26-12-2019
Foute kersttrui
‘Het spijt me’, zei ik, ‘ik ben geen kerstman.’ Ik draag een kersttrui, dat is fout. Ik gedraag me als een kersttrui. Spijt dat ik hem aan heb gedaan, heb ik niet. Hij is lekker warm, die foute kersttrui. Goede kersttruien bestaan overigens niet, maar deze foute kersttrui is gewoon goed. Past precies. Het is een vrouwenmodel, ik ben dan ook geen kerstman. Wel man, mijn vrouw heeft deze trui gekocht. Gekocht ook weer niet, ze kreeg er geld bij. Het was dan ook vorig jaar na Kerst. Er was geen man meer die deze trui wilde. Kerst was geweest en het was een foute kersttrui voor een man. Het was een vrouwenmodel XL die mij perfect bleek te passen. De trui lag in de supermarkt, afgeprijsd. Mijn vrouw had een vooruitziende blik en dacht: volgend jaar is het weer Kerst. Ze kocht hem nog niet, die foute kersttrui. Een paar dagen later kwam er nog een bonus bovenop. Nu kon ze hem, of haar, niet meer laten liggen. Een foute kersttrui voor haar, XL. Het paste mij perfect. Het bonnetje narekenend met de rest van de boodschappen - korting en bonus - bleek dat we drie euro hadden verdiend aan de trui, als dat niet fout is. ‘Het spijt me’, zei ik, ‘ik ben geen kerstman. De trui zit heerlijk, ik wil haar niet meer uitdoen. Toen ik hem de eerste uren aan had, wist ik nog niet dat het een zij was. Dat vertelde zij pas later, na die eerste uren. Had ik dat geweten…. ‘Gedraag je niet als een kersttrui’, zei ze. ‘Je bent geen kerstman. Dit is een vrouwelijke kersttrui. Goed of fout… hij staat je goed. Een knappe man ben je, zo met deze trui.’ Werkelijk? ‘Het spijt me’, zei ik, ‘ik ben geen kerstman, maar dat komt door deze foute kersttrui’. “Ho ho ho”, zei de Kerstman, “dat weet ik zo nog niet.”
Harrie van Hoof