In die jaren, voordat ik daadwerkelijk in een agenda met het opschrijven begon, had ik dus meerdere pogingen ondernomen. Ook al was ik er niet in geslaagd, mijn longen konden in die periodes van onthouding herstellen.
Zo herinner ik me een bijna succesvolle actie, toen ik het in een ontspannen tijd probeerde; minder stress zou de kans op slagen vergroten.
Een week voor de zomervakantie van 1997 had ik de sigaret vaarwel gezegd, de laatste werkweek vertoefde ik in een innerlijk zuivere omgeving. Ik had drie weken vakantie in het vooruitzicht, een mooie gelegenheid om het roken definitief het zwijgen op te leggen. Tegen de tijd dat we weggingen zou ik de moeilijkste afkickverschijnselen al achter de rug hebben.
Heerlijk, vakantie, geen drukte, geen zorgen. We gingen weliswaar niet naar een Zwitsers kuuroord, maar als ik nu wist vol te houden, zou ik voortaan wel zonder kunnen.
We gingen ouderwets kamperen met onze nieuwe tent in Frankrijk. Lekker, het buitenleven zou het binnenste grondig zuiveren. De realiteit bleek anders, de omschakeling van werken naar vrije tijd gaf niet direct ontspanning, abrupt was daar een ontregeling in de manier van leven die niet aan het verwachtingspatroon voldeed. De verwachte rust was er niet, het uitzoeken van wat we mee moesten nemen en het inpakken slokten de tijd op van de extra opgenomen vakantiedag.
We hadden niets gereserveerd en het was de eerste keer dat we als gezin gingen kamperen. De gedachte dat stoppen met roken in vakantietijd moeiteloos zou gaan, was een denkwijze in de aard van het vakantieland zelve: te gehaast met de Franse slag. Zoals ook ik te gehaast was te vertrekken toen de vakantie begonnen was. Een dag later weggaan, ik had er niet het geduld voor. Zo enthousiast was ik met het vooruitzicht. Verwachtingsvol. Vol energie omdat ik een week niet gerookt had.
Het kamperen zou een actieve bezigheid blijken waarbij het even zou duren voordat het uitrusten kon beginnen. Alleen al de voorbereidingen om in vakantieland te geraken, daar een geschikte plaats te vinden en dan daadwerkelijk de tent te kunnen opzetten, zaten vol stressmomenten.
Auto inladen, uitladen en opnieuw inladen, nog een keer de papieren controleren. De wagen zit afgeladen vol, koplampen schijnen hoog in de lucht. Zijn we nog iets vergeten? Nog een keer het lijstje controleren. De spullen op een andere manier inladen. De Franse slag, het is wel goed zo. Haast niet slapen van de spanning.
De volgende morgen voor dag en dauw opstaan, koffie, een lange autorit langs onbekende wegen, de zenuwen oplettend op scherp, koffie en broodjes onderweg, angstvallig wakend niet verkeerd te rijden. Gespannen, het stuur, welke kant gaat het op? Waarheen gaat de tocht, wat gaat er gebeuren? Bezorgd, wat te doen als we autopech krijgen, kinderen die wagenziek worden, plassen en kotsen, moeten we stoppen of doorrijden?
Op de bonnefooi naar een geschikte camping zoeken, geen plaats meer, onzekerheid, vermoeidheid, geen gezellige camping, doorrijden; niet echt ontspannen. Is dit vakantie? Stress! Meningsverschillen. Eindelijk! We vinden een camping in de duinen, ideaal gelegen met uitzicht op zee.
Nicotinegebrek! Mijn hersenen werken niet optimaal meer. Zenuwen zijn precies in een moeilijke periode beland. Shag! Het verstand laat het afweten. En dan ook nog in het Frans zinnetjes zeggen, vragen of er plaats is. Gedaan! Rust keert terug.
Een smal paadje dwars door de duinen leidt naar onze staanplaats, we moeten even omkeren en dan zit de auto vast in het losse zand. Paniek, stress, gas geven, de auto zinkt alleen maar dieper weg. Duwen. Geen beweging in te krijgen.
Wat nu? Geen sigaretten bij me! Te weinig kennis van de Franse taal! We komen hier nooit meer uit! Ik zie het niet meer zitten. Ik naar de campingbaas en wild gebarend roep ik:’Voiture!’ Hij begrijpt het. Verwonderd? Ik ben blijkbaar niet de enige die met een tractor uit de nood geholpen wordt.
De niet optimaal werkende hersenen worden verder op de proef gezet. Duistere machten proberen me over te halen, maar ik geef me niet gewonnen.
Het volgende: tent opzetten. Welke stokken horen bij wat? Ik snap er niets meer van. Een puzzel van ijzeren staven die in elkaar gestoken moeten worden, hoeveel mogelijkheden zijn er wel niet? En dan het tentdoek, binnenstebuiten, linksom, rechtsom, de deur aan de verkeerde kant. Harde zeewind. Rits sluit niet! Afwateringsgleuf graven. Haringen. Veel haringen. Scheerlijnen. Eindelijk staat ie dan. Binnentent klaar maken, spullen uitpakken.
Komt de campingbaas: hij heeft een fout gemaakt, we staan verkeerd en moeten verhuizen naar een andere plaats.
Een paar dagen later trokken we verder naar Normandië, het wisselvallige zeeweer aan de westkust had plaatsgemaakt voor een stabiele klare lucht. De camping, meer landinwaarts gelegen, had een ontspannen, gezellig karakter. Ik had de moeilijke momenten doorstaan. Eindelijk was het vakantie zoals vakantie moet zijn. De dagen van opvliegerig gedrag waren voorbij en ik was heerlijk ontspannen, met een pilsje zat ik lekker voor de tent.
Naast ons zaten in een caravan van die oergezellige Engelsen, die de hele dag bezig waren met drinken, barbecueën en roken. Ik observeerde hoe ze genoten van een boek en een flesje wijn of hoe ze met elkaar kwebbelden met karaktervolle koppen als van filmacteurs en de sigaretten die daar onlosmakelijk bij hoorden. De afkickverschijnselen waren voorbij, maar wat miste ik die gezelligheid om bij de tent ook zo te genieten. Juist nu het vakantie was, waarom zou ik zo streng op mezelf zijn?
De vakantie werd nu geheel in beslag genomen door die gedachte, ik kon aan niets anders meer denken. Mijn handelingen begonnen met de Franse slag mee te gaan, niet in staat fatsoenlijk gestructureerd na te denken. Het paste niet bij mij om achteloos te werk te gaan, ik was van nature perfectionistisch ingesteld.
De beginfase van de kampeertocht was al moeizaam genoeg gegaan, het nerveuze gedoe omdat ik niet rookte, het stuntelig opzetten van de tent: het mocht niet meer gebeuren. Het was genoeg geweest, ik ging shag kopen. Tabak zou mijn hersenen weer vullen met verstand, de zenuwcellen aan elkaar rijgen, de Franse misslag wegwerken.
Gelukkig hadden ze mijn vertrouwde merk, alleen de vloeitjes waren van rijstpapier. De shagjes smaakten daarom niet optimaal, maar ik voelde me weer opperbest. Zeventien dagen was ik verschoond gebleven.
De lucht veranderde, bewolking kwam aanzetten. We gingen naar een andere camping aan de kust. Het begon te regenen en het hield niet meer op.