In 1982 was ik 17 jaar oud. Mijn broer en ik woonden alweer een jaartje of vijf bij mijn moeder in België. Na de scheiding van mijn ouders waren mijn vijf jaar jongere broer en ik nooit meer op vakantie geweest. Daarvoor was ik twee keer met mijn ouders in Spanje geweest: in 1971 in Lloret de Mar en in 1972 in Castelldefels.
Mijn vader was ook hertrouwd en in 1978 hadden we er een halfzus bijgekregen. Mijn broer en ik werden uitgenodigd om samen met de familie op vakantie te gaan naar Estartit. Spanje was in mijn herinnering altijd al een favoriet vakantieland. Als kind liep ik te dromen in de huiskamer met een potdeksel als stuurwiel en reed in gedachte met de auto naar Spanje.
Nu reed mijn vader in een Ford Taunus in één ruk naar Estartit, met uitzondering van de stops waar we even een balletje trapten om de spieren los te maken. Het WK-voetbal was in volle gang en werd ook in Spanje gehouden. Onderweg in Frankrijk luisterden we naar het voetbalverslag op de radio, de halve finale was gaande tussen West-Duitsland en Frankrijk. Ik herinner me deze wedstrijd nog levendig alsof ik zojuist de wedstrijd op tv heb gezien. Een strijd als ware het nog oorlog waarbij West-Duitsland heel dicht bij een nederlaag was. West-Duitsland won altijd en met de verloren WK-finale van 1974 nog vers in het achterhoofd waren we allemaal voor Frankrijk. Frankrijk stond in de verlenging met 3-1 voor, maar vlak voor tijd werd het nog 3-3. Daarna volgde een spannende strafschoppenserie. En zoals meestal, op het einde won Duitsland. West-Duitsland ging naar de finale. Teleurgesteld met dit resultaat reden we verder de nacht in via Lyon in de richting van de Spaanse grens.
In de ochtend kwamen we na 1300 kilometer rijden aan in het Noord-Spaanse plaatsje Estartit vlakbij Girona. Het appartementencomplex lag vlak aan zee. Er waren meerdere vrienden en kennissen van mijn vader uit Eindhoven die daar een appartement hadden gehuurd. Samen dronken we wel eens iets op het terras met uitzicht op zee of zaten we aan tafel te eten bij het zwembad. Ik was meer te vinden in het zwembad of bij de zee. De bal ging altijd mee. Ik kon weer voetballen met mijn vader zoals vroeger. Het strand was soms te heet om over te lopen, maar op de grens van zee en strand trapten we weer als vanouds de bal naar elkaar toe. Ook was mijn vader het schaakbord niet vergeten. Op een foto is nog te zien hoe in diep gepeins verzonken de schakers en toeschouwers boven het bord hangen.
Ik herinner me ook dat we op een groot scherm naar de WK-finale tussen West-Duitsland en Italië keken. Een oersaaie wedstrijd, het enige goede nieuws dat Italië met 3-1 won.
Eenmaal hadden we een uitstapje naar een arena met stierenvechten. We waren getuigen van het gevecht tussen een matador en een stier. Het slechte nieuws is dat de stier het leven verloor. Ik snap nog steeds niet wat de mensen daar aan vinden, dat een stier met een zwaard doorboord.
Verder was het een gezellige strandvakantie waar ik goede herinneringen aan heb.