15-daagse busreis met Effeweg naar Spanje en Portugal
Vertrek
Maandag, 22 augustus 2016
Eindhoven-Parijs-Saran
Om zes uur in de ochtend staan we bij zwembad de Tongelreep. Het miezert. Nederland is grijs en mistig, 16 graden. Eerst naar het noorden, naar het verzamelpunt in Didam bij Arnhem. De meeste mensen beginnen vandaag weer te werken na hun vakantie. Maar wij, Inge en ik, hebben een busvakantie voor de boeg.
De haren van de medepassagiers zijn veelal wit of grijs. Gepensioneerden die tijd en geld hebben. We voelen ons weer jong.
Het is al bijna middag als we de grens met België passeren. De miezer lost op. De zon breekt door. In Frankrijk, iets voor Parijs om half vijf, loopt de temperatuur op naar 28° C.
Als extra krijgen we een rondvaart over de Seine omdat het qua tijd meezit. De temperatuur is intussen opgelopen naar 32° C. Vooral de Eiffeltoren is imposant, het hoogtepunt, maar ook de vele prachtige gebouwen en bruggen. Aanrader, ondanks alle aanslagen, om er een aantal dagen te verblijven.
Leuk dit onverwacht toetje, want het stond niet op het programma. Daardoor zitten we pas om 21:00 uur aan de eettafels in Saran, in de buurt van Orleans. In een budgethotel, een goede slaapplek.
Dinsdag, 23 augustus 2016
Saran-Andorra
Om 07:00 uur ontbijten. Het eten is ook van budget-kwaliteit. Eén stukje stokbrood en één croissant, wel genoeg koffie, jus d’orange en vruchtjes. We hebben prima geslapen. Een tegengestelde reactie van een vrouwelijke medepassagier is: “Waren jullie bedden ook zo hard? Mijn heupen doen er pijn van. Ik heb maar een paracetamolletje genomen en toen ging het weer.“
Niet uitgepakte koffers worden weer in de laadruimte getast. Nog 750 km te gaan naar Andorra. We rijden via Orleans, door het prachtige landschap van de Dordogne en de Lot. Of beter gezegd, Willy de chauffeur rijdt ...en hij stopt regelmatig voor een rek-, strek- en plaspauze.
Willy is zoals de meeste medereizigers een noorderling. In eerste instantie lijkt Willy een stugge noorderling, waar nauwelijks een lachje vanaf kan, die boos wordt als de oudjes niet snel genoeg zijn of te laat in de bus zijn. Maar met zo’n grote groep moet er natuurlijk een beetje orde zijn. De chauffeur komt zo soms een beetje bot over, maar hij is een goede chauffeur en hij kan soms grappig exclusief zijn. Zo had hij gisteren de sleutels van de kamer opgehaald. Hij noemde de namen op met betreffende kamernummer. Vliegensvlug deelde hij vervolgens de sleutels uit door in het smalle gangpad het nummer te roepen en zijwaarts van voor naar achter te rennen om de sleutels uit te delen. Binnen een mum van tijd was iedereen op zijn kamer. Er waren geen liften en Willy had wel enig leedvermaak dat sommige mensen i.p.v. twee normale tassen hier twee loodzware of soms zelfs drie koffers bij hadden. “Ja, nu moet je de koffers zelf de trap op sjouwen. Je zult wel spijt hebben zoveel meegenomen te hebben. Gemiddeld ga ik twee keer per jaar door mijn rug”, zei hij er nog achteraan, “door jullie koffers!”
De tweede dag zijn we iets beter gewend aan de soms weinig tactvolle chauffeur. Wel vertelt hij goed de wetenswaardigheden. Chauffeur zijn, het lijkt me een moeilijk beroep, het rijden allah, maar die nevenactiviteiten. Het zou niks voor mij zijn.
De chauffeur loodst ons naar Andorra, de Pyreneeën in. Prachtige bergruggen, vergezichten alsof je de Tour de France op tv ziet, maar dan in het echt.
Bij de vorige rustpauze vroeg een man aan mij wat de volgende bestemming was. “Andorra”, zei ik. “Andorra, hoort dat bij Spanje of Frankrijk?” “Nee”, antwoordde ik: “Andorra is een land, geen stad maar een staat op zich.” Hij kwam uit Hoogeveen. “Hé”, zei hij tegen zijn vrouw. “Wist je dat, dat Andorra een land is?” Nee, dat wist ze ook niet. Vorig jaar op onze reis naar Italië was er ook een echtpaar uit Hoogeveen. Tinus van Zwol. Ja, die kende ze wel. Toch een kleine wereld.
We rijden via een lange tunnel als we de grens gepasseerd zijn. Eén toegangsweg. Zo komt de tol automatisch binnen in belastingparadijs Andorra. De chauffeur maakt een tankstop van een half uur zodat we alcohol en tabak kunnen inslaan. De benzine is 30% goedkoper dan in Nederland. Sterke drank drink ik niet, roken doe ik niet meer, een koud blikje bier en een brood met beleg voor morgenmiddag, daar hebben wij voldoende aan.
Andorra is groter dan gedacht, een zeer mooi bergstaatje midden in de Pyreneeën. Ik denk dat we dezelfde weg rijden als met mijn ouders in 1971 op doorgang naar Spanje. Toen reden we ook via Parijs en de Eiffeltoren over de Pyreneeën naar Lloret de Mar.
Maar nu zijn we afgeslagen en in Andorra in het hotel gearriveerd. Een sterk stromende rivier als achtergrondgeluid en bergtoppen als uitzicht. Gratis wijn bij het eten. Het is goed hier.
Woensdag 24 augustus 2016
Andorra-Burgos
De inspectie aan de grens op smokkelwaar blijft uit en we rijden Spanje in. Wisselende landschappen trekken aan het oog voorbij. Bergachtig en groen naar vlak en dor als we naar het westen koersen. Een heel groot, droog en laagbegroeid steppegebied doorkruisen we dat nauwelijks bewoond is. Toch zit hier een uitgebreid scala aan dieren en planten. Wat wij zien zijn nesten met ooievaars en gieren die over de steppe zweven met op de achtergrond kale, zanderige door de zon verlichte heuvelkammen. Een beeld dat past bij een natuurserie op tv van gieren op een valley in Noord-Amerika. Ook hier zijn van die mooi gevormde ophopingen van zand. De kleur is overwegend geel met af en toe een beetje groen dat afkomstig is van irrigatie.
De mensen in de bus vallen in slaap. Ik loer voor een gier. Zie er één en ben te laat voor een foto. We gaan door de La Rioja streek met wijnhuizen en groene druivenplanten. Rivieren staan droog in deze droge vlakte. Ik vraag me af waar ze het water voor de irrigatie vandaan halen. Waterpeilen waar we langs kwamen in de buurt van Andorra zijn enorm gezakt. Veel water daarvan is ook gebruikt voor de vele bosbranden die deze zomer hebben gewoed. Zal het hier over duizend jaar woestijn zijn? Ook in Portugal heeft het vuur op vele plaatsen gewoed. Daar zijn we nog niet! Ook de rivier Rioja staat droog. Rio is rivier, Rio, o ja?
Voor Burgos is er de pelgrimsroute langs de autoweg zichtbaar met pelgrims wandelend in de hitte van 32° C, op weg naar Santiago de Compostella, de camino.
Het landschap wordt mooier, groener en we rijden een berg op met ineens zicht op kilometerslange groene bossen. De berg af en er is weer een grote open vlakte.
En dan zijn we in Burgos waar een gids ons opwacht. We hebben drie uur vrije tijd, maar we gaan niet zoals de meeste mensen mee de kathedraal in. Van buitenaf is deze al mooi genoeg en we besparen een hoop geld voor informatie die toch niet blijft hangen.
Het is tropisch heet en ook al is het laat in de middag, het is nog siësta. De meeste winkels zijn dicht. Om zes uur wordt het drukker en met de kathedraal in zicht verdwalen we niet. Burgos is een mooie oude stad met een bijzondere kathedraal, mooie pleinen en beelden, mooie bomen langs de rivier, maar niet dat het een speciale indruk op ons maakt.
Het hotel is echter goed. Onze borden worden opgeschept door de kok, eerst allerlei groenten, de resten worden nogmaals uitgedeeld, dan lekkere stoofvlees, grote brokken met rijst. Een andere tafel krijgt i.p.v. rijst friet, want de rijst is op en dan is er weer te veel friet die aan onze tafel weer wordt uitgedeeld. Ook is er net als gisteren gratis een fles water en een fles wijn.
Donderdag 25 augustus 2016
Burgos-Salamanca-Viseu
Het ontbijt is dan weer een zoektocht. Een gedeelte staat al op tafel klaar, de rest is een puzzle waar niemand iets van snapt. Verpakte cakejes en koekjes die, als je ze niet opeet, niet mee mag nemen. Grappig, zo’n andere cultuur.
Ook bij de eerste stop voorbij Valladolid is het alsof we in een ander tijdperk zijn gestapt. Een oud tankstation met onverharde wegen in een uitgestrekte golvende vlakte waar het afval uitbundig rondzwerft. De kassa is aan de bar, waar ik een koffie drink. De wc’s zijn enorm vies, bonnetjes liggen op de grond. Een medetoerist filmt dit en een Spaanse dikke vrouw wordt enorm kwaad. Ze denkt dat hij een Duitser is. Ik weet niet zeker of zij de werkster is die op haar luie kont zit i.p.v te werken en op te ruimen. ‘Smile’, zegt hij tegen haar, want hij is een blije Drent en wil alleen vastliggen wat hij ziet. Hij woont vlakbij de Duitse grens en wordt wel vaker als Duitser aangezien. Maar ze verstaan elkaar niet en er is een groot cultuurverschil. Zo ontstaan dus oorlogen, niet elkaars cultuur respecteren, niets van elkaar willen begrijpen.
* gelezen De Passievrucht K.G. van Loon *****
We rijden Salamanca in, waar we dadelijk uitgelaten worden.
Ruim 3 uur om Salamanca te verkennen, zonder gids deze keer.
Langs de snelweg zagen we vlak voor Salamanca een heel klein dorp met twee grote kerkgebouwen. In Salamanca, een universiteitsstad, staan twee grote kathedralen vlak bij elkaar. Salamanca is een echt prachtige stad waar kathedraal, bibliotheek, universiteit en vele gebouwen even overweldigend zijn. Het is ook een levende stad, in tegenstelling to Burgos, met veel toeristen, winkels en terrassen. We kijken onze ogen uit. Hier kan je gerust een keer terugkomen om je te verdiepen in de geschiedenis en de kunst. De 40000 studenten hebben nog vakantie en wij gaan richting Portugal.
Nog steeds het uitzicht op het gele landschap van pas gemaaid graan. De grens komt al snel en de klok moet een uur terug. Aan het tijdsverschil met Portugal, daar hadden we helemaal niet aan gedacht. Na Andorra kunnen we nu Portugal aan het lijstje bezochte landen toevoegen.
Algauw verandert het landschap naar groen en gaan we de bergen in. Het uitzicht is anders dan anders. Ik waan me in een ander werelddeel, Azië of zo. Zou het komen door de combinatie van berg, hitte en toch voldoende regen waardoor er allerlei geïmporteerde bomen en gewassen kunnen groeien?
Portugal is een groen land met een grote verscheidenheid aan bomen, overal groeien dennen, eucalyptussen, kastanjebomen, platanen, steen- en kurkeiken, olijf- en johannesbroodbomen, cipressen, amandel- en sinaasappelbomen.
Eucalyptus: groeien snel en zijn bestand tegen wind, nadeel is dat wortels als een spons het grondwater opzuigt en de bodem uitdroogt.
In bergachtige noorden leven nog wolven in het wild. Ook de adelaar komt er nog voor, en wilde zwijnen en wilde katten.
In het hotel na goed gegeten te hebben met weer gratis wijn worden we opgeschrikt door een enorme harde knal. Daarna bliksem en donders die alleen in de bergen zo kunnen klinken. En dan regen die de groenheid verklaart. Regen die in Portugal valt en niet in Spanje.
Vrijdag 26 augustus 2016
Viseu-Coimbra-Buçaco-Viseu
Alleen in de nacht regen want het wordt de 5e opeenvolgende tropische dag voor ons. Verwachting 32° C, 0% regen.
We rijden naar Coimbra. Een aaneenschakeling van prachtige plaatjes trekt aan ons voorbij, de combinatie van zon, optrekkende waterdamp, groene bossen en valleien, hoogteverschillen, rotsen en rivieren maakt dit allemaal mogelijk. Er staan ook veel eucalyptusbomen die zeer brandgevoelig zijn. De schillen van de bast vallen op de grond en de blaadjes zijn licht en bevatten een olieachtige substantie. Eenmaal in brand verspreiden ze het vuur gemakkelijk. Hier zijn dus ook enorme bosbranden geweest. Vaak gebeurt zoiets omdat ze een stuk land willen vrijmaken voor akkerbouw en dat het vuur niet meer onder controle te houden is. Zo ver nog geen spoor van de bosbranden.
Coimbra is een universiteitsstad, alweer. Net als Salamanca een prachtige stad. Coimbra is weliswaar op sommige plekken wat meer vervallen en armer, maar dan op andere plaatsen weer net iets mooier. Vooral bovenin waar de universiteit is, is veel fraais te zien, zoals het uitzicht over de rivier en de stad op de helling met de witte huizen en rode daken. Verder nog veel Romeinse invloeden, afbeeldingen in mozaïek, een kathedraal en veel meer. Er is een overdekte markt waar vis, groente en fruit en textiel wordt verkocht. Lokale boeren die hun gewassen verkopen. Groenten en fruit zien er nog echt natuurlijk uit, onderling verschillend van kleur en vorm, gezond en geen eenheidsworst.
We lopen er 2 ½ uur rond. Er is te veel te zien, dus rusten doen we wel in de bus.
Vervolgens rijden we de bergen in, naar het bos van Buçaco. Nu zien we wel de gevolgen van de bosbranden langs de weg vlak voor Buçaco. Zeker 2 km lang zijn honderden meters langs de weg zwartgeblakerde bomen en zwarte vlaktes te zien. Dit moet een enorme brand zijn geweest. Er staan ook enkele huizen tussen die zo te zien wel bespaard zijn gebleven. De buschauffeur vertelt dat hij twee jaar geleden zo’n brand heeft meegemaakt. Hij moest een omleiding volgen wegens de brand en werd toch nog met de bus ingesloten. De enige uitweg was door de dichte mist, die zo zwart was dat hij niks kon zien, door het vuur te rijden. Een rode, warme vloed was voelbaar in de bus.
Het Buçaco bos is nu bespaard gebleven, daar heeft twee jaar geleden een windstorm vernielingen aangebracht. Het bos is al eeuwenoud, met soms even oude bomen waarvan ontdekkingsreizigers de zaden uit uitheemse oorden hebben meegebracht.
Er staan veel kurkeiken. Er is een afscheiding met steeneiken, maar dat blijken bij nader inzien betonnen ronde palen te zijn. Met de takken erboven zien ze eruit als bomen, een grappige constructie.
Er staat een klooster met tuinen en muren, maar vooral opvallend is een sprookjeskasteel, zo fantastisch mooi, dat ik niet geloof dat het werkelijk is. Er huist een hotel in dit kasteel. Ik zie nog net de glimp van een deftig in zwart pak bedienende ober, die alleen voor hele rijke, snobistische gasten wijn mag inschenken.
We wandelen door het bos naar een uitzichtpunt waar je heel ver over Portugal kan uitkijken, waar je de zee zou kunnen zien als het minder heiig was. Een mooi bos met nog oude kapelletjes, een kapel met alleen een trap, een kruisweg en mooie bogen. Oppassend om niet te verdwalen, gaan we terug naar de bus. Twee uur lang hebben we hier rondgelopen. Naast het vele zitwerk in de bus hebben we vandaag genoeg beweging gehad met veel trappen en klimwerk en dat allemaal bij een temperatuur van 32-34° C, maar de gevoelstemperatuur is wel anders dan in Nederland waar nu ook deze temperatuur heerst. Daar is het afzien.
(bij het eten: rode gelatine zoete suiker pudding vaste massa niet opgegeten)
Zaterdag 27 augustus 2016
Viseu-Porto-Viseu
Vanaf zonnige hoogte dalen we af naar Porto. Bij het ontbijt geeft mijn telefoon aan dat het in Porto 20° C wordt, 100% vochtigheid en geen regen. De damp hangt onderweg om ons heen in de valleien. Langs de snelweg komen we nu hele lange stukken tegen die afgebrand zijn. Op een plaats is het vuur zelfs de snelweg overgestoken. Dan passeren we in onze afdaling de wolkgrens en gaan de mist in. Op de snelweg Lissabon-Porto rijden in de tegengestelde richting vele bussen naar Fátima, het bedevaartsoord. Dat schijnt elk weekend zo te zijn, je kan er dan over de koppen lopen. Even later rijden we op een kilometer afstand van de Atlantische Oceaan. Daar komt de mist vandaan: water-warmte-mist.
Portugal is een land van vinho (wijn).
We passeren de Douro, een belangrijke rivier. In de dalen zijn de wijngaarden waar de druiven voor Port groeien. Port is een zoete wijn met toevoeging van zuiver wijnalcohol.
Porto is gebouwd aan de noordoever van de rivier de Douro. Het is de op één na grootste stad van Portugal (na Lissabon).
De havenstad Porto is vooral bekend als herkomstplaats van port.
In Porto halen we de gids op die in het Engels heel duidelijk haar woord doet. Zij rijdt mee op de rondrit en zo nu en dan stappen we uit voor een snelle foto of een klein half uur om snel wat rond te wandelen. Een raar gebouw van de Nederlandse architect Koolhaas, moi. De Atlantische Oceaan, yeh. Bij de bibliotheek en omgeving, wow.
Daarna naar de andere kant van de rivier de Douro, een ander stadsdeel waar de meeste van de groep een boottocht gaan houden. Wij wandelen langs de rivier naar de brug Dom Luís I van architect Eiffel, de maker van de Eiffeltoren. Ondertussen is de zon goed doorgekomen, is het 24° C en heerlijk zomerweer. Als we bij het hotel waren gebleven hadden we weer een tropische dag, hier is het ongeveer 7° C koeler. Het is druk bij de brug, een trekpleister hier. Brutale jonge jongens lopen boven op de reling en dreigen te springen. Aan de toeschouwers wordt brutaal gezegd: 1 euro, alsof je ervoor dient te betalen om naar dit spektakel te kijken. Dan springt er ook een jongen in het water, een beetje bij de oever om vanwege de stroming nog bij de kant te kunnen komen en ook om de vele boten te ontlopen die een rondvaart maken langs de zes bruggen, waarvan deze de mooiste is, al heb ik de rest niet gezien. Aan de andere oever duikt er ook een jongen het water in, een mooie atletische duik. Het is behoorlijk hoog en ik heb het op de foto vast kunnen leggen.
Er staan kramen met handwerkzaamheden, de brug is een bijzonder mooi object om te fotograferen met de bootjes. Het weer, het water, de gezelligheid, de mooie uitzichten over de rivier waarbij je de stad Porto op de heuvel ziet met allerlei tinten van de huizen: het is een superdag. Porto, vlak aan zee, een ideale bestemming voor een korte vakantie.
Zondag 28 augustus 2016
Viseu
Een vrije dag omdat ook een buschauffeur moet rusten. We gaan met nog een ander stel naar het centrum van Viseu. Met z’n vieren is een taxi niet al te duur en we spreken af dat deze ons in de middag weer komt ophalen. De afstand is ongeveer vijf kilometer, net te ver om te voet te doen in de hitte, bovendien loop je dan vlak langs de autoweg.
Van 10 uur tot 15 uur hebben we de tijd. Hoe moeten we die volmaken? De stad is haast uitgestorven, de winkels zijn dicht op zondag. We stappen uit op ‘Praça de Dom Duarte’ bij de kathedraal uit de 12e eeuw. Er staat een standbeeld voor de kathedraal van deze koning Duarte (1433-1438).
We verkennen de omgeving in de hitte. Er zijn veel parken met schaduw en, inmiddels wel gewend, veel kerken. Lekkere broodjes bij de bakker zijn goedkoop. Engels verstaan ze meestal niet, maar in het Frans kunnen we wel iets vragen.
Aanvankelijk valt het stadje wat tegen, na gisteren in Porto te zijn geweest, maar Viseu heeft ook leuke, oude straten met stadsmuren en poorten. Er is variatie in nieuwe en oude winkelstraten, hoogteverschillen, een treintje dat langs een shoppingmall gaat die wel open is. Er is meer te zien dan we aanvankelijk dachten. Tot slot lopen we langs een oude winkelstraat die omlaag voert en klimmen de trappen op naar de kathedraal. Op een terras drinken we een biertje. Ik betaal met een briefje van 20 euro, de prijs heb ik niet begrepen. Het wisselgeld bestaat alleen uit munten, maar de kastelein heeft niet genoeg, ongeveer 16 euro. Ik vraag nogmaals, blijkt een biertje 1 euro te kosten. Aha, een 2 euro munt heb ik wel.
Daarna, terug bij het hotel, afkoeling zoeken in het zwembad. Even zwemmen en genieten van het heerlijke Portugese zomerweer.
Vriendelijke en verdraagzame mensen, Portugese eerlijkheid, diefstal zelfs in de grote stad komt bijna niet voor. In tegenspraak lijkt de rekening niet altijd te kloppen, toegeschreven aan gebrekkige rekenvaardigheid (zelf 2x ondervonden in voor- en nadeel, maar in alle eerlijkheid gecorrigeerd)
Maandag 29 augustus 2016
Viseu-Serra da Estrela-Viseu
Met een Portugese bus en met een Portugese chauffeur gaan we naar de ‘Serra de Estrela’, het sterrengebergte. De reis is fantastisch mooi. Eerst gaan we naar een dorp, waarvan ik later aan de hand van mijn foto’s die ook de locatie aangeven, de naam moet opzoeken. Ik zie dat het Linhares is geweest. Er is een burcht die vroeger diende ter verdediging tegen de Spanjaarden.
In de strijd tegen de Moren en Spanje zijn veel kastelen gebouwd op heuveltoppen en langs toegangswegen. De kastelen maken een massieve indruk, zware gekanteelde muren en torens en een dubbele ommuring rondom de vierkante torre de menagem (donjon).
In het dorp staat een pellegrino, een schandpaal waar vroeger de misdadigers vastgeketend letterlijk voor paal stonden. (Pelourinho: gebeeldhouwde zuil, schandpaal). De plaatselijke bewoners leven nog heel eenvoudig, vaak in traditioneel kledij. Met ezel en wagen loopt een boerenechtpaar omhoog. In zwart gekleed kijkt een oud vrouwtje lachend uit het raam van de eenvoudige woning. De mensen hier zijn nog tevreden met weinig, bonen liggen op een mat te drogen, belletjes van schapen klinken in de wei, waarnaast een wei is met zonnebloemen en een moestuin met allerlei groenten. De zon schijnt alweer warm, en de lucht is helder voor het zien van de prachtige vergezichten over de bergflanken.
We rijden weer, de weg gaat zigzaggend omhoog en wordt telkens smaller. De meeste van de groep (±75%) gaat warm eten met wijn in een restaurant, de rest waaronder wij drinken een kop koffie met een broodje in een klein zaakje. Het kost weer weinig. Het plaatsje heet Manteigas, waar we nog even in de kerk een kijkje nemen.
Dan gaan we echt de bergen in. De Serra da Estrela is het hoogste gebergte op Portugees vasteland. Het uitzicht is een van de mooiste ooit gezien. De weg wordt smal en we rijden vlak langs de afgrond. Van mensen die eerder zo’n reis hier gemaakt hebben, hoorden we dat toen mensen wilden uitstappen omdat ze niet aandurfden met de bus hier langs te gaan. Ik geloof in de rijvaardigheid van deze buschauffeur. Hij toetert bij een bocht als hij een eventuele tegenligger niet kan zien. Een enkele keer moet een tegenligger achteruit, terug de berg op naar een uitwijkstrook. Dan stopt de bus, er is een paar minuten geleden een ongeluk gebeurd. Een vrachtwagen ligt op zijn kop in de berm, de wielen net boven het asfalt van de weg. Er staan een paar motorrijders te helpen. De buschauffeur stapt uit en gaat vragen of hij kan helpen. De alarmdiensten zijn al geïnformeerd en de vrachtwagenchauffeur is uit de cabine en ongedeerd. Het ongeluk is aan de zijde van de bergflank gebeurd, aan de andere kant zou de vrachtwagen in het ravijn zijn gedonderd. De buschauffeur rijdt weer aan, nu wel iets zachter.
We stoppen nog bij granieten grote rotsblokken en bij een heel groot Mariabeeld uitgehouwen in de rots, hoog in de berg.
In Torre is het hoogste punt (1991 m) met monumenten die de 2000-meterlijn halen. Hier wanen we ons op het dak van de wereld met uitzicht over Portugal en Spanje. Afgelopen juni lag er nog sneeuw, maar met de recente hoge temperaturen is daar geen spoor meer van te vinden. Wel zien we een van de huidige problemen, een flinke rookpluim van een brand die gaande is. Heel veel stukken hebben we vandaag gezien die zwart en kaal zijn. We rijden nog langs een prachtig diep dal, waar ooit een gletsjer was, met her en der verspreid grote granieten rotsblokken, een indrukwekkend woest landschap met rotsen en kale toppen.
In het hotel is er na het eten Fado-muziek. Live, twee mannen op gitaar en een zangeres die met haar krachtige, prachtige stem zonder enige versterking de eetzaal vult. Mooie muziek, we verstaan er dan wel geen woord van (nou één dan: Maria, dat zal wel met Fatima te maken hebben), toch koop ik er een CD van. De zangeres heet Isa Cardoso.
Fado is verwant aan het lied van rondtrekkende troubadours uit de Middeleeuwen, fado=noodlot.
Rijke geschiedenis, veel tradities, dansen en feesten. Portugees volk is melancholiek, wat introvert, maar zodra er een feest is zijn ze van de partij.
Dinsdag 30 augustus 2016
Viseu-Fátima-Viseu
Niet iedereen gaat mee naar Fátima, 13 van de 46 gaan iets anders doen. “Ik geloof het wel” of “Ik ben niet gelovig” of “Ik hou niet van dat theater” zijn de excuses. De rest die wel meegaat, gelovig of niet, wil het gewoon wel eens zien. Een echtpaar heeft deze reis vanwege Fátima geboekt, dat weet ik niet zeker, maar het gebeurt wel af en toe volgens de chauffeur.
Het land zelf kent een uitgebreide Mariaverering, het bekende bedevaartsoord Fátima ligt in Centraal-Portugal.
Twee uur heen, twee uur daar en twee uur terug: dat is dan met alle kilometers erbij opgeteld een lange reis voor twee uur Fátima. Ik ben niet met een geloof van huis uit opgegroeid en vind het wel leuk als neutraal persoon zo’n bedevaartsoord in me op te nemen en er verslag van te doen als hobbyfotograafjournalist. Of misschien dat Maria in de fado naar me toe is gekomen?
In 1917 zou er meerdere malen Maria, onze lieve vrouw, in Fátima aan drie kinderen zijn verschenen, telkens op de 13e van de maand, van 13 mei tot 13 oktober. Er is nu een Vaticaanachtig plein, een kerk, een basiliek, standbeelden van de Paus en winkels met tig Mariabeelden. Fátima is een van de bekendste bedevaartsoorden van de wereld. Pelgrims uit Portugal en van ver over de grens stromen hier naartoe, vaak te voet en ook, zoals we vandaag zien, kruipend op de knieën over het enorme plein. Er worden kaarsjes opgestoken in een daarvoor bestemde vuurbestendige kast. Dat gaat nogal eigenaardig. Mensen hebben kaarsen van soms wel een meter lang. Plaats om een kaars rechtop te laten branden is er niet, het is gewoon een grote vuurhaard. Grote vlammen met intense hitte, de kaarsen branden als hel. Ze worden er helemaal ingegooid, daar gaat dan je mooie kaars van een meter. Wij kopen ook elk een kaarsje van normaal formaat, Inge voor haar vader omdat hij dat gevraagd heeft en ik doe het in gedachte voor mijn overleden vader. De kaars aansteken is moeilijk, omdat we niet roken en geen aansteker hebben. Vuur is er genoeg, maar daar is door de intense hitte bijna niet bij te komen. Het is al heet en bij het vuur zitten we op de grens van het toelaatbare. Dan heeft de lont vlam gevat en op een mooi plekje gooien we de kaarsen bij de rest. De mijne rolt naar de zijkant, die heeft geen zin in dit circus.
De terugweg gaat binnendoor waardoor het vandaag een lange busrit is. We stoppen bij een aquaduct, voor mij het mooiste bouwwerk van vandaag. Bij Tomar, het Aqueduto dos Pegões Altos, dat bijna vijf kilometer lang is en bestaat uit 180 bogen. Het werd tussen 1595 en 1613 gebouwd en ligt mooi in een bosrijk dal. Als jongeling durf ik nog bovenop de aquaduct te lopen om enkele mooie foto’s te schieten.
De reis gaat terug met nog een stop, waar we gaan zitten met een drankje, alsof we vandaag nog geen tijd hebben gehad om te gaan zitten.
Woensdag 31 augustus 2016
Viseu-Aveiro-Viseu
Nog een keer naar de Atlantische Oceaan ten zuiden van Porto naar Aveiro. De rivier Vouga stroomt hier in de zee en vormt een lagune waaraan de stad Aveiro is gelegen. Aveiro wordt vergeleken met Venetië. Bij Aveiro ligt de grootste lagune van Portugal met zoutpannen en laaggelegen weiden.
Op het rustige water, meren en kanalen wordt met gondels gevaren. Grachten en gondels, Aveiro is een mooi vissersplaatsje bekend om zijn zeezout. Een grote groep van onze bus gaat direct in twee gondels mee. Ik bekijk het van de zijkant en maak foto’s. Daarna Aveiro verkennen. Alweer mooie huizen met mozaïek tegels in allerlei vrolijke kleuren. Netten hangen boven de straten met kunstzinnige afbeeldingen van vissen. Een kathedraal, een mooi plein met handgeschilderd bankjes, een grote gevel van het postkantoor geheel in blauw mozaïek. Ook de kathedraal is van binnen zo gedecoreerd, de wanden met gele en blauwe mozaïektegels.
In de 15e en 16e eeuw was Portugal een van de rijkste landen ter wereld.
De tegels noemt men ‘azulejos’: decoratieve wandtegels
Terrassen met fadomuziek in de blauwe lucht, busgangers aan de tafeltjes met een kop koffie of een biertje. “Nog niet zo slecht, een goed leven!”
Bier is ‘cerveja’, bekende merken zijn: Sagres, Cristal, Super Bock.
Of een visje. Bacalhau is stokvis, een nationaal gerecht.
Een ijsje, een standbeeld, een beetje slenteren door de handgelegde straten van keisteentjes in mozaïekvorm.
Aveiro is een mooie plaats om te bezoeken, een leuke aanvulling op deze reis, maar ook niet zo indrukwekkend dat ik er nog een keer naar toe wil.
In de middag rijden we een kleine 10 km zuidwaarts naar de kustplaats Costa Nova. Het is een smal strook land ingesloten door een breed water en de Atlantische Oceaan. De vrolijke huizen zijn allemaal gestreept in heldere kleuren. Achter de huizen zijn de duinen en de zee, waar we pootje mogen baden. Zwemmen mag niet, want de stroming is veel te sterk. Zelfs met de voeten door het water lopen, valt niet mee. Op een schuin vlak met golven die zeer krachtig en onregelmatig komen, valt het niet mee ongeschonden alleen de onderbenen nat te maken. Onverwachts is dan ook heel mijn korte broek en onderkant van t-shirt kletsnat. Gelukkig is het warm en is twee uur later in de bus mijn kleding niet zo nat meer.
Na het eten zamelen we geld in voor het voltallige personeel van het hotel in Viseu. De gastvrijheid was enorm, het avondeten werd voor ons opgeschept waarbij gratis witte en rode wijn, jus d’orange en water op tafel stond. Een extraatje kunnen ze hier wel gebruiken, in Portugal is de levensstandaard niet zo hoog. Als presentje krijgt iedereen nog een fles rode wijn.
Hierna volgt op onze laatste avond in Portugal nog een leuk afscheid. Een amateurgezelschap muzikanten brengt hele leuke folkmuziek ten gehore. Ze zijn goed, van vrolijk tot diepzinnig en hebben op verschillende plaatsen opgetreden: Italië, Spanje, Brussel en zelfs in het Vaticaan. Ze hebben geen CD, anders had ik er een gekocht.
Donderdag 1 september 2016
Viseu-Madrid
Voorin zittend in de bus zien we de borden wijzen naar Espanha. Even later ligt Portugal achter ons, de klok gaat een uur vooruit. Het is bijna 500 km rijden, de voorspelling is dat het 33° C zal zijn. Ik loop vooruit, dat zal door de klok komen, en vergeet te vertellen dat vandaag de bestemming ‘Madrid’ is.
Kaal graanlandschap, een bergketen, een tunnel en dan rijden we Madrid in dat in een dal ligt. Hier stapt een Nederlandse gids de bus in, Bibi. Ze woont in Madrid en vertelt zeer verhalend en deskundig over het ontstaan en de geschiedenis van Madrid. Madrid heeft zijn naam te danken aan de arabieren: moeder van het water. Niet dat er een zee is, niet dat er een rivier loopt, maar er is veel grondwater.
Madrid is vergeleken met andere grote steden een jonge stad. Het was nog een dorp en toen als plek uitgekozen om er de nieuwe hoofdstad te stichten. Nu wonen er 3,2 miljoen inwoners.
Madrid is de hoogst gelegen hoofdstad van Europa (646m), koud in de winter, heet in de zomer. De nabijgelegen Sierra ten noorden van de stad bereikt toppen tot 2430m.
Het is druk met verkeer, al schijnt het vandaag rustig te zijn. Daarnaast is het ook de groenste hoofdstad van Europa, veel parken en een keer is er uitzicht op een uitgestrekt bos. De gebouwen zijn groot en fraai, veelal gebouwd in de 19e eeuw, verschillend van stijl en architectuur.
We stoppen bij de stierenarena, een groot gebouw dat voornamelijk met baksteen knap gedessineerd is. De volgende stop is bij het stadion van Real Madrid: Bernabeu, om snel een foto te maken of een sjaal van de voetbalclub te kopen waarmee ze je bijna om de hals vliegen.
Apart zijn twee flatgebouwen die in een hoek van 15 graden schuin staan, een smalle pilaar ertussen die als contragewicht dient.
Plaza de Castilla te herkennen aan zijn twee torens, bekend onder de naam Kio-torens (1996). Ze leunen naar elkaar toe onder een hoek van 15°, en vormen samen de ‘Puerta de Europe’. Eind 2009 werd het geheel aangevuld met een obelisk van Santiago Calatrava. Het kunstwerk is bezet met bronzen platen, is meer dan 90 meter hoog en heeft een diameter van amper 2 meter.
Dan is er nog ruim twee uur de tijd om zelf de stad te verkennen. Oppervlakkig gaan we de fraaie objecten voorbij: mooie gebouwen, standbeelden, decoraties, beelden op daken etc.
Er is veel politie op straat, gewapend met flinke mitrailleurs. Er zijn elke dag demonstraties of Spanje een koninkrijk blijft of een republiek wordt. Het moment is bijna daar dat er beslist wordt of er een definitieve verkiezing komt.
We wandelen over de Plaza Mayor, een rechthoekig plein (120 m bij 93m) met gebouwen, lange promenade en stenen bogen.
Daar vlakbij is de: Mercado de San Miguel, hallen opgetrokken uit staal en glas.
Zo te zien zit er heel wat geld in het koninklijk paleis. Rijen met standbeelden staan in de tuinen. Tot slot een glimp van het museum Prado, de buitenkant, een van de topmusea van Europa. Museo del Prado is het bekendste museum van Spanje
Kortom in Madrid is veel te zien waar men de verdieping in moet. Het Prado, daar ben je zeker een dag zoet mee. Op straat is er veel schoons te zien. De mensen zijn over het algemeen chique gekleed. Het is een beetje zien en gezien worden. Als algemeen straatbeeld is het niet een stad die me bijzonder aantrekt. Misschien komt dat door het ontbreken van een rivier of een te chaotisch autoverkeer. Ik zal eerder naar Londen, Berlijn of Parijs terugverlangen (met rivier) of Barcelona (bij de zee), maar het meest geweldig was toch Porto (zee en rivier).
Over het hotel is alleen te melden dat we er eten, slapen en matig ontbijten en dat het bij het vliegveld ligt met druk vliegverkeer.
Vrijdag 2 september 2016
Madrid-Malgrat de Mar
Een reisdag vandaag, het is ongeveer 700 km rijden naar Malgrat de Mar aan de Middellandse Zee. Geen stadje te bezoeken, geen uitje.
We passeren de Greenwich meridiaan. Zo steken we Iberië geheel over, vanuit het westen in Portugal de Atlantische Oceaan naar het oosten de Spaanse costa.
Onderweg mooie kale bergen met gieren, een gigantisch windmolenpark, de stad Zaragoza.
Eerder dan gepland arriveren we in Malgrat de Mar. We hebben vrije tijd. Het eten is niet op een vaste tijd; wat een luxe, wat een vrijheid.
Direct naar het strand, de handdoeken op een plek waar niemand ligt. De zee in, warm water, flinke stroming. Ik zwem van pion naar pion. Opdrogen en dan komt daar de boot van Tossa met dagjesmensen tussen de pionnen onze kant op. Hij vaart tot op het strand, daarom was deze strandplek leeg! De mensen stappen langs onze handdoeken uit.
Zaterdag 3 september 2016
Malgrat de Mar-Barcelona-Malgrat de Mar
Lydie is de gids op de busrit naar Barcelona. Het is geen verrassing meer, we zijn twee keer eerder in Barcelona geweest. De stadstour gaat eerst naar de Sagrada Familia. Ook voor de derde keer blijft het een sprookjesachtig geweldig bouwwerk. Dat ze zoiets in werkelijkheid kunnen maken, fantastisch. Er zijn sinds de vorige keer weer nieuwe gedeelten bijgekomen. De kerk is nog niet af. De hijskranen en gedeelten die afgedekt zijn met plastic, daar moeten we maar even omheen kijken. De verwachting is dat het meesterwerk van Gaudi in 2026 klaar zal zijn. De toestroom toeristen loopt elk jaar op. Om de kerk van binnen te bekijken dien je vooraf op internet kaarten te bestellen. Ook voor Park Guell van Gaudi, dat een paar jaar geleden nog gratis was, moet je vooraf entreekaarten bestellen op internet vanwege de drukte. Aan inkomsten zal het de stad Barcelona niet ontbreken: cruiseschepen, vliegtuigen, bussen vol toeristen komen naar de stad.
Omdat we rondom de Sagrada Familia ondertussen een beetje de weg kennen, leiden we een stel busvrienden naar een grote souvenirwinkel. Hier is een wc én ze hebben een hele mooie collectie dure, decoratieve producten, voornamelijk geïnspireerd op de Sagrada Familia, Gaudi en Picasso. Zo, de plas is weer kwijt en kijken is gratis.
De tour gaat verder naar het volgende punt. Barcelona is als eerste grote stad van Europa begonnen met de straten recht te maken en ruim op te zetten. De huizen zijn hoog en kolossaal, breed en ruim. Alleen in de oude kern staan de huizen dicht op elkaar. Hier is het vaak koel omdat er geen zonlicht bij kan komen. De recentere huizen zijn veelal uit de 19e eeuw. Doordat Spanje veel koloniën had is daar veel rijkdom aan te danken. Voor het oog is het straatbeeld in ieder geval niet saai. Het is eerder een genot om naar de verschillende bouwstijlen te kijken, de erkers, kleuren en grafische versieringen.
En daarnaast nog veel meer: de bijzondere op de natuur gebaseerde huizen van Gaudi, rotondes met standbeelden en kunstzinnige objecten.
De volgende halte is een korte fotostop. Na eerder het stadion van Real Madrid gezien te hebben, bezoeken we nu de rivaal FC Barcelona, Nou Camp. Ook hier zien we de voetbaltempel alleen aan de buitenkant. Op een plekje kan ik door het gaas nog net een stukje groen gras zien met een witte kalklijn van het 16-metergebied. Wil je het stadion van binnen zien dan kost dat 28 euro. En dat is zonder wedstrijd. Hier bij het stadion waren we nog niet geweest en een wedstrijd in het stadion, ik denk dat het voor mij op tv blijft.
(nu ik dit een half jaar later in de computer zet, heb ik gisteren een memorabele wedstrijd van Barcelona op tv gezien, de heenwedstrijd met 4-0 verloren van Paris Saint Germain en nu met een sensationele 6-1 naar de volgende ronde Champions League, 5 minuten voor tijd was het nog 3-1)
Daarna is er nog een herzien van Montjuïc, de berg met het mooi uitzicht over Barcelona, de haven en de zee.
Vervolgens vrije tijd die we doorbrengen op de Ramblas, de zijstraten naar de oude stad, de markthal Boqueriamarkt en de haven.
We beëindigen bij rotonde Plaça de la Porta de Pau (het plein van de poort van de vrede) met het hoge beeld van Columbus bovenop een zuil van 60 meter hoog. Christoffer Colombus, de beroemde ontdekkingsreiziger kijkt uit over de zee en is reeds van ver zichtbaar.
Het was een hete dag in Barcelona. Terug bij de kust in Malgrat is het heerlijk om voor het eten toch wel een halve kilometer te zwemmen. Dezelfde plaats, de laatste boot vaart net weg. Ik zwem van pion naar pion, heen en weer, de golven schuin, afdrijvend en krachtig, met de stroom mee, tegen de stroom in. Nog een keer om de pionnen heen zonder even de gele pion vast te houden. Het is niet eenvoudig zwemmen, een hoge golfslag, klotsend zout water. Heen en weer en terug naar de kust, die niet al te ver is. Het is wel meteen diep. Ik klim het water uit en loop schuin langs de waterlijn in de ondergaande zon om op te drogen. Mooie afsluiting, de laatste echte vakantieavond in Spanje. Nog heel lekker eten, een wandeling met inkopen doen op de boulevard en dan begint de echte terugtocht met nog een overnachting in Frankrijk.
Zondag 4 september
Malgrat de Mar-Beaune (Frankrijk)
Het is 750 km rijden naar Beaune dat ten zuiden van Dijon langs de snelweg van de Route Soleil gelegen is. De tropische warmte is ook in Zuid-Frankrijk nog aanwezig. De hele vakantie is het heet geweest, maar door de drogere lucht veel beter te hebben dan in Nederland. Heerlijk vakantieweer. In Spanje was het de warmste en droogste zomer sinds het begin van de telling. Catalonië was geel en dor terwijl het normaal in de zomer, in tegenstelling tot andere delen van Spanje, groen is. De regio snakt naar water. Regen kan ik me bijna niet herinneren, ja er was miezer bij vertrek in Nederland en de eerste nacht in Portugal heeft het geregend, maar daar lig je in een hotel ook niet wakker van. Regen lijkt dan niet fijn, maar o zo belangrijk. Al het drinkwater hebben we de afgelopen in flessen gekocht. We hebben hieraan meer geld uitgegeven dan het verbruik van kraanwater van een heel jaar in Nederland. De prijs per fles varieert enorm, afhankelijk van plaats, winkel, kiosk of aanbod. Een 5-liter fles in een grote supermarkt is het voordeligst, maar erg onhandig op onze trektocht waar het al een heel gesjouw met spullen en koffers is. De meeste kopen een halve-literfles in de bus voor 1,25 euro, dat in de winkel goedkoper of duurder kan zijn afhankelijk van de locatie. In Portugal waren we zo slim om 1 ½ liter te kopen voor 19 cent, ook al gebeurde het soms dat dezelfde hoeveelheid 2 euro kostte. Water uit de kraan kun je natuurlijk drinken, maar in Spanje lijkt me dat niet verstandig. Het ruikt erg naar chloor. In het hotel in Portugal was het water van betere kwaliteit, geen chloorlucht in ieder geval. Ik heb er koffie mee gezet en geen hinder van ondervonden. Al met al, in de hitte is een fles water alweer snel op. Tel dat maar eens bij elkaar op, al die liters water waarmee wij thuis de wc doorspoelen.
Maandag 5-september 2016
Beaune-Eindhoven
Na gisteren de hele dag rijden, volgt er nog zo’n dag. Nog langer zelfs, want na Didam is er de servicebus naar huis.
Om 06:00 uur opstaan en ontbijten, om 07:00 uur rijden. De overnachting met weinig slaap verliep niet best. Dat begon al met het avondeten. De prijslijst van de drankjes waren extreem duur: cola 4,50 euro, een klein biertje 4 euro, een fles water 5 euro. Nou ja, het is vakantie, we drinken wat. Ik heb nog nooit zo lang met een biertje gedaan. Achteraf blijkt dat water en water niet altijd hetzelfde is. Er was ook een karaf gratis water, een tafeltje had dat ontdekt wellicht om de fles rode wijn van 32 euro weg te spoelen. Een andere tafel dacht gratis water te hebben gehad, en moest 5 euro betalen. Toen was het echter te laat in de hectiek die hierdoor ontstond, om nog een gratis karaf water te bemachtigen. We waren ervan uitgegaan dat er in Beaune drinkwater uit de kraan kwam en hadden niet meer dan een paar slokken over in ons gekocht flesje. Je raadt het al, er kwam dus chloorwater uit de kraan.
Dorst was een onderdeel van de slechte nacht.
Ik verdenk het hotel dat ze chloor in de leidingen hebben gedaan, zodat je dure drankjes gaat bestellen. De drankje kwamen snel, maar het eten langzaam, dit om dezelfde reden. De mensen hebben vakantie denken ze, de laatste dag op hun terugreis, ze betalen toch wel. Wat het eten betreft zullen ze gedacht hebben: die komen hier toch niet meer terug.
Het zal wel aan mij liggen dat de haute cuisine me niet aanstaat. De zitruimte is wel mooi met banken en kussens, maar natuurlijk heb ik bij het zitten gaan meteen een vlek op mijn shirt, een rest eten van een vorige gast. De akoestiek van de eetzaal is slecht of is er niet, het is in ieder geval een gekakel en kakefonie aan geluiden. Er is ook een wijnkamer met hele dure wijnen, we zitten ten slotte in de wijnstreek de Bourgogne.
Het voorgerecht bestaat uit een stuk zult of zoiets dat uit verschillende kleuren bestaat, sla (het enige onderdeel van de maaltijd waar ik niets op aan te merken heb), een kommetje met daarin een paar augurken en zilveruitjes (had van mij ook tussen de sla op het bord mogen liggen). Een nietszeggend voorafje dus. De hoofdmaaltijd is een stuk taai vlees in een overdadige lugubere bruine saus met een klomp aardappel met groentepuree. Het nagerecht ziet er lekker uit totdat je er je lepel inzet. De slagroom blijkt witte lucht te zijn, de mooie bruine en gele kleuren zijn niet chocola en vanille, maar wel mierenzoet. Onderin het schaaltje zit dan wel vanillevla, maar van het soort die een week lang te lang niet gekoeld is geweest en dun en waterig alle vastigheid heeft verloren.
Het eten was een onderdeel van de slechte nacht.
De airco maakte zoveel geluid dat we die hebben uitgezet en het raam open hebben gedaan. De bedden waren vrij nieuw van hele goede degelijke kwaliteit, heel lekker zacht al heb ik liever iets harder, maar dat was niet het probleem. Het dekbed bestaat uit één stuk en is ook zeer degelijk, geschikt om in een tent op de Noordpool niet te bevriezen.
Het warme dekbed was een onderdeel van de slechte nacht.
We hadden heel de dag in de bus gezeten. De temperatuur daalde van 35° C in Spanje naar 23° C in Beaune, te zien op de thermometer in de bus, die soms heel even -3° C aangaf, maar dat was waarschijnlijk de gevoelstemperatuur binnen. De airco stond erg koud, ik kreeg het gevoel verkouden te worden. Ik deed een spijkerbroek aan en een shirt met lange mouwen en had het al gauw te warm. Een wandeling ‘s avonds zat er niet meer in, het regende. Kortom een dag zonder beweging. Vroeg naar bed, want we moeten vroeg op. Niet heel vroeg, maar er was ook niets meer te doen. Geen drankje, te duur. Geen wandeling, saaie omgeving in de regen.
Gebrek aan beweging was een onderdeel van de slechte nacht.
Ik kon niet in slaap komen door de temperatuurschommelingen. Gelezen had ik al veel in de bus, mijn ogen waren moe, maar mijn lichaam niet. Mijn hartslag was te snel, de adrenaline stond op de stand vluchten. Ik wilde weg hier. Ik dacht aan Maria, het kaarsje in Fatima en werd rustiger. Ik viel in slaap en werd wakker. Ik hoorde de bus, de motor draaien op de parkeerplaats onder ons raam. Bagage inladen? Dacht ik. Ik stapte uit bed, deed het raam open. Er was niemand bij de bus. Het geluid was niet van de bus, maar van een gebouw verderop, airco of fabriek. Het was precies twee uur. Het duurde lang voordat ik weer insliep. Nog lang hoorde ik de bromtoon totdat ik wakker werd van de triltoon van mijn mobiel. Meteen was ik klaarwakker. Het was een nacht in onderdelen. Zo is er toch van een saaie dag nog iets op te schrijven. Ik heb mooi de gelegenheid dat in de bus te doen, een leuk tijdverdrijf om de frustratie van de nacht weg te werken.
We stoppen in Luxemburg rond het middaguur voor een langere pauze. De winkels bij het tankstation aan de snelweg zijn relatief goedkoop in vergelijking met Frankrijk. De reis is nog niet helemaal ten eind, we kopen een middag- en een laatste avondmaal.
Een envelop is door de bus gegaan voor een gift aan de chauffeur. Willy heeft uitstekend en betrouwbaar gereden. Hoeveel kilometer zal hij gereden hebben? 5000 is de schatting.
Na in het begin nors te zijn geweest, is hij aardig bijgetrokken. Het lijkt me niet eenvoudig een heel gezelschap door Europa te loodsen. Drukke steden, tolwegen, sleutels van hotelkamers uitdelen, het spreken tot de groep, contacten met gidsen, het beheren van de bar en koffie zetten, de koffers in en uitpakken, problemen met de reizigers oplossen: een complexe baan.
Hoe langer je hem kent, hoe aangenamer hij wordt.
Via Luik, Roermond, Nijmegen gaat het laatste stuk straks ook nog door Duitsland. Dan zijn we door acht landen gekomen: Nederland, België, Frankrijk, Andorra, Spanje, Portugal, Luxemburg en Duitsland.
De eindafrekening op de kilometerteller: 6565 km is er gereden van Didam naar Didam. Daar komt nog bij: ongeveer 200 km in de Portugese bus en 200 km transfer op en neer Eindhoven-Didam. Totaal ongeveer 7000 kilometer in de bus gezeten.
Een prachtige reis is het geweest. Ik hoor geen wanklanken, iedereen heeft het geweldig fantastisch gevonden. Naar de Atlantische Oceaan en naar de Middellandse Zee. Grote wereldsteden als Parijs, Porto, Madrid en Barcelona hebben we bezocht. Diverse landschappen zijn aan ons oog voorbijgetrokken, van bergen tot graanlandschappen, van groen tot geel zonder ergernis.
De zeven nachten in Portugal waren het hoofdmenu, ook een rustpunt doordat we in hetzelfde hotel bleven. Parijs en Andorra waren een heerlijk voorgerecht. Madrid en Barcelona het toetje waarbij Malgrat de Mar de slagroom was met een heerlijke nasmaak.
De afwisseling gedurende de reis is bijzonder goed gekozen. Elke dag was anders. Geen momenten van verveling. Van vroeg tot laat actief met voldoende rustpunten. Gedurende de reis leerden we de mensen beter kennen. Met de een heb je meer contact dan met de ander. Wij waren wel een van de jongsten, veel mensen zijn in de 60, 70, 80. Op twee na was iedereen fit genoeg om te wandelen. Vooral was iedereen blij en levenslustig, verbaasd en blij nog zoveel moois te mogen zien, enthousiast en nieuwsgierig wat ze nog zouden ontdekken.
Velen hebben zulke reizen eerder gemaakt naar andere bestemmingen, hebben ondertussen ervaringen en wijsheden opgedaan waar de jeugd van kan leren.
En dan natuurlijk het geweldige vakantieweer, dat geen zekerheid is, maakte de vakantiereis Portugal-Spanje van Effeweg helemaal compleet.