BIJLAGE 54

BIJLAGE 54

Rapport van 13 Juni 1944 van de Joodse Coördinatie Commissie in Zwitserland aan de Nederlandse Regering

GC 171

JOODSCHE COÖRDINATIE

COMMISSIE

Geestelijk Adviseur

Dr. T. Lewenstein.

Tel. 55380 (b.g.g. 56093)

Genève, 13 Juni 1944. 16, Rue du Marché.

Rapport aan de Nederlandsche Regeering

In aansluiting aan het memorandum, dat wij Februari j.1. met een schrijven van H.M.'s Gezant in Bern verstuurden, en aan de Engelsche nota, welke de heer Dr. G. G. Kullmann voor ons medenam, hebben wij thans het genoegen te kunnen mededeelen, dat de daarin ontworpen uitbreiding en coördinatie van al het hulpwerk voor onze Joodsche landgenooten dusdanige resultaten oplevert, dat wij meeven H.M.'s Regeering in het kort van de voornaamste détails op de hoogte te moeten stellen.

1. Dank zij een nauw contact met Nederland zijn wij in de gelegenheid zeer aanzienlijke bedragen ter beschikking te stellen, voornamelijk ten behoeve van het levensonderhoud van ondergedokenen. Tot nu toe is ruim 200.000.— gulden beschikbaar gesteld.

2. Voor zoo ver mogelijk zenden wij dezen ondergedokenen en hun helpers via hun Christenvrienden levensmiddelen.

3. Voor de nog in Holland vertoevenden verzorgen wij op hun aanvrage verklaringen van Z. Amerikaansche staten. Dit is mede mogelijk geweest dank zij de interventie van H.M.'s Gezant. In vele gevallen zijn deze papieren van groote waarde gebleken.

4. Ook aan de in Frankrijk ondergedoken landgenooten sturen wij geld, levensmiddelen, papieren e.d.

5. Aan ongeveer 2000 gedeporteerden, wier namen en huidige verblijfplaatsen ons bekend zijn, sturen wij levensmiddelen. Uit de verslagen, die ooggetuigen ons brachten, weten wij, dat de meeste gedeporteerden volkomen uitgehongerd zijn. Bij het verzorgen van deze levensmiddelen stuiten wij op groote moeilijkheden, die wij in overleg met den vertegenwoordiger van Nederl. Roode Kruis in Genève trachten op te lossen. Ons doel is zoo snel en zooveel mogelijk te zenden.

6. Ten einde dit werk zoo goed mogelijk te kunnen doen, te kunnen uitbreiden en op alle mogelijkheden tot hulpverleening voorbereid te zijn, zijn een aantal menschen voortdurend bezig met het inrichten van een kaartsysteem dat reeds duizenden namen omvat. In Maart zonden

wij aan alle Nederlanders in Zwitserland invulformulieren met het verzoek van zooveel mogelijk Joodsche Nederlanders op te geven: naam, leeftijd, beroep, vroeger adres enz. en verder, indien bekend, de gegevens omtrent deportatie. Langs illegalen weg hebben wij getracht ook buiten Zwitserland gegevens te verkrijgen. Dr. Visser 't Hooft zond U inmiddels reeds eenige zeer belangrijke lijsten.

De ons bekende kampen, waar zich momenteel Joden uit Nederland bevinden of tot voor kort bevonden, zijn:

Theresienstadt, Bergen-Belsen (bij Hannover), Vittel (Frankrijk), Birkenau (Neuberun), Monowitz, Sosnowitz, Auschwitz, Mechelen, Kattowitz, Jawichowitz, Dorohucza, Wlodawa, A. F. Lublin, Kossow, Majdanek, Maydan, Trawniki, Tarnowitz, Warschau, Riga, Drancy (Frankrijk), Risa (?) en/of Bergau, concentratiekamp Buchenwalde, Frauenlager Ravensbrück, Männergefängnis Anrath (Rijnland). Zoo juist ontvangen wij nog niet bevestigd bericht, dat er geen Joden meer in Vught zijn en dat Lublin „geliquideerd" is.

Over het voortbestaan van Westerbork en Mechelen maken, wij ons naar aanleiding van ontvangen berichten zeer ongerust.

Het telegram d.d. 24.5.1944 van Z.E. den Minister van Buitenlandsche Zaken betreffende deze gegevens werd ons door den Gedelegeerde in Zwitserland van het Nederlandsche Roode Kruis, Comité Londen, ter hand gesteld. Tot ons genoegen konden wij uit dit telegram opmaken, dat H.M.'s Regeering het aanleggen van een kaartsysteem inderdaad wenschelijk acht.

7. In het bijzonder bij dat gedeelte van ons werk, waarbij wij betrokken worden in de problemen van de eerste hulpverleening na den oorlog, wordt onze commissie vertegenwoordigd door Dr. A. Polak

Daniëls en diens echtgenoote, die ook lid zijn van de „Roode Kruis Commissie P", welke zich het opleiden van een équipe ten doel stelt.

De Coördinatie Commissie zou gaarne ook het opleiden van sociale werkers voor Nederland ter hand nemen en in staat worden gesteld al deze voorbereidende maatregelen voor de eerste hulpverleening te financieren.

Voor een goede organisatie van een en ander zou het zeer gewenscht zijn, indien H.M.'s Regeering ten spoedigste de aangekondigde instructies voor Dr. Polak Daniëls zou zenden met uitvoerige opdrachten over dit punt, ook aan de Joodsche Coördinatie Commissie.

8. De ervaring, die verschillenden onzer omtrent het sociaal en economisch leven van het Joodsche Volksdeel voor en tijdens den oorlog in Nederland hebben opgedaan, de bij onzen arbeid in Zwitserland verzamelde gegevens en opgedane kennis omtrent den toestand der gedeporteerden en der ondergedokenen (ook der honderden alleenstaande ondergedoken kinderen), het contact met de vertegenwoordigers van internationale organisaties in Zwitserland, hebben ons er vanzelf toe gebracht een steeds diepgaander studie te maken van, het geheele moeilijke probleem van het maatschappelijk en moreel herstel, waaronder o.m. vallen de wederinschakeling van het Joodsche Volksdeel in de Nederlandsche volksgemeenschap, het herstel of de vervanging der vele sociale instellingen en het opnemen van de groep Joden, die niet in Nederland geboren zijn en van wie relatief velen gered zijn, en dit alles in den geest en volgens de tradities van de oude Nederlandsch-Joodsche gemeenschap.

Gezien dit alles meent onze Commissie H.M.'s Regeering te mogen verzoeken haar te willen inlichten over de maatregelen van wettelijken en concreten aard, die reeds genomen of voorbereid zijn, en haar te willen inschakelen bij de uitvoering daarvan. Wij beschikken over een aantal medewerkers, die niets liever willen dan aan het werk gaan (zie ook sub 7). Spoedige instructies van de regeering zouden dan ook ten zeerste gewaardeerd worden.

9. Onze Commissie bestaat thans uit de Heeren:

S. van Dantzig, vroeger Hollandsche Bank Unie en Kerkeraad Rotterdam.

M. H. Gans, vroeger Fa. Premsela en Hamburger, en Joodsche Invalide.

Mr. S. Isaac, vroeger Bijenkorf, en lid van de onder voorzitterschap van Mr. Dr. L. E. Visser staande Joodsche Coördinatie Commissie (opgericht onafhankelijk van den Joodschen Raad, later door de Duitschers ontbonden).

S. I. Troostwijk, vroeger machine expert te Arnhem.

Dr. A. Polak Daniëls, vroeger plaatsvervangend directeur van het Roode Kruis Ziekenhuis te

's-Gravenhage.

Mevr. A. M. Polak Daniëls Boon Hartsinck, psych. dra.

Financieel danken wij de mogelijkheid al dit werk te doen vooral aan de bijzondere medewerking en hulp van den Heer Saly Mayer, vertegenwoordiger van het American Joint Distribution Committee.

Ook de Heer Roswell McClelland, vertegenwoordiger van de War Refugee Board, Special Assistant to the American Minister, staat ons met raad en daad ter zijde.

Met groote erkentelijkheid en waardeering kunnen wij ook gewagen van de erkenning welke ons werk geniet van H.M.'s Gezant. Vooral door de bijzondere situatie in Zwitserland is dit voor ons van groote waarde. Practisch zouden wij echter nauwelijks iets kunnen bereiken, indien wij niet konden rekenen op de dagelijksche enorme medewerking van Dr. W. A. Visser 't Hooft, die zijn groote ervaring en belangrijke verbindingen ook in dienst stelt van het hulpwerk voor onze Joodsche landgenooten.

Ondanks al deze zeer gewaardeerde hulp zou het toch van groot belang zijn, indien H.M.'s Regeering zou kunnen besluiten ons —eventueel via de American War Refugee Board — financieelen steun te verleenen, in het bijzonder voor kantooronkosten en het verzenden van levensmiddelen.

In het belang van ons werk ten behoeve van onze Joodsche landgenooten zouden wij spoedig antwoord en instructies aan ons adres ten zeerste op prijs stellen, zoo mogelijk per telegram.

Voor de Commissie, (w.g.) M. H. GANS.