Tijd...schepper van verscheidenheid
Van bonte gebeurtenissen...
Tijd...deeltjes van de eeuwigheid,
Vol kommer, vol belevenissen...
Tijd, je passeert als ‘n wolk voorbij,
Alle mensen en geslachten en ook mij,
wien jij veel goede uren bood
maar sluipend naderdreef tot je vriend: de dood.
Tijd, uurwerk van ons leven,
Zandloper van het mensengeslacht,
Veel heb jij aan vreugd ‘gegeven,
Veel leed en rampen rondgebracht…
Tijd, meester van jaren, jaren,
Rekenmeester, zonder falen..
Tel de dagen, weken maanden af..maai af..maai af..
Maar nieuwe verschijnen immer weer
Steeds meer, nog meer,
Nieuwe jaren..Nieuwe tijd,
Nieuwe vrede.. Nieuwe nijd,
Nieuwe vreugden...nieuwe dingen…
En achter ons…
Herinneringen...
Henri van Hoof
(Vervaardigd December 1933)