31-01-2020
Aan de wandel
Aan de wandel
Ben ik
Aan het wandelen
Ja, ik ben
Aan de wandel
30-01-2020
Gedichtendag
29-01-2020
Deze keer een limerick uit de Babbel geschreven in 2003 door mijn vader. Nu is het coronavirus in het nieuws, toen de mrsa-bacterie. Virus, bacterie… het is niet hetzelfde, gewoon even anders kijken.
Mrsa-besmettingen in het Catharina Ziekenhuis
Een gemene besmetting, de mrsa
waart rond in ziekenhuis Catharina
Een mysterie
zo’n bacterie
Beter dat ik er even niet naartoe ga
25-01-2020
Gedicht uit 1946:
24-01-2020
Een verhaal uit 2017 toegevoegd, een ziekenhuisbezoek:
Een kort gedicht:
Want
Hoe vaak komt het niet voor, dan zie ik één want
Dan denk ik: hoe kan dat, wat is er aan de hand
Helemaal niks of toch nog één met handschoen
Het is toch veel te koud om één want uit te doen
Zie hier de foto:
21-01-2020
Mist
Vanmorgen reed ik op de snelweg door dikke mist
Dezelfde weg als anders, daar had ik me in vergist
Met code geel
Zie je niet veel
Maar ik zag nog wel dat ik mijn afslag had gemist
Hier ter plekke een kwatrijn met thema morgen. Ik dacht dat het vier dezelfde rijmwoorden moeten zijn, maar dat is niet. AABB of ABAB en andere vormen zijn goed. Het thema morgen, het kan zijn dat ik het niet goed verstaan heb. Ik hoorde een ander zeggen dat die een kwatrijn over moord had opgeschreven. Ik kon in het gedicht van de uiteindelijke winnaar die een fles wijn had verdiend ook geen morgen ontdekken. Raadselachtig.
Ik schreef dit onder een kakafonie van geluiden. Een kaart op het boekje de mooiste gedichten van 2019, waar mijn twee bovenstaande gedichten in staan.
10-01-2020
Maansverduistering vanavond? Duisternis genoeg de laatste tijd. Daarom een terugblik op een uniek moment in 2020, 6 januari: blauwe lucht.
Nu er spanningen zijn in het Midden-Oosten blik ik terug naar de oorlog in Irak van 2003.
Maart 2003
Ik kijk uit het raam en zie dat het flink regent. Harder en harder begint het te plenzen. Het lijkt wel een wolkbreuk. Ineens komt de wind er ook bij en stormt het. Een hels kabaal ontstaat er, dat alleen maar meer wordt, luider en angstaanjagender. Het water is de stoep al overschreden en staat nu tegen het huis aan. Plots wordt de hoeveelheid water en lawaai nog eens vertienvoudigd. Het water stijgt enorm en komt gevaarlijk in de buurt van het slaapkamerraam. Over de daken van de huizen aan de overkant van de straat komen nu golven onze richting op. Echte woeste zeegolven. Alles gaat nu heel snel. De golven dringen in een niet meer uit te staan kabaal door het raam naar binnen. Van het één op het andere moment is alles stil, bewegingloos. Een warme gloed is voelbaar. De stilte doet pijn aan mijn oren. Dit is het einde van de wereld, denk ik. Er is een atoombom gevallen die de aarde heeft stilgelegd en nu met straling alles aan het vernietigen is. Hitte. Irak, die de Amerikanen te slim af is geweest. Verdwaasd lig ik daar en kijk in de donkere ruimte. Met mijn hoofd in een vreemde houding, weggedoken in het kussen, ontwaak ik langzaam. Nog steeds ben ik wantrouwig. Wat moet ik doen? Kan ik nog wel bewegen? Is het niet veiliger om hier te blijven liggen? Mijn hoofd gloeit en de stilte is ondraaglijk. Dan dringt het tot me door. Ik heb gedroomd, zo echt en reëel. Als dit maar goed gaat.
Ik had ook juist een gedicht geschreven:
04-01-2020
Vakantie bijna ten einde. Goede voornemen: weer gaan werken. Maar eerst nog weekend!
03-01-2020
De Tongelreep, binnenkort mijn gedicht over deze rivier.
Met deze zinnen ben ik begonnen:
Van de rivieren heb ik altijd gehouden
de grote wereldstromen en de kleine beek
en nu houdt de Tongelreep mij in de greep
Zo ben ik de rivier vanuit het Belgische Limburg naar Eindhoven gaan volgen.
01-01-2020
1920-2020 100 jaar Groot Eindhoven