Weekend Kijkduin
23-06-2017 vrijdag
Onze vakantiebestemming ligt achter de duinen vlakbij Den Haag in Kijkduin. We verblijven het weekend in een huisje op het vakantiepark van Roompot. Een gezellig gezinsuitje met ons vieren. Op weg naar Den Haag realiseer ik me dat ikzelf nooit over deze weg heb gereden. Toch is de bestemming niet geheel onbekend. Als kind ben ik twee jaar achter elkaar op vakantie in Ockenburg geweest. Op een camping, in een tent met mijn ouders, in 1968 en 1969. Ik was 3 en 4 jaar oud. De exacte locatie weet ik niet meer, maar het kan goed zijn dat het op dit park was. Ockenburg ligt tegen Kijkduin aan. Op het vakantiepark is er nu ook nog een camping gedeelte. Mijn gevoel zegt dat het hier in de buurt is geweest. De duinen en het strand zijn op loopafstand. Aan de foto’s te zien lag de camping toen tegen de duinen aan.
Een paar jaar geleden heb ik hier nog gefietst om het weer eens te bekijken. Toen was ik met de trein en reed ik niet niet zoals nu met mijn navigatie door moderne tunnels en over vierbaans snelwegen.
Na in alle uithoeken geweest te zijn, is dit voor het gezin weer een nieuwe bestemming. Mijn dochter heeft de locatie uitgezocht en het huisje betaald. Hoe toevallig is het dat ik zo’n 48 jaar geleden hier heb rondgelopen? Dat ik hier heb gevoetbald met mijn vader op het strand, dat ik hier met mijn moeder lag in een gegraven kuil, dat ik er met mijn opa en oma voor de tent zat? Niet dat ik me het allemaal daadwerkelijk herinner. Wel dat ik het weet van de foto’s die er zijn, waarvan ik er een aantal heb meegenomen op mijn mobiele telefoon. Ockenburg had mijn vader erbij geschreven. Mijn vader heeft later Ockenburg nog vaak ter sprake gebracht. Hij had er goede herinneringen aan. Fijne vakanties waren het. We waren trots op de mooie actiefoto van ons tweeën voetballend op het strand. 1969, alweer vakantie in Ockenburg, stond er als titel bij de foto’s. Anders had ik het niet meer geweten.
Het is niet al te ver rijden, een mooie afstand van 140 km. Minder ver dan Zeeland, de Eifel of de Ardennen waar we weekendjes verbleven. Verder dan Zuid-Limburg, Arcen of Weerterbergen in Noord-Limburg waar we ook kwamen. Het blijft leuk om telkens een nieuwe streek te ontdekken of voor mij stiekem te herontdekken.
De reis verloopt uitstekend. De navigatie zit nu op de voorruit zodat ik op het schermpje mee kan kijken. Voorheen lag ie in een bakje onderin en hoorde ik alleen de stem. Ik moet zeggen met beeld erbij is het veel beter te begrijpen en dan ook een echt hulpmiddel. Ik zie nu ook dat ik minder hard rijd dan de kilometerteller van mijn auto aangeeft. Het laatste deel gaat door Den Haag en dan zijn we er. Bij de duinen stappen we uit, want het duurt nog twee uur voordat we om drie uur het huis in kunnen.
Eerst naar het strand. Begin mei gingen we naar Spanje en sindsdien is het alleen nog maar mooi weer geweest. De laatste week is het zelfs tropisch warm. Juni is dit jaar een van de warmste junimaanden sinds het begin van de metingen. Opvallend is ook de droogte, er is nauwelijks een druppel gevallen. Gisteren was er een ferme brand in de Deurnese Peel. Een paar dagen terug een enorme brand in Portugal met vele doden. Ook in deze dagen een flat in Londen geheel in de fik, 80 doden. Een flat vlakbij huis is ook pas afgebrand. De wereld staat in brand. Veel hitte dus afgelopen tijd. Gisteren was het 36° C en vandaag is het koel. Nog geen twintig graden en windkracht 5. Het voelt koud en ik heb niet eens een lange broek bij.
Het is heerlijk aan zee, flinke wind, af en toe trekt het wolkendek open en komt de zon er doorheen. Met mijn fototoestel kom ik in die spaarzame momenten dat ik geheel een ben met de natuur. Het volgen van een zeemeeuw, hoe hij opstijgt in de wind. Of langs de waterlijn, hoe ik een andere meeuw in het vizier houd om af te drukken als de opkomende zee een mooie achtergrond geeft. Zelfs een lelijke zwarte kraai die over het strand loopt en niet recht overeind kan blijven door de sterke wind en zo met gefomfraaide nek door het zand zwoegt, wordt een mooi object om in mijn spirituele gemoedstoestand vast te leggen. Overigens het woord gefomfraaid had ik nooit gebruikt als het vandaag niet ter sprake was gekomen. De vraag was: hoeveel r’en zitten er in gef(r)omf(r)aaid. Ik dacht één, fout dus. Het is gefomfaaid. Wat een raar woord trouwens, nooit over nagedacht. Gefomfaaid? Nee toch niet goed. Het is verfomfaaien, verfomfaaid dus, toch één r, dus toch goed.
Daarna rijden we het laatste stuk, nu zonder navigatie. Het park is slechts 200 meter verder. Inchecken gaat makkelijk. Het kaartje hebben we thuisgestuurd gekregen. Bij de poort worden we welkom geheten. ‘Even kijken waar jullie huisje gelegen is’, zegt de jongedame. ‘Hier’, zegt Inge. ‘Zij weet alles al’, zeg ik.
De deur wil maar niet open gaan met de kaart en dan ineens werkt het wel. Een boterham, een kop koffie en we gaan een stuk wandelen. Eerst over het park, het camping gedeelte. Het lijkt wel of ik hier eerder ben geweest. Maar het is net zoiets als met geloof: je weet het niet zeker.
Daarna lopen we een flink eind in de richting van Hoek van Holland waar de fabriekspijpen zichtbaar zijn. Een jaar of tien geleden - precies weet ik niet want ik kan dat uitstapje niet meer in een foto, agenda of notitie terugvinden - ben ik met de trein naar Hoek van Holland gegaan en heb langs het strand gelopen, via Kijkduin naar Scheveningen en toen ook nog naar Den Haag, waar muziek van Parkpop met Anouk of Ilse Delange (dat weet ik niet meer) bezig was. Ik had zeker 25 km gelopen. De zee was woest op dit stuk bij Kijkduin, dat weet ik nog. Nu zijn ze er volop aan het kitesurfen. Ik heb bewondering voor deze mensen. Echte atleten, sterke en lenige mannen en vrouwen die behendig over de golven manoeuvreren, door de lucht vliegen en weer landen. Een hoop kitesurfers bijeen zonder zo lijkt het een gevaar te zijn voor een ander. Gesmeerd loopt het vlot langs elkaar heen.
Verderop staat een grote mast, die stond er nog niet op mijn wandeling destijds. We wanen ons nu in de Sahara, niet vanwege de hitte, maar om de zandstorm. Hier is zand uit de zee gehaald en nieuw land gemaakt. De toren dient de wetenschapper. Met camera’s wordt de ontwikkeling bestudeerd. Het strand dat evolueert wordt vastgelegd. Zo probeer ik de evolutie in 48 jaar te achterhalen. De oude foto’s op mijn telefoon, waar zijn die destijds genomen? Bij de mast maakt ik artistieke schaduwfoto’s van verwaaide met zand besmeurde haren. Op de terugweg langs het fietspad zien we een vos lopen.
Op het park halen we een grote emmer friet met kroketten en frikandellen. ‘s Avonds nog een wandeling met Eric langs het strand, waar het zand als glas op de huid snijdt door de harde wind. Na tienen zijn we terug. Snel neem ik een douche, want mijn lange haren zitten vol met zand.
Ik wilde gaan schrijven, maar had nog geen rust. Inspiratie om te schrijven had ik niet. Het wilde niet vlotten. De vrouwen waren erg moe. Eric was verbrand terwijl de zon zich de meeste tijd verscholen had gehouden. Ze gingen allen naar bed. Er klonk nog rumoer en ik kon geen zin verzinnen. Ineens was daar het eerste woord, de eerste zin en zo zijn de vorige bladzijden geschreven. De eerste langzaam en bedachtzaam, de volgende snel en vanzelf.
Dit was dag één, de vrijdag!
Zaterdag, 24-06-2017
Het eerste op en alleen eerst een stevige ochtendwandeling. Mijn conditie is nog opperbest. Een groep hardlopers beweegt zich net iets sneller dan ik over het pad tussen de duinen. Lag de camping vroeger hier niet tegen de duinen aan met uitzicht op zee?
Dan met de auto naar Den Haag. De kinderen willen het Binnenhof zien. We vinden een gratis parkeerplaats bij de Karwei en hebben nog zo’n twee à drie kilometer te wandelen. Vlakbij het Binnenhof staan grote betonnen blokken op straat. Er zijn veel politieagenten, dranghekken. Het blijkt veteranendag te zijn. Honderden militairen komen voorbij, muziekkorpsen, helikopters, vliegtuigen en straaljagers komen over. Koning Willem-Alexander komt voorbij. Een leuke toevalligheid. Daarna kunnen we het Binnenhof op.
Teruglopen, naar het park en de volgende wandeling is in aantocht. Langs de zee richting het dorp Kijkduin. De zon is er vandaag niet, de wind wel. Het is een beetje koud, maar wel droog.
Het is alweer zes uur geweest en we besluiten hier nogmaals een frietje te eten. Hier, op de boulevard met uitzicht op zee is een kraam waar ze ook vis verkopen. Ik neem lekker een grote bak kibbeling. Een beetje duur, 8,50 euro voor een rijk gevulde bak. Mijn portie is eerder klaar dan de friet en ik ga vast op de lange bank zitten. Bij mijn eerste hap komt er een groep vechtende zeemeeuwen op mij af. Voordat ik er erg in heb, wordt er al ruw in mijn bakje gepikt. Snel sta ik op, maar ⅓ van mijn portie is al op de grond gevallen en verorberd. Boos lopen we richting landzijde, diep verontwaardigd van het leed dat mij is aangedaan. Een klein hapje heb ik slechts gehad. Denkend rustig verder te kunnen eten, wordt de bak plotsklaps uit mijn handen gepikt. Alles valt op de grond. Een seconde later is het geheel opgeruimd door de zwerm krijsende zeemeeuwen. Vuile roofvogels met hun kromme snavels. Wat ben ik boos, aangedaan. Mijn goede humeur is weg. Ik hoef geen frietjes van een ander die me vriendelijk aangeboden worden. Ik wil geen nieuwe portie bestellen. Waar zou ik die op moeten eten? We gaan terug naar het park. Ik neem daar een frietje en een kroket. Het smaakt ook al niet.
Zondag, 25-06-2017
We slapen goed op het vele wandelen en de gezonde zeelucht. Ik hoor in de nacht niet dat het geregend heeft en dat de buren luidruchtig thuis kwamen van een nacht stappen. Om acht uur begin ik pas weer geluiden te registreren.
Ontbijten en een ochtendwandeling, het zou een ritueel worden als ik hier bleef wonen. Een uur door de duinen en over het strand. Het zal me nooit vervelen. De wind, de gezonde zeelucht. Mijn voeten en benen dragen me hier gemakkelijk. Hier krijg ik niet gemakkelijk pijnlijke gewrichten.
Even later zijn we met vieren weer op pad; met de auto naar Scheveningen. Vanaf het strand in Kijkduin zie je de pier al liggen. We zetten toch de navigatie maar aan. Toch weer handig met de vele stoplichten. Je ziet van tevoren hoe de route gaat verlopen. Gratis parkeren zit er hier niet in of je moet een heel eind lopen. Vanzelf komen we langs de duinen uit op een grote parkeerplaats met een slagboom.
We wandelen langs de strandtenten naar het begin van de boulevard bij de pier. De pier van Scheveningen, fijn dat hij de crisis heeft overleefd. Het is aangenaam er te lopen. Een tijd is de pier dicht geweest en was het onzeker of het nog een toekomst had. Nu is er weer volop bezigheid met toeristen en dagjesmensen die de winkels en terrassen bezoeken. Het is ook een mooi bouwwerk en fijn die hoogte in te gaan en boven de zee te lopen. Het reuzenrad is mooi voor een compleet plaatje. De toren met rondgang op het uiteinde waar een hijskraan ronddraait, is de plaats voor de waaghalzen. Je kan er bungeejumpen. Dat zien we ook gebeuren. Je kan er ook aan een kabel abseilen, een katrol aan de lange kabel naar de kust, met tweeën langs elkaar, zwevend in de lucht. Dat zien we ook gebeuren. Er zijn mensen die er behoefte aan hebben het op een to-do lijstje te zetten. Ik heb andere taken en beweeg me liever horizontaal op de grond.
We wandelen verder langs de boulevard. Er is countrymuziek, groepen dansende mensen met cowboyhoeden en verkleed op Amerikaanse wijze. Ondanks het niet geweldige weer is het druk en gezellig. De terrassen zijn vrijwel leeg, want het begint te miezeren. Redelijk nat gaan we terug naar de auto. Betalen bij de automaat lukt meteen, 6,90 euro. Het is druk op de parkeerplaats. Er zijn meer mensen die weggaan nu het regent. Geen pretje om hier met de auto te komen. Ik prefereer het openbaar vervoer om bij de kust te komen. Zeker bij drukke badplaatsen. Dat betreft een geluk dat het niet zonnig warm is.
Terug naar het huisje. Rest er nog een beetje eten, koffie drinken, het huisje poetsen waar ik voor vrijgesteld ben. Ik ben namelijk ondertussen dit aan het opschrijven, voordat ik dadelijk achter het stuur ga zitten. Schrijven en rijden, dat zijn mijn taken. Dat doet hier niemand anders.
27-06-2017, dinsdag
Nawoord
Bij elk uitje maak ik veel foto’s. Deze keer zijn het opvallend veel vogels. Het was alsof ik ze naar me toetrok. Voor de mensen was het te koud om op het strand te liggen. Het was perfect wandelweer met een heerlijke stevige wind. Het strand leeg, maar op het water was er drukke bezigheid. De sterke wind was ideaal voor de kitesurfers. Met grote snelheden zoefden ze op en neer en sprongen soms tientallen meters door de lucht. Het leek wel of ze wilden vliegen als vogels. De wind, het was een weekend voor de vogels. Als ik langs de kustlijn liep, stond er wel weer een kraai of een zeemeeuw te poseren.
Vanzelf was er de aantrekkingskracht met de lens. Ik wachtte tot ze opstegen en probeerde ze in de vlucht op beeld te krijgen. Rare, lelijke zwarte vogels verschenen voor mijn camera. Ze waren ook niet bang en vlogen niet zo snel weg dan andere keren. Ze waren brutaal. De vogels namen de stranden over. De mens werd weggedreven.
Bij een viskraam probeerde ik meerdere vliegende zeemeeuwen op één plaatje te krijgen. Daar waar mensen zaten te eten loerden ze om de restjes vis te pakken te krijgen.
In Kijkduin wandelde ik langs de winkels. Binnen in de restaurants was het druk. Het was etenstijd. Ik kreeg honger. Mijn aandacht voor de vogels verdween. Ik kreeg zin in vis. Bij de viskraam bestelde ik een grote portie kibbeling voor 8,50 euro. Als dank dat ik zulke mooie foto’s had mogen maken, voerde ik de zeemeeuwen heerlijk gebakken vis.
Foto Har: De vogels van Kijkduin
“Birk” van Jaap Robben, dat schoot door zijn hoofd toen hij aan het hardlopen was. Een uitstekend geschreven boek dat zich afspeelt op een afgelegen eiland in zee, waar nog maar een paar mensen wonen en waar zeemeeuwen een belangrijke rol in hebben.
De associatie is ontstaan na een weekendje weg in Kijkduin aan zee. Bij een uitje maakt Foto Har altijd veel foto’s. Deze keer zijn het opvallend veel vogels; het is alsof hij ze naar zich toetrekt, dat er dit weekend ineens een aparte aantrekkingskracht is.
Na een hittegolf is het ineens een stuk frisser geworden. Voor de mensen is het te koud om op het strand te gaan liggen. Het is wel heerlijk wandelweer met een stevige wind. Het strand mag dan leeg zijn, op zee is er drukke bezigheid. De sterke wind is ideaal voor de kitesurfers. Met grote snelheden suizen ze op en neer over de golven. Sommige atleten springen soms tientallen meters door de lucht. Het lijkt wel alsof ze willen vliegen als vogels.
De wind. Het is een ideaal weekend voor de vogels. Als Foto Har langs de kustlijn loopt, staat er wel een kraai of een zeemeeuw in zijn nabijheid te poseren. Vanzelf is er de aantrekkingskracht met de lens. Hij schiet er op los, wacht tot ze opstijgen en probeert ze in de vlucht op beeld te krijgen. Rare, lelijke, zwarte vogels verschijnen voor zijn camera. Ze zijn niet bang en vliegen niet zo snel weg als anders. Soms kunnen ze niet stil blijven staan vanwege de stormachtige wind.
Ze zijn brutaal. De vogels nemen de stranden over. De mens wordt weggedreven. Bij een viskraam probeert Har meerdere vliegende zeemeeuwen samen op de foto te krijgen. Daar waar mensen zitten te eten, loeren ze om de restjes vis te pakken kunnen krijgen.
In Kijkduin wandelt hij langs de winkels. Binnen in de restaurants is het druk. En veilig, al beseft hij dat nog niet. Het is etenstijd en hij heeft honger. Zijn aandacht voor de vogels is verdwenen. Har heeft zin in vis.
Bij de viskraam bestelt hij een grote portie kibbeling voor 8,50 euro. Op een lange bank is er een mooi uitzicht over zee. Al bij de eerste hap komt er een groep vechtende zeemeeuwen op hem af. Voordat hij er erg in heeft, wordt er ruw in zijn bak gepikt. Snel slaat hij op de vlucht. Een derde deel van zijn portie is op de grond gevallen en reeds verorberd. Boos loopt hij met het restant richting landzijde, zijn arm gebogen boven zijn eten, diep verontwaardigd over het leed dat hem is aangedaan. Een klein hapje heeft hij slechts gehad. Iets gekalmeerd, denkend rustig verder te kunnen eten, wordt de hele bak plotsklaps uit zijn handen gepikt. Vleugels raken zijn gezicht. Alles valt op de grond. Een seconde later is het geheel opgeruimd door de zwerm krijsende zeemeeuwen. ‘Vuile roofvogels met jullie kromme snavels!’, snauwt hij. Gewond is hij niet. Har is boos, aangedaan, heel erg boos. Zijn goede humeur is weg. Een ander biedt hem een nieuwe portie aan. Hij weigert nukkig. Waar zou hij dat op kunnen eten?
Bij het zien van de foto’s gaat Foto Har het weer positief bekijken en denkt:.
“Als dank voor het poseren en dat ik zulke mooie foto’s mag maken, voer ik zeemeeuwen, voor nog geen tientje, heerlijk gebakken vis.”