SLAAPKAMERGELUK
U kent vast wel het sprookje
waarin wordt verteld
van kikkers die plotsklaps in prinsen verand’ren
(dus als u zo’n dier
in uw achtertuin hebt:
probeer het eens, kus hem gerust, ‘t is geen schande).
Nu is’t met prinsessen
(de zoensters der vors)
traditiegetrouw zo dat vorsten beslissen
welk heerschap zij huwen.
Het is hen een worst
of liefde een rol speelt, zij missen
gevoel voor de tover
der jeugdromantiek,
dus is het een wonder dat list en misleiding
zo dikwijls gebruikt wordt
- al is het niet chic -
in slot of kasteel, voor gewiekste vermijding
van regels, restricties,
van kuisheid aan’t hof?
Ik zeg het u: nee, ‘t is de logica zelve.
Er speelt zich van alles
- op kousvoet of slof -
af in des konings gewelven!
Zo ook in’t geval van de dame
van wie ik u hier het geheim
onthullen zal, netjes gerijmd,
al zult u onmid’lijk beamen
dat zij met haar slinks-lepe streken
de grens overschrijdt van’t fatsoen;
om keer op keer, met haar gezoen,
haar kuisheidsgelofte te breken.
Vanonder’t matras, vaste prik, tegen tienen
- ze hoeft maar éen kus slechts te geven -
brengt troela haar droomprins tot leven,
en laat zich vervolgens erotisch bedienen.
Bij toverslag toont hij zijn magische pookje,
waarna het stel’t fluks op een krikken zet.
Da’s het voordeel, als protagoniste van’t sprookje
van Slimm: ‘De prinses op de kikkererwt’.
© Vin 2018