Effeweg 11 dagen bus
Vertrekdatum: 21-07-2017
Vrijdag 21-07-2017
Heenreis, opstapplaats Breda, boot Calais-Dover, hotel omgeving Londen.
Een lange reis voor de boeg, niet zo zeer qua afstand maar wel qua tijd. Het vertrek vanaf opstapplaats Prinsenbeek bij Breda is om elf uur. We zijn een uur te vroeg, je weet maar nooit of je in een file komt te staan. Het is tenslotte vakantie-uittocht! En toch wel cruciaal van belang om met de auto op tijd bij de bus te zijn, anders valt heel de vakantie in duigen. Als je dan de bus instapt met je paspoort in de handbagage, dan komt alles goed en kan de vakantie zonder zorgen beginnen. Zonder paspoort kom je Engeland niet in. Via Engeland gaan we naar Ierland.
We zetten koers naar Calais voor de eerste bootovertocht van onze reis. Twee zeeën zullen we moeten oversteken om het groene eiland te bereiken. Het is druk op de weg. In Antwerpen staan we al in de file en verderop nogmaals. De verplichte busstop duurt tien minuten. Het is hoogst onzeker of we de geplande boot van 16:00 uur halen. De te verwachten lange wachttijd door strenge controles maakt het op tijd zijn hoogst onzeker. We duimen met z’n allen zodat we vanavond niet héél laat in het hotel ten noorden van Londen zullen aankomen. Het helpt, want we zijn net op tijd, op het nippertje omdat de boot 10 minuten vertraging heeft, anders waren we te laat.
Zó snel de veerboot op en wegvaren om het kanaal over te steken, deden we nog nooit. Het is een mooie zonnige dag. De lucht helder zodat Engeland al zichtbaar is bij de afvaart. De wind sterk wat de vaart in de reis lijkt te versnellen. Het op dek zitten is inmiddels routine geworden. Ik berg mijn fototoestel tijdig op om niet voor de zoveelste keer veel bootfoto’s te maken, zoals op voorgaande overtochten naar Engeland. Toch haal ik hem nog een keer uit mijn tas als we de haven van Dover met de witte krijtrotsen binnenvaren.
Het hotel is ten noorden van Londen in Milton Keynes: Holiday Inn.
Overtocht Calais - Dover met de krijtrotsen van Dover
Zaterdag 22-07-2017
Door Engeland en Wales, Holyhead overtocht naar Dublin, hotel in Dundalk ten noorden van Dublin vlakbij de Noord-Ierse grens.
Wederom een lange reisdag, dus vroeg op. Om zes uur is het ontbijt, een uur later het vertrek. Het is ook een werkvakantie aldus de chauffeur Lucas, geen luie vakantie!
We rijden noordwaarts langs grote steden als Coventry en Birmingham, na Londen de grootste stad van Engeland, industriesteden vooral door de metaalwinning. Gestaag rijden we door het landschap dat steeds meer heuvelachtiger wordt.
We passeren de grens van Wales. De heuvels worden hoger, meer schapen staan er in de groene weilanden. De snelheid gaat omlaag, want een snelweg is er niet hier. Stoom- en dieseltreinen zijn vooral voor de toerist nog in gebruik. Op de tweebaansweg is haast geen verkeer meer. Granieten rotsen en de verre uitzichten brengen ons terug naar oude tijden. In 2005 brachten we een vakantie door in Wales. Nu rijden we naar Betws-Y-Coed waar we toen op de camping waren. De bergen van Snowdonia in het zicht. We stoppen onderweg zelfs in Betws-Y-Coed. Nog geen 500 meter verder stond de tent.
Zeer mooi berglandschap trekt aan ons voorbij op weg naar Holyhead, waar de overtocht van 3 ½ uur begint naar Ierland.
De boot van Stena Line is zeer groot en vaart langzaam. Toch is er geen zitplaats te vinden als we vanaf het dek naar binnen gaan. Vette etensluchten en hangende mensen is het sfeerbeeld. Af en toe gaan we naar het dek om in de kou een frisse lucht te scheppen.
De aankomst is in de haven van Dublin. De aanblik is als die van Rotterdam. Containers en containers, hijskranen en takels. Rokende schoorsteenpijpen en vrachtwagens. Een stinkend ontvangst. We zijn in Ierland. Een paspoort is niet nodig om te controleren, vinden de douaniers vandaag.
We rijden naar Dundalk, 80 km ten noorden van Dublin voor de overnachting in Crown Plaza Dundalk. Het miezert en we zien voornamelijk groene heggen langs de snelweg. Eén nacht blijven we in het torenhoge hotel.
Onderweg in Wales
Overtocht Wales-Ierland, van Holyhead naar Dublin
Zondag 23 juli 2017
Dublin, rivier Liffey, stadstour. Merrion square, Dublin castle, St. Patrick’s Cathedral.
In de middag naar Nenagh hotel, Abbey Court Hotel, Nenagh co Tipperary. (2 nachten)
Het ontbijt is op de 13e verdieping. Daarna is de reis terug naar Dublin voor de citytour van vandaag. Vijf mensen zijn ziek geweest vannacht. Ze hebben allemaal zalm gegeten, ik ook, maar ik heb niets gemerkt.
Het miezert, het is mistig en Ierse muziek klinkt in de bus. We zijn met 47 mensen en één buschauffeur, Lucas. Op een facebookpagina plaatst hij zijn foto’s: Lucky Luuk on Tour.
In Dublin pikken we de gids op voor de stadstour. Paul, een Ier die goed Nederlands spreekt en goedgehumeurd is.
De eerste stop is bij St. Patrick's Kathedraal en bijbehorend park. De buitenwijken van Dublin zijn groen. Lange lanen langs ambassades, presidentiële gebouwen en sportvelden.
We stoppen voor een pauze bij mooie tuinen en een landelijk park met oude bomen. Inspiratie voor een mooie foto heb ik nog niet. Het enige wat ik kan verzinnen is er een te maken van het grasveld en de bomen om het “groen” te benadrukken.
De stad Dublin is wat rommelig. We hebben nu vrije tijd en een stadskaart. De hoofd- en uitgaansstraten zijn gezellig. Daarbuiten zijn de straten algauw smerig met veel afval en rommel. De huizen zijn slecht onderhouden. Bij een grotere weg sta je lang voor het stoplicht te wachten om over te steken. Het is uitkijken, men rijdt links. Het verkeer komt van rechts en rijdt hard. Fietsers rijden soms weer rechts of tegen het verkeer in.
We lopen naar de Guinness brouwerijen. De weg ernaartoe is saai en als we er zijn, hebben we ook geen zin en tijd voor een entree.
Dus terug. Een zeer jonge band, tieners vertolken U2 bijzonder goed. U2 zelf heeft gisteren hier in Dublin opgetreden wegens een 30-jarig jubileum.
We hebben nog een kwartiertje over om het museum National Gallery te bezoeken dat gratis entree heeft. Hebben we toch nog een klein schilderij van Rembrandt gezien.
De zon schijnt op weg naar Nenagh. Verre uitzichten, bergen in de verte. Het hotel lijkt een oude abdij te zijn, gerestaureerd, uit de 17e eeuw met torens en een secret garden, waar beelden en zuilen staan. Een bijzonder verblijf in Nenagh, waar we twee nachten slapen. Het hotel blijkt echter in 1997 gebouwd te zijn, lijkend op een oude abdij. De abdij staat iets verderop, zien we in de avond op onze wandeling door Nenagh. Het is nu een ruïne. Delen van de inhoud staan nu in het hotel, vermoed ik.
Het is leuk om nog eens door Nenagh te lopen. Er staat nog een oude ronde toren en een grote kerk en nog een kerk er vlakbij. Een vrouw wandelt voorbij en slaat een kruisje. In Dublin zagen we een fietser die dat ook deed toen hij een kerk voorbij fietste. Ze zijn nog zeer katholiek hier. De tijd is niet zo snel vooruit gegaan in de binnenlanden van Ierland, het eiland op de grens van West-Europa.
Dublin Sightseeing bus Dublin Guinness brouwerij
Dublin St. Patrick's kathedraal. Nenagh Abbey Court Hotel en onder de oude abdij
Maandag 24 juli 2017
Bij Limerick Bunratty Castle en Folk Park (openluchtmuseum). Nationaal park Burren (Boireann). Cliffs of Moher.
In Ierland regent het altijd is een welbekende uitdrukking. Nou dat valt nogal mee. De buien van de Atlantische oceaan komen hier weliswaar als eerste binnen, maar met de bergen en wind zijn ze ook zo weer verdwenen, als je tenminste geen pech hebt. Vandaag schijnt de zon en wordt het 23°.
We rijden naar Bunratty Castle in de buurt van Limerick, de 3e grootste stad van Ierland, de naam bekend van de versjes, een dichtvorm bestaande uit vijf regels. Limerick is een universiteitsstad gelegen aan de langste rivier van Ierland, de Shannon. Vikingen zijn over de Shannon naar Limerick gevaren.
Langs de snelweg zijn velden waar ze turf aan het steken zijn. De huizen staan ver uit elkaar, allen met een schoorsteen. Ze stoken hier dan ook nog turf, maar ook hout en steenkool zijn nog gangbare brandstoffen.
Bunratty Castle is een interessant kasteel. Door mensen in traditioneel kledij worden we rondgeleid. Veel oude rijkdommen, antieke kunst en sporen van het kasteelleven zijn er te zien. Via nauwe wenteltrappen bereiken we de ingerichte kamers en torens. De entree is 13,50 euro voor de Bunratty Castle en daar hoort ook het Folk Park bij. Daar is het leven te zien van vroeger. Boerderijen met rieten daken die ingericht zijn zoals het een paar eeuwen geleden was. Een dorpsstraat van een iets recenter verleden, 19e of begin 20e eeuw met een school en ambachtelijke winkels. Muzikanten spelen op harp en niet bij naam te noemen snaarinstrumenten. Troubadours die weer vlam en vuur in de ziel brachten, als ze in een oorlog weer de strijd aan moesten gaan en moed nodig hadden. In de huizen wordt turf gestookt. Het ruikt lekker.
Ergens in de Burren gaat bijna iedereen lunchen (behalve vier mensen, waaronder wij) in een restaurant. Dat wordt een beetje teveel, is onze gedachte. We eten een broodje op een heel mooi plekje. Er is een oude Keltische bron op een bovennatuurlijke plaats. Dit is veel beter dan binnen eten. Het is heerlijk weer.
Om bij de nabijgelegen kathedraal te komen, moet je eerst over een paar graven stappen. Grijze stenen en supergroen gras, dat is wel het beeld van deze omgeving. Wat oud is, blijft bewaard. Keltische kruizen, een sarcofaag met het geraamte van een mens in steen is zichtbaar.
De lunch is voorbij en we rijden verder naar het westen door de Burren. Het landschap wordt kaler en meer stenen liggen tussen het immer blijvend groen. Het lijkt op de Dartmoor in Engeland. Ook de wegen zijn Engels, smal met hoge hagen. In de bus kunnen we er mooi overheen kijken. Dat geldt niet voor personenwagens met vaak toeristen, veelal Amerikanen niet gewend aan het stuur rechts van hun huurwagen, de grootste auto want dat zijn ze gewend, in paniek rakend van de bus als tegenligger, de berm in of achteruitrijden zijn de opties. De buschauffeur vermaakt zich opperbest.
Er is een korte stop met het eerste mooie uitzicht op zee, nog op verre afstand en een langere stop bij een groot gebied met grijze kalkstenen, karst en een dolmen.
Dan gaan we naar de volgende attractie: de cliffs van Moher, die 200 meter boven de Atlantische Oceaan uitsteken. Bijna daar waarschuwt een chauffeur van een tegenliggende bus dat er een ongeluk is gebeurd en we er niet door kunnen, maar de kliffen zijn wel bereikbaar. Een cliffhanger noemt iemand het.
De Cliffs of Moher is een toeristen aangelegenheid. Parkeerplaats en entree om de kust te zien. Honderden mensen lopen langs de wandelpaden op zoek naar het beste plekje om de rij met kliffen het mooist in beeld te krijgen. Waarschijnlijk zullen de vele foto’s tegenvallen en op elkaar lijken. Het werkelijk zicht in het nu is inderdaad zeer fraai op deze mooie warme dag.
Bunratty castle
Burren
Burren
Cliffs of Moher
Dinsdag 25 juli 2017
Vertrek zuid-west, bergen van graafschap Kerry, schiereiland Dingle en gelijknamig vissersplaatsje, hotel bij oostkant Killarney, Brandon Hotel in Tralee (2 nachten).
We verlaten Nenagh en rijden richting Tralee waar we de twee komende nachten zullen verblijven. De richting is naar het zuid-westen, ten zuiden van het gebied waar we gisteren waren. Geregeld zijn er pauzemomenten op deze reis om even rond te lopen, een toilet te bezoeken, te winkelen of te fotograferen.
Eerst stoppen we in Adare, een Engels uitziend plaatsje met gekleurde cottage huizen met rieten daken en lieflijke voortuinen. Een middeleeuwse kathedraalachtige abdij kan natuurlijk niet ontbreken.
Daarna komen we door Tralee langs ons hotel, maar voor inchecken is het nog veel te vroeg. De reis van vandaag begint nu pas echt op gang te komen. De bestemming is het schiereiland Dingle met het gelijknamige stadje Dingle. Het ligt in het graafschap Kerry, waar aan de westkust een bergketen is met de hoogste berg van Ierland (1038 m).
De dag begon zonnig, maar nu begint het rond de bergflanken in de verte mistig te worden. De wegen worden smaller. De bussen rijden de ene dag op het schiereiland met de klok mee en de andere dag tegen de klok in. Een onderlinge afspraak om elkaar niet als tegenligger te treffen. Op deze smalle wegen kunnen ze elkaar nauwelijks of niet passeren en rijden daarom allemaal in dezelfde richting.
Dingle is een vissersplaatsje. Een groot deel van de groep gaat een boottocht doen, die vanuit de haven de zee opgaat. Er is hier een dolfijn Fungie die de harten van de mens veroverd heeft. Elk jaar keert Fungie terug naar Dingle en zwemt rond de boten die massaal met toeristen afvaren. Fungie is big business. We hebben deze activiteit niet bijgeboekt en daardoor, in tegenstelling tot degenen die wel meegingen, hebben we Fungie niet in levende lijve gezien. We zullen het later op Youtube moeten opzoeken.
Het stadje waar we door lopen is wel aardig, maar niet bijzonder. Gekleurde huizen, toeristenwinkels en de haven met in de verte de kliffen aan zee. Dat zal wel mooi te zien zijn vanaf de boot. Alhoewel de mist dichter is geworden, het miezert zonder dat men er nat van wordt.
De reis wordt vervolgd, nog meer naar het westen, een rondgang vlak langs de kust. The Wild Atlantic Way. Misschien heb ik het verkeerd begrepen en begint hier de niet op papier of borden staande busregeling van om de dag. Een tegenliggende bus komt namelijk van de andere kant en waarschuwt onze buschauffeur dat de route gestremd is door twee tegenliggende bussen. Dat krijg je met onduidelijke afspraken. We wagen het erop. Er is niet heel veel verkeer en personenwagens kunnen nauwelijks de bus passeren. De mist is nu heel dik. We rijden hoog boven de zee, het ravijn is onder ons raam. Soms kunnen we tussen een mistflard een golfje van de zee zien. Deze route heeft een fantastisch uitzicht, maar vandaag even niet. Ook dit zullen we op Youtube moeten opzoeken. Als we afdalen lost de mist een beetje op en kunnen we de locatie zien waar de laatste Star Wars film is opgenomen. Ook deze film zal ik nog moeten opzoeken.
Terug naar Tralee, naar het hotel, naar het eten. Deze keer een grote eetzaal met veel andere gasten allemaal zittend aan ronde tafels met elk ongeveer 10 mensen. De ronde tafels zijn inmiddels vertrouwd. Er wordt gegeten met veel borden en heel veel bestek, meestal wel drie messen, drie vorken en nog meer lepels. Aan de ronde tafel zie je niet meer waar de ene plaats begint en de andere eindigt. Een klein bord met een broodje: is die van jouw of van mij? Blijf van mijn mes af! Een hoop wapengekletter.
Dan het eten in Ierland. Vooraf meestal soep, de kans is groot dat er wortels in zitten. Vandaag hebben we een salade. Bij de hoofdmaaltijd is er de keus tussen vlees en vis. Deze krijg je op een groot bord met saus en meestal aardappelpuree. Een schaal met kleine aardappelen in de schil en een schaal met groente, soms broccoli, bloemkool of raap, maar altijd wortel erbij. Elke dag nog hebben we aardappelen en wortelen gehad. Wat zullen we straks goede ogen hebben. Hier eet men nog als in Nederland vorige eeuw: aardappelen, vlees en groenten. Het enige verschil is dat de groente in Ierland oranje is. Achteraf krijgen we een lekker toetje en nog koffie wat in de meeste landen ook niet geval is.
En in Ierland moet je natuurlijk ook een keer een Guinness proeven. Vroeger heb ik er één gedronken in de Ierse Pub. Toen vond ik het vies. Nu begin ik het lekker te vinden in het hol van de leeuw. Het drankje is zwart als roet. Als je het in het licht bekijkt zie je dat het heel donkerrood is tegen het zwart aan. Het smaakt zacht, zoet en bitter tegelijk. Vanavond had ik een gewoon biertje, maar dat smaakte toch een beetje flauw.
In de avond regent het en doen we nog een wandeling om onze speciaal voor Ierland gekochte regenjassen te testen.
Fotograferen op het schiereiland Dingle
Boottocht om de dolfijn Fungie te zien in de haven van Dingle
Woensdag 26 juli 2017
Excursie Killarney, Ross Castle, meer Lough Leane rondvaart, nationaal park The Traditional Way jaunting cars paard en wagen. Muckross House. Celtic Steps dance.
Het is een half uur rijden naar Killarney. Een bijzondere plaats, want mijn vader is hier in 1976 geweest, toen hij met een stel vrienden ging vissen; ik vermoed ook op het meer waar wij een rondvaart hebben. Ik heb thuis nog een ansichtkaart ervan uit Killarney. Ze zullen ook op zee gevist hebben, want ik herinner me dat ze haaien hadden gevangen. Niets voor hem, want de zuidelijke landen als Griekenland en Spanje waren meer zijn stijl. Toch heb ik nog vaak gehoord hoe geweldig mooi het was.
Dat zien wij ook, als de boot vertrekt over het meer Lough Leane, met een kasteel (Ross Castle) en bergen aan de oevers. Het meer is heel diep, het water heeft een zwarte spookachtige glans, de golven gaan wild als op zee. Ik stel me voor dat Loch Ness er zo uitziet, hier heet het in mijn hoofd Loch Guinness. Op de ansichtkaart stond een afbeelding van de “Jaunting Cars” met op de achtergrond de kathedraal. De kathedraal is een mooi bouwwerk uit 1890. De paarden en wagens van de Jaunting Cars lijken van vóór dat tijdperk. Het is het fenomeen van Killarney. Door het nationaal park bewegen we ons ook op de Traditional Way met de Jaunting Cars in een mooi natuurgebied, waar we edelherten zien. Eerst één. Oh dear. Dan drie herten bij elkaar: oh dear, oh dear, oh dear.
Op het eindpunt staat de bus klaar, de volgende uitstap is een waterval, waar het nogal moeilijk is de bus te parkeren.
Vervolgens een lange tijd bij Muckross House, een groot landhuis en park met grote mooie grasvelden, allerlei boomsoorten en hetzelfde Lough Leane meer waar de paarden en wagens met dat mooie geluid van de wielen langs denderen.
Daarna terug naar het hotel in Tralee waar we al om 18:00 uur eten, omdat we daarna een uitje in alweer Killarney hebben. The Celtic Steps, een Ierse muziekavond met Keltische dans. Een mooie show die zes dagen in de week wordt opgevoerd. Een soort tapdans en elastieke benen. Een zangeres die solo diverse liederen zingt waaronder With Or Without You van U2. Een andere man die alles aan elkaar praat en het publiek uit alle landen welkom heet. Van overal komen ze vandaan. Hij bespeelt ook instrumenten en gaat dan ook dansen. Vlak voor de pauze gaat de Flying Scotsman aan de zijkant van de zaal op een tafel staan. Een spot schijnt op zijn rode haar, het licht in de zaal is uit. De Schot begint dan te tapdansen van langzaam naar snel, tempowisselingen, dan heel energiek en snel op de kleine tafel. Het geluid klikt en klinkt klaar door de zaal. Fenomenaal, wat een uitstraling heeft die man. Na de pauze valt hij het meest op van de mannelijke dansers, vliegend over het podium. Ook de dames kunnen er wat van, in het bijzonder een 16-jarig meisje. Het was een bijzonder geslaagde avond.
Ross Castle met het meer Lough Leane
Killarney, Jaunting Cars
Donderdag 27 juli 2017
Rondrit Ring of Kerry, schiereiland Iveragh in county Kerry, Ladies View, Waterville lagune tussen Lough Currane en Atlantische oceaan. Castlecove met Staigue Fort uit 500 BC en Sneem (bonte huisjes). Springfort Hall Hotel, Twopothouse, Mallow, co Cork (1 nacht)
Vanaf de achterplaats en de nauwe doorgang met slagboom waar de bus nauwelijks door kan, verlaten we het hotel in Tralee.
Vandaag doen de we de ‘Ring of Kerry’ tegen de klok in, een rondrit op het schiereiland Iveragh dan ten zuiden van Dingl ligt. Aan de zuidwestkust steken de schiereilanden als vingers van land uit in de Atlantische Oceaan. Iveragh is een grotere, bergachtige vinger in de county Kerry.
Het regent, maar het waait ook, dat is gunstig, want we hopen niet weer langs de Atlantische kust in de mist te gaan, en te rijden.
In Killarney, de toeristische hoofdstad van Ierland waar altijd iets te doen is, stapt gids Pim in de bus die op deze rondrit uitleg zal geven. Natuurlijk gaat het ook over het weer. Dat we geluk hebben: de twee zomerse dagen van het jaar waren deze week, op maandag en dinsdag, juist nu we hier zijn. Ierland heeft een gematigd klimaat; matig in de zomer en matig in de winter. Geen uitschieters warm of koud, normaal 18° tot 20° C in de zomer en 7° in de winter. Ideaal voor planten. Afwisselend zon, regen en wind. Als er eens vorst is of sneeuw valt, meestal een dun poederlaagje, is er paniek. De scholen gaan dicht, kinderen mogen thuis blijven, want het is veel te gevaarlijk op de wegen. In de wintermaanden regent het veel, in het westen door de Atlantische Oceaan wel drie maal zoveel als in het oosten. Ongeveer 2500 mm per jaar in het westen en 800 mm in het oosten.
De regen is in ieder geval weer opgehouden. We stoppen bij een wegrestaurant/pub/winkel ‘The Red Fox’ (Ring of Kerry Bog Village) waar ik een Irish Coffee drink. Die staan hier al klaar. De bussen met toeristen stoppen hier om het streekdrankje te proeven. Het smaakt lekker zo op het eind van de ochtend.
We gaan een afstand van 160 km rijden in Kerry. Hier spreekt men nog Gaelic, de Ierse taal. Op school leert men Engels en Iers. Officiële documenten zijn in deze beide talen opgesteld.
Het weer is goed voor uitzichten, wel wind, maar geen mist.
In Waterville hebben we de middagpauze. De meeste van de groep gaan lunchen in het restaurant. Wij kiezen voor een simpel broodje met de vrijheid aan zee, waar je lekker kan uitwaaien en de zoute lucht ruiken. Er staat een standbeeld van Charlie Chaplin, want die kwam wel eens in het hotel.
De reis is verder schitterend mooi. De wegen zijn soms erg smal en bochtig. Menig keer klinkt een gilletje van vrouwelijke buspassagiers die in gedachte meerijden.
We zien ringforten uit de Keltische tijd. We rijden langs de oceaan en meren, de kale bergruggen van het oude gebergte die door de erosie niet meer zo hoog zijn als ze ooit waren, en afgevlakte stompe vormen hebben. Ik maak weer heel veel foto’s om iets van deze mooie reis vast te leggen. Het zal me doen herinneren aan de indrukken die ik te zien kreeg op deze dag. Ook al is het niet de kwaliteit van deze mooie dag, het is een extraatje op de dag die ik heb gehad.
Nog een snelle busstop voor de Ladies View meren, die achter en onder elkaar liggen. Het is niet in één shot te vangen. Een Ier speelt op een instrument waar we een muntstuk voor over hebben voor een foto en een video.
In Sneem hebben we langer halt gehouden. Bontgekleurde huizen en een rivier met watervallen. Weer een munt voor een oude man met een lange baard en een bok. Er staat een standbeeld van een voetballer en een worstelaar.
Tot slot gaan we naar Mallow in county Cork naar het Springfort Hotel. Een groot landhuis dat afgelegen in een park ligt. De doorgang is weer nauw tussen bomen. We hebben een bed van 2 meter breed, en een luie stoel waar je een sigaar in hoort te roken. Er zijn heel lange gangen als in de film The Shining. Ik hoop dat het niet gaat spoken.
Sneem aan de Atlantische kust
De bus op de rondrit Ring of Kerry
Vrijdag 28 juli 2017
Verlaten Killarney, richting Dublin, onderweg graafschap Tipperary, Rock of Cashel met kasteel, kathedraal, hotel in omgeving Rosslare.
Danby Lodge, Rosslare (2 nachten)
Het bed is twee meter breed en ik lig nog op het randje. Bijna viel ik uit bed.
Het ontbijt wordt geserveerd: een gebakken ei, spek en een worstje. Er is niet veel brood en al helemaal geen kaas. Gelukkig is er fruit en koffie.
Het park verlaten vereist nogal stuurmanskunst. Oorspronkelijk is het hotel niet ingericht voor busladingen met volk. Het is tegenwoordig topdrukte in hotelwereld Ierland. Voor de reisorganisatie is het moeilijk een hotel te boeken. Daarom ook dat we naar dit iets verder afgelegen hotel zijn uitgeweken.
We rijden over binnenwegen, groene bomen en heuvels. We zijn in de Veluwe, zegt Lucas. De mistregen gaat afwisselend aan en uit. Dadelijk worden jullie gezegend, zegt de buschauffeur. We rijden door het groene bos de heuvel op. In de bocht staat een groot Christusbeeld die over de vallei uitkijkt naar de in mist gehulde bergtoppen. We stoppen voor een fotomoment. Het is net iets te nat als je geen jas aantrekt.
We rijden naar Tipperary. Een oud lied uit 1912 wordt opgezet inclusief kraak: it is a long road to Tipperary. Het werd in de 1e en 2e wereldoorlog veelvuldig gezongen en gaf naamsbekendheid aan Tipperary. Er is nog een fotomoment bij een ruïne. Abdijen en kerkgebouwen blijven hier bewaard. In Ierland heeft men respect voor het verleden. De lange weg is niet heel lang, want we rijden al door Tipperary, dan naar Cashel. Hier is de Rock of Cashel, een grote burcht waar tussen ongeveer het jaar 370 en 1100 koningen regeerden. De groep heeft nu de lunch inclusief een bezoek aan het bezoekerscentrum. Wij hebben er ons niet voor opgegeven, wat inhoudt dat we vier uur vrije tijd hebben. Het enige nadeel is dat het nog steeds regent. Niet dat we er in onze jassen last van hebben, maar soms is het toch wel fijn binnen te neuzen. Gelukkig is er een droog bankje onder een boom waar we onze broodjes opeten.
Zullen we de castle ingaan? Toch maar niet! Het ziet er mooi uit van de buitenkant, groot qua omvang, maar we hebben al zoveel ruïnes gezien en om daar telkens entree voor te betalen… Bovendien ze lijken allemaal op elkaar en van de binnenkant zijn het kamers en niet zo indrukwekkend als de buitenkant. Er is een wandelpad naar een abdij, een ruïne uit dezelfde tijd dat lager gelegen als het kasteel in het groene veld ligt. Het kasteel en de abdij, wat er nog van over is tenminste, liggen op oogafstand van elkaar. Geen bebouwing ertussen wat gunstig is voor de fotograaf. Bij het kasteel staan schapen en de ruïne van de abdij wordt omgeven door koeien. We klimmen over een moeilijk nat muurtje en lopen door het weiland tussen de koeienstront over het pad van gras. Deze abdij, waar de daken van ontbreken, is veel leuker om te bekijken. Allerlei kamers en muren zijn er te ontdekken, doorgangen en bogen. Dikke muren. Oude grafstenen liggen er. Geen entree en er is maar weinig bezoek. Nog een paartje is er tussen de koeien.
Langs de weg op de route zien we een grote begraafplaats met vele mooie stenen. “Het is een beetje rustig hier”, doelt Lucas op zogenaamd het verkeer. “Ja, een beetje doods”, zegt iemand. “Een dooie boel”, zegt de ander.
We doen een bakkie koffie en thee in de bus. Als we wegrijden is het droog.
We gaan naar het hotel in Rosslare. Weer een mooie locatie. Aan de zijkant van het hotel zijn vakantiehuizen gebouwd, lodges. Het is alsof we in een straat een eigen woning hebben. Eten krijgen we genoeg, alleen het voorgerecht al, salade met veel kip, is een hele maaltijd. Daarna kalkoen en de vertrouwde aardappelen en groenten in overvloed. Een wandelpad om het te verbranden is er niet.
Rock of Cashel
oude abdij bij Rock of Cashel
Zaterdag 29 juli 2017
Wicklow Mountains, zuiden van Dublin, bergen en groene valleien. Glendalough ruines en 7 kerken van 1200 jaar oud. Powerscourt House tuinen Enniskerry
In de lodge gaat de wekker vroeg om 06:15 uur. We hebben vandaag namelijk een druk programma. Vanuit Rosslare gaan we naar de Wicklow mountains dat ten zuiden van Dublin is gelegen. Vanavond gaan we nog eens overnachten in onze lodge, maar dan zullen we er nog vroeger uit moeten om de veerboot in Rosslare te halen.
Stipt acht uur begint de rondrit door zuid-oost Ierland. In Enniscorthy is een straat heel fraai gedecoreerd voor een evenement. Een klimmend straatje is versierd met paraplu’s als een soort dakbedekking. “Dit is een mooi moment voor de groepsfoto”, zegt Lucas. “Er is zelfs een parkeerplaats voor de bus. Ja, dit is ons momentje. Hier gaan we de foto's nemen.”
De groepsfoto werd al op dag één aangekondigd en elke dag herhaald. Telkens was het momentje nog niet daar. De locatie niet mooi genoeg, te mistig, te regenachtig. Het moet er natuurlijk wel aantrekkelijk uitzien voor toekomstige reizigers, uitnodigend om naar Ierland te gaan. Er waren genoeg zonnige goede momenten en er is toch wel een risico genomen om te wachten tot de laatste dag in Ierland. Lucky Luuk heeft, zoals wel vaker, geluk met het weer in Enniscorthy. Het is een leuk moment met de groep.
We rijden naar Enniskerry twee kilometer verderop waar de Powerscourt tuinen zijn. Ik heb nu twee uur vrije tijd, want ik ga wandelen naar Enniskerry, terwijl Inge met de groep naar een van de mooiste tuinen van Ierland gaat. Een stevige wandeling kan ik wel gebruiken na die overvloedige maaltijd van gisteren en tuinen.... Thuis hebben we een tuin.
De bus gaat alweer naar het volgende punt: Glendalough in de bergen van Wicklow. De wegen worden weer smal, groene valleien en bergen zijn het uitzicht. Glendalough is een bijzonder plekje met veel toeristen en een betaalde parkeerplaats, 25 euro voor de bus. Vlak bij elkaar staan diverse ruïnes en zeven kerken van 1200 jaar oud. Blikvanger is een ronde toren van 35 meter hoog die tussen schots en scheef staande, zeer oude grafstenen staat. De toren werd gebruikt ter verdediging. De ingang is op vier meter hoogte. Men haalde de trap op als ze binnen waren en van bovenaf hadden ze een goed uitzicht op vijanden. In deze torens bewaarde men alle kostbare spullen. Totdat de Vikingen kwamen, die vonden dat de ronde hoge toren een goede schoorsteen zou zijn. Zo rookte ze van onderaf de plaatselijke bewoners eruit en roofden ze de schatten die nu nog in Scandinavische musea te bezichtigen zijn.
In de omgeving kan men wandelingen maken naar twee meren die achter elkaar liggen, een bovenmeer en een ondermeer.
Even later volgt het mooiste gedeelte van de dag. Prachtige omgeving, de weg nog smaller, het landschap kaler, rotsen en meren die van bovenaf te zien zijn. Weidse uitzichten over stompe bergen. Er is een plaats dat Hollywood heet. Los daarvan is in deze regio de film Braveheart opgenomen dat zich afspeelt in Schotland. Dit omdat het hier veel op Schotland lijkt en dat er in de film veel paarden nodig waren. De Ieren zijn paardenliefhebbers en daardoor zijn er veel paarden voorhanden. Dat waren de redenen om de film hier op te nemen. We rijden ook langs twee meren waar de opnames zijn gemaakt voor de serie Vikings.
Rijdend naar de hoogste punt zijn we nu op een van de gevaarlijkste wegen van Europa, vooral in de wintermaanden als het glad is.
Er zijn weer de fotomomenten, er is plaats op de parkeerplaats omdat we langzaam rijden en niemand ons kan inhalen. Het is winderig op het hoogste punt met fantastisch uitzicht op een meer. Even later zijn we bij het punt, bij de bron waar de rivier de Liffey ontspringt die door Dublin stroomt en daar in de Ierse zee uitmondt, daar waar we Ierland binnen kwamen varen.
Morgenvroeg vertrekken we dus meer zuidwaarts, vanuit de haven van Rosslare dat vlakbij ons hotel is gelegen. Tien voor zeven bij de boot, ontbijt is op de boot.
Nu rest het avondeten nog. Dat is weer evenveel als gisteren, alleen het voorgerecht is minder zwaar: een vegetarische loempia en bij de hoofdmaaltijd van vlees, aardappelen en groente is de maïs een nieuwigheid. Evenals een Red Irish Beer Smith. Tot slot een Guinness om afscheid te nemen van Ierland.
Enniscorthy
Wicklow Mountains
Zondag 30 juli 2017
Vroeg vertrek richting Londen. Hotel Ibis Styles Reading.
Om acht uur zitten we aan het ontbijt op de veerboot van Stenaline. De overtocht is van Rosslare naar Fishguard in Wales.
Met een voucher hebben we English Breakfast met scrambled egg, bacon, potato hash brown, a sausage and toast. De Black pudding and baked beans laten we maar ‘left’ liggen. Met een grote beker koffie en thee zitten we op een luie stoel bijna vooraan in de front uitkijkend over zee, als in de hut van de stuurman.
Het is rustig vaarwater en veel minder druk dan op de heenweg van Holyhead naar Dublin. Nu is er ruimte genoeg voor een ruime zitplaats. Het is een fijn schip om boven op het dek te lopen. Meestal is er maar een beperkte ruimte, maar hier kan je zowat over het hele dek lopen. De temperatuur is prima, een jas voor de wind is lekker maar niet noodzakelijk. Er zijn maar een paar mensen op het dek. Ik kan er heerlijk rondwandelen, genieten en foto’s maken. De meeste mensen die ook op het dek komen zijn van onze bus. Na tien dagen reizen zijn we getraind en op elkaar afgestemd om op geregelde tijden het uitzicht te observeren.
De reis gaat vlot en na drie uur varen gaan we aan wal bij Fishguard. Daar 20 km ten zuiden van ligt St. Davids, een plaats waar we in 2005 gekampeerd hebben. Vanaf de boot vermoedde ik het te zien, maar een echt herkenningspunt heb ik niet. We rijden er langs, zoals we ook langs Snowdonia kwamen, waar we toen vanuit St. Davids naartoe gingen. De cirkel is nu rond.
De reis door Wales en Engeland is niet opwindend meer.
Rond 17:00 uur zijn we in het Ibis hotel in Reading, ten westen van Londen. Nog in de bus zittend vergapen we ons aan de mensen die hier rondlopen. Het is best druk en de nationaliteiten en typen mensen en gedragingen zijn zeer divers. Veel kleurlingen en Indiase mensen met traditioneel kledij. Het hotel is ook in Indiaas beheer. Indian food and wallcovering with Indian design.
We hebben nog ruim een uur voor het eten en gaan Reading verkennen. Het hotel is in het centrum en de winkels zijn nog open. Onze eerste indruk is dat dit wel een minder goed gedeelte van Engeland is. De mensen zien er niet heel betrouwbaar uit. We passen extra goed op onze spullen. Er zijn opmerkelijk veel zwervers, daklozen en bedelaars. Ze vragen wel heel beleefd om geld, een stuk of zeven in een half uur is toch wel veel. We gaan een lange tunnel in op zoek naar de Theems, er hangen camera’s, het is vrij donker, er zitten zwervers. Je gaat er niet voor je plezier ‘s avonds doorheen lopen. De Theems kunnen we niet vinden. In een Tesco halen we nog wat voedsel voor morgen, de laatste reisdag.
Overtocht Ierland-Wales
Reading, Engeland
Maandag 31 juli 2017
Terugreis: boot Dover-Calais, Breda
Een korte nacht, want om 06:00 uur zitten we al aan de ontbijttafel in het hotel met Indiase wandbekleding. Het eten gisteravond was ook Indiaas als je daarvoor gekozen had, rijst met kip. Een keer geen aardappelen en wortelen. Dit is ook Engeland met vele immigranten en geen Ierland. In Ierland heb ik geen enkele kleurling gezien. Misschien dat het daarom is dat ze in Reading zo opvallen.
De koffers gaan voor de laatste keer deze reis de bus in. In een ruk rijden we van Reading naar Dover. Deze keer gaat de overtocht naar Calais met P&O. De laatste zeefoto’s kunnen toegevoegd worden aan de enorme collectie overtochtfoto’s. Het blijft leuk tijdens de busvakantie even een onderbreking te hebben en op de boot rond te lopen. Vandaag is het weer uitstekend om zonder jas op het dek te verblijven. Hier bij P&O is de ruimte veel beperkter dan onze vorige overtocht met Stenaline. Het is ook weer vertrouwd druk. De foto’s van de krijtrotsen zijn weer gemaakt en de beide kusten van het eiland en het vasteland zijn goed zichtbaar, ook nog als we de haven van Calais indraaien.
“Nergens staat dat we rechts moeten rijden”, zegt Lucas. “Dan volgen we maar de massa”.
Een ander land. Het is meteen ook weer een uur later. Geen mijlen, maar kilometers. In Ierland zijn het ook kilometers. Op de snelheidsborden staan daar - in tegenstelling tot hier - de letters ‘KM’ naast het getal om verwarring met de Engelse Mijlen te voorkomen. In Ierland rijden ze immers ook links en een buitenlander zou zich snel vergissen als hij van mijlenver komt.
Totaal hebben we met de bus 3900 km gereden, 4200 km als je de boot afstanden meetelt. Of beter gezegd: hebben we 4200 km ons laten vervoeren. Daar komt nog bij twee maal de afstand Breda-Eindhoven, die ik zelf mag rijden.
Dover, Engeland
Calais, Frankrijk