Juni 2003
Door het dichten en fotograferen is mijn intuïtie aangescherpt. Al achterovergeleund gezeten in een tuinstoel hebben vogels mijn aandacht getrokken. Hoog in de hemel krioelt het van de zwarte stippen. Zwermen zwaluwen vliegen supersnel door de lucht, zich verplaatsend in het luchtruim alsof duizenden vliegjes binnen een minuut gevangen moeten worden. Ze verdwijnen niet uit hun territorium, binnen mijn gezichtsveld blijven ze op en neer vliegen, telkens onverwachts kerend naar een andere richting, alsof ik me in het centrale hoofdkwartier bevind en mijn aandacht het middelpunt is die de zwaluwen aantrekt.
Ik volg de onmogelijke bewegingen van de vleugels, de bochten die hoog in de zomerlucht onvoorspelbaar haaks genomen worden. Ontspannen kijk ik ze na, herken terugkerende routes en diep in mijn onderbewustzijn komen bewegingen op gang die synchroon met de zwaluwen meevliegen. Tussen de kronkels van hersencellen springen nicotinemoleculen rusteloos op en neer, haaks de hoeken afsnijdend, en volgen de sporen van het denken. Ik kan die gedachten weerkaatst in de lucht observeren, vonken van nicotine die als zwaluwen ongedurig in het luchtruim van mijn hersenpan spatten. Gedachten die in vlam zijn gezet door de nicotine en als zwarte stippen in woorden neerdalen. Flitsende gedachtegangen springen heen en weer, als de onnavolgbare bewegingen van zwaluwen.
Zoals het roken mijn hersenen vertroebelt, zo is het uitzicht op de hemel wispelturig en veranderlijk. De onrust zal pas verdwijnen als de zwaluwen vertrokken zijn, als de nicotine uit het luchtruim verdwenen is.
Gedachten zijn als zwaluwen
Snelle vleugels in de lucht
Onnavolgbaar als schaduwen
Opgehitst in zomervlucht
Rusteloos en wispelturig
Verschijnt ‘n zwaluwstaart
Vol leven en ongedurig
Zwevend in volle vaart
Plotseling zijn ze daar
Ongrijpbaar aanwezig
Keren terug, alsmaar
Met het verleden bezig
Bij zomerse zwoele nachten
Broeden de herinneringen
Vaste patronen en gedachten
Aan eerdere bestemmingen
In schuren en dakgoten
Bij verlaten landerijen
Nestelen ze onverdroten
In schaarse boerderijen
Maar zwaluwen vertrekken
Laten gedachten weer gaan
Om verder te trekken
Naar een ander bestaan
Gedachten aan het roken zijn als zwaluwen. Ineens, via een oud spoor zijn ze daar weer, wispelturig trekken ze de aandacht. Rusteloos, onnavolgbaar, slechts herkenbaar aan hun staarten trekken ze over het boerenland. Klein als nicotine in een bloedstroom zoeken ze een plaats, een nest om ideeën te broeden. Telkens keren ze terug naar veilige oorden om er even te verblijven, te mijmeren in gedachten, ongrijpbaar aanwezig. Vermenigvuldigen zich in de lucht als vliegen, kronkels van uitspattingen die leiden naar andere wegen. Zwermen verfraaien de hemel met zwarte stippen, rap en levenslustig, verschuilen zich onder oude dakgoten, nestelen onbegrijpelijk op oude gedachten. Probeer ze niet te vangen, zwaluwen zijn herinneringen en keren terug naar bestemmingen van geboorte, fasen van groei, van een ver verleden dat ze gaan verlaten, naar andere bestemmingen, naar oorden van toekomst die het verleden niet loslaten. Patronen zijn vastgelegd, uitgezet en zwaluwen volgen de weg van het lot. Gevangen in het uitgestippelde patroon lijken ze vrij, maar gedwongen zijn ze daar weer. Wispelturig en onrustig volgen ze de sporen van gedachten, de gedachten van zwaluwen.
Denk aan zwaluwen
aan grillige sprinkhanen
als voormalige schaduwen
zonder kemphanen
Laat het met rust
de vervlogen tijden
laat het gaan bewust
de dagen van lijden
Het laatste zuigen
kan me niet bekoren
en niet overtuigen
nog eens te smoren
Het was niet lekker
Laat het gaan
Nu begint de wekker
van een nieuw bestaan