VOORWOORD

Parlementaire enquête regeringsbeleid 1940-1945

Na de Oorlog keerden de weinige overlevenden van de concentratiekampen terug in Nederland en hun verhalen over het uitblijven van welke steun dan ook gedurende hun gevangenschap van de Nederlandse regering en van het Rode Kruis, nam zulke grote proporties aan, dat men besloot een onderzoek hiernaar te doen. Dit onderzoek is staat bekend als de "Pakkettencommissie" en wordt later in het Parlementaire onderzoek naar het regeringsbeleid betiteld als de Commissie-Vorrink. De conclusie van dit onderzoek was vernietigend voor zowel de Nederlandse regering in Londen als voor het Rode Kruis. Beide hadden op grove wijze verzaakt tegenover de gedeporteerde Joden en de zogenaamde politieke gevangenen. Daarop besloot de regering in 1947 dat er een parlementair onderzoek zou moeten komen naar het regeringsbeleid 1940 - 1945.

Het gehele parlementaire onderzoek duurde ongeveer 9 jaar, en is samengevat in 8 onderdelen, die op hun beurt weer zijn onderverdeelt in totaal 19 boekwerken. De inhoud van deze website betreft deel 6a_b en c met de titel

DE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND IN HET BUITENLAND

HET BELEID TEN AANZIEN VAN NEDERLANDERS

DIE TENGEVOLGE VAN DE OORLOG HULP VAN NODE HADDEN

Centraal in deze website is de getuigenis van HENRI DENTZ die als ambtenaar van de repatriërings- afdeling in Londen gedurende de oorlog zich onvermoeibaar inzette voor de hulp aan de gedeporteerde Joden, en door hoger geplaatste ambtenaren in dat streven werd belemmert. Opmerkelijk is dat de conclusie van de onderzoekers was dat DENTZ in twee gevallen de feiten onjuist en onvolledig zou hebben weergegeven en daarom als ongeloofwaardig werd neergezet.

Uit de verhoren van de meest relevante getuigen blijkt echter dat DENTZ geen moedwillig of onjuiste verklaringen heeft afgelegd, maar dat de parlementaire onderzoekers gezocht hebben naar middelen om zijn getuigenis te marginaliseren en als ongeloofwaardig weer te geven.

Ook uit de analyse van de stukken zal blijken dat de beschuldigingen wel heel erg ver gezocht zijn.

Het is niet ondenkbaar dat deze kroongetuige of klokkenluider een ongewenst beeld heeft geschapen van de ambtelijke top in Londen, en dat vanuit de ambtelijke top druk is uitgeoefend om dit beeld te corrigeren.

Om een zo neutraal mogelijke oordeel over de tekortkoming van de Nederlandse regering en het Rode Kruis te kunnen vellen, zijn de verhoren van de meest betrokken personen in haar geheel op de website geplaatst.

Ook de affaire FELIX KERSTEN is door de Parlementaire Commissie in een apart onderzoek behandelt, en inmiddels door de geschiedenis ingehaald. In 1972 verwees Lou de Jong de bewering van Kersten dat Hitler een groot deel van de Nederlandse bevolking naar het Oosten wilde deporteren, en hij (Kersten) dit via Himmler had voorkomen, naar het land der fabelen.

De reden voor deze geschiedvervalsing door Kersten was volgens Lou de Jong, omdat graaf Folke Bernadotte de hem ten deel gevallen eer, naar schatting 15.000 concentratiekamp gevangenen te hebben gered niet wenste te delen met Felix Kersten. Het was namelijk Kersten die Himmler ertoe had bewogen om deze grote aantallen gevangenen vrij te laten. Bernadotte die zeer veel invloed had in Zweden, dreigde Kersten te laten uitwijzen naar Finland, en dat zou zeker hebben betekend dat hij in Russische gevangenschap zou geraken.

Door deze leugen kreeg Kersten de verdiende lof en eer van voornamelijk de Nederlandse koninklijke familie, en de status van een gerespecteerd man, en uiteindelijk de zo door hem gewenste Zweedse nationaliteit.

Helaas moet ook geconstateerd worden dat de Wikipedia pagina over Felix Kersten niet het zakelijke en feitelijke niveau heeft, dan dat het zou behoren te hebben.

Formalistische houding

De houding van de Nederlandse regering in Londen ten aanzien van de hulpverlening straalde dezelfde formalistische houding uit als die van de Nederlandse ambtenaren en bestuurders in bezet Nederland onder het bewind van de Duitschers. Het zelfs met gevangenisstraffen bedreigen van individuen die door middel van losgeld Joden trachten vrij te kopen is daarvan een schokkend voorbeeld.

Zowel de Nederlandse regering in Londen als de leiding van het Nederlandse Rode Kruis hebben zich ten aanzien van hulpverlening terughouden opgesteld, en in enkele gevallen individueel opgezette hulpverlening zelfs tegengewerkt, maar in verloop van de oorlog wanneer vooral de Duitsers er geen bezwaar tegen hadden, zich als organisatie opgeworpen als zijnde de vertegenwoordiging van deze individuele hulpverleners.

Email: Oorlogshistorie