloos thuis geraken.
Zondag 7 juni 2015
Voor de zondag hebben we een plaatsje in Duitsland als bestemming gekozen. Geldern, daar is een Lidl en een Aldi, favoriete winkels ook al zijn die op zondag gesloten. Toch is er een aantrekkingskracht om er heen te gaan. Volgens de GPS en kaart op de smartphone gaat het zandpad naast het park, waar de Polen op en af rijden, precies die richting op. Proberen? Oké, nu met drie auto’s volgen we elkaar op het stoffige kuilenpad. We rijden langs het aangrenzende park met vakantiehuizen en het uitzendbureau, daarna gaat het zandpad dieper het bos in. Hier wordt het smaller en nu is het er meer geschikt om te mountainbiken. Draaien gaat niet, dus drie auto’s gaan achteruit terug naar een uitwijkplek om te keren. Vreemde snuiters! Voor later weer een mooi verhaal voor bij het haardvuur. We nemen een andere weg die de grens volgt, maar waar de Duitse plaatsnamen zelden aangegeven staan. Dus even zoeken en met drieën keren waarbij de plaatselijke bewoners zich afvragen wat we aan het doen zijn. Geldern is een gemoedelijk dorp waar de zondagsrust aan de orde is. Een oude statige kerk met klokken die nog als vroeger klinken, een stevig geluid uit degelijk metaal. Aan een groot plein zitten mensen op terras. Een waterval brengt beweging in de kunstmatig zeer fraai aangelegde beek dat over het marktplein tussen de terrassen een geruststellend verloop aanneemt. Het is heerlijk zonnig weer. Wat boffen we vaak als we op vakantie zijn. De foto’s zijn veelal overbelicht, zodat de bronzen beelden niet goed tot zijn recht komen. Prachtig beeldhouwkunst open en bloot op straat. Daarna zoeken we een plekje uit, enkele kilometers naar het noorden omdat er een burcht is en het er landelijk uitziet op de kaart. Het is een groot golfterrein en de burcht is niet toegankelijk. Er is een restaurant dat bij de golf hoort. Stiekem, onder het voorwendsel om lid van de club te worden als ze ons iets vragen of wegsturen, gaan we toch kijken. Toch weer spannend en avontuurlijk dit eeuwenoud gebouw met mystieke torens en gangen te aanschouwen. Terug bij een vijver probeer ik een libelle en een dubbeldekker libelle of zoiets op de plaat te vangen. Daarna rijden we terug naar Arcen om daar nog even rond te kijken. Onderweg raken we door een rood stoplicht een auto kwijt. Daarom sms’en we elkaar om naar dezelfde parkeerplaats als de dag ervoor te rijden, het enige gemeenschappelijke punt daar van de zoekgeraakte auto en ik die het ook weet. In Arcen rijd ik door woonwijken waar ik nog niet geweest ben, verwissel noord met zuid en kom toch bij de overvolle parkeerplaats waar we elkaar weer vinden. Gezellig aan het water met de boten, beweging van een stroom met mensen. Water en zon, wat wil een mens nog meer? Een ijsje, naar het park, huisje poetsen en naar huis, gelukkig niet al te ver rijden. Het weekend is weer voorbij.
In Kevelaer zijn we eerder geweest, oktober 2014: